Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32011R0209

Verordening (EU) nr. 209/2011 van de Commissie van 2 maart 2011 tot beëindiging van de antidumping- en antisubsidieprocedures betreffende de invoer van wireless wide area networking (WWAN)-modems van oorsprong uit de Volksrepubliek China en tot beëindiging van de bij de Verordeningen (EU) nr. 570/2010 en (EU) nr. 811/2010 van de ingestelde registratie van deze invoer

PB L 58 van 3.3.2011, p. 36–38 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (HR)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2011/209/oj

3.3.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 58/36


VERORDENING (EU) Nr. 209/2011 VAN DE COMMISSIE

van 2 maart 2011

tot beëindiging van de antidumping- en antisubsidieprocedures betreffende de invoer van wireless wide area networking (WWAN)-modems van oorsprong uit de Volksrepubliek China en tot beëindiging van de bij de Verordeningen (EU) nr. 570/2010 en (EU) nr. 811/2010 van de ingestelde registratie van deze invoer

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad van 30 november 2009 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap („basisverordening”) (1), en met name de artikelen 9 en 14,

Gezien Verordening (EG) nr. 597/2009 van de Raad van 11 juni 2009 betreffende bescherming tegen invoer met subsidiëring uit landen die geen lid van de Europese Gemeenschap zijn (2), en met name de artikelen 14 en 24,

Na raadpleging van het Raadgevend Comité,

Overwegende hetgeen volgt:

A.   PROCEDURE

1.   De antidumpingprocedure en de registratie van de invoer

(1)

Op 3 juni 2010 heeft de Commissie een klacht ontvangen over de beweerde schade veroorzakende dumping in de Unie door de invoer van wireless wide area networking (WWAN)-modems van oorsprong uit de Volksrepubliek China („de VRC”). Die klacht bevatte ook een verzoek om registratie van de invoer overeenkomstig artikel 14, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1225/2009.

(2)

De klacht werd ingediend door Option NV („de klager”), de enige bekende producent van WWAN-modems in de Unie, die goed is voor 100 % van de totale productie in de Unie.

(3)

De klacht bevatte voorlopig bewijsmateriaal over dumping en de daardoor ontstane aanmerkelijke schade, dat toereikend werd geacht om de inleiding van een antidumpingprocedure te rechtvaardigen.

(4)

De Commissie heeft na raadpleging van het Raadgevend Comité door de bekendmaking van een bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie  (3) dienovereenkomstig een antidumpingprocedure ingeleid betreffende de invoer in de Unie van WWAN-modems van oorsprong uit de VRC, momenteel ingedeeld onder de GN-codes ex 8471 80 00 en ex 8517 62 00.

(5)

Op 1 juli 2010 heeft de Commissie de invoer van hetzelfde product van oorsprong uit de VRC krachtens Verordening (EU) nr. 570/2010 van de Commissie (4) aan registratie onderworpen.

(6)

De Commissie heeft de klager, de haar bekende belanghebbende producenten-exporteurs in de VRC, importeurs en gebruikers, de haar bekende belanghebbende verenigingen van importeurs of gebruikers, leveranciers van grondstoffen en dienstverleners, en de vertegenwoordigers van de VRC officieel in kennis gesteld van de inleiding van de procedure. Belanghebbenden zijn in de gelegenheid gesteld om binnen de in het bericht van inleiding vermelde termijn hun standpunt schriftelijk kenbaar te maken en te verzoeken te worden gehoord.

(7)

Overeenkomstig het bepaalde in artikel 16 van de basisverordening heeft de Commissie sommige van de normaal vereiste controlebezoeken uitgevoerd. Wat dumping betreft en met name voor de uitvoering van artikel 2, lid 7, van de basisverordening heeft de Commissie bijzondere aandacht besteed aan de in artikel 2, lid 7, onder c), vermelde kwesties, met name verstoringen in verband met de besluitvorming, bedrijfsbestuur, leningen, financiering van ondernemingen en uitvoerkredieten. Hoewel enige aanwijzingen voor verstoringen werden gevonden, betekende de beëindiging van deze antidumpingprocedure dat het onderzoek naar deze kwestie niet werd voortgezet.

2.   De antisubsidieprocedure en de registratie van de invoer

(8)

Op 2 augustus 2010 heeft de Commissie een klacht ontvangen over de beweerde schade veroorzakende subsidiëring in de Unie van de invoer van WWAN-modems van oorsprong uit de VRC. Die klacht bevatte ook een verzoek om registratie van de invoer overeenkomstig artikel 24, lid 5, van Verordening (EG) nr. 597/2009.

(9)

De klacht werd ingediend door Option NV („de klager”), de enige bekende producent van WWAN-modems in de Unie, die goed is voor 100 % van de totale productie in de Unie.

(10)

De klacht bevatte voorlopig bewijsmateriaal over subsidiëring en de daardoor ontstane aanmerkelijke schade, dat toereikend werd geacht om de inleiding van een antisubsidieprocedure te rechtvaardigen.

(11)

De Commissie heeft na raadpleging van het Raadgevend Comité door de bekendmaking van een bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie  (5) dienovereenkomstig een antisubsidieprocedure ingeleid betreffende de invoer in de Unie van WWAN-modems van oorsprong uit de VRC, momenteel ingedeeld onder de GN-codes ex 8471 80 00 en ex 8517 62 00.

(12)

Op 17 september 2010 heeft de Commissie de invoer van hetzelfde product van oorsprong uit de VRC krachtens Verordening (EU) nr. 811/2010 van de Commissie (6) aan registratie onderworpen.

(13)

De Commissie heeft de klager, de haar bekende belanghebbende producenten-exporteurs in de VRC, importeurs en gebruikers, de haar bekende belanghebbende verenigingen van importeurs of gebruikers, leveranciers van grondstoffen en dienstverleners, en de vertegenwoordigers van de VRC officieel in kennis gesteld van de inleiding van de procedure. Belanghebbenden zijn in de gelegenheid gesteld om binnen de in het bericht van inleiding vermelde termijn hun standpunt schriftelijk kenbaar te maken en te verzoeken te worden gehoord.

B.   INTREKKING VAN DE KLACHTEN EN BEËINDIGING VAN DE PROCEDURES

(14)

Bij twee brieven van 26 oktober 2010 aan de Commissie heeft Option NV haar antidumping- en antisubsidieklachten betreffende de invoer van WWAN-modems van oorsprong uit de VRC ingetrokken. De reden voor de intrekking van de klachten was dat Option NV een samenwerkingsakkoord met de producent-exporteur in de VRC had gesloten.

(15)

Overeenkomstig artikel 9, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1225/2009 en artikel 14, lid 1, van Verordening (EG) nr. 597/2009 kan, wanneer de klager zijn klacht intrekt, de procedure worden beëindigd, tenzij deze beëindiging niet in het belang van de Unie is.

(16)

De Commissie was van oordeel dat deze procedures moesten worden beëindigd, daar bij de respectieve antidumping- en antisubsidieonderzoeken niet was gebleken dat deze beëindiging niet in het belang van de Unie was. De belanghebbenden werden hiervan in kennis gesteld en zij kregen de gelegenheid opmerkingen te maken.

(17)

Na de intrekking van de klachten nam een onderneming contact op met de Commissie en beweerde dat zij een producent van WWAN-modems in de Unie was. De onderneming voerde vervolgens aan dat de procedures moesten worden voortgezet ondanks de intrekking van de klachten. Er zij op gewezen dat de onderneming pas voor de eerste keer optrad na het verstrijken van de procedurele termijnen die in beide procedures aan belanghebbenden waren toegekend om op te treden en hun standpunt als producent in de Unie bekend te maken en bijgevolg kon zij de door Option ingediende klachten niet ondersteunen voordat deze werden ingetrokken.

(18)

Er zij ook op gewezen dat de beweringen en de informatie van deze onderneming niet van dien aard waren dat zij de Commissie konden leiden tot de conclusie dat het in het belang van de Unie was om de op grond van de klachten van Option ingeleide procedures voor te zetten na de intrekking van deze klachten. In deze context moest naar behoren rekening worden gehouden — ten aanzien van de beweerde activiteiten van de onderneming in verband met WWAN-modems in de Unie — met het vermogen van de onderneming in de praktijk om i) een rol te spelen op de markt van de Unie voor WWAN-modems en bovendien ii) te voorzien in een mogelijk leveringstekort, mochten maatregelen worden ingesteld. Op grond van de in dit verband in de context van deze procedures verstrekte informatie werd geconcludeerd dat het onevenredig was om na de intrekking van de klachten met het onderzoek door te gaan en maatregelen in te stellen.

(19)

Er werden geen opmerkingen ontvangen dat beëindiging van deze procedures niet in het belang van de Unie zou zijn.

(20)

In deze omstandigheden concludeert de Commissie daarom dat de antidumping- en antisubsidieprocedures betreffende de invoer in de Unie van WWAN-modems van oorsprong uit de VRC zonder de instelling van maatregelen moeten worden beëindigd.

(21)

De registratie van de invoer van WWAN-modems van oorsprong uit de VRC en ingedeeld onder de GN-codes 8471 80 00 en ex 8517 62 00 overeenkomstig de Verordeningen (EU) nr. 570/2010 en (EU) nr. 811/2010 moet daarom worden beëindigd en voornoemde verordeningen moeten worden ingetrokken,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De antidumping- en antisubsidieprocedures betreffende de invoer in de Unie van wireless wide area networking (WWAN)-modems van oorsprong uit de Volksrepubliek China en momenteel ingedeeld onder de GN-codes ex 8471 80 00 en ex 8517 62 00 worden beëindigd.

Artikel 2

De douaneautoriteiten wordt opgedragen de bij artikel 1 van de Verordeningen (EU) nr. 570/2010 en (EU) nr. 811/2010 ingestelde registratie van de invoer te beëindigen.

Artikel 3

De Verordeningen (EU) nr. 570/2010 en (EU) nr. 811/2010 worden ingetrokken.

Artikel 4

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 2 maart 2011.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 343 van 22.12.2009, blz. 51.

(2)  PB L 188 van 18.7.2009, blz. 93.

(3)  PB C 171 van 30.6.2010, blz. 9.

(4)  PB L 163 van 30.6.2010, blz. 34.

(5)  PB C 249 van 16.9.2010, blz. 7.

(6)  PB L 243 van 16.9.2010, blz. 37.


Top