Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32019H0621(01)

    Aanbeveling van de Raad van 14 juni 2019 met het oog op de correctie van de vastgestelde significante afwijking van het aanpassingstraject in de richting van de middellangetermijndoelstelling voor de begroting in Roemenië

    ST/10002/2019/INIT

    PB C 210 van 21.6.2019, p. 1–3 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    21.6.2019   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 210/1


    AANBEVELING VAN DE RAAD

    van 14 juni 2019

    met het oog op de correctie van de vastgestelde significante afwijking van het aanpassingstraject in de richting van de middellangetermijndoelstelling voor de begroting in Roemenië

    (2019/C 210/01)

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 121, lid 4,

    Gezien Verordening (EG) nr. 1466/97 van de Raad van 7 juli 1997 over versterking van het toezicht op begrotingssituaties en het toezicht op en de coördinatie van het economisch beleid (1), en met name artikel 10, lid 2, tweede alinea,

    Gezien de aanbeveling van de Europese Commissie,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Overeenkomstig artikel 121 van het Verdrag bevorderen de lidstaten gezonde overheidsfinanciën op middellange termijn door middel van de coördinatie van het economische beleid en van het multilaterale toezicht om het ontstaan van buitensporige overheidstekorten te vermijden.

    (2)

    Het stabiliteits- en groeipact (SGP) is gebaseerd op de doelstelling van deugdelijke openbare financiën als middel om de voorwaarden voor prijsstabiliteit en voor een tot werkgelegenheidsschepping leidende sterke duurzame groei te verbeteren.

    (3)

    In juni 2017 en juni 2018 heeft de Raad overeenkomstig artikel 121, lid 4, van het Verdrag vastgesteld dat er in 2016 en 2017 een significante afwijking van de middellangetermijndoelstelling voor de begroting van Roemenië of van het aanpassingstraject in de richting daarvan had plaatsgevonden. In het licht van deze vastgestelde significante afwijkingen heeft de Raad de aanbevelingen van 16 juni 2017 (2) en 22 juni 2018 (3) tot Roemenië gericht, waarin Roemenië werd verzocht de nodige beleidsmaatregelen te nemen om deze afwijkingen te verhelpen. Vervolgens heeft de Raad vastgesteld dat Roemenië geen effectieve actie heeft ondernomen om gevolg te geven aan deze aanbevelingen. In zijn meest recente aanbeveling van 4 december 2018 (4) heeft de Raad Roemenië aanbevolen de nodige maatregelen te nemen om ervoor te zorgen dat de netto primaire overheidsuitgaven (5) in 2019 nominaal met niet meer dan 4,5 % stijgen, hetgeen overeenstemt met een jaarlijkse structurele aanpassing van 1 % van het Bruto Binnenlands Product (bbp).

    (4)

    De groei van de netto primaire overheidsuitgaven in 2018, berekend op basis van de voorjaarsprognoses 2019 van de Commissie en de door Eurostat gevalideerde begrotingsresultaten voor 2018, lag ver boven de uitgavenbenchmark, hetgeen wijst op een significante afwijking (een afwijking van 2,4 % van het bbp). Het structurele tekort werd niet teruggedrongen en bleef overwegend stabiel rond 3 % van het potentiële bbp, hetgeen eveneens wijst op een significante afwijking van de aanbevolen structurele aanpassing (een afwijking van 0,8 % van het bbp). De omvang van de afwijking waarop het structurele saldo wijst, wordt negatief beïnvloed door meevallers aan de ontvangstenzijde, een hogere bbp-deflator en een hogere onderliggende raming van de groei van het potentiële bbp ten opzichte van het middellangetermijngemiddelde dat aan de uitgavenbenchmark ten gronde ligt. De omvang van de afwijking waarop het structurele saldo wijst, wordt echter positief beïnvloed door lage uitgaven voor overheidsinvesteringen, die uitgevlakt worden in de uitgavenbenchmark. Ongeacht dat verschil bevestigen beide indicatoren dat er in 2018 sprake was van een significante afwijking van de vereisten van het preventieve deel van het SGP.

    (5)

    Op 5 juni 2019 kwam de Commissie op grond van een algehele evaluatie tot de mening dat er in Roemenië sprake is van een vastgestelde significante afwijking van het aanpassingstraject naar de middellangetermijndoelstelling voor de begroting en heeft zij in overeenstemming met artikel 121, lid 4, van het Verdrag en artikel 10, lid 2, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 1466/97 van de Raad een waarschuwing tot Roemenië gericht.

    (6)

    Overeenkomstig artikel 10, lid 2, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 1466/97 dient de Raad een aanbeveling tot de betrokken lidstaat te richten om de nodige beleidsmaatregelen te nemen. In Verordening (EG) nr. 1466/97 is bepaald dat de aanbeveling de betrokken lidstaat een termijn van ten hoogste vijf maanden moet opleggen om de afwijking te verhelpen. Op die grondslag lijkt het passend 15 oktober 2019 vast te stellen als uiterste datum waarop Roemenië de afwijking moet hebben verholpen. Tegen die datum zou Roemenië verslag moeten uitbrengen over de maatregelen die in reactie op deze aanbeveling zijn genomen.

    (7)

    Afgaande op de in de voorjaarsprognoses 2019 van de Commissie vervatte projecties van de output gap zal de economische situatie in Roemenië in 2019 en 2020 normaal blijven. De overheidsschuldquote van Roemenië ligt onder de drempelwaarde van 60 % van het bbp. Derhalve bedraagt de minimaal vereiste structurele inspanning die is voorgeschreven bij Verordening (EG) nr. 1466/97 en de in het kader van het preventieve deel van het SGP gezamenlijk overeengekomen aanpassingsmatrix van vereisten, waarin de heersende economische omstandigheden en eventuele houdbaarheidskwesties zijn meegenomen, ten minste 0,5 % van het bbp voor zowel 2019 als 2020.

    (8)

    Het Roemeense structurele tekort is geleidelijk gestegen, van 0,1 % van het bbp in 2015 naar 1,7 % van het bbp in 2016, 2,9 % van het bbp in 2017 en 3 % van het bbp in 2018. Er moet een bijkomende en volgehouden inspanning worden geleverd om de gecumuleerde afwijking te corrigeren en Roemenië opnieuw op een geschikt aanpassingstraject te brengen na de aanhoudende opeenstapeling van uitschuivers sinds 2016 en als aanvulling op de minimale aanpassingsvereiste. Een bijkomende inspanning van 0,5 % van het bbp in 2019 en 0,25 % van het bbp in 2020 lijkt passend, gezien de omvang van de vastgestelde significante afwijking van het aanbevolen aanpassingstraject in de richting van de middellangetermijndoelstelling voor de begroting. Een dergelijke inspanning zou stroken met de aanpassing die de Raad op 4 december 2018 heeft aanbevolen voor 2019. Het zal de aanpassing terug naar de middellangetermijndoelstelling voor de begroting versnellen.

    (9)

    De vereiste verbetering van het structurele saldo met 1 % van het bbp in 2019 en met 0,75 % van het bbp in 2020 spoort met het nominale stijgingstempo van de netto primaire overheidsuitgaven van ten hoogste 4,5 % in 2019 en 5,1 % in 2020.

    (10)

    In de voorjaarsprognoses 2019 van de Commissie wordt voor 2019 en 2020 een verdere verslechtering van het structurele saldo met respectievelijk 0,7 % en 1,2 % van het bbp voorspeld. Voor de vereiste structurele verbetering moeten derhalve maatregelen worden vastgesteld met een totale structurele opbrengst van 1,7 % van het bbp in 2019 en extra maatregelen met een structurele opbrengst van 1,95 % van het bbp in 2020 ten opzichte van het huidige basisscenario in de voorjaarsprognoses 2019 van de Commissie.

    (11)

    In de voorjaarsprognoses 2019 van de Commissie wordt het overheidstekort in 2019 en 2020 respectievelijk op 3,5 % en 4,7 % van het bbp geraamd, waardoor de in het Verdrag vastgestelde referentiewaarde van 3 % van het bbp wordt overschreden. De vereiste structurele aanpassing lijkt ook toereikend om te garanderen dat Roemenië in 2019 en 2020, met een zekere marge, voldoet aan de in het Verdrag vastgelegde referentiewaarde van 3 % van het bbp.

    (12)

    Dat geen gevolg is gegeven aan eerdere aanbevelingen om de vastgestelde significante afwijkingen te corrigeren, met het gevaar dat de referentiewaarde van het Verdrag van het correctieve deel van het SGP wordt overschreden, noopt tot dringende maatregelen om het Roemeense begrotingsbeleid opnieuw op een voorzichtig traject te krijgen.

    (13)

    Om de aanbevolen begrotingsdoelstellingen te realiseren, is het van cruciaal belang dat Roemenië de nodige maatregelen vaststelt en strikt implementeert, en tevens de ontwikkeling van de lopende uitgaven nauwlettend in het oog houdt.

    (14)

    Roemenië zou uiterlijk op 15 oktober 2019 aan de Raad verslag moeten uitbrengen over de maatregelen die in reactie op deze aanbeveling zijn genomen.

    (15)

    Het is dienstig dat deze aanbeveling openbaar wordt gemaakt,

    BEVEELT AAN DAT ROEMENIË:

    (1)

    de nodige maatregelen moet nemen om ervoor te zorgen dat het nominale stijgingstempo van de netto primaire overheidsuitgaven in 2019 en 2020 niet hoger uitkomt dan respectievelijk 4,5 % en 5,1 %, hetgeen overeenstemt met een jaarlijkse structurele aanpassing van 1 % van het bbp in 2019 en 0,75 % van het bbp in 2020, waarmee Roemenië op een passend aanpassingstraject in de richting van de middellangetermijndoelstelling voor de begroting zou komen;

    (2)

    alle meevallers benut om het tekort terug te dringen; budgettaire consolidatiemaatregelen zouden op groeivriendelijke wijze een blijvende verbetering van het structurele overheidssaldo moeten waarborgen;

    (3)

    uiterlijk op 15 oktober 2019 aan de Raad verslag uitbrengt over de naar aanleiding van deze aanbeveling genomen maatregelen; het verslag moet een voldoende gedetailleerd overzicht van de op geloofwaardige wijze aangekondigde maatregelen bevatten, met een overzicht van de budgettaire consequenties van elke maatregel, om te voldoen aan het vereiste aanpassingstraject, alsmede bijgewerkte en gedetailleerde budgettaire prognoses voor 2019-2020.

    Deze aanbeveling is gericht tot Roemenië.

    Gedaan te Luxemburg, 14 juni 2019.

    Voor de Raad

    De voorzitter

    E.O. TEODOROVICI


    (1)  PB L 209 van 2.8.1997, blz. 1.

    (2)  Aanbeveling van de Raad van 16 juni 2017 met het oog op de correctie van de vastgestelde significante afwijking van het aanpassingstraject in de richting van de middellangetermijndoelstelling voor de begroting in Roemenië (PB C 216 van 6.7.2017, blz. 1).

    (3)  Aanbeveling van de Raad van 22 juni 2018 met het oog op de correctie van de vastgestelde significante afwijking van het aanpassingstraject in de richting van de middellangetermijndoelstelling voor de begroting in Roemenië (PB C 223 van 27.6.2018, blz. 3).

    (4)  Aanbeveling van de Raad van 4 december 2018 met het oog op de correctie van de vastgestelde significante afwijking van het aanpassingstraject in de richting van de middellangetermijndoelstelling voor de begroting in Roemenië (PB C 460 van 21.12.2018, blz. 1).

    (5)  De netto primaire overheidsuitgaven omvatten de totale overheidsuitgaven zonder rekening te houden met rente-uitgaven, uitgaven in het kader van programma’s van de Unie die volledig met inkomsten uit fondsen van de Unie worden gefinancierd en niet-discretionaire veranderingen in de uitgaven voor werkloosheidsuitkeringen. Nationaal gefinancierde bruto-investeringen in vaste activa worden gespreid over een periode van vier jaar. Er wordt rekening gehouden met discretionaire inkomstenmaatregelen of bij wet verplicht gestelde inkomstenstijgingen. Eenmalige maatregelen aan zowel de inkomsten- als uitgavenzijde worden uitgevlakt.


    Top