Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32021D1774

Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/1774 van de Raad van 5 oktober 2021 tot wijziging van Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/1493 waarbij Hongarije wordt gemachtigd een bijzondere maatregel toe te passen die afwijkt van artikel 26, lid 1, punt a), en de artikelen 168 en 168 bis van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde

ST/11621/2021/INIT

PB L 360 van 11.10.2021, p. 108–109 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec_impl/2021/1774/oj

11.10.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 360/108


UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2021/1774 VAN DE RAAD

van 5 oktober 2021

tot wijziging van Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/1493 waarbij Hongarije wordt gemachtigd een bijzondere maatregel toe te passen die afwijkt van artikel 26, lid 1, punt a), en de artikelen 168 en 168 bis van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (1), en met name artikel 395, lid 1, eerste alinea,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/1493 van de Raad (2) werd Hongarije gemachtigd om, tot en met 31 december 2021, een bijzondere maatregel toe te passen, enerzijds bestaande uit de beperking tot 50 % van het recht op aftrek van de belasting over de toegevoegde waarde (btw) ter zake van de uitgaven voor personenauto’s die niet uitsluitend voor bedrijfsdoeleinden worden gebruikt, in afwijking van de artikelen 168 en 168 bis van Richtlijn 2006/112/EG, en anderzijds voor het niet-aanmerken van niet-zakelijk gebruik van een tot het bedrijf van een belastingplichtige behorende personenauto als een dienst onder bezwarende titel, wanneer het recht op aftrek voor dit voertuig krachtens artikel 1 van dat uitvoeringsbesluit, in afwijking van artikel 26, lid 1, punt a), van die richtlijn (“de bijzondere maatregel”) is beperkt.

(2)

Bij brief, ingekomen bij de Commissie op 25 februari 2021, heeft Hongarije verzocht om de bijzondere maatregel te mogen blijven toepassen (“het verzoek om verlenging”).

(3)

Op grond van artikel 395, lid 2, tweede alinea, van Richtlijn 2006/112/EG heeft de Commissie de overige lidstaten bij brief van 7 april 2021 van het verzoek om verlenging in kennis gesteld. Bij brief van 8 april 2021 heeft de Commissie Hongarije ervan in kennis gesteld dat zij over alle gegevens beschikte die zij nodig achtte voor de beoordeling van het verzoek om verlenging.

(4)

Op grond van artikel 5 van Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/1493 heeft Hongarije de Commissie, samen met het verzoek om verlenging, een verslag met daarin ook een evaluatie van het percentage van de aftrekbeperking voorgelegd. Op basis van actuele gegevens, te weten ervaringen met belastingcontroles en statistische gegevens over het privégebruik van personenauto’s, bevestigt Hongarije in het verzoek om verlenging dat de beperking van 50 % nog altijd gerechtvaardigd en passend is. Bovendien heeft de bijzondere maatregel, doordat daarmee de inning van de btw wordt vereenvoudigd, de administratieve lasten voor bedrijven en belastingautoriteiten bovendien effectief verlaagd. Tegelijkertijd wordt belastingfraude door onjuiste administratie voorkomen. Hongarije moet derhalve worden gemachtigd de bijzondere maatregel te blijven toepassen.

(5)

De verlenging van de bijzondere maatregel moet in de tijd worden beperkt, zodat de effectiviteit ervan en de toepasselijkheid van het tarief kunnen worden geëvalueerd. Hongarije moet derhalve worden gemachtigd de bijzondere maatregel gedurende een beperkte periode te blijven toepassen, meer bepaald tot en met 31 december 2024.

(6)

Indien Hongarije een verlenging van de machtiging na 2024 nodig acht, moet het de Commissie uiterlijk 31 maart 2024, samen met het verzoek om verlenging, een verslag voorleggen met daarin ook een evaluatie van het toegepaste percentage.

(7)

De bijzondere maatregel zal geen noemenswaardige invloed hebben op de totale belastingopbrengst in het stadium van het eindverbruik en geen negatieve gevolgen hebben voor de eigen middelen van de Unie uit de btw.

(8)

Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/1493 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Artikel 5 van Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/1493 wordt vervangen door:

“Artikel 5

Dit besluit is van toepassing met ingang van 1 januari 2019 tot en met 31 december 2024.

Een verzoek om verlenging van de bij dit besluit verleende machtiging wordt uiterlijk op 31 maart 2024 aan de Commissie voorgelegd, samen met een verslag met daarin ook een evaluatie van het in artikel 1 vastgestelde percentage.”.

Artikel 2

Dit besluit wordt van kracht op de datum van kennisgeving.

Artikel 3

Dit besluit is gericht tot Hongarije.

Gedaan te Luxemburg, 5 oktober 2021.

Voor de Raad

De voorzitter

A. ŠIRCELJ


(1)   PB L 347 van 11.12.2006, blz. 1.

(2)  Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/1493 van de Raad van 2 oktober 2018 waarbij Hongarije wordt gemachtigd een bijzondere maatregel toe te passen die afwijkt van artikel 26, lid 1, onder a), en de artikelen 168 en 168 bis van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (PB L 252 van 8.10.2018, blz. 44).


Top