This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32010R0479
Commission Regulation (EU) No 479/2010 of 1 June 2010 laying down rules for the implementation of Council Regulation (EC) No 1234/2007 as regards Member States’ notifications to the Commission in the milk and milk products sector
Verordening (EU) nr. 479/2010 van de Commissie van 1 juni 2010 houdende bepalingen ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad met betrekking tot de kennisgevingen van de lidstaten aan de Commissie in de sector melk en zuivelproducten
Verordening (EU) nr. 479/2010 van de Commissie van 1 juni 2010 houdende bepalingen ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad met betrekking tot de kennisgevingen van de lidstaten aan de Commissie in de sector melk en zuivelproducten
PB L 135 van 2.6.2010, p. 26–35
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV) Dit document is verschenen in een speciale editie.
(HR)
In force: This act has been changed. Current consolidated version: 11/07/2017
Relation | Act | Comment | Subdivision concerned | From | To |
---|---|---|---|---|---|
Repeal | 32005R0562 |
Relation | Act | Comment | Subdivision concerned | From | To |
---|---|---|---|---|---|
Corrected by | 32010R0479R(01) | (SV) | |||
Corrected by | 32010R0479R(02) | (SV) | |||
Modified by | 32010R1041 | vervanging | bijlage 1.B | 20/11/2010 | |
Modified by | 32010R1041 | vervanging | artikel 6.1 B | 20/11/2010 | |
Modified by | 32010R1041 | vervanging | bijlage 1.A | 20/11/2010 | |
Modified by | 32011R0173 | afschaffing | artikel 7.3 | 01/03/2011 | |
Modified by | 32011R1191 | vervanging | bijlage II P3 PTC) | 01/12/2011 | |
Modified by | 32011R1191 | vervanging | artikel 7.1 PTB) | 01/12/2011 | |
Modified by | 32011R1191 | vervanging | artikel 7.1 PTA) | 01/12/2011 | |
Modified by | 32011R1191 | vervanging | artikel 2.2 zin 1 | 01/12/2011 | |
Modified by | 32011R1191 | vervanging | artikel 2.4 | 01/12/2011 | |
Modified by | 32013R1333 | Schrapping | artikel 7 3 | 01/04/2014 | |
Modified by | 32013R1333 | vervanging | artikel 8 tekst | 01/04/2014 | |
Modified by | 32014R1097 | toevoeging | hoofdstuk I BI | 01/05/2015 | |
Modified by | 32014R1097 | vervanging | artikel 8 | 01/11/2014 | |
Modified by | 32014R1097 | wijziging | artikel 2.3 punt B) | 01/11/2014 | |
Modified by | 32014R1097 | wijziging | artikel 4 | 01/11/2014 | |
Modified by | 32014R1097 | afschaffing | hoofdstuk I | 01/11/2014 | |
Modified by | 32017R1185 | intrekking | artikel 2 | 11/07/2017 | |
Modified by | 32017R1185 | intrekking | artikel 3 | 11/07/2017 | |
Modified by | 32017R1185 | intrekking | artikel 1a | 11/07/2017 |
2.6.2010 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 135/26 |
VERORDENING (EU) Nr. 479/2010 VAN DE COMMISSIE
van 1 juni 2010
houdende bepalingen ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad met betrekking tot de kennisgevingen van de lidstaten aan de Commissie in de sector melk en zuivelproducten
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („integrale-GMO-verordening”) (1), en met name op artikel 192, lid 2, juncto artikel 4,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
In artikel 192, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1234/2007 is voorzien in de uitwisseling tussen de lidstaten en de Commissie van alle informatie die nodig is voor de toepassing van die verordening. Bij Verordening (EG) nr. 562/2005 van de Commissie (2) zijn bepalingen vastgesteld ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 1255/1999 (3) van de Raad ten aanzien van de mededelingen van gegevens tussen de lidstaten en de Commissie in de sector melk en zuivelproducten. |
(2) |
Aangezien Verordening (EG) nr. 562/2005 reeds is gewijzigd en enkele verdere wijzigingen nodig zijn, met name om de verwijzingen naar andere verordeningen bij te werken, moet Verordening (EG) nr. 562/2005 ter wille van de duidelijkheid worden ingetrokken en worden vervangen door een nieuwe verordening. |
(3) |
Uitvoerrestituties en de steun voor tot caseïne verwerkte ondermelk kunnen uitsluitend worden vastgesteld aan de hand van gegevens over de ontwikkeling van de prijzen op de interne markt en in de internationale handel. |
(4) |
Prijsnoteringen voor producten moeten kunnen worden vergeleken, met name voor het berekenen van de restituties en steunbedragen. Ook moeten deze noteringen betrouwbaarder worden gemaakt door de gegevens te wegen. |
(5) |
Om de administratieve rompslomp voor de nationale autoriteiten te vereenvoudigen en te verminderen, moet de wekelijkse mededeling van de prijzen worden beperkt tot de producten waarvoor de gegevens noodzakelijk zijn om nauwlettend toe te zien op de zuivelmarkt. Voor andere producten moet worden voorzien in maandelijkse kennisgevingen, terwijl de kennisgevingen voor producten waarvoor de gegevens niet essentieel zijn, moeten worden afgeschaft. |
(6) |
De kennisgeving van de prijzen van producten die door minder dan drie producenten per lidstaat worden geproduceerd, moet als vertrouwelijk worden aangemerkt, mag alleen door de Commissie worden gebruikt en mag niet elders worden bekendgemaakt. |
(7) |
Van essentieel belang voor een beter toezicht op de zuivelmarkt zijn de gegevens over de invoer van producten waarvoor invoercertificaten vereist zijn. Overeenkomstig artikel 2 van Verordening (EG) nr. 2535/2001 van de Commissie van 14 december 2001 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad voor de invoerregeling voor melk en zuivelproducten en houdende opening van tariefcontingenten (4), zijn invoercertificaten vanaf 1 juli 2008 enkel verplicht voor de invoer in het kader van preferentiële regelingen. |
(8) |
Overeenkomstig artikel 11, lid 1, onder b) en c), van Verordening (EG) nr. 1301/2006 van de Commissie van 31 augustus 2006 houdende gemeenschappelijke voorschriften voor het beheer van door middel van een stelsel van invoercertificaten beheerde invoertariefcontingenten voor landbouwproducten (5) worden, in het kader van invoertariefcontingenten, de hoeveelheden waarvoor invoercertificaten zijn afgegeven en de hoeveelheden waarvoor invoercertificaten of gedeelten daarvan niet zijn gebruikt, aan de Commissie meegedeeld. Deze horizontale bepalingen hebben betrekking op dezelfde gegevens als die waarin tot nu toe is voorzien in artikel 7, leden 1 en 6, van Verordening (EG) nr. 562/2005. De verplichte kennisgeving van die gegevens hoeft bijgevolg niet in de nieuwe verordening te worden opgenomen. |
(9) |
In artikel 1, lid 2, onder a), punt i), van Verordening (EG) nr. 376/2008 van de Commissie van 23 april 2008 houdende gemeenschappelijke uitvoeringsbepalingen inzake het stelsel van invoer-, uitvoer- en voorfixatiecertificaten voor landbouwproducten (6) is bepaald in welke gevallen en voor welke producten een invoercertificaat moet worden overgelegd. In bijlage II, deel K, van die verordening is een lijst vastgesteld van in het kader van een andere preferentiële regeling dan een tariefcontingent ingevoerde zuivelproducten waarvoor bij invoer een certificaat moet worden overgelegd. Voor deze producten moeten de betrokken hoeveelheden aan de Commissie worden meegedeeld. |
(10) |
Overeenkomstig titel 2, hoofdstuk III, van Verordening (EG) nr. 2535/2001 moeten bepaalde invoerquota worden beheerd door middel van door de autoriteiten van derde landen afgegeven IMA 1-certificaten. De lidstaten delen de Commissie de hoeveelheden producten mee waarvoor invoercertificaten zijn afgegeven op basis van de IMA 1-certificaten. De ervaring heeft geleerd dat deze mededelingen niet altijd volstaan om het verloop van zulke invoer in elke fase nauwkeurig te volgen. Er moet een bepaling komen die voorziet in de kennisgeving van nadere gegevens. |
(11) |
Om de handelsstromen nauwkeurig en regelmatig te kunnen volgen en zo de effecten van de restituties te kunnen beoordelen, zijn gegevens nodig over de uitvoer van de producten waarvoor restituties zijn vastgesteld, met name wat de hoeveelheden betreft waarvoor de restitutie bij openbare inschrijving wordt vastgesteld. |
(12) |
Krachtens de in het kader van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguayronde gesloten overeenkomst inzake de landbouw (hierna „overeenkomst inzake de landbouw” genoemd), die bij Besluit 94/800/EG van de Raad (7) is goedgekeurd, moet een groot aantal gedetailleerde inlichtingen over de in- en uitvoer en met name over de aanvragen van certificaten en het gebruik ervan worden verstrekt, om te garanderen dat de in het kader van de overeenkomst inzake de landbouw aangegane verbintenissen worden nageleefd. Om de mogelijkheden van de genoemde verbintenissen optimaal te benutten, is snelle informatie over de tendensen op het gebied van de uitvoer nodig. |
(13) |
Bij Verordening (EG) nr. 1187/2009 van de Commissie van 27 november 2009 tot vaststelling van specifieke bepalingen ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad inzake de uitvoercertificaten en de uitvoerrestituties in de sector melk en zuivelproducten (8) zijn specifieke uitvoeringsbepalingen voor de uitvoer van bepaalde zuivelproducten naar Canada, de Verenigde Staten en de Dominicaanse Republiek vastgesteld. Er moet een bepaling komen die de kennisgeving van de desbetreffende gegevens verplicht stelt. |
(14) |
Verordening (EG) nr. 1187/2009 voorziet in een specifieke regeling inzake de toekenning van restituties voor de bestanddelen van oorsprong uit de Europese Unie van smeltkaas die in het kader van de regeling actieve veredeling wordt vervaardigd. Er moet een bepaling komen die voorziet in de kennisgeving van de desbetreffende gegevens. |
(15) |
Uit de in de voorbije jaren opgedane ervaring met de verwerking van door de Commissie ontvangen gegevens is gebleken dat de frequentie van bepaalde kennisgevingen kan worden verminderd zonder dat er essentiële informatie verloren gaat. |
(16) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Beheerscomité voor de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
HOOFDSTUK I
MAATREGELEN BETREFFENDE STEUN VOOR ONDERMELK EN MAGEREMELKPOEDER
Artikel 1
1. Met betrekking tot de steun die op grond van artikel 99, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1234/2007 wordt toegekend voor ondermelk en mageremelkpoeder die voor de vervaardiging van diervoeders worden gebruikt, delen de lidstaten de Commissie uiterlijk op de twintigste van elke maand de volgende gegevens over de voorafgaande maand mee:
a) |
de hoeveelheden ondermelk die zijn gebruikt voor de vervaardiging van mengvoeders en waarvoor in de desbetreffende maand steun is aangevraagd; |
b) |
de hoeveelheden gedenatureerd mageremelkpoeder waarvoor in de desbetreffende maand steun is aangevraagd; |
c) |
de hoeveelheden mageremelkpoeder die zijn gebruikt voor de vervaardiging van mengvoeders en waarvoor in de desbetreffende maand steun is aangevraagd. |
2. Met betrekking tot de steun die op grond van artikel 100 van Verordening (EG) nr. 1234/2007 wordt toegekend voor ondermelk die tot caseïne en caseïnaten wordt verwerkt, delen de lidstaten de Commissie uiterlijk op de twintigste van elke maand de hoeveelheden ondermelk mee waarvoor in de voorafgaande maand steun is aangevraagd. Deze hoeveelheden worden uitgesplitst naar de kwaliteit van de geproduceerde caseïne of caseïnaten.
HOOFDSTUK II
PRIJZEN
Artikel 2
1. Uiterlijk elke woensdag om 12.00 uur s middags (plaatselijke tijd Brussel) delen de lidstaten met betrekking tot de in de voorafgaande week genoteerde prijzen af fabriek voor de in bijlage I.A. opgenomen producten aan de Commissie het volgende mee:
a) |
de prijzen voor alle in de punten 1 tot en met 6 bedoelde producten, voor zover de nationale productie 1 % of meer van de EU-productie uitmaakt; |
b) |
de prijzen voor kazen die 4 % of meer van de totale nationale kaasproductie uitmaken. |
De in de bijlage I.A, punten 4 en 5, bedoelde nationale en EU-productie van boter waarmee rekening moet worden gehouden voor de toepassing van de eerste alinea, onder a), is de totale productie van beide in die punten bedoelde producten.
2. Uiterlijk op de tiende van elke maand delen de lidstaten met betrekking tot de in de voorafgaande maand genoteerde prijzen af fabriek voor de in bijlage I.B. opgenomen producten aan de Commissie het volgende mee:
a) |
de prijzen voor elk product, met uitzondering van kazen, voor zover de nationale productie 2 % of meer van de EU-productie uitmaakt; |
b) |
de prijzen van kazen, volgens soort, met uitzondering van de in lid 1, onder b), bedoelde kazen, die 8 % of meer van de totale nationale kaasproductie uitmaken. |
3. De lidstaten stellen de Commissie zo snel mogelijk en uiterlijk op het einde van de maand in kennis van:
a) |
de prijs voor rauwe melk, op basis van het reële vet- en eiwitgehalte, die op hun grondgebied aan melkproducenten is betaald voor leveringen in de voorafgaande maand. |
b) |
de geschatte prijs voor leveringen in de lopende maand, indien beschikbaar. |
4. Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder „prijs af fabriek”, de prijs waarvoor het product van de onderneming wordt gekocht, exclusief belastingen (btw) en alle overige kosten (vervoer, overslag, opslag, pallets, verzekering enz.). De prijs heeft betrekking op de tijdens de referentieperiode gefactureerde verkopen.
Artikel 3
1. De overeenkomstig artikel 2 meegedeelde prijzen worden uitgedrukt als gewogen gemiddelde, in de nationale munteenheid per 100 kg.
2. De lidstaten treffen de nodige maatregelen om erop toe te zien dat de meegedeelde gegevens over de prijzen representatief, juist en volledig zijn. Hiertoe dienen de lidstaten tegen 15 augustus 2010 bij de Commissie een rapport in volgens het model in bijlage II. Telkens als een element van het vorige rapport moet worden bijgewerkt, wordt een nieuw rapport ingediend.
3. De lidstaten treffen de nodige maatregelen om erop toe te zien dat de betrokken marktdeelnemers hen de vereiste gegevens binnen de toepasselijke termijnen verstrekken.
4. Vóór 15 augustus 2010 verstrekken de lidstaten aan de hand van de modellen in de bijlagen I.A en I.B de volgende informatie aan de Commissie:
a) |
dat, indien een mee te delen prijs betrekking heeft op een product dat door minder dan drie producenten in één lidstaat wordt geproduceerd, het woord „vertrouwelijk” zal worden opgenomen in de kolom „opmerkingen” van de bijlagen I.A en I.B. Zulke gegevens gelden als vertrouwelijk en worden enkel gebruikt in optellingen van gegevens; |
b) |
voor de kazen, de representatieve verpakkingseenheid waarvoor de prijs wordt meegedeeld; |
c) |
voor de andere producten dan kazen, dat, indien de prijs overeenkomt met een andere verpakkingseenheid van het product dan die in de kolom „representatieve verpakkingseenheid”, in de kolom „opmerkingen” van de bijlagen I.A en I.B de eigenlijke verpakkingseenheid van het product zal worden vermeld waarvoor de prijs wordt meegedeeld. |
Telkens als een van de in de eerste alinea, onder a), b), en c), bedoelde elementen moet worden bijgewerkt, stellen de lidstaten de Commissie daarvan op de hoogte.
HOOFDSTUK III
HANDELSVERKEER
AFDELING 1
Invoer
Artikel 4
Uiterlijk op de tiende van elke maand stellen de lidstaten de Commissie in kennis van de in het kader van een andere preferentiële regeling dan tariefquota ingevoerde hoeveelheden melk en zuivelproducten, als bedoeld in bijlage II, deel I, punt K, van Verordening (EG) nr. 376/2008, waarvoor invoercertificaten zijn afgegeven, uitgesplitst naar GN-code en naar code van land van oorsprong.
In de mededelingen worden ook de gevallen opgenomen waarin de hoeveelheid nihil is.
Artikel 5
Uiterlijk op 31 maart stellen de lidstaten de Commissie in kennis van de volgende gegevens over het voorafgaande jaar, uitgesplitst naar GN-code, met betrekking tot de invoercertificaten die na overlegging van een IMA 1-certificaat zijn afgegeven, overeenkomstig titel 2, hoofdstuk III, afdeling 1, van Verordening (EG) nr. 2535/2001, met vermelding van het nummer van de IMA 1-certificaten:
a) |
de hoeveelheid producten waarvoor het IMA 1-certificaat is afgegeven en de datum waarop het invoercertificaat is afgegeven; |
b) |
de hoeveelheid producten waarvoor de zekerheid is vrijgegeven. |
In de mededelingen worden ook de gevallen opgenomen waarin de hoeveelheid nihil is.
AFDELING 2
Uitvoer
Artikel 6
1. De lidstaten stellen de Commissie elke werkdag uiterlijk om 18.00 uur (plaatselijke tijd Brussel) in kennis van de volgende gegevens:
a) |
de hoeveelheden, uitgesplitst naar code in de productennomenclatuur voor de uitvoerrestituties voor zuivelproducten en naar code van de bestemming, waarvoor op die dag zelf certificaten zijn aangevraagd
|
b) |
indien van toepassing, dat er die dag geen aanvragen zijn ingediend, behalve indien er geen restitutie of een restitutie die nul bedraagt, is vastgesteld voor een of meer van de in bijlage I, deel 9, van Verordening (EG) nr. 3846/2007 van de Commissie (9) bedoelde producten. |
c) |
de hoeveelheden, uitgesplitst naar aanvraag, naar code in de productennomenclatuur voor de uitvoerrestituties voor zuivelproducten en naar code van bestemming, waarvoor die dag voorlopige certificaten als bedoeld in artikel 8 van Verordening (EG) nr. 1187/2009 zijn aangevraagd, met vermelding van:
|
d) |
de hoeveelheden, uitgesplitst naar code in de productennomenclatuur voor de uitvoerrestituties voor zuivelproducten en naar code van het land van bestemming, waarvoor op die dag voorlopige certificaten als bedoeld in artikel 8 van Verordening (EG) nr. 1187/2009 definitief zijn afgegeven of geannuleerd, en van de datum en de hoeveelheid van het voorlopige certificaat; |
e) |
indien van toepassing, de in punt c) van dit lid bedoelde, herziene hoeveelheid producten waarop het bericht van inschrijving betrekking heeft; |
f) |
de hoeveelheden, uitgesplitst naar code van de productennomenclatuur voor de uitvoerrestituties voor zuivelproducten, waarvoor op grond van artikel 32, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1187/2009 certificaten met een restitutie zijn afgegeven. |
2. Wat de in lid 1, onder c), punt i), bedoelde kennisgeving betreft, volstaat één kennisgeving per lidstaat indien voor dezelfde inschrijving verschillende aanvragen zijn ingediend.
Artikel 7
1. De lidstaten stellen de Commissie vóór de zestiende van elke maand in kennis van de volgende gegevens over de voorafgaande maand:
a) |
de hoeveelheden, uitgesplitst naar code in de productennomenclatuur voor de uitvoerrestituties voor zuivelproducten, waarvoor de certificaataanvragen zijn geannuleerd krachtens artikel 10, lid 2, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 1187/2009; |
b) |
de ongebruikte hoeveelheden op in de voorafgaande maand verstreken en teruggezonden certificaten die sinds 1 juli van het lopende GATT-jaar zijn afgegeven, uitgesplitst naar code in de productennomenclatuur voor de uitvoerrestituties voor zuivelproducten; |
c) |
de hoeveelheden zuivelproducten, uitgesplitst naar GN-code en naar code van het land van oorsprong, waarop geen van de in artikel 28, lid 2, van het Verdrag bedoelde situaties van toepassing is, die zijn ingevoerd om te worden gebruikt voor de vervaardiging van producten van GN-code 0406 30 overeenkomstig artikel 12, lid 5, onder c), van Verordening (EG) nr. 612/2009 van de Commissie (10), en waarvoor de in artikel 15 van Verordening (EG) nr. 1187/2009 bedoelde machtiging is verleend; |
d) |
de hoeveelheden, uitgesplitst naar GN-code, waarvoor certificaten zijn afgegeven en geen restitutie is aangevraagd, als bedoeld in artikel 18 van Verordening (EG) nr. 1187/2009. |
2. De lidstaten stellen de Commissie vóór 31 december in kennis van naar GN-code uitgesplitste hoeveelheden waarvoor overeenkomstig artikel 25 van Verordening (EG) nr. 1187/2009 certificaten voor het volgende contingentjaar zijn afgegeven.
HOOFDSTUK IV
ALGEMENE EN SLOTBEPALINGEN
Artikel 8
1. De lidstaten doen de kennisgevingen aan de Commissie in het kader van deze verordening langs elektronische weg en door gebruik te maken van de methoden die hen door de Commissie ter beschikking worden gesteld.
2. Vorm en inhoud van de kennisgevingen worden vastgesteld volgens modellen of methoden die de Commissie ter beschikking van de bevoegde autoriteiten stelt. Deze modellen en methoden worden aangepast en bijgewerkt nadat, indien nodig, het in artikel 195, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1234/2007 bedoelde comité en de betrokken bevoegde autoriteiten hiervan in kennis zijn gesteld.
Artikel 9
De Commissie houdt de door de lidstaten aan haar verstrekte gegevens, informatie en documenten ter beschikking van de lidstaten.
Artikel 10
Verordening (EG) nr. 562/2005 wordt ingetrokken.
Verordening (EG) nr. 562/2005 blijft evenwel van toepassing op de toezending van gegevens, informatie en documenten met betrekking tot de periode die aan de toepassing van deze verordening voorafgaat.
Verwijzingen naar de ingetrokken verordening gelden als verwijzingen naar de onderhavige verordening en moeten worden gelezen overeenkomstig de in bijlage III bij de onderhavige verordening opgenomen concordantietabel.
Artikel 11
Deze verordening treedt in werking op de zevende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Zij is van toepassing met ingang van 1 augustus 2010.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 1 juni 2010.
Voor de Commissie
De voorzitter
José Manuel BARROSO
(1) PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.
(2) PB L 95 van 14.4.2005, blz. 11.
(3) PB L 160 van 26.6.1999, blz. 48.
(4) PB L 341 van 22.12.2001, blz. 29.
(5) PB L 238 van 1.9.2006, blz. 13.
(6) PB L 114 van 26.4.2008, blz. 3.
(7) PB L 336 van 23.12.1994, blz. 1.
(8) PB L 318 van 4.12.2009, blz. 1.
(9) PB L 366 van 24.12.1987, blz. 1.
(10) PB L 186 van 17.7.2009, blz. 1.
BIJLAGE I.A
WEKELIJKSE KENNISGEVING
Artikel 2, lid 1, van Verordening (EU) nr. 479/2010
EUROPESE COMMISSIE — DG AGRI.C.4 — EENHEID DIERLIJKE PRODUCTEN
|
Lidstaat: … |
|
Contactpersoon: … |
|
Tel.: … |
|
Fax: … |
|
E-mail: … |
Product |
GN-code |
Representatieve verpakkingseenheid |
Opmerkingen |
||
|
0404 10 02 |
25 kg |
|
||
|
0402 10 19 |
25 kg |
|
||
|
0402 21 19 |
25 kg |
|
||
|
0405 10 19 |
25 kg |
|
||
|
0405 10 11 |
250 g |
|
||
|
0405 90 10 |
200 kg |
|
||
|
0406 90 21 |
|
|||
|
0406 90 78 |
|
|||
|
0406 90 23 |
|
|||
|
0406 90 13 |
|
(1) Voor kazen verwijst de kennisgeving naar de meest representatieve verpakkingseenheid.
BIJLAGE I.B
MAANDELIJKSE KENNISGEVING
Artikel 2, lid 2, van Verordening (EU) nr. 479/2010
EUROPESE COMMISSIE — DG AGRI.C.4 — EENHEID DIERLIJKE PRODUCTEN
Lidstaat: …
Contactpersoon: …
Tel. …
Fax …
E-mail: …
Product |
GN-code |
Representatieve verpakkingseenheid |
Opmerkingen |
||
|
0402 10 19 ANIM |
20 t |
|
||
|
3501 10 |
25 kg (zakken) |
|
||
|
|
|
|
||
— |
|
|
|||
— |
|
|
|||
— |
|
|
|||
— |
|
|
|||
— |
|
|
(1) Voor kazen verwijst de kennisgeving naar de meest representatieve verpakkingseenheid.
BIJLAGE II
Elementen die moeten worden opgenomen in het overeenkomstig artikel 3 bij de Commissie in te dienen rapport (1) over de prijs van rauwe melk en zuivelproducten
1. |
Organisatie en structuur van de markt: Algemeen overzicht van de marktstructuur voor het desbetreffende product. |
2. |
Productomschrijving: Samenstelling (vetgehalte, gehalte aan droge stof, vochtgehalte berekend op de vetvrije kaasmassa), kwaliteitsklasse, ouderdom of rijpingstijd, presentatie en verpakking (bv. los of in zakken van 25 kg), andere kenmerken. |
3. |
Plaats van en procedure voor registratie:
|
4. |
Onder „productie” wordt verstaan: De jaarlijkse (geschatte) productie in de lidstaat. |
5. |
Representativiteit: Het aandeel van het geregistreerde volume (bv. in % van de jaarlijkse productie). |
6. |
Andere relevante aspecten. |
(1) Het rapport wordt op het onderstaande adres ingediend: Europese Commissie — DG AGRI.C.4 — dierlijke producten.
BIJLAGE III
CONCORDANTIETABEL
Verordening (EG) nr. 562/2005 |
Deze verordening |
artikel 1 |
— |
artikel 2 |
— |
artikel 3 |
— |
artikel 4 |
— |
artikel 5 |
artikel 1 |
artikel 6, lid 1 |
artikel 2, lid 1 |
— |
artikel 2, lid 2 |
artikel 6, lid 2 |
artikel 2, lid 3, en artikel 3, lid 1 |
artikel 6, lid 3 |
artikel 3, lid 2 |
artikel 6, lid 4 |
artikel 3, lid 3 |
artikel 6, lid 5 |
artikel 2, lid 4 |
— |
artikel 3, lid 4 |
artikel 7, lid 1 |
— |
artikel 7, lid 2 |
— |
artikel 7, lid 3 |
— |
artikel 7, lid 4 |
artikel 4 |
artikel 7, lid 5 |
artikel 4 |
artikel 7, lid 6 |
— |
artikel 8 |
artikel 5 |
artikel 9, lid 1 |
artikel 6, lid 1 |
artikel 9, lid 2 |
artikel 6, lid 2 |
artikel 9, lid 3 |
— |
artikel 10 |
— |
artikel 11, onder a) |
artikel 7, lid 1, onder a) |
artikel 11, onder b) |
artikel 7, lid 1, onder b) |
artikel 11, onder c) |
— |
artikel 11, onder d) |
artikel 7, lid 1, onder c) |
artikel 11, onder e) |
artikel 7, lid 1, onder d) |
artikel 11, onder e) |
artikel 7, lid 2 |
artikel 12 |
— |
artikel 13 |
— |
artikel 14 |
artikel 8 |
artikel 15 |
artikel 9 |
artikel 16 |
artikel 10 |
artikel 17 |
artikel 11 |
bijlage I |
— |
bijlage II |
— |
bijlage III |
— |
bijlage IV |
— |
bijlage V |
— |
bijlage VI |
bijlage I.A en I.B |
bijlage VII |
— |
bijlage VIII |
— |
bijlage IX |
— |
bijlage X |
— |
bijlage XI |
— |
bijlage XII |
bijlage II |
bijlage XIII |
bijlage III |