Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32021D0285

Besluit (GBVB) 2021/285 van de Raad van 22 februari 2021 tot wijziging van Besluit (GBVB) 2018/907 tot verlenging van het mandaat van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie voor de zuidelijke Kaukasus en de crisis in Georgië

PB L 62 van 23.2.2021, p. 51–52 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 28/02/2022

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2021/285/oj

23.2.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 62/51


BESLUIT (GBVB) 2021/285 VAN DE RAAD

van 22 februari 2021

tot wijziging van Besluit (GBVB) 2018/907 tot verlenging van het mandaat van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie voor de zuidelijke Kaukasus en de crisis in Georgië

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 33 en artikel 31, lid 2,

Gezien het voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Raad heeft op 13 november 2017 Besluit (GBVB) 2017/2071 (1) vastgesteld, waarbij de heer Toivo KLAAR werd benoemd tot speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie (SVEU) voor de zuidelijke Kaukasus en de crisis in Georgië.

(2)

Op 25 juni 2018 heeft de Raad Besluit (GBVB) 2018/907 (2) tot verlenging van het mandaat van de SVEU vastgesteld, als gewijzigd bij Besluit (GBVB) 2020/254 van de Raad (3). Het mandaat van de SVEU eindigt op 28 februari 2021.

(3)

Het mandaat van de SVEU voor de zuidelijke Kaukasus en de crisis in Georgië moet met twaalf maanden worden verlengd, en voor de periode van 1 maart 2021 tot en met 28 februari 2022 moet een nieuw financieel referentiebedrag worden vastgesteld.

(4)

De SVEU zal het mandaat uitvoeren in een mogelijk verslechterende situatie die de verwezenlijking van de doelstellingen van het externe optreden van de Unie, als geformuleerd in artikel 21 van het Verdrag, kan hinderen,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Besluit (GBVB) 2018/907 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Artikel 1 wordt vervangen door:

“Artikel 1

Speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie

Het mandaat van de heer Toivo KLAAR als speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie (SVEU) voor de zuidelijke Kaukasus en de crisis in Georgië wordt verlengd tot en met 28 februari 2022. De Raad kan, op basis van een beoordeling door het Politiek en Veiligheidscomité (PVC) en op voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid (HV), besluiten dat het mandaat van de SVEU eerder wordt beëindigd.”.

2)

Artikel 3 wordt vervangen door:

“Artikel 3

Het mandaat

Ter verwezenlijking van de beleidsdoelstellingen omvat het mandaat van de SVEU het volgende:

a)

contacten ontwikkelen met de regeringen, de parlementen, andere belangrijke politieke actoren, de rechterlijke macht en het maatschappelijk middenveld van de regio;

b)

de landen in de regio aanmoedigen om samen te werken en zulke samenwerking te faciliteren inzake regionale thema’s van gemeenschappelijk belang, zoals gemeenschappelijke bedreigingen voor de veiligheid, de bestrijding van terrorisme, illegale handel en georganiseerde criminaliteit; waar mogelijk grens- en gebiedsoverschrijdende samenwerking aanmoedigen en faciliteren om aan lokale behoeften tegemoet te komen en te werken aan vertrouwen en verzoening;

c)

bijdragen tot de vreedzame oplossing van conflicten, overeenkomstig de beginselen van het internationaal recht, en de uitvoering van die oplossingen faciliteren in nauwe samenwerking met de Verenigde Naties en de OVSE; en ter ondersteuning van de Minsk-groep van de OVSE en de gezamenlijke voorzitters ervan;

d)

met betrekking tot de crisis in Georgië:

i)

meewerken aan de voorbereiding van het internationale overleg overeenkomstig punt 6 van het akkoord van 12 augustus 2008, het internationaal overleg van Genève, en de desbetreffende uitvoeringsmaatregelen van 8 september 2008, onder meer betreffende de wijze waarop vorm moet worden gegeven aan de veiligheid en de stabiliteit in de regio, de problematiek van vluchtelingen en intern ontheemden, op basis van internationaal erkende beginselen, en elk ander onderwerp dat in onderlinge overeenstemming door de partijen wordt vastgelegd;

ii)

het standpunt van de Unie helpen bepalen en dit op het niveau van de SVEU tijdens het onder i) bedoelde overleg verwoorden, en

iii)

de uitvoering van het akkoord van 12 augustus 2008 en de desbetreffende uitvoeringsmaatregelen van 8 september 2008 faciliteren;

e)

de ontwikkeling en de toepassing van vertrouwenwekkende maatregelen faciliteren, waarbij, zo dit passend is, op een gecoördineerde wijze gebruik wordt gemaakt van de eventueel beschikbare expertise van de lidstaten;

f)

bijdragen aan en faciliteren van inclusieve vredesopbouw binnen samenlevingen om de conflicten te boven te komen en vrede te consolideren;

g)

waar nodig meewerken aan de voorbereiding van bijdragen van de Unie aan mogelijke beslechting van het conflict;

h)

de dialoog van de Unie met de belangrijkste betrokkenen over de regio intensiveren;

i)

de Unie helpen bij de verdere ontwikkeling van een alomvattend beleid voor de zuidelijke Kaukasus;

j)

in het kader van de in dit artikel bedoelde activiteiten bijdragen tot de uitvoering van het mensenrechtenbeleid van de Unie en de richtsnoeren van de Unie voor de mensenrechten, met name ten aanzien van kinderen en vrouwen in door conflicten getroffen gebieden, vooral door de ontwikkelingen op dit gebied te volgen en te behandelen.”.

3)

Aan artikel 5, lid 1, wordt de volgende alinea toegevoegd:

“Het financieel referentiebedrag ter dekking van de uitgaven in verband met het mandaat van de SVEU voor de periode van 1 maart 2021 tot en met 28 februari 2022 beloopt 2 940 000 EUR.”.

4)

In artikel 14, lid 1 wordt de tweede zin vervangen door:

“De SVEU legt de Raad, de HV en de Commissie periodieke voortgangsverslagen voor, en uiterlijk op 30 november 2021 een uitvoerig verslag over de uitvoering van het mandaat.”.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Brussel, 22 februari 2021.

Voor de Raad

De voorzitter

J. BORRELL FONTELLES


(1)  Besluit (GBVB) 2017/2071 van de Raad van 13 november 2017 tot benoeming van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie voor de zuidelijke Kaukasus en de crisis in Georgië (PB L 295 van 14.11.2017, blz. 55).

(2)  Besluit (GBVB) 2018/907 van de Raad van 25 juni 2018 tot verlenging van het mandaat van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie voor de zuidelijke Kaukasus en de crisis in Georgië (PB L 161 van 26.6.2018, blz. 27).

(3)  Besluit (GBVB) 2020/254 van de Raad van 25 februari 2020 tot wijziging van Besluit (GBVB) 2018/907 tot verlenging van het mandaat van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie voor de Zuidelijke Kaukasus en de crisis in Georgië (PB L 54 I van 26.2.2020, blz. 11).


Top