EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32018R0108

Uitvoeringsverordening (EU) 2018/108 van de Commissie van 23 januari 2018 betreffende een noodmaatregel in de vorm van steun aan landbouwers wegens overstromingen en zware regenval in bepaalde gebieden van Litouwen, Letland, Estland en Finland

C/2018/0456

PB L 19 van 24.1.2018, p. 6–9 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2018/108/oj

24.1.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 19/6


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2018/108 VAN DE COMMISSIE

van 23 januari 2018

betreffende een noodmaatregel in de vorm van steun aan landbouwers wegens overstromingen en zware regenval in bepaalde gebieden van Litouwen, Letland, Estland en Finland

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (1), en met name artikel 221, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Tussen augustus en oktober 2017 kregen Litouwen, Letland, Estland en het zuidelijke deel van Finland zware regenval te verwerken, waardoor een groot deel van het bouwland van die lidstaten overstroomde. De gecumuleerde regenval van augustus tot oktober 2017 was veel hoger dan gemiddeld. Deze abnormale regenval gedurende een langere periode is zonder voorgaande. Bovendien zorgde een vroeg begin van de winter met sneeuwval en lage temperaturen voor uitzonderlijk ongunstige inzaai-omstandigheden. Als gevolg hiervan kon een groot deel van de huidige of komende winterinzaai voor de oogst van het verkoopseizoen 2018/2019 niet plaatsvinden.

(2)

Het daaruit voortvloeiende toekomstige inkomensverlies voor de landbouwers van wie het bedrijf in de getroffen gebieden ligt, zowel op de hectaren die niet voor inzaai toegankelijk zijn als op die welke reeds waren ingezaaid maar door de zware overstromingen verloren zijn gegaan, zal de getroffen landbouwers in Litouwen, Letland, Estland en Finland in het komende verkoopseizoen 2018/2019 grote, buitengewone schade berokkenen. Dit vormt een specifiek probleem in de zin van artikel 221 van Verordening (EU) nr. 1308/2013. Dit specifieke probleem kan niet worden aangepakt door maatregelen krachtens artikel 219 of 220 van die verordening aangezien het niet specifiek verband houdt met een bestaande marktverstoring of een bestaande, specifieke dreiging daarvan, noch met maatregelen om de verspreiding van dierziekten tegen te gaan of een verlies van vertrouwen bij de consument als gevolg van risico's voor de gezondheid van mensen, dieren of planten.

(3)

Bij wijze van uitzonderlijke maatregel moet voor de subsidiabele hectaren in de getroffen gebieden financiële compensatie worden geboden om de toekomstige economische verliezen voor het komende verkoopseizoen 2018/2019 te compenseren.

(4)

Vanuit het oogpunt van de stabiliteit van de markt van de Unie is het in het belang van de Unie dat de maatregel alleen van toepassing is op landbouwers die inkomsten zullen derven door het verlies aan areaal voor winterinzaai. Bovendien moet de steun worden beperkt tot de landbouwers die het hardst getroffen zijn. Een landbouwer moet als het hardst getroffen worden beschouwd als het percentage verlies aan areaal voor winterinzaai in één lidstaat ten minste dertig procent bedraagt van zijn totale areaal voor winterinzaai in die lidstaat. Voorts moet, om elk risico op overcompensatie te voorkomen, het steunbedrag per subsidiabele hectare die als gevolg van de overstromingen niet voor winterinzaai kan worden gebruikt, worden beperkt. Daarom mogen de betrokken lidstaten in hun besluit tot vaststelling van het steunbedrag per subsidiabele hectare het gemiddelde bedrag aan rechtstreekse betalingen per hectare dat in het kalenderjaar 2017 in die lidstaten is toegekend, niet overschrijden. Het totale steunbedrag en de totale begrotingstoewijzing moeten worden gebaseerd op door de betrokken lidstaten verstrekte informatie over het aantal hectaren dat door de overstromingen en de zware regenval is getroffen.

(5)

Om het risico van dubbele financiering uit te sluiten, mag het betrokken verlies aan subsidiabele hectaren niet reeds door enige vorm van nationale steun of verzekering zijn gecompenseerd en moet de steun beperkt blijven tot de subsidiabele hectaren waarvoor anderszins geen financiële bijdrage van de Unie voor hetzelfde verlies is ontvangen.

(6)

De betrokken lidstaten moet worden toegestaan aanvullende steun te verlenen onder de voorwaarden en binnen de termijn die in deze verordening worden vastgesteld.

(7)

De steun kan slechts worden toegekend op basis van een aanvraag die is ingediend overeenkomstig de methoden en de termijnen waarin het nationale recht van de betrokken lidstaten voorziet.

(8)

Er dient te worden bepaald dat de bevoegde autoriteiten alle nodige maatregelen moeten nemen en alle vereiste controles moeten verrichten en dat zij de Commissie daarvan in kennis moeten stellen. Die controles moeten met name controles op de subsidiabiliteit en de juistheid van de steunaanvraag omvatten. Het aantal subsidiabele hectaren moet worden gecontroleerd aan de hand van alle passende middelen waarover de bevoegde autoriteiten beschikken, met inbegrip van controles op de landbouwbedrijven.

(9)

De noodmaatregel moet worden beperkt tot een periode van ten hoogste twaalf maanden, te rekenen vanaf de datum van inwerkingtreding van deze verordening.

(10)

Met het oog op een gezond budgettair beheer van de maatregel en een tijdige betaling aan de landbouwers mogen enkel de betalingen die de betrokken lidstaten uiterlijk op 30 september 2018 aan de begunstigden verrichten, in aanmerking komen voor cofinanciering door de Unie. Artikel 5, lid 2, van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 907/2014 van de Commissie (2) mag niet van toepassing zijn.

(11)

Om de Unie in staat te stellen de doeltreffendheid van deze noodmaatregel te monitoren, moeten de betrokken lidstaten de Commissie gedetailleerde informatie over de uitvoering ervan verstrekken. Deze lidstaten moeten de Commissie van de goedkeuring van de betalingen in kennis stellen zodat de Unie haar financiële controles kan verrichten.

(12)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

1.   Binnen de in de artikelen 2 en 5 vastgestelde limieten wordt landbouwers steun van de Unie ter beschikking gesteld voor de hectaren land in Litouwen, Letland, Estland en Finland die niet voor winterinzaai kunnen worden gebruikt of die, nadat zij reeds voor de oogst van het verkoopseizoen 2018/2019 waren ingezaaid, verloren zijn gegaan als gevolg van de zware regenval en de overstromingen in deze lidstaten tussen augustus en oktober 2017, op voorwaarde dat:

a)

deze hectaren land ten minste 30 % bedragen van het totale areaal voor winterinzaai van de landbouwer in de betrokken lidstaat;

b)

de landbouwer voor hetzelfde verlies geen andere vorm van nationale steun, verzekering of door een bijdrage van de Unie gefinancierde steun heeft ontvangen dan die waarin deze verordening voorziet.

2.   De betrokken lidstaten stellen het aantal subsidiabele hectaren per landbouwer vast overeenkomstig de in lid 1 vastgestelde voorwaarden.

Artikel 2

1.   Elke betrokken lidstaat bepaalt het bedrag van de steun per subsidiabele hectare overeenkomstig de in de leden 2 en 4 vastgestelde voorwaarden.

2.   De overeenkomstig artikel 1 verrichte uitgaven van de Unie bedragen in totaal niet meer dan:

a)

9 120 000 EUR voor Litouwen;

b)

3 460 000 EUR voor Letland;

c)

1 340 000 EUR voor Estland;

d)

1 080 000 EUR voor Finland.

3.   De betrokken lidstaten kunnen voor de in artikel 1, lid 2, bedoelde subsidiabele hectaren aanvullende steun verlenen tot een maximum van 100 % van het overeenkomstig lid 1 van het onderhavige artikel vastgestelde bedrag.

De betrokken lidstaten betalen de aanvullende steun uiterlijk op 30 september 2018.

4.   De som van de in artikel 1 bedoelde steun en, in voorkomend geval, de aanvullende steun als bedoeld in lid 3 van het onderhavige artikel, bedraagt voor elke lidstaat niet meer dan het bedrag van de rechtstreekse betalingen dat wordt berekend door het nationale totaalbedrag dat voor het kalenderjaar 2017 voor die lidstaat is vastgesteld in bijlage II bij Verordening (EU) nr. 1307/2013 van het Europees Parlement en de Raad (3), te delen door het totale aantal subsidiabele hectaren dat in het kalenderjaar 2017 in de betrokken lidstaat is gedeclareerd overeenkomstig artikel 72, lid 1, onder a), van Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad (4).

Artikel 3

De in artikel 1 bedoelde steun wordt betaald op basis van een aanvraag die overeenkomstig de methoden en de termijnen waarin het nationale recht van de betrokken lidstaten voorziet, is ingediend door landbouwers met subsidiabele hectaren.

Artikel 4

De betrokken lidstaten nemen alle noodzakelijke maatregelen, met inbegrip van grondige administratieve controles en controles ter plaatse overeenkomstig de artikelen 58 en 59 van Verordening (EU) nr. 1306/2013, om de naleving van de in de onderhavige verordening vastgestelde voorwaarden te waarborgen. Met name voeren de lidstaten, voordat zij de steun toekennen, de volgende controles uit:

a)

administratieve controles van alle steunaanvragen, waarbij onder meer:

i)

wordt nagegaan of de aanvrager recht op steun heeft;

ii)

het overeenkomstig artikel 1, lid 2, vastgestelde aantal subsidiabele hectaren wordt geverifieerd aan de hand van controles op de landbouwbedrijven, historische gegevens en het geïntegreerd beheers- en controlesysteem overeenkomstig Uitvoeringsverordening (EU) nr. 809/2014 van de Commissie (5);

iii)

wordt geverifieerd dat geen enkele in aanmerking komende aanvrager financiering uit andere bronnen als bedoeld in artikel 1, lid 1, onder b), heeft ontvangen in verband met dezelfde hectaren;

b)

controles ter plaatse bij de aanvragers.

De controles ter plaatse dekken ten minste 5 % van de totale aangevraagde steun.

Artikel 5

1.   De uitgaven voor de betalingen in het kader van deze verordening komen slechts voor financiering door de Unie in aanmerking indien de betrokken betalingen uiterlijk op 30 september 2018 aan de begunstigden zijn verricht.

2.   Artikel 5, lid 2, van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 907/2014 is niet van toepassing.

Artikel 6

1.   De betrokken lidstaten stellen de Commissie uiterlijk zestig dagen na de datum van inwerkingtreding van deze verordening in kennis van de overeenkomstig artikel 4 te nemen maatregelen.

2.   Uiterlijk 15 maanden na de datum van inwerkingtreding van deze verordening zenden de betrokken lidstaten de Commissie een gedetailleerd verslag over de uitvoering van deze verordening toe, met onder meer gegevens over de uitvoering van de maatregelen en controles overeenkomstig artikel 4.

3.   De betrokken lidstaten stellen de Commissie in kennis van de goedkeuring van de betalingen.

Artikel 7

Deze verordening treedt in werking op de zevende dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 23 januari 2018.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671.

(2)  Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 907/2014 van de Commissie van 11 maart 2014 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de betaalorganen en andere instanties, het financieel beheer, de goedkeuring van de rekeningen, de zekerheden en het gebruik van de euro (PB L 255 van 28.8.2014, blz. 18).

(3)  Verordening (EU) nr. 1307/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van voorschriften voor rechtstreekse betalingen aan landbouwers in het kader van de steunregelingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 637/2008 van de Raad en Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 608).

(4)  Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 549).

(5)  Uitvoeringsverordening (EU) nr. 809/2014 van de Commissie van 17 juli 2014 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft het geïntegreerd beheers- en controlesysteem, plattelandsontwikkelingsmaatregelen en de randvoorwaarden (PB L 227 van 31.7.2014, blz. 69).


Top