EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32011D0137

Besluit 2011/137/GBVB van de Raad van 28 februari 2011 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Libië

PB L 58 van 3.3.2011, p. 53–62 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (HR)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 01/08/2015; opgeheven door 32015D1333

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2011/137(1)/oj

3.3.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 58/53


BESLUIT 2011/137/GBVB VAN DE RAAD

van 28 februari 2011

betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Libië

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 29,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Europese Unie verklaarde op 23 februari 2011 ernstig verontrust te zijn over de ontwikkelingen in Libië. De EU veroordeelde met kracht het gebruik van geweld en dwangmiddelen tegen burgers, en betreurde de repressie jegens vreedzame demonstranten.

(2)

De EU herhaalde haar oproep het gebruik van geweld onmiddellijk te beëindigen en stappen te nemen om tegemoet te komen aan de rechtmatige eisen van de bevolking.

(3)

Op 26 februari 2011 heeft de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties („de Veiligheidsraad”) Resolutie 1970 („UNSCR 1970 (2011)”) aangenomen waarin beperkende maatregelen worden ingevoerd tegen Libië en tegen personen en entiteiten die betrokken zijn bij ernstige schendingen van mensenrechten ten aanzien van mensen in Libië, onder meer bij aanvallen tegen burgerbevolking en infrastructuur, hetgeen in strijd is met het internationaal recht.

(4)

Gelet op de ernst van de situatie in Libië acht de EU het noodzakelijk bijkomende beperkende maatregelen vast te stellen.

(5)

Daarnaast is voor de uitvoering van bepaalde maatregelen verder optreden van de Unie nodig,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

1.   De directe of indirecte levering, verkoop of overdracht van wapens en alle soorten aanverwant materieel, waaronder wapens en munitie, militaire voertuigen en militaire uitrusting, paramilitaire uitrusting en onderdelen daarvoor, alsmede uitrusting die voor binnenlandse repressie zou kunnen worden gebruikt, aan Libië door onderdanen van de lidstaten of vanaf of via het grondgebied van de lidstaten, of met gebruik van onder hun vlag varende schepen of hun luchtvaartuigen, is verboden, ongeacht of de goederen oorspronkelijk van het grondgebied van de lidstaten afkomstig zijn.

2.   Er wordt een verbod ingesteld op:

a)

het direct of indirect verlenen van technische bijstand, opleiding of andere bijstand, zoals het leveren van gewapende huurlingen, gerelateerd aan militaire activiteiten of aan de levering, het onderhoud en het gebruik van in lid 1 genoemde artikelen, aan een natuurlijke of een rechtspersoon, entiteit of instantie in, of voor gebruik in Libië;

b)

het direct of indirect verlenen van financiële bijstand, gerelateerd aan militaire activiteiten of aan de levering, het onderhoud en het gebruik van in lid 1 genoemde artikelen, aan een natuurlijke of een rechtspersoon, entiteit of instantie in, of voor gebruik in Libië;

c)

het bewust en opzettelijk deelnemen aan activiteiten die ertoe strekken of die tot gevolg hebben dat de onder a) of b) bedoelde verbodsbepalingen worden omzeild.

Artikel 2

1.   Artikel 1 is niet van toepassing op:

a)

de levering, verkoop of overbrenging van niet-dodelijke militaire uitrusting die voor binnenlandse repressie kan worden gebruikt, maar die uitsluitend is bedoeld voor humanitair of beschermend gebruik;

b)

andere levering, verkoop of overbrenging van wapens en aanverwant materiaal;

c)

de levering van technische bijstand, opleiding of andere bijstand, evenals personeel, in verband met dergelijke uitrusting;

d)

de levering van financiële bijstand in verband met dergelijke uitrusting;

waarvoor van tevoren, waar passend, goedkeuring is verleend door het Comité dat is opgericht uit hoofde van artikel 24 van UNSCR 1970 (2011) („het Comité”).

2.   Artikel 1 is niet van toepassing op de levering, verkoop of overbrenging van beschermende kleding, met inbegrip van scherfwerende vesten en militaire helmen, die door personeel van de VN, personeel van de Europese Unie of haar lidstaten, vertegenwoordigers van de media en van humanitaire en ontwikkelingswerken en daarmee verbonden personeel, louter voor persoonlijk gebruik tijdelijk naar Libië worden uitgevoerd.

Artikel 3

De aankoop door onderdanen van de lidstaten, met gebruik van ofwel onder hun vlag varende schepen ofwel vliegtuigen van hun nationale luchtvaartmaatschappij, van de in artikel 1, lid 1, bedoelde artikelen van Libië, wordt verboden, ongeacht of de goederen al dan niet afkomstig zijn van het grondgebied van Libië.

Artikel 4

1.   De lidstaten inspecteren op hun grondgebied, met inbegrip van zee- en luchthavens, in overleg met hun nationale autoriteiten en in overeenstemming met hun nationale wetgeving en het internationale recht, in het bijzonder het zeerecht en ter zake dienende internationale burgerluchtvaartovereenkomsten, alle vracht naar en van Libië indien zij over informatie beschikken op grond waarvan een redelijk vermoeden bestaat dat de vracht artikelen bevat waarvan de levering, verkoop, overbrenging of uitvoer krachtens dit besluit verboden is.

2.   De lidstaten confisqueren en verwijderen (onder meer door vernietiging, onbruikbaarmaking, opslag of overdracht naar een andere staat dan de staat van herkomst of bestemming om daar te worden vernietigd) door hen ontdekte artikelen waarvan de levering, verkoop, overbrenging of uitvoer krachtens dit besluit verboden is.

3.   De lidstaten werken, overeenkomstig hun nationale wetgeving, samen bij de inspecties en vernietigingen uit hoofde van de leden 1 en 2.

4.   Met betrekking tot luchtvaartuigen en schepen die vracht vervoeren van en naar Libië, moet van alle goederen die een lidstaat binnenkomen of verlaten, vóór de aankomst of het vertrek een additionele aangifte worden gedaan.

Artikel 5

1.   De lidstaten nemen de nodige maatregelen om binnenkomst in of doorreis over hun grondgebied te beletten van:

a)

personen genoemd in bijlage I bij UNSCR 1970 (2011), en van andere personen op wie de Veiligheidsraad of het Comité doelt overeenkomstig punt 22 van UNSCR 1970 (2011), zoals genoemd in bijlage I;

b)

van niet onder bijlage I vallende personen die betrokken zijn bij of medeplichtig zijn aan het bevelen, toezien op of anderszins aansturen van het plegen van ernstige schendingen van de mensenrechten ten aanzien van personen in Libië, mede door betrokkenheid bij of medeplichtigheid aan het plannen, aanvoeren, bevelen of uitvoeren van aanvallen, met schending van het internationaal recht, onder meer door luchtbombardementen, tegen de burgerbevolking en de infrastructuur, of namens hen of op hun aanwijzing handelen, zoals genoemd in bijlage II.

2.   Lid 1 houdt niet in dat de lidstaten verplicht zijn hun eigen onderdanen de toegang tot het grondgebied te ontzeggen.

3.   Lid 1, onder a), is niet van toepassing wanneer het Comité vaststelt:

a)

dat de reis gerechtvaardigd is om dringende humanitaire redenen, religieuze voorschriften daaronder begrepen; of

b)

dat een ontheffing een gunstige invloed zou hebben op de nagestreefde vrede en nationale verzoening in Libië en de stabiliteit in de regio.

4.   Lid 1, onder a), is niet van toepassing wanneer:

a)

binnenkomst of doorreis noodzakelijk is in verband met een gerechtelijk proces; of

b)

een lidstaat per geval vaststelt dat deze binnenkomst of doorreis nodig is om vrede en stabiliteit in Libië dichterbij te brengen en de lidstaat vervolgens het Comité binnen 48 uur op de hoogte brengt van deze vaststelling.

5.   Lid 1, onder b), laat het geval onverlet waarin een lidstaat uit hoofde van het internationale recht gebonden is, en wel:

a)

als gastland van een internationale intergouvernementele organisatie;

b)

als gastland van een internationale conferentie die is bijeengeroepen door, of plaatsvindt onder auspiciën van de VN;

c)

krachtens een multilaterale overeenkomst die voorrechten en immuniteiten verleent; of

d)

krachtens het Concordaat (Verdrag van Lateranen) van 1929, gesloten tussen de Heilige Stoel (Vaticaanstad) en Italië.

6.   Lid 5 wordt ook geacht van toepassing te zijn op gevallen waarin een lidstaat optreedt als gastland van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE).

7.   De Raad wordt naar behoren geïnformeerd over alle gevallen waarin een lidstaat krachtens lid 5 of lid 6 een ontheffing verleent.

8.   De lidstaten kunnen ontheffing van de krachtens lid 1, onder b), opgelegde maatregelen verlenen voor reizen die plaatsvinden op grond van dringende humanitaire noden, of om vergaderingen bij te wonen van intergouvernementele instanties, met inbegrip van door de Unie geïnitieerde vergaderingen, of vergaderingen waarvoor een lidstaat als fungerend voorzitter van de OVSE als gastheer optreedt, waar een politieke dialoog wordt gevoerd waarmee de democratie, de mensenrechten en de rechtsstaat in Libië rechtstreeks worden bevorderd.

9.   Een lidstaat die de in lid 8 bedoelde ontheffingen wil verlenen, brengt zulks schriftelijk ter kennis van de Raad. De ontheffing wordt geacht te zijn toegestaan tenzij één of meer leden van de Raad binnen twee werkdagen na ontvangst van de kennisgeving van de voorgenomen ontheffing schriftelijk bezwaar maken bij de Raad. Indien door één of meer leden van de Raad bezwaar wordt gemaakt, kan de Raad met een gekwalificeerde meerderheid van stemmen besluiten de voorgenomen ontheffing te verlenen.

10.   Wanneer een lidstaat krachtens de leden 5, 6 en 8 machtiging verleent tot binnenkomst op of doorreis via zijn grondgebied van in de bijlage vermelde personen, dan geldt deze machtiging uitsluitend voor het doel waarvoor ze is verleend en voor de betrokken personen.

Artikel 6

1.   Alle tegoeden, andere financiële activa en economische middelen die direct of indirect in het bezit zijn, of onder zeggenschap staan van:

a)

in bijlage II bij UNSCR 1970 (2011) vermelde personen en entiteiten, en van andere personen of entiteiten die door de Veiligheidsraad of het Comité zijn aangewezen overeenkomstig punt 22 van UNSCR 1970 (2011), dan wel van in bijlage III vermelde personen of entiteiten die namens hen of op hun aanwijzing handelen, of van entiteiten ten aanzien waarvan zij de eigendom of de zeggenschap hebben;

b)

niet onder bijlage III vallende personen en entiteiten die betrokken zijn bij of medeplichtig zijn aan het bevelen, toezien op of anderszins aansturen van het plegen van ernstige schendingen van de mensenrechten ten aanzien van personen in Libië, inclusief door betrokkenheid bij of medeplichtigheid aan het plannen, aanvoeren, bevelen of uitvoeren van aanvallen, met schending van het internationaal recht, waaronder luchtbombardementen, tegen de burgerbevolking en de infrastructuur, dan wel van de in bijlage IV vermelde personen of entiteiten die namens hen of op hun aanwijzing handelen, of van entiteiten ten aanzien waarvan zij de eigendom of de zeggenschap hebben,

worden bevroren.

2.   Tegoeden, andere financiële activa of economische middelen worden rechtstreeks noch onrechtstreeks aan of ten behoeve van de in lid 1 bedoelde natuurlijke of rechtspersonen of entiteiten ter beschikking gesteld.

3.   Ontheffing kan worden verleend voor tegoeden, financiële activa of economische middelen die:

a)

noodzakelijk zijn ter dekking van basisuitgaven, zoals betalingen voor voedsel, huur of hypotheeklasten, geneesmiddelen of geneeskundige behandelingen, belastingen, verzekeringspremies of nutsvoorzieningen;

b)

uitsluitend bestemd zijn voor de betaling van redelijke honoraria en vergoeding van gemaakte kosten in verband met de verlening van juridische diensten overeenkomstig het nationaal recht;

c)

uitsluitend bestemd zijn voor de betaling van honoraria of kosten, overeenkomstig het nationaal recht, voor het gewoon houden of beheren van bevroren tegoeden, andere financiële bijstand en economische middelen,

mits de betrokken lidstaat het Comité kennis heeft gegeven van zijn voornemen om, naar gelang het geval, de toegang tot de tegoeden, andere financiële activa of economische middelen toe te staan, en het Comité niet binnen vijf werkdagen na de kennisgeving een negatief besluit heeft genomen.

4.   Tevens kunnen ontheffingen worden toegestaan voor tegoeden en economische middelen die:

a)

noodzakelijk zijn ter dekking van uitzonderlijke uitgaven, na kennisgeving door de betrokken lidstaat aan het Comité en, waar van toepassing, goedkeuring door dit Comité; of

b)

het voorwerp zijn van een justitieel, administratief of arbitraal retentierecht of vonnis, in welk geval de tegoeden, andere financiële activa en economische middelen kunnen worden gebruikt om het retentierecht uit te oefenen of het vonnis ten uitvoer te leggen, mits het retentierecht of het vonnis dateert van voor de datum van UNSCR 1970 (2011), en niet ten goede komt aan een in lid 1 bedoelde persoon of entiteit; de ontheffing wordt toegestaan na kennisgeving door de betrokken lidstaat aan het Comité, indien van toepassing.

5.   Lid 1 belet niet dat een aangewezen persoon of entiteit betalingen doet die verschuldigd zijn wegens een contract dat is gesloten voordat de persoon of entiteit op de lijst werd geplaatst, mits de betrokken lidstaat heeft vastgesteld dat de betaling niet direct of indirect wordt ontvangen door een in lid 1 bedoelde persoon of entiteit en de betaling geschiedt nadat de betrokken lidstaat het Comité kennis heeft gegeven van het voornemen de betaling te verrichten of te ontvangen, dan wel te dien einde, in voorkomend geval, toestemming te verlenen tot het vrijgeven van de bevroren tegoeden, andere financiële activa of economische middelen, tien werkdagen voordat de toestemming wordt verleend.

6.   Lid 2 is niet van toepassing op de bijboeking op bevroren rekeningen van:

a)

verschuldigde rente of andere inkomsten op die rekeningen; of

b)

verschuldigde betalingen uit hoofde van contracten, overeenkomsten of verbintenissen die ontstaan zijn vóór het tijdstip waarop die rekeningen aan restrictieve maatregelen werden onderworpen,

op voorwaarde dat alle eventuele rente, overige inkomsten en betalingen onder de toepassing van lid 1 blijven vallen.

Artikel 7

Geen schadeloosstelling of enige soortgelijke vergoeding, bijvoorbeeld op grond van schuldvergelijking of van een garantie, in verband met een overeenkomst of transactie waarvan de uitvoering, al dan niet rechtstreeks, geheel of gedeeltelijk wordt getroffen door maatregelen overeenkomstig UNSCR 1970 (2011), met inbegrip van de maatregelen die door de Unie of door een lidstaat worden getroffen in overeenstemming met, ter uitvoering van of in verband met de ter zake dienende beslissingen van de Veiligheidsraad of onder onderhavig besluit vallende maatregelen, wordt toegekend aan de in de bijlagen I, II, III en IV aangewezen personen en entiteiten, aan een andere persoon of entiteit in Libië, de regering van Libië daaronder begrepen, of aan een persoon of entiteit die met behulp van of ten behoeve van de bedoelde personen en entiteiten optreedt.

Artikel 8

1.   De Raad wijzigt de bijlagen I en III op basis van de vaststellingen van de Veiligheidsraad of het Comité.

2.   De Raad stelt, op voorstel van lidstaten of de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, de lijsten in de bijlagen II en IV vast en keurt wijzigingen daarin goed.

Artikel 9

1.   Wanneer de Veiligheidsraad of het Comité een persoon of entiteit op de lijst plaatst, neemt de Raad die persoon of die entiteit op in bijlage I of bijlage III.

2.   Wanneer de Raad besluit een persoon of entiteit te onderwerpen aan de in artikel 5, lid 1, onder b), en artikel 6, lid 1, onder b), bedoelde maatregelen, wijzigt hij de bijlagen II en IV dienovereenkomstig.

3.   De Raad stelt de in de leden 1 en 2 bedoelde persoon of entiteit in kennis van zijn besluit, alsook van de redenen voor plaatsing op de lijst, hetzij rechtstreeks, indien het adres bekend is, hetzij middels de bekendmaking van een kennisgeving, zodat de persoon of de entiteit daarover opmerkingen kan indienen.

4.   Indien er opmerkingen worden ingediend of materieel nieuw bewijsmateriaal wordt overgelegd, heroverweegt de Raad zijn besluit en brengt hij de persoon of entiteit van het resultaat op de hoogte.

Artikel 10

1.   De bijlagen I, II, III en IV bevatten de door de Veiligheidsraad of het Comité met betrekking tot de bijlagen I en III verstrekte motivering van de opneming van de vermelde personen en entiteiten.

2.   De bijlagen I, II, III en IV bevatten ook, wanneer beschikbaar, informatie die door de Veiligheidsraad of het Comité met betrekking tot de bijlagen I en III is verstrekt, en die nodig is om de betrokken personen of entiteiten personen of te kunnen identificeren. Met betrekking tot personen kan die informatie bestaan uit namen, inclusief aliassen, geboortedatum en geboorteplaats, nationaliteit, paspoort- en identiteitskaartnummers, geslacht, adres indien bekend en functie of beroep. Met betrekking tot entiteiten kan die informatie namen, plaats en datum van registratie, registratienummer en de plaats van vestiging omvatten. De bijlagen I en III vermelden tevens de datum van het op een lijst plaatsen door de Veiligheidsraad of door het Comité.

Artikel 11

Om het effect van de in onderhavig besluit vervatte maatregelen zo groot mogelijk te maken, moedigt de Unie derde landen aan soortgelijke beperkende maatregelen te treffen.

Artikel 12

1.   Dit besluit wordt, met name in het licht van de toepasselijke besluiten van de Veiligheidsraad, naar gelang van het geval herzien, gewijzigd of ingetrokken.

2.   De in artikel 5, lid 1, onder b), en in artikel 6, lid 1, onder b), bedoelde maatregelen worden met regelmatige tussenpozen en ten minste om de 12 maanden opnieuw bezien. Zij zijn niet meer van toepassing ten aanzien van de betrokken personen of entiteiten indien de Raad overeenkomstig de in artikel 8, lid 2, bedoelde procedure vaststelt dat niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden voor de toepassing ervan.

Artikel 13

Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Brussel, 28 februari 2011.

Voor de Raad

De voorzitter

MARTONYI J.


BIJLAGE I

Lijst van personen bedoeld in artikel 5, lid 1, onder a)

1.

AL-BAGHDADI, Dr. Abdulqader Mohammed

Paspoortnummer: B010574. Geboortedatum: 01/07/1950.

Hoofd van het verbindingsbureau van de revolutionaire comités. Revolutionaire comités betrokken bij geweldpleging tegen demonstranten.

Datum plaatsing op de VN-lijst: 26.2.2011.

2.

DIBRI, Abdulqader Yusef

Geboortedatum: 1946. Geboorteplaats: Houn, Libië.

Hoofd van de lijfwacht van Muammar QADHAFI. Verantwoordelijkheid voor de veiligheid van het regime. Voorgeschiedenis van geweldpleging tegen dissidenten.

Datum plaatsing op de VN-lijst: 26.2.2011.

3.

DORDA, Abu Zayd Umar

Directeur externe veiligheidsorganisatie. Loyalist van het regime. Hoofd van het bureau externe inlichtingen.

Datum plaatsing op de VN-lijst: 26.2.2011.

4.

JABIR, generaal-majoor Abu Bakr Yunis

Geboortedatum: 1952. Geboorteplaats: Jalo, Libië.

Minister van Defensie. Algehele verantwoordelijkheid voor acties van de strijdkrachten.

Datum plaatsing op de VN-lijst: 26.2.2011.

5.

MATUQ, Matuq Mohammed

Geboortedatum: 1956. Geboorteplaats: Khoms.

Staatssecretaris van nutsvoorzieningen. Prominent figuur van het regime. Actief in de revolutionaire comités. Voorgeschiedenis van betrokkenheid bij onderdrukking van dissidenten en bij geweldpleging.

Datum plaatsing op de VN-lijst: 26.2.2011.

6.

QADHAF AL-DAM, Sayyid Mohammed

Geboortedatum:1948. Geboorteplaats: Sirte, Libië.

Neef van Muammar QADHAFI. Sayyid was in de jaren '80 betrokken bij de moordcampagne tegen dissidenten en zou verantwoordelijk zijn voor een aantal moorden in Europa. Voorts wordt aangenomen dat hij een rol heeft gespeeld bij de aanschaf van wapens.

Datum plaatsing op de VN-lijst: 26.2.2011.

7.

QADHAFI, Aisha Muammar

Geboortedatum: 1978. Geboorteplaats: Tripoli, Libië.

Dochter van Muammar QADHAFI. Nauw gelieerd aan het regime.

Datum plaatsing op de VN-lijst: 26.2.2011.

8.

QADHAFI, Hannibal Muammar

Paspoortnummer: B/002210. Geboortedatum: 20/09/1975. Geboorteplaats: Tripoli, Libië.

Zoon van Muammar QADHAFI. Nauw gelieerd aan het regime.

Datum plaatsing op de VN-lijst: 26.2.2011.

9.

QADHAFI, Khamis Muammar

Geboortedatum: 1978. Geboorteplaats: Tripoli, Libië.

Zoon van Muammar QADHAFI. Nauw gelieerd aan het regime. Bevel over militaire eenheden die betrokken zijn bij onderdrukking van demonstraties.

Datum plaatsing op de VN-lijst: 26.2.2011.

10.

QADHAFI, Mohammed Muammar

Geboortedatum: 1970. Geboorteplaats: Tripoli, Libië.

Zoon van Muammar QADHAFI. Nauw gelieerd aan het regime.

Datum plaatsing op de VN-lijst: 26.2.2011.

11.

QADHAFI, Muammar Mohammed Abu Minyar

Geboortedatum: 1942. Geboorteplaats: Sirte, Libië.

Leider van de revolutie, opperbevelhebber van de strijdkrachten. Verantwoordelijk voor onderdrukking van demonstraties, schending van mensenrechten.

Datum plaatsing op de VN-lijst: 26.2.2011.

12.

QADHAFI, Mutassim

Geboortedatum: 1976. Geboorteplaats: Tripoli, Libië.

Adviseur nationale veiligheid. Zoon van Muammar QADHAFI. Nauw gelieerd aan het regime.

Datum plaatsing op de VN-lijst: 26.2.2011.

13.

QADHAFI, Saadi

Paspoortnummer: 014797. Geboortedatum: 25/05/1973. Geboorteplaats: Tripoli, Libië.

Bevelhebber van de speciale strijdkrachten. Zoon van Muammar QADHAFI. Nauw gelieerd aan het regime. Bevel over militaire eenheden die betrokken zijn bij onderdrukking van demonstraties.

Datum plaatsing op de VN-lijst: 26.2.2011.

14.

QADHAFI, Saif al-Arab

Geboortedatum: 1982. Geboorteplaats: Tripoli, Libië.

Zoon van Muammar QADHAFI. Nauw gelieerd aan het regime.

Datum plaatsing op de VN-lijst: 26.2.2011.

15.

QADHAFI, Saif al-Islam

Paspoortnummer: B014995. Geboortedatum: 25/06/1972. Geboorteplaats: Tripoli, Libië.

Directeur Qadhafi-stichting. Zoon van Muammar QADHAFI. Nauw gelieerd aan het regime. Opruiende toespraken waarin tot geweld tegen demonstranten wordt aangezet.

Datum plaatsing op de VN-lijst: 26.2.2011.

16.

AL-SENUSSI, kolonel Abdullah

Geboortedatum: 1949. Geboorteplaats: Sudan.

Directeur militaire inlichtingen. Betrokkenheid van de militaire inlichtingendienst bij het onderdrukken van demonstraties. Wordt ervan verdacht betrokken te zijn geweest bij het bloedbad in de gevangenis van Abu Selim. Bij verstek veroordeeld voor de bomaanslag op de UTA-vlucht. Zwager van Muammar QADHAFI.

Datum plaatsing op de VN-lijst: 26.2.2011.


BIJLAGE II

Lijst van personen bedoeld in artikel 5, lid 1, onder b)

 

Naam

Informatie ter identificatie

Motivering

Datum van plaatsing op de lijst

1.

ABDULHAFIZ, Kolonel Mas’ud

Positie: Commandant strijdkrachten

Derde in bevel strijdkrachten Belangrijke rol in militaire inlichtingendienst

28.2.2011

2.

ABDUSSALAM, Abdussalam Mohammed

Positie: Hoofd Terreurbestrijding, External Security Organisation

Geboortedatum: 1952

Geboorteplaats: Tripoli, Libië

Prominent lid revolutionair comité. Nauwe bondgenoot van Muammar Kadhafi

28.2.2011

3.

ABU SHAARIYA

Positie: Plaatsvervangend hoofd External Security Organisation

Prominent lid van het regime. Zwager van Muammar KADHAFI.

28.2.2011

4.

ASHKAL, Al-Barrani

Positie: Plaatsvervangend directeur militaire inlichtingen.

Hoge functionaris van het regime

28.2.2011

5.

ASHKAL, Omar

Positie: Hoofd Revolutionary Committees Movement

Geboorteplaats: Sirte, Libië

Revolutionaire comités betrokken bij geweldpleging tegen demonstranten.

28.2.2011

6.

QADHAF AL-DAM, Ahmed Mohammed

Geboortedatum: 1952

Geboorteplaats: Egypte

Neef van Muammar KADHAFI. Zou sedert 1995 aan het hoofd staan van elitebataljon van het leger dat belast is met de persoonlijke beveiliging van Kadhafi en een sleutelrol vervullen in de External Security Organisation. Betrokken bij de planning van operaties tegen Libische dissidenten in het buitenland en direct betrokken bij terroristische activiteiten.

28.2.2011

7.

AL-BARASSI, Safia Farkash

Geboortedatum: 1952

Geboorteplaats: Al Bayda, Libië

Vrouw van Muammar KADHAFI.

Nauw gelieerd aan het regime.

28.2.2011

8.

SALEH, Bachir

Geboortedatum: 1946

Geboorteplaats Traghen

Hoofd kabinet van de Leider.

Nauw gelieerd aan het regime.

28.2.2011

9.

General TOHAMI, Khaled

Geboortedatum: 1946

Geboorteplaats: Genzur

Directeur Internal Security Office.

Nauw gelieerd aan het regime.

28.2.2011

10.

FARKASH, Mohammed Boucharaya

Geboortedatum: 1 juli 1949

Geboorteplaats: Al-Bayda

Directeur inlichtingen in External Security Office.

Nauw gelieerd aan het regime.

28.2.2011


BIJLAGE III

Lijst van personen en entiteiten bedoeld in artikel 6, lid 1, onder a)

1.

QADHAFI, Aisha Muammar

Geboortedatum: 1978. Geboorteplaats: Tripoli, Libië.

Dochter van Muammar QADHAFI. Nauw gelieerd aan het regime.

Datum plaatsing op de VN-lijst: 26.2.2011.

2.

QADHAFI, Hannibal Muammar

Paspoortnummer: B/002210. Geboortedatum: 20/09/1975. Geboorteplaats: Tripoli, Libië.

Zoon van Muammar QADHAFI. Nauw gelieerd aan het regime.

Datum plaatsing op de VN-lijst: 26.2.2011.

3.

QADHAFI, Khamis Muammar

Geboortedatum: 1978. Geboorteplaats: Tripoli, Libië.

Zoon van Muammar QADHAFI. Nauw gelieerd aan het regime. Bevel over militaire eenheden die betrokken zijn bij onderdrukking van demonstraties.

Datum plaatsing op de VN-lijst: 26.2.2011.

4.

QADHAFI, Muammar Mohammed Abu Minyar

Geboortedatum: 1942. Geboorteplaats: Sirte, Libië.

Leider van de revolutie, opperbevelhebber van de strijdkrachten. Verantwoordelijk voor onderdrukking van demonstraties, schending van mensenrechten.

Datum plaatsing op de VN-lijst: 26.2.2011.

5.

QADHAFI, Mutassim

Geboortedatum: 1976. Geboorteplaats: Tripoli, Libië.

Adviseur nationale veiligheid. Zoon van Muammar QADHAFI. Nauw gelieerd aan het regime.

Datum plaatsing op de VN-lijst: 26.2.2011.

6.

QADHAFI, Saif al-Islam

Directeur Qadhafi-stichting. Paspoortnummer: B014995. Geboortedatum: 25/06/1972. Geboorteplaats: Tripoli, Libië.

Zoon van Muammar QADHAFI. Nauw gelieerd aan het regime. Opruiende toespraken waarin tot geweld tegen demonstranten wordt aangezet.

Datum plaatsing op de VN-lijst: 26.2.2011.


BIJLAGE IV

Lijst van personen en entiteiten bedoeld in artikel 6, lid 1, onder b)

 

Naam

Informatie ter identificatie

Motivering

Datum van plaatsing op de lijst

1.

ABDULHAFIZ, Kolonel Mas'ud

Positie: Commandant Strijdkrachten

Derde in bevel strijdkrachten Belangrijke rol in Militaire inlichtingendienst

28.2.2011

2.

ABDUSSALAM, Abdussalam Mohammed

Positie: Hoofd terreurbestrijding, External Security Organisation

Geboortedatum: c1952

Geboorteplaats: Tripoli, Libië

Prominent lid revolutionair comité. Nauwe bondgenoot van Muammar Kadhafi.

28.2.2011

3.

ABU SHAARIYA

Positie: Plaatsvervangend hoofd External Security Organisation

Prominent lid van het regime. Zwager van Muammar KADHAFI.

28.2.2011

4.

ASHKAL, Al-Barrani

Positie: Plaatsvervangend directeur militaire inlichtingen.

Hoge functionaris van het regime.

28.2.2011

5.

ASHKAL, Omar

Positie: Hoofd revolutionaire comités

Geboorteplaats: Sirte, Libië.

Revolutionaire comités betrokken bij geweldpleging tegen demonstranten.

28.2.2011

6.

AL-BAGHDADI, Dr Abdulqader Mohammed

Positie: Hoofd van het verbindingsbureau van de revolutionaire comités.

Paspoortnr. B010574.

Geboortedatum: 01/07/1950

Revolutionaire comités betrokken bij geweldpleging tegen demonstranten.

28.2.2011

7.

DIBRI, Abdulqader Yusef

Positie: Hoofd van de lijfwacht van Muammar QADHAFI.

Geboortedatum: 1946

Geboorteplaats: Houn, Libië.

Verantwoordelijkheid voor de veiligheid van het regime. Voorgeschiedenis van geweldpleging tegen dissidenten.

28.2.2011

8.

DORDA, Abu Zayd Umar

Positie: Directeur External Security Organisation

Loyalist van het regime. Hoofd van het bureau externe inlichtingen.

28.2.2011

9.

JABIR, Major General Abu Bakr Yunis

Positie: Minister van Defensie

Geboortedatum: 1952

Geboorteplaats: Jalo, Libië.

Hoofdverantwoordelijkheid voor acties van de strijdkrachten.

28.2.2011

10.

MATUQ, Matuq Mohammed

Positie: Staatssecretaris van nutsvoorzieningen

Geboortedatum: 1956

Geboorteplaats: Khoms.

Hoge functionaris van het regime. Actief in de revolutionaire comités. Voorgeschiedenis van betrokkenheid bij onderdrukking van dissidenten en bij geweldpleging.

28.2.2011

11.

QADHAF AL-DAM, Ahmed Mohammed

Geboortedatum: 1952

Geboorteplaats: Egypte

Neef van Muammar KADHAFI. Zou sedert 1995 aan het hoofd staan van elitebataljon van het leger dat belast is met de persoonlijke beveiliging van Kadhafi en een sleutelrol hebben in de External Security Organisation. Betrokken bij de planning van operaties tegen Libische dissidenten in het buitenland en direct betrokken bij terroristische activiteiten.

28.2.2011

12.

QADHAF AL-DAM, Ahmed Mohammed

Geboortedatum: 1948

Geboorteplaats: Sirte, Libië.

Neef van Muammar KADHAFI. Sayyid was in de jaren 80 betrokken bij de moordcampagne tegen dissidenten en zou verantwoordelijk zijn voor een aantal moorden in Europa. Voorts wordt aangenomen dat hij een rol heeft gespeeld bij de aanschaf van wapens.

28.2.2011

13.

KADHAFI, Mohammed Muammar

Positie: Hoofd van Libische Post - en Telecommunicatiebedrijf

Geboortedatum: 1970

Geboorteplaats: Tripoli, Libië.

Zoon van Muammar KADHAFI. Nauw gelieerd aan het regime.

28.2.2011

14.

KADHAFI, Saadi

Positie: Bevelhebber van de speciale strijdkrachten.

Paspoort nr.. 014797

Geboortedatum: 25/05/1973

Geboorteplaats: Tripoli, Libië.

Zoon van Muammar KADHAFI. Nauw gelieerd aan het regime. Bevel over militaire eenheden die betrokken zijn bij onderdrukking van demonstraties.

28.2.2011

15.

KADHAFI, Saif al-Arab

Geboortedatum: 1982

Geboorteplaats: Tripoli, Libië.

Zoon van Muammar KADHAFI. Nauw gelieerd aan het regime.

28.2.2011

16.

AL-SENUSSI, Kolonel Abdullah (Al-Megrahi)

Positie: Directeur militaire inlichtingendient.

Geboortedatum: 1949

Geboorteplaats: Sudan.

Betrokkenheid van de militaire inlichtingendienst bij het onderdrukken van demonstraties. Wordt ervan verdacht betrokken te zijn geweest bij het bloedbad in de gevangenis van Abu Selim. Bij verstek veroordeeld voor de bomaanslag op de UTA-vlucht. Zwager van Muammar KADHAFI.

28.2.2011

17.

AL-BARASSI, Safia Farkash

Geboortedatum: 1952

Geboorteplaats: Al Bayda, Libië

Vrouw van Muammar KADHAFI.

Nauw gelieerd aan het regime.

28.2.2011

18.

SALEH, Bachir

Geboortedatum: 1946

Geboorteplaats:

Hoofd kabinet van de Leider.

Nauw gelieerd aan het regime.

28.2.2011

19.

General TOHAMI, Khaled

Geboortedatum: 1946

Geboorteplaats: Genzur

Directeur Internal Security Office.

Nauw gelieerd aan het regime.

28.2.2011

20.

FARKASH, Mohammed Boucharaya

Geboortedatum: 1 juli 1949

Geboorteplaats: Al-Bayda

Directeur inlichtingen in External Security Office.

Nauw gelieerd aan het regime.

28.2.2011


Top