Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32015R1758

    Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1758 van de Commissie van 28 september 2015 tot goedkeuring van folpet als bestaande werkzame stof voor gebruik in biociden voor de productsoorten 7 en 9 (Voor de EER relevante tekst)

    PB L 257 van 2.10.2015, p. 15–18 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2015/1758/oj

    2.10.2015   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 257/15


    UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2015/1758 VAN DE COMMISSIE

    van 28 september 2015

    tot goedkeuring van folpet als bestaande werkzame stof voor gebruik in biociden voor de productsoorten 7 en 9

    (Voor de EER relevante tekst)

    DE EUROPESE COMMISSIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    Gezien Verordening (EU) nr. 528/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2012 betreffende het op de markt aanbieden en het gebruik van biociden (1), en met name artikel 89, lid 1, derde alinea,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Bij Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1062/2014 van de Commissie (2) is een lijst vastgesteld van bestaande werkzame stoffen die moeten worden beoordeeld met het oog op de mogelijke goedkeuring ervan voor gebruik in biociden.

    (2)

    Folpet is in die lijst opgenomen.

    (3)

    Folpet is overeenkomstig artikel 16, lid 2, van Richtlijn 98/8/EG van het Europees Parlement en de Raad (3) beoordeeld voor gebruik in productsoort 7 (filmconserveringsmiddelen) en productsoort 9 (conserveringsmiddelen voor vezels, leer, rubber en gepolymeriseerde materialen), zoals gedefinieerd in bijlage V bij die richtlijn, die respectievelijk overeenstemmen met de productsoorten 7 en 9 zoals gedefinieerd in bijlage V bij Verordening (EU) nr. 528/2012.

    (4)

    Italië is als beoordelende bevoegde autoriteit aangewezen en heeft overeenkomstig artikel 14, leden 4 en 6, van Verordening (EG) nr. 1451/2007 van de Commissie (4) in juni 2011 de beoordelingsrapporten en zijn aanbevelingen bij de Commissie ingediend.

    (5)

    Overeenkomstig artikel 7, lid 1, onder b), van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1062/2014 formuleerde het Comité voor biociden op 17 juni 2014 de adviezen van het Europees Agentschap voor chemische stoffen, rekening houdend met de conclusies van de beoordelende bevoegde autoriteit.

    (6)

    Volgens die adviezen kan van biociden die voor de productsoorten 7 en 9 worden gebruikt en folpet bevatten, worden verwacht dat zij aan de eisen van artikel 5 van Richtlijn 98/8/EG voldoen, mits bepaalde voorwaarden voor het gebruik ervan in acht worden genomen.

    (7)

    Bijgevolg moet folpet worden goedgekeurd voor gebruik in biociden voor de productsoorten 7 en 9, mits aan de specifieke voorwaarden in de bijlage wordt voldaan.

    (8)

    Aangezien folpet voldoet aan de criteria voor indeling als huidallergeen van categorie 1 als omschreven in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad (5), moeten behandelde voorwerpen die zijn behandeld met folpet of waarin folpet is verwerkt, adequaat worden geëtiketteerd wanneer zij in de handel worden gebracht.

    (9)

    Er moet een redelijke periode verstrijken voordat een werkzame stof wordt goedgekeurd, opdat de betrokken partijen de nodige voorbereidende maatregelen kunnen nemen om aan de nieuwe eisen te voldoen.

    (10)

    De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor biociden,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Folpet wordt goedgekeurd als werkzame stof voor gebruik in biociden voor de productsoorten 7 en 9, mits de in de bijlage vastgestelde specificaties en voorwaarden in acht worden genomen.

    Artikel 2

    Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 28 september 2015.

    Voor de Commissie

    De voorzitter

    Jean-Claude JUNCKER


    (1)  PB L 167 van 27.6.2012, blz. 1.

    (2)  Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1062/2014 van de Commissie van 4 augustus 2014 over het in Verordening (EU) nr. 528/2012 van het Europees Parlement en de Raad bedoelde werkprogramma voor het systematische onderzoek van alle bestaande werkzame stoffen van biociden (PB L 294 van 10.10.2014, blz. 1).

    (3)  Richtlijn 98/8/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 1998 betreffende het op de markt brengen van biociden (PB L 123 van 24.4.1998, blz. 1).

    (4)  Verordening (EG) nr. 1451/2007 van de Commissie van 4 december 2007 betreffende de tweede fase van het in artikel 16, lid 2, van Richtlijn 98/8/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van biociden bedoelde tienjarige werkprogramma (PB L 325 van 11.12.2007, blz. 3).

    (5)  Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels tot wijziging en intrekking van de Richtlijnen 67/548/EEG en 1999/45/EG en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1907/2006 (PB L 353 van 31.12.2008, blz. 1).


    BIJLAGE

    Triviale naam

    IUPAC-naam

    Identificatienummers

    Minimale zuiverheidsgraad van de werkzame stof (1)

    Datum van goedkeuring

    Datum van het verstrijken van de goedkeuring

    Productsoort

    Bijzondere voorwaarden

    Folpet

    IUPAC-naam:

    N-(trichloormethylthio)ftaalimide

    EG-nummer: 205-088-6

    CAS-nummer: 133-07-3

    940 g/kg

    1 oktober 2016

    30 september 2026

    7

    Bij de beoordeling van het product moet bijzondere aandacht worden besteed aan de blootstellingen, de risico's en de doeltreffendheid voor elk gebruik waarvoor toelating werd aangevraagd, maar dat geen voorwerp was van de risicobeoordeling van de werkzame stof op het niveau van de Unie.

    Aan toelatingen voor biociden worden de volgende voorwaarden verbonden:

    1)

    Voor industriële gebruikers moeten veilige operationele procedures en passende organisatorische maatregelen worden vastgesteld. Bij de toepassing van de producten moeten passende persoonlijke beschermingsmiddelen worden gebruikt wanneer de blootstelling niet op een andere wijze tot een aanvaardbaar niveau kan worden beperkt.

    2)

    Gelet op de risico's voor het bodemcompartiment moet op de etiketten van producten en op de veiligheidsinformatiebladen ervan, indien deze voorhanden zijn, worden aangegeven dat er bij het met een borstel in de openlucht aanbrengen van geconserveerde mengsels, bodembeschermende maatregelen nodig zijn om verliezen te voorkomen en emissies in het milieu te beperken, tenzij wordt aangetoond dat de risico's op een andere wijze tot een aanvaardbaar niveau kunnen worden beperkt.

    3)

    Gelet op de risico's voor het bodemcompartiment worden producten niet toegelaten voor de conservering van mengsels die in de openlucht worden aangebracht door middel van verstuiving, tenzij wordt aangetoond dat de risico's tot een aanvaardbaar niveau kunnen worden beperkt.

    Voor het in de handel brengen van behandelde voorwerpen geldt de volgende voorwaarde:

    De persoon die verantwoordelijk is voor het in de handel brengen van een behandeld voorwerp dat is behandeld met folpet of waarin folpet is verwerkt, ziet erop toe dat het op dat behandelde voorwerp aangebrachte etiket de informatie bevat die is bedoeld in artikel 58, lid 3, tweede alinea, van Verordening (EU) nr. 528/2012.

    9

    Bij de beoordeling van het product moet bijzondere aandacht worden besteed aan de blootstellingen, de risico's en de doeltreffendheid voor elk gebruik waarvoor toelating werd aangevraagd, maar dat geen voorwerp was van de risicobeoordeling van de werkzame stof op het niveau van de Unie.

    Aan toelatingen voor biociden wordt de volgende voorwaarde verbonden:

    Voor industriële gebruikers moeten veilige operationele procedures en passende organisatorische maatregelen worden vastgesteld. Bij de toepassing van de producten moeten passende persoonlijke beschermingsmiddelen worden gebruikt wanneer de blootstelling niet op een andere wijze tot een aanvaardbaar niveau kan worden beperkt.

    Voor het in de handel brengen van behandelde voorwerpen geldt de volgende voorwaarde:

    De persoon die verantwoordelijk is voor het in de handel brengen van een behandeld voorwerp dat is behandeld met folpet of waarin folpet is verwerkt, ziet erop toe dat het op dat behandelde voorwerp aangebrachte etiket de informatie bevat die is bedoeld in artikel 58, lid 3, tweede alinea, van Verordening (EU) nr. 528/2012.


    (1)  De in deze kolom vermelde zuiverheid was de minimale zuiverheidsgraad van de werkzame stof die voor de overeenkomstig artikel 16, lid 2, van Richtlijn 98/8/EG uitgevoerde beoordeling is gebruikt. De werkzame stof in het in de handel gebrachte product kan dezelfde of een andere zuiverheid hebben, voor zover bewezen is dat de werkzame stof technisch gelijkwaardig is aan de beoordeelde werkzame stof.


    Top