Kies de experimentele functies die u wilt uitproberen

Dit document is overgenomen van EUR-Lex

Document 32010D0004

    2010/4/EU, Euratom: Besluit van de Commissie van 22 december 2009 waarbij Bulgarije wordt gemachtigd om voor de berekening van de btw-grondslag van de eigen middelen statistische gegevens over eerdere jaren dan het voorlaatste en ramingen te gebruiken (Kennisgeving geschied onder nummer C(2009) 10413)

    PB L 3 van 7.1.2010, blz. 17–18 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Juridische status van het document Van kracht: Dezehandelingisgewijzigd. Huidige geconsolideerde versie: 28/11/2014

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2010/4(1)/oj

    7.1.2010   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 3/17


    BESLUIT VAN DE COMMISSIE

    van 22 december 2009

    waarbij Bulgarije wordt gemachtigd om voor de berekening van de btw-grondslag van de eigen middelen statistische gegevens over eerdere jaren dan het voorlaatste en ramingen te gebruiken

    (Kennisgeving geschied onder nummer C(2009) 10413)

    (Slechts de tekst in de Bulgaarse taal is authentiek)

    (2010/4/EU, Euratom)

    DE EUROPESE COMMISSIE,

    Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie,

    Gelet op Verordening (EEG, Euratom) nr. 1553/89 van de Raad van 29 mei 1989 betreffende de definitieve uniforme regeling voor de inning van de eigen middelen uit de belasting over de toegevoegde waarde (1), en met name op artikel 4, lid 4, en artikel 6, lid 3,

    Na raadpleging van het Raadgevend Comité voor de eigen middelen,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Bulgarije heeft de Commissie verzocht om een machtiging om nationale rekeningen over eerdere jaren dan het voorlaatste en ramingen te mogen gebruiken voor de berekening van de btw-grondslag van de eigen middelen voor handelingen zoals omschreven in punt 10 van bijlage X, deel B, van Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (2).

    (2)

    Bulgarije is niet in staat om de indeling van de handelingen per statistische categorie, zoals bedoeld in artikel 4, lid 4, van Verordening (EEG, Euratom) nr. 1553/89, te baseren op de nationale rekeningen welke betrekking hebben op het voorlaatste jaar dat voorafgaat aan het begrotingsjaar waarvoor de grondslag van de btw-middelen moet worden berekend. Bulgarije moet derhalve worden gemachtigd om nationale rekeningen van eerdere jaren dan het voorlaatste te gebruiken.

    (3)

    Op grond van bijlage VI, afdeling 6 (Belastingen), punt 1, bij de Akte waarbij de Republiek Bulgarije toetreedt tot de Europese Unie (3), wordt Bulgarije gemachtigd een vrijstelling te verlenen voor een categorie handelingen (internationaal personenvervoer) zoals omschreven in bijlage X, deel B, bij Richtlijn 2006/112/EG. Die handelingen moeten in aanmerking worden genomen voor de bepaling van de btw-grondslag van de eigen middelen.

    (4)

    Bulgarije is niet in staat om de btw-middelengrondslag voor sommige categorieën handelingen zoals omschreven in punt 10 van bijlage X, deel B, bij Richtlijn 2006/112/EG precies te berekenen. Een dergelijke berekening zou wellicht een inspanning van de administratie vergen die buiten verhouding staat tot de impact van de betrokken handelingen op de totale btw-middelengrondslag van Bulgarije. Bulgarije kan deze categorie handelingen becijferen aan de hand van ramingen. Bulgarije moet derhalve worden gemachtigd om de btw-middelengrondslag te berekenen aan de hand van ramingen, overeenkomstig artikel 6, lid 3, tweede streepje, van Verordening (EEG, Euratom) nr. 1553/89 van de Raad.

    (5)

    Uit overwegingen van doorzichtigheid en rechtszekerheid is het aangewezen de geldigheidsduur van de machtiging in de tijd te beperken,

    HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Voor de in artikel 4, lid 4, van Verordening (EEG, Euratom) nr. 1553/89 bedoelde indeling per tarief, wordt Bulgarije gemachtigd met ingang van 1 januari 2009 gebruik te maken van gegevens die zijn ontleend aan de nationale rekeningen betreffende het derde of het vierde jaar voorafgaande aan het begrotingsjaar waarvoor de btw-middelengrondslag moet worden berekend.

    Artikel 2

    Bulgarije wordt gemachtigd de grondslag van de btw-middelen met ingang van 1 januari 2009 te berekenen aan de hand van ramingen voor internationaal personenvervoer zoals omschreven in bijlage X, deel B, bij Richtlijn 2006/112/EG.

    Artikel 3

    Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2009 tot 31 december 2013.

    Artikel 4

    Dit besluit is gericht tot de Republiek Bulgarije.

    Gedaan te Brussel, 22 december 2009.

    Voor de Commissie

    Algirdas ŠEMETA

    Lid van de Commissie


    (1)  PB L 155 van 7.6.1989, blz. 9.

    (2)  PB L 347 van 11.12.2006, blz. 1.

    (3)  PB L 157 van 21.6.2005, blz. 289.


    Naar boven