This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32019R1687
Commission Implementing Regulation (EU) 2019/1687 of 8 October 2019 amending Annex 1 to Implementing Regulation (EU) 2017/2179 imposing a definitive anti-dumping duty on imports of ceramic tiles originating in the People’s Republic of China
Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1687 van de Commissie van 8 oktober 2019 tot wijziging van bijlage I bij Uitvoeringsverordening (EU) 2017/2179 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op keramische tegels van oorsprong uit de Volksrepubliek China
Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1687 van de Commissie van 8 oktober 2019 tot wijziging van bijlage I bij Uitvoeringsverordening (EU) 2017/2179 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op keramische tegels van oorsprong uit de Volksrepubliek China
C/2019/7136
PB L 258 van 9.10.2019, p. 17–20
(ES, CS, HR, LT)
PB L 258 van 9.10.2019, p. 18–20
(BG, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
No longer in force, Date of end of validity: 13/02/2024
Relation | Act | Comment | Subdivision concerned | From | To |
---|---|---|---|---|---|
Modifies | 32017R2179 | toevoeging | bijlage I tekst | 10/10/2019 |
9.10.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 258/18 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2019/1687 VAN DE COMMISSIE
van 8 oktober 2019
tot wijziging van bijlage I bij Uitvoeringsverordening (EU) 2017/2179 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op keramische tegels van oorsprong uit de Volksrepubliek China
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) 2016/1036 van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2016 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Unie (1),
Gezien Uitvoeringsverordening (EU) 2017/2179 van de Commissie van 22 november 2017 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op keramische tegels van oorsprong uit de Volksrepubliek China naar aanleiding van een nieuw onderzoek in verband met het vervallen van de maatregelen op grond van artikel 11, lid 2, van Verordening (EU) 2016/1036 van het Europees Parlement en de Raad (2), en met name artikel 2,
Overwegende hetgeen volgt:
A. GELDENDE MAATREGELEN
(1) |
Op 12 september 2011 heeft de Raad bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 917/2011 (3) (“het oorspronkelijke onderzoek”) een definitief antidumpingrecht ingesteld op keramische tegels (“het betrokken product”) van oorsprong uit de Volksrepubliek China (“de VRC”). Gezien het grote aantal medewerkende producenten-exporteurs in de VRC tijdens het oorspronkelijke onderzoek werd een steekproef van Chinese producenten-exporteurs samengesteld en werd voor de in de steekproef opgenomen ondernemingen een individueel ad‐valoremrecht van 13,9 % (4) tot 36,5 % ingesteld, terwijl voor andere, niet in de steekproef opgenomen medewerkende ondernemingen een recht van 30,6 % werd vastgesteld. Het residuele recht voor de niet-medewerkende Chinese producenten-exporteurs bedroeg 69,7 %. |
(2) |
Op 22 november 2017 heeft de Commissie naar aanleiding van een nieuw onderzoek bij het vervallen van de maatregelen bij Uitvoeringsverordening (EU) 2017/2179 besloten de geldende antidumpingrechten te handhaven. |
(3) |
Volgens artikel 2 van Uitvoeringsverordening (EU) 2017/2179 kan de Commissie bijlage I bij die verordening wijzigen door aan een nieuwe producent-exporteur het recht toe te kennen dat van toepassing is op de medewerkende ondernemingen die niet in de steekproef zijn opgenomen of waaraan geen individuele behandeling is toegekend, namelijk het gewogen gemiddelde recht van 30,6 %, wanneer de nieuwe producent-exporteur in de VRC de Commissie voldoende bewijsmateriaal verstrekt. |
B. VERZOEK OM BEHANDELING ALS NIEUWE PRODUCENT-EXPORTEUR
(4) |
In oktober 2018 heeft de onderneming Zhuhai Xuri Ceramics Co., Ltd (“de indiener van het verzoek”) zich na de bekendmaking van Uitvoeringsverordening (EU) 2017/2179 kenbaar gemaakt en een verzoek ingediend om te worden behandeld als nieuwe producent-exporteur en bijgevolg te worden onderworpen aan het recht dat van toepassing is op de medewerkende ondernemingen in de VRC die niet in de steekproef zijn opgenomen of waaraan geen individuele behandeling is toegekend, namelijk 30,6 %. De indiener van het verzoek stelde dat hij voldeed aan alle drie de criteria van artikel 2 van Uitvoeringsverordening (EU) 2017/2179. |
(5) |
Om te bepalen of de indiener van het verzoek aan die criteria voldoet, heeft de Commissie hem verzocht een vragenlijst in te vullen. Na onderzoek van de antwoorden op de vragenlijst was de Commissie van mening dat de indiener van het verzoek voldoende informatie had verstrekt en heeft zij niet om verdere bewijsstukken verzocht. |
(6) |
De Commissie heeft de bedrijfstak van de Unie in kennis gesteld van het verzoek om behandeling als nieuwe producent-exporteur en heeft hem in de gelegenheid gesteld opmerkingen te maken. De Commissie heeft geen opmerkingen ontvangen. |
C. ANALYSE VAN HET VERZOEK
(7) |
Wat de voorwaarde van artikel 2, onder a), van Uitvoeringsverordening (EU) 2017/2179, het eerste criterium, betreft, heeft de Commissie het verkoopregister van de indiener van het verzoek voor het onderzoektijdvak grondig onderzocht. Dat register bevatte enkel binnenlandse verkopen. |
(8) |
Na verdere verificatie van andere verkoopgegevens, EU-douanestatistieken en documentatie werd niets gevonden dat erop wijst dat de indiener van het verzoek het betrokken product vóór of tijdens het onderzoektijdvak naar de Unie heeft uitgevoerd. In het licht van de beschikbare informatie heeft de Commissie derhalve geconcludeerd dat de indiener van het verzoek aan het eerste criterium voldoet. |
(9) |
Wat de voorwaarde van artikel 2, onder b), van Uitvoeringsverordening (EU) 2017/2179, het tweede criterium, betreft, heeft de Commissie vastgesteld dat de bedrijfsstructuur van de indiener van het verzoek uit tien verbonden ondernemingen bestaat. Twee van die verbonden ondernemingen waren tijdens het onderzoektijdvak betrokken bij de productie van het betrokken product, maar waren alleen actief op de binnenlandse markt. Er werden aan de hand van het verstrekte bewijsmateriaal geen verdere commerciële of operationele banden geconstateerd met exporteurs of producenten uit de VRC waarvoor de antidumpingmaatregelen gelden. Vijf van die verbonden ondernemingen zijn opgericht na het onderzoektijdvak en de overige drie waren niet betrokken bij enige commerciële activiteit betreffende het betrokken product. De Commissie heeft derhalve geconcludeerd dat de indiener van het verzoek aan het tweede criterium voldoet. |
(10) |
Wat de voorwaarde van artikel 2, onder c), van Uitvoeringsverordening (EU) 2017/2179, het derde criterium, betreft, heeft de Commissie op basis van de overgelegde bewijsstukken vastgesteld dat de indiener van het verzoek het betrokken product na het onderzoektijdvak niet naar de Unie had uitgevoerd. Bij gebreke daarvan heeft de indiener van het verzoek het bewijs geleverd van onherroepelijke contractuele overeenkomsten voor de verkoop van aanzienlijke hoeveelheden van het betrokken product aan de Unie. De Commissie heeft derhalve geconcludeerd dat de indiener van het verzoek aan het derde criterium voldoet. |
(11) |
De bedrijfstak van de Unie heeft geen bewijsmateriaal of informatie overgelegd waaruit blijkt dat de indiener van het verzoek niet aan een van de drie criteria voldoet. |
D. CONCLUSIE
(12) |
De Commissie heeft geconcludeerd dat de indiener van het verzoek voldoet aan de drie criteria om als nieuwe producent-exporteur te kunnen worden behandeld. De naam van de indiener van het verzoek moet dan ook worden toegevoegd aan de in bijlage I bij Uitvoeringsverordening (EU) 2017/2179 opgenomen lijst van medewerkende producenten die niet in de steekproef zijn opgenomen of aan wie geen individuele behandeling is toegekend. |
E. MEDEDELING VAN FEITEN EN OVERWEGINGEN
(13) |
De indiener van het verzoek en de bedrijfstak van de Unie zijn in kennis gesteld van de belangrijkste feiten en overwegingen op grond waarvan het passend werd geacht het antidumpingrecht dat van toepassing is op de niet in de steekproef opgenomen medewerkende Chinese producenten-exporteurs toe te kennen aan Zhuhai Xuri Ceramics Co., Ltd. |
(14) |
De partijen zijn in de gelegenheid gesteld opmerkingen in te dienen, waarmee rekening werd gehouden wanneer zij gegrond waren. |
(15) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 15, lid 1, van de basisverordening ingestelde comité, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De volgende onderneming wordt toegevoegd aan de in bijlage I bij Uitvoeringsverordening (EU) 2017/2179 opgenomen lijst van Chinese medewerkende producenten die niet in de steekproef zijn opgenomen of aan wie geen individuele behandeling is toegekend:
Naam |
Aanvullende Taric-code |
Zhuhai Xuri Ceramics Co., Ltd. |
C505 |
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 8 oktober 2019.
Voor de Commissie
De voorzitter
Jean-Claude JUNCKER
(1) Verordening (EU) 2016/1036 van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2016 (PB L 176 van 30.6.2016, blz. 21).
(2) Uitvoeringsverordening (EU) 2017/2179 van de Commissie van 22 november 2017 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op keramische tegels van oorsprong uit de Volksrepubliek China naar aanleiding van een nieuw onderzoek in verband met het vervallen van de maatregelen op grond van artikel 11, lid 2, van Verordening (EU) 2016/1036 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 307 van 23.11.2017, blz. 25).
(3) Uitvoeringsverordening (EU) nr. 917/2011 van de Raad van 12 september 2011 tot instelling van een definitief antidumpingrecht en tot definitieve inning van het voorlopige antidumpingrecht op keramische tegels van oorsprong uit de Volksrepubliek China (PB L 238 van 15.9.2011, blz. 1).
(4) Uitvoeringsverordening (EU) nr. 917/2011 is naderhand gewijzigd bij Uitvoeringsverordening (EU) 2015/409 van de Commissie van 11 maart 2015.