EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32010D0231

2010/231/GBVB: Besluit 2010/231/GBVB van de Raad van 26 april 2010 betreffende beperkende maatregelen tegen Somalië en tot intrekking van Gemeenschappelijk Standpunt 2009/138/GBVB

PB L 105 van 27.4.2010, p. 17–21 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (HR)

Legal status of the document In force: This act has been changed. Current consolidated version: 17/06/2024

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2010/231/oj

27.4.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 105/17


BESLUIT 2010/231/GBVB VAN DE RAAD

van 26 april 2010

betreffende beperkende maatregelen tegen Somalië en tot intrekking van Gemeenschappelijk Standpunt 2009/138/GBVB

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name op artikel 29,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Raad heeft op 10 december 2002 Gemeenschappelijk Standpunt 2002/960/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Somalië (1) vastgesteld in het verlengde van de Resoluties 733 (1992), 1356 (2001) en 1425 (2002) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties (UNSCR) met betrekking tot een wapenembargo tegen Somalië.

(2)

De Raad heeft op 16 februari 2009 Gemeenschappelijk Standpunt 2009/138/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Somalië en tot intrekking van Gemeenschappelijk Standpunt 2002/960/GBVB (2) vastgesteld, ter uitvoering van UNSCR 1844 (2008) waarbij beperkende maatregelen worden ingevoerd tegen degenen die een vreedzaam politiek proces trachten te voorkomen of blokkeren en degenen die de federale overgangsinstellingen van Somalië of de missie van de Afrikaanse Unie in Somalië (AMISOM) bedreigen met geweld of actie ondernemen die de stabiliteit in Somalië of de regio ondermijnt.

(3)

De Raad heeft op 1 maart 2010 Besluit 2010/126/GBVB van de Raad aangenomen tot wijziging van Gemeenschappelijk Standpunt 2009/138/GBVB (3) en tot uitvoering van UNSCR 1907 (2009), waarin alle landen werd opgeroepen in overleg met hun nationale autoriteiten en in overeenstemming met hun nationale wetgeving en met het internationale recht alle vracht naar en van Somalië op hun grondgebied, met inbegrip van zee- en luchthavens, te inspecteren indien het betrokken land beschikt over informatie op grond waarvan een redelijk vermoeden bestaat dat de vracht voorwerpen omvat waarvan de levering, verkoop, overbrenging of uitvoer verboden is krachtens het algemene en volledige wapenembargo dat tegen Somalië is ingesteld op grond van punt 5 van UNSCR 733 (1992), zoals aangevuld en gewijzigd bij latere resoluties.

(4)

De Veiligheidsraad van de Verenigde Naties (hierna de „Veiligheidsraad” genoemd) heeft op 19 maart 2010 UNSCR 1916 (2010) aangenomen, waarbij onder meer het mandaat van de monitoring group als bedoeld in punt 3 van UNSCR 1558 (2004) wordt verlengd en wordt besloten bepaalde beperkingen en verplichtingen in het kader van de sanctieregeling te verlichten om de levering van goederen en technische bijstand door internationale, regionale en subregionale organisaties mogelijk te maken en de tijdige verstrekking van dringend noodzakelijke humanitaire hulp door de Verenigde Naties (VN) te waarborgen.

(5)

Op 12 april 2010 heeft het bij punt 11 van UNSCR 751 (1992) betreffende Somalië ingestelde Sanctiecomité (hierna het „Sanctiecomité” genoemd) de lijst van personen en entiteiten op wie beperkende maatregelen van toepassing zijn, vastgesteld.

(6)

Duidelijkheidshalve dienen de maatregelen die zijn opgelegd bij Gemeenschappelijk Standpunt 2009/138/GBVB, gewijzigd bij Besluit 2010/126/GBVB van de Raad, alsmede de ontheffingen waarin UNSCR 1916 (2010) voorziet, in één wetgevingsinstrument te worden opgenomen.

(7)

Gemeenschappelijk Standpunt 2009/138/GBVB moet derhalve worden ingetrokken.

(8)

Dit besluit eerbiedigt de fundamentele rechten en neemt de beginselen in acht die met name in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (4) zijn erkend, en met name het recht op een doeltreffende voorziening in rechte en op een onpartijdig gerecht, het recht op eigendom en het recht op de bescherming van persoonsgegevens. Dit besluit dient te worden toegepast overeenkomstig deze rechten en beginselen.

(9)

Voorts eerbiedigt dit besluit ten volle de verplichtingen van de lidstaten uit hoofde van het Handvest van de Verenigde Naties en het juridisch bindende karakter van de resoluties van de Veiligheidsraad.

(10)

De procedure tot wijziging van de lijst in de bijlage bij dit besluit dient in te houden dat de aangewezen personen, entiteiten en lichamen in kennis worden gesteld van de redenen voor plaatsing op de lijst, zoals meegedeeld door het Sanctiecomité, zodat zij opmerkingen kunnen indienen. Indien er opmerkingen worden ingediend of substantieel nieuw bewijsmateriaal wordt overgelegd, toetst de Raad zijn besluit in het licht van die opmerkingen en brengt hij de betrokken personen, entiteiten of lichamen daarvan op de hoogte.

(11)

Voor de uitvoering van bepaalde maatregelen is nieuw optreden van de Unie nodig,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

1.   De rechtstreekse of onrechtstreekse levering, verkoop of overdracht aan Somalië van wapentuig en aanverwant materiaal van alle soorten, waaronder wapens en munitie, militaire voertuigen en militaire uitrusting, paramilitaire uitrusting, en onderdelen daarvoor, door onderdanen van de lidstaten of vanaf het grondgebied van de lidstaten, ongeacht de vraag of de goederen daar oorspronkelijk vandaan komen, is verboden.

2.   De rechtstreekse of onrechtstreekse verstrekking aan Somalië van technisch advies, financiële of andere bijstand, en opleiding in verband met militaire activiteiten, waaronder met name technische opleiding en bijstand in samenhang met de levering, de fabricage, het onderhoud of het gebruik van de in lid 1 genoemde goederen door onderdanen van de lidstaten of vanaf het grondgebied van de lidstaten, is verboden.

3.   Leden 1 en 2 zijn niet van toepassing op:

a)

de levering, verkoop of overdracht van wapentuig en aanverwant materieel van alle soorten en de rechtstreekse of onrechtstreekse verstrekking van technisch advies, financiële of andere bijstand, alsmede opleiding in verband met militaire activiteiten, die alleen bestemd zijn voor de ondersteuning van of het gebruik door AMISOM overeenkomstig punt 4 van UNSCR 1744 (2007), of die alleen bestemd zijn voor gebruik door landen en regionale organisaties die maatregelen treffen overeenkomstig punt 6 van UNSCR 1851 (2008) en punt 10 van UNSCR 1846 (2008);

b)

de levering, verkoop of overdracht van wapentuig en aanverwant materieel van alle soorten en de rechtstreekse of onrechtstreekse verstrekking van technisch advies, die alleen bestemd zijn voor de hulp bij de ontwikkeling van de instellingen van de veiligheidssector, in overeenstemming met het politieke proces als omschreven in de punten 1, 2 en 3 van UNSCR 1744 (2007), en mits het Sanctiecomité niet binnen vijf werkdagen na ontvangst van de kennisgeving een negatief besluit heeft genomen;

c)

de levering, verkoop of overdracht van niet-dodelijke militaire uitrusting die uitsluitend voor humanitaire of beschermende doeleinden bestemd is, of van materieel dat bestemd is voor programma’s van de Unie of de lidstaten voor het opzetten van instellingen, onder meer op het gebied van veiligheid, die in het kader van het vredes- en verzoeningsproces worden uitgevoerd en waaraan vooraf door het Sanctiecomité goedkeuring is verleend, noch op beschermende kleding, waaronder scherfwerende vesten en militaire helmen, die door VN-personeel, vertegenwoordigers van de media, medewerkers van humanitaire organisaties en ontwikkelingswerkers en aanverwant personeel louter voor persoonlijk gebruik tijdelijk naar Somalië worden uitgevoerd.

Artikel 2

De in artikel 3, artikel 5, lid 1, en artikel 6, leden 1 en 2, bepaalde beperkende maatregelen worden opgelegd aan personen en entiteiten die door het Sanctiecomité zijn aangewezen, en:

die handelingen verrichten of steunen die de vrede, de veiligheid of de stabiliteit van Somalië bedreigen, met inbegrip van handelingen die het akkoord van Djibouti van 18 augustus 2008 of het politieke proces bedreigen, dan wel de federale overgangsinstellingen of AMISOM bedreigen met geweld;

die het wapenembargo en de aanverwante maatregelen als genoemd in artikel 1 hebben geschonden;

die de levering van humanitaire bijstand aan Somalië of de toegang tot, of verdeling van, humanitaire bijstand in Somalië belemmeren.

De lijst van de bedoelde personen en entiteiten is vervat in de bijlage.

Artikel 3

De lidstaten nemen de nodige maatregelen ter voorkoming van de rechtstreekse en onrechtstreekse levering, verkoop of overdracht van wapens en militaire uitrusting, en van de rechtstreekse of onrechtstreekse verstrekking van technische bijstand of opleiding, financiële en andere bijstand, waaronder investeringen, tussenhandel of andere financiële diensten, die verband houden met militaire activiteiten of met de levering, de verkoop, de overdracht, de fabricage, het onderhoud of het gebruik van wapens en militaire uitrusting, aan de in artikel 2 bedoelde personen of entiteiten.

Artikel 4

1.   De lidstaten inspecteren in overleg met hun nationale autoriteiten en in overeenstemming met hun nationale wetgeving en met het internationale recht alle vracht naar en van Somalië op hun grondgebied, met inbegrip van zee- en luchthavens, indien zij over informatie beschikken op grond waarvan een redelijk vermoeden bestaat dat de vracht voorwerpen omvat waarvan de levering, verkoop, overbrenging of uitvoer krachtens artikel 3 verboden is.

2.   Met betrekking tot luchtvaartuigen en schepen die vracht vervoeren van en naar Somalië, moet van alle goederen die een lidstaat binnenkomen of verlaten, vóór de aankomst of het vertrek een additionele aangifte worden gedaan.

3.   Aangetroffen voorwerpen waarvan de levering, verkoop, overbrenging of uitvoer krachtens artikel 3 verboden is, worden door de lidstaten geconfisqueerd en vernietigd (hetzij geheel vernietigd, hetzij buiten werking gesteld).

Artikel 5

1.   De lidstaten nemen de nodige maatregelen om de binnenkomst op of doorreis via hun grondgebied van de in artikel 2 bedoelde personen te beletten.

2.   Lid 1 verplicht lidstaten niet eigen onderdanen te beletten hun grondgebied binnen te komen.

3.   Lid 1 is niet van toepassing wanneer het Sanctiecomité:

a)

per geval bepaalt dat de binnenkomst of doorreis op humanitaire gronden, die ook een geloofsplicht kunnen inhouden, gewettigd is,

b)

per geval bepaalt dat een ontheffing de doelstellingen van vrede en nationale verzoening in Somalië en stabiliteit in de regio bevordert.

4.   In de gevallen waarin een lidstaat krachtens lid 3 machtiging verleent tot binnenkomst in of doorreis via zijn grondgebied van door het Sanctiecomité aangewezen personen, geldt deze machtiging alleen voor het doel waarvoor zij is verleend en alleen voor de personen waarop zij betrekking heeft.

Artikel 6

1.   Alle tegoeden en economische middelen die rechtstreeks of onrechtstreeks in bezit zijn of onder zeggenschap staan van de in artikel 2 bedoelde personen of entiteiten, of die worden gehouden door entiteiten waarvan de eigendom of de zeggenschap rechtstreeks of onrechtstreeks berust bij die personen of entiteiten, dan wel bij personen of entiteiten die namens deze of op hun aanwijzing handelen, als aangewezen door het Sanctiecomité, worden bevroren. De betrokken personen en entiteiten worden genoemd in de bijlage.

2.   Tegoeden of economische middelen worden rechtstreeks noch onrechtstreeks aan of ten behoeve van de in lid 1 bedoelde personen of entiteiten ter beschikking gesteld.

3.   Lidstaten mogen ontheffingen van de in de leden 1 en 2 genoemde maatregelen toestaan voor tegoeden en economische middelen die:

a)

noodzakelijk zijn ter dekking van basisuitgaven, zoals betalingen voor voedsel, huur of hypotheeklasten, geneesmiddelen of geneeskundige behandelingen, belastingen, verzekeringspremies of openbare voorzieningen;

b)

uitsluitend bestemd zijn voor de betaling van redelijke honoraria en de vergoeding van gemaakte kosten in verband met de verlening van juridische diensten;

c)

uitsluitend bestemd zijn voor de betaling van honoraria of kosten, overeenkomstig het nationaal recht, voor alleen het houden of beheren van bevroren tegoeden en economische middelen;

d)

noodzakelijk zijn ter dekking van uitzonderlijke uitgaven, na kennisgeving door de betrokken lidstaat aan het Sanctiecomité en goedkeuring door dit comité;

e)

het voorwerp zijn van een justitieel, administratief of arbitraal retentierecht of uitspraak; in dat geval kunnen de tegoeden en economische middelen worden gebruikt om het retentierecht uit te oefenen of de uitspraak ten uitvoer te leggen mits het retentierecht of de uitspraak vóór de aanwijzing van de betrokken persoon of entiteit door het Sanctiecomité is ingegaan, respectievelijk is gedaan, en niet ten goede komt aan een in artikel 2 genoemde persoon of entiteit, een en ander na kennisgeving door de betrokken lidstaat aan het Sanctiecomité.

4.   De in lid 3, onder a), b) en c), bedoelde ontheffingen kunnen worden verleend na kennisgeving aan het Sanctiecomité door de betrokken lidstaat van zijn voornemen om, waar van toepassing, toestemming te verlenen voor de toegang tot dergelijke tegoeden en economische middelen en bij uitblijven van een negatief besluit van het Sanctiecomité binnen drie werkdagen na deze kennisgeving.

5.   Lid 2 is niet van toepassing op de bijboeking op bevroren rekeningen van:

a)

rente of andere inkomsten op die rekeningen; of

b)

betalingen die verschuldigd zijn krachtens contracten, overeenkomsten of verplichtingen die zijn gesloten of ontstaan vóór de datum waarop beperkende maatregelen op deze rekeningen van toepassing werden,

mits deze rente, andere inkomsten en betalingen onder lid 1 blijven vallen.

6.   De leden 1 en 2 zijn niet van toepassing op de terbeschikkingstelling van tegoeden, andere financiële activa of economische middelen die nodig zijn voor de tijdige verstrekking van dringend noodzakelijke humanitaire hulp in Somalië door de VN, gespecialiseerde agentschappen of programma’s daarvan, humanitaire organisaties met de status van waarnemer in de Algemene Vergadering van de VN die humanitaire hulp verstrekken, of hun uitvoerende partners.

Artikel 7

De Raad stelt de in de bijlage vervatte lijst op en wijzigt deze overeenkomstig de aanwijzingen van de Veiligheidsraad of het Sanctiecomité.

Artikel 8

1.   Wanneer de Veiligheidsraad of het Sanctiecomité een persoon, entiteit of lichaam op de lijst plaatst en een motivering voor de aanwijzing heeft verstrekt, neemt de Raad die persoon, die entiteit of dat lichaam op in de bijlage. De Raad stelt de betrokken persoon of entiteit of het betrokken lichaam in kennis van zijn besluit en van de motivering, hetzij rechtstreeks, indien het adres bekend is, hetzij middels de bekendmaking van een kennisgeving, zodat zij daarover opmerkingen kunnen indienen.

2.   Indien er opmerkingen worden ingediend of substantieel nieuw bewijsmateriaal wordt overgelegd, toetst de Raad zijn besluit en brengt hij de personen, entiteiten of lichamen daarvan op de hoogte.

Artikel 9

De bijlage bevat, wanneer beschikbaar, informatie die door de Veiligheidsraad of het Sanctiecomité is verstrekt, en die nodig is om de betrokken entiteit personen of te kunnen identificeren. Met betrekking tot personen kan die informatie bestaan uit namen, inclusief aliassen, geboortedatum en geboorteplaats, nationaliteit, paspoort- en identiteitskaartnummers, geslacht, adres (indien bekend) en functie of beroep. Met betrekking tot entiteiten kan die informatie namen, plaats en datum van registratie, registratienummer en de plaats van vestiging omvatten. De bijlage vermeldt tevens de datum van aanwijzing door de Veiligheidsraad of door het Sanctiecomité.

Artikel 10

Dit besluit wordt zo nodig herzien, gewijzigd of ingetrokken op basis van door de Veiligheidsraad genomen besluiten.

Artikel 11

Gemeenschappelijk Standpunt 2009/138/GBVB wordt ingetrokken.

Artikel 12

Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt aangenomen.

Gedaan te Luxemburg, 26 april 2010.

Voor de Raad

De voorzitster

C. ASHTON


(1)  PB L 334 van 11.12.2002, blz. 1.

(2)  PB L 46 van 17.2.2009, blz. 73.

(3)  PB L 51 van 2.3.2010, blz. 18.

(4)  PB C 364 van 18.12.2000, blz. 1.


BIJLAGE

LIJST VAN DE IN ARTIKEL 2 BEDOELDE PERSONEN EN ENTITEITEN.

I.   Personen

1.

Yasin Ali Baynah (alias a) Ali, Yasin Baynah, b) Ali, Yassin Mohamed, c) Baynah, Yasin, d) Baynah, Yassin, e) Baynax, Yasiin Cali, f) Beenah, Yasin, g) Beenah, Yassin, h) Beenax, Yasin, i) Beenax, Yassin, j) Benah, Yasin, k) Benah, Yassin, l) Benax, Yassin, m) Beynah, Yasin, n) Binah, Yassin, o) Cali, Yasiin Baynax) Geboren: circa 1966. Nationaliteit: Somalië. Andere nationaliteit: Zweden. Verblijfplaats: Rinkeby, Stockholm, Zweden; Mogadishu, Somalië.

2.

Hassan Dahir Aweys (alias a) Ali, Sheikh Hassan Dahir Aweys, b) Awes, Hassan Dahir, c) Awes, Shaykh Hassan Dahir, d) Aweyes, Hassen Dahir, e) Aweys, Ahmed Dahir, f) Aweys, Sheikh, g) Aweys, Sheikh Hassan Dahir, h) Dahir, Aweys Hassan, i) Ibrahim, Mohammed Hassan, j) OAIS, Hassan Tahir, k) Uways, Hassan Tahir, l) „Hassan, Sheikh”) Geboren: 1935. Burger van: Somalië. Nationaliteit: Somalië. Verblijfplaats: Somalië; Eritrea.

3.

Hassan Abdullah Hersi Al-Turki (alias a) Al-Turki, Hassan, b) Turki, Hassan, c) Turki, Hassan Abdillahi Hersi, d) Turki, Sheikh Hassan, e) Xirsi, Xasan Cabdilaahi, f) Xirsi, Xasan Cabdulle) Geboren: circa 1944. Geboorteplaats: Ogaden-regio, Ethiopië. Nationaliteit: Somalië. Verblijfplaats: Somalië.

4.

Ahmed Abdi aw-Mohamed (alias a) Abu Zubeyr, Muktar Abdirahman, b) Abuzubair, Muktar Abdulrahim, c) Aw Mohammed, Ahmed Abdi, d) Aw-Mohamud, Ahmed Abdi, e) „Godane”, f) „Godani”, g) „Mukhtar, Shaykh”, h) „Zubeyr, Abu”) Geboren: 10 juli 1977. Geboorteplaats: Hargeysa, Somalië. Nationaliteit: Somalië.

5.

Fuad Mohamed Khalaf (alias a) Fuad Mohamed Khalif, b) Fuad Mohamed Qalaf, c) Fuad Mohammed Kalaf, d) Fuad Mohamed Kalaf, e) Fuad Mohammed Khalif, f) Fuad Khalaf, g) Fuad Shongale, h) Fuad Shongole, i) Fuad Shangole, j) Fuad Songale, k) Fouad Shongale, l) Fuad Muhammad Khalaf Shongole) Nationaliteit: Somalië. Verblijfplaats: Mogadishu, Somalië. Alternatieve verblijfplaats: Somalië.

6.

Bashir Mohamed Mahamoud (alias a) Bashir Mohamed Mahmoud, b) Bashir Mahmud Mohammed, c) Bashir Mohamed Mohamud, d) Bashir Mohamed Mohamoud, e) Bashir Yare, f) Bashir Qorgab, g) Gure Gap, h) „Abu Muscab”, i) „Qorgab”) Geboren: circa 1979-1982. Alternatieve geboortedatum: 1982. Nationaliteit: Somalië. Verblijfplaats: Mogadishu, Somalië.

7.

Mohamed Sa’id (alias a) „Atom”, b) Mohamed Sa’id Atom, c) Mohamed Siad Atom) Geboren: circa 1966. Geboorteplaats: Galgala, Somalië. Verblijfplaats: Galgala, Somalië. Alternatieve verblijfplaats: Badhan, Somalië.

8.

Fares Mohammed Mana’a (alias a) Faris Mana’a, b) Fares Mohammed Manaa) Geboren: 8 februari 1965. Geboorteplaats: Sadah, Jemen. Paspoortnummer: 00514146; Plaats van afgifte: Sanaa, Jemen. Identiteitskaart nr.: 1417576. Plaats van afgifte: Al-Amana, Jemen. Datum van uitreiking: 7 januari 1996.

II.   Entiteiten

AL-SHABAAB (ook bekend als a) Al-Shabab, b) Shabaab, c) The Youth, d) Mujahidin Al-Shabaab Movement, e) Mujahideen Youth Movement, f) Mujahidin Youth Movement, g) MYM, h) Harakat Shabab Al-Mujahidin, i) Hizbul Shabaab, j) Hisb’ul Shabaab, k) Al-Shabaab Al-Islamiya, l) Youth Wing, m) Al-Shabaab Al-Islaam, n) Al-Shabaab Al-Jihaad, o) The Unity Of Islamic Youth, p) Harakat Al-Shabaab Al-Mujaahidiin, q) Harakatul Shabaab Al Mujaahidiin, r) Mujaahidiin Youth Movement) Plaats: Somalië.


Top