25.6.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 168/7

(1)

Krachtens Verordening (EG) nr. 1342/2008 worden visserijinspanningsbeperkingen opgelegd aan inspanningsgroepen die worden gedefinieerd aan de hand van vistuigcategorieën en geografische gebieden als opgenomen in bijlage I bij die verordening.

(2)

Een van de belangrijkste doelstellingen van het gemeenschappelijk visserijbeleid bestaat erin een einde te maken aan de verspilling die gepaard gaat met het overboord gooien van vis. De aanlandingsverplichting zal met ingang van 2016 tot uiterlijk 2019 gestaffeld in werking treden voor bepaalde demersale visserijen die momenteel onder de visserijinspanningsregeling van Verordening (EG) nr. 1342/2008 vallen.

(3)

In het licht van de tenuitvoerlegging van de aanlandingsverplichting is er behoefte aan meer flexibiliteit in de huidige visserijinspanningsregeling, teneinde de vissers in staat te stellen gebruik te maken van selectiever vistuig met een grotere maaswijdte. In dit verband leek het noodzakelijk na te gaan of de huidige structuur van inspanningsgroepen nog kosteneffectief is uit het oogpunt van de verhouding tussen de administratieve lasten en de instandhoudingsbehoeften.

(4)

Daarom is aan het Wetenschappelijk, Technisch en Economisch Comité voor de visserij (WTECV) gevraagd advies uit te brengen over de mogelijkheid de vistuigcategorieën BT1 en BT2 (boomkorren), die worden gebruikt om inspanningsgroepen te definiëren, samen te voegen. Het WTECV komt tot de slotsom (2) dat de samenvoeging van de vistuigcategorieën BT1 en BT2 tot een grotere visserijsterfte voor kabeljauw kan leiden. Voorts concludeert het WTECV dat met de nieuwe samengevoegde groep de gevangen biologische bestanden heterogener zouden zijn dan met de afzonderlijke groepen BT1 en BT2. Het WTECV concludeert dat de kosteneffectiviteit waarschijnlijk niet zal verbeteren omdat extra maatregelen zouden moeten worden genomen tegen een mogelijke stijging van de visserijsterfte bij kabeljauw. Daartegenover staat, aldus de conclusies van het WTECV, dat als gevolg van de samenvoeging selectiever zou kunnen worden gevist. De samenvoeging zou ongewenste vangsten van schol en andere platvissoorten kunnen verminderen.

(5)

Het WTECV wijst er eveneens op dat met de vistuigcategorieën BT1 en BT2 samen slechts 5 % van de totale kabeljauwvangsten in de Noordzee wordt bovengehaald en dat de samenvoeging ervan de kabeljauwsterfte slechts in beperkte mate kan beïnvloeden.

(6)

De recente samenvoeging van de TR-vistuigcategorieën (bodemtrawls en zegens) bij Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2324 van de Commissie (3) had negatieve gevolgen voor de lidstaten die regelmatig inspanningen van de BT-categorieën naar de TR2-categorie overdroegen. De samenvoeging van de BT-categorieën zal die negatieve gevolgen verhelpen.

(7)

De beheerskosten zullen door de samenvoeging fors worden gedrukt door een reducering van de administratieve kosten voor nationale autoriteiten en vissers. Veel vissers zetten namelijk meerdere vistuigen in en behoren dus tot verschillende inspanningsgroepen, wat de berekening van de toewijzing van visserijinspanning aan deze vissers tot een complexe aangelegenheid maakt.

(8)

Volgens het ICES-advies (4) is de instandhoudingsstatus van het kabeljauwbestand in de Noordzee in ICES-deelgebied IV, ICES-sector VIId en het westelijke deel van ICES-sector IIIa (Skagerrak) sterk verbeterd.

(9)

Daarom is het niet dienstig om de afzonderlijke vistuigcategorieën BT1 en BT2 te handhaven in de volgende gebieden: Skagerrak, het gedeelte van ICES-sector IIIa dat niet tot het Skagerrak en het Kattegat behoort; ICES-deelgebied IV en de Uniewateren van ICES-sector IIa, en ICES-sector VIId. Gezien de slechte toestand van de kabeljauwbestanden in het Kattegat, ICES-sector VIIa, ICES-sector VIa en de Uniewateren van ICES-sector Vb mag de samenvoeging van de vistuigcategorieën niet van toepassing zijn op die gebieden.

(10)

De Commissie zal het effect van de samenvoeging van de vistuigcategorieën BT1 en BT2 op de visserijsterfte bij kabeljauw zorgvuldig monitoren. Waar dat wenselijk is, zal zij de structuur van de vistuigcategorieën dienovereenkomstig aanpassen indien de visserijsterfte bij kabeljauw als gevolg van teruggooi toeneemt.

(11)

Om de Commissie en de lidstaten in staat te stellen zonder extra administratieve kosten te monitoren hoe de situatie evolueert, is het raadzaam het huidige rapportagesysteem niet te wijzigen.

(12)

Verordening (EG) nr. 1342/2008 moet daarom worden gewijzigd.

(13)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor de visserij en de aquacultuur,