Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32014D0847

2014/847/EU, Euratom: Uitvoeringsbesluit van de Commissie van 26 november 2014 tot wijziging van Beschikking 90/176/Euratom, EEG waarbij Frankrijk wordt gemachtigd geen rekening te houden met bepaalde categorieën handelingen en gebruik te maken van ramingen voor de berekening van de grondslag van de eigen middelen uit de btw (Kennisgeving geschied onder C(2014) 8928)

PB L 343 van 28.11.2014, p. 39–40 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force: This act has been changed. Current consolidated version: 28/11/2014

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec_impl/2014/847/oj

28.11.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 343/39


UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 26 november 2014

tot wijziging van Beschikking 90/176/Euratom, EEG waarbij Frankrijk wordt gemachtigd geen rekening te houden met bepaalde categorieën handelingen en gebruik te maken van ramingen voor de berekening van de grondslag van de eigen middelen uit de btw

(Kennisgeving geschied onder C(2014) 8928)

(Slechts de tekst in de Franse taal is authentiek)

(2014/847/EU, Euratom)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie,

Gezien Verordening (EEG, Euratom) nr. 1553/89 van de Raad van 29 mei 1989 betreffende de definitieve uniforme regeling voor de inning van de eigen middelen uit de belasting over de toegevoegde waarde (1), en met name artikel 6, lid 3, tweede streepje,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig artikel 371 van Richtlijn 2006/112/EG van de Raad (2) mag Frankrijk de in deel B, van bijlage X, bij deze richtlijn vermelde handelingen blijven vrijstellen, indien Frankrijk die handelingen reeds op 1 januari 1978 vrijstelde; die handelingen moeten in aanmerking worden genomen voor de bepaling van de btw-grondslag van de eigen middelen.

(2)

In zijn antwoord van 30 april 2014 op het schrijven van 26 februari 2014 van de Commissie met betrekking tot vereenvoudiging van de inspecties inzake de eigen middelen uit de btw (3) verzocht Frankrijk om een machtiging van de Commissie om vaste percentages van de intermediaire grondslag te gebruiken voor de berekening van de btw-grondslag van de eigen middelen voor de in de punten 2 en 10, deel B, van bijlage X, bij Richtlijn 2006/112/EG vermelde handelingen voor de begrotingsjaren 2014 tot 2020. Frankrijk heeft aangetoond dat het historische percentage door de jaren heen stabiel bleef. Derhalve moet Frankrijk de machtiging krijgen om bij de berekening van de btw-grondslag van de eigen middelen vaste percentages te gebruiken overeenkomstig het schrijven van de Commissie.

(3)

Uit overwegingen van doorzichtigheid en rechtszekerheid is het aangewezen de geldigheidsduur van de machtiging in de tijd te beperken.

(4)

Het is derhalve passend om Beschikking 90/176/Euratom, EEG van de Commissie (4) dienovereenkomstig te wijzigen,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In Beschikking 90/176/Euratom, EEG worden de artikelen 2 bis en 2 ter ingevoegd:

„Artikel 2 bis

In afwijking van artikel 2, lid 2, van deze beschikking wordt Frankrijk gemachtigd voor de berekening van de grondslag van de btw-middelen vanaf 1 januari 2014 tot 31 december 2020 0,004 % van de intermediaire grondslag te gebruiken met betrekking tot de in punt 2, deel B, van bijlage X, (vrije beroepen), bij Richtlijn 2006/112/EG van de Raad (5) vermelde handelingen.

Artikel 2 ter

In afwijking van artikel 2, lid 4, van deze beschikking wordt Frankrijk gemachtigd voor de berekening van de grondslag van de btw-middelen vanaf 1 januari 2014 tot 31 december 2020 0,11 % van de intermediaire grondslag te gebruiken met betrekking tot de in punt 10, deel B, van bijlage X, (personenvervoer), bij Richtlijn 2006/112/EG vermelde handelingen.

Artikel 2

Dit besluit is gericht tot de Franse Republiek.

Gedaan te Brussel, 26 november 2014.

Voor de Commissie

Kristalina GEORGIEVA

Vicevoorzitter


(1)  PB L 155 van 7.6.1989, blz. 9.

(2)  Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (PB L 347 van 11.12.2006, blz. 1).

(3)  Ares(2014)507744.

(4)  Beschikking 90/176/Euratom, EEG van de Commissie van 23 maart 1990 waarbij Frankrijk wordt gemachtigd geen rekening te houden met bepaalde categorieën handelingen en gebruik te maken van ramingen voor de berekening van de grondslag van de eigen middelen uit de belasting over de toegevoegde waarde (PB L 99 van 19.4.1990, blz. 22).

(5)  Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (PB L 347 van 11.12.2006, blz. 1).”


Top