This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32009L0044
Directive 2009/44/EC of the European Parliament and of the Council of 6 May 2009 amending Directive 98/26/EC on settlement finality in payment and securities settlement systems and Directive 2002/47/EC on financial collateral arrangements as regards linked systems and credit claims (Text with EEA relevance)
Richtlijn 2009/44/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 mei 2009 tot wijziging van Richtlijn 98/26/EG betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en Richtlijn 2002/47/EG betreffende financiëlezekerheidsovereenkomsten wat gekoppelde systemen en kredietvorderingen betreft (Voor de EER relevante tekst)
Richtlijn 2009/44/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 mei 2009 tot wijziging van Richtlijn 98/26/EG betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en Richtlijn 2002/47/EG betreffende financiëlezekerheidsovereenkomsten wat gekoppelde systemen en kredietvorderingen betreft (Voor de EER relevante tekst)
PB L 146 van 10.6.2009, p. 37–43
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV) Dit document is verschenen in een speciale editie.
(HR)
In force
Relation | Act | Comment | Subdivision concerned | From | To |
---|---|---|---|---|---|
Modifies | 31998L0026 | toevoeging | Raad 22BIS | 30/06/2009 | |
Modifies | 31998L0026 | afschaffing | Raad 08 | 30/06/2009 | |
Modifies | 31998L0026 | vervanging | artikel 7 | 30/06/2009 | |
Modifies | 31998L0026 | vervanging | artikel 10 | 30/06/2009 | |
Modifies | 31998L0026 | toevoeging | Raad 14BIS | 30/06/2009 | |
Modifies | 31998L0026 | wijziging | artikel 2 | 30/06/2009 | |
Modifies | 31998L0026 | wijziging | artikel 5 | 30/06/2009 | |
Modifies | 31998L0026 | vervanging | artikel 3.1 | 30/06/2009 | |
Modifies | 31998L0026 | toevoeging | artikel 3.4 | 30/06/2009 | |
Modifies | 31998L0026 | vervanging | artikel 4 | 30/06/2009 | |
Modifies | 31998L0026 | vervanging | artikel 9 | 30/06/2009 | |
Modifies | 31998L0026 | wijziging | artikel 1 | 30/06/2009 | |
Modifies | 31998L0026 | afschaffing | Raad 8 | 30/06/2009 | |
Modifies | 32002L0047 | wijziging | artikel 1.5 | 30/06/2009 | |
Modifies | 32002L0047 | toevoeging | Raad 23 | 30/06/2009 | |
Modifies | 32002L0047 | wijziging | artikel 2.1 | 30/06/2009 | |
Modifies | 32002L0047 | wijziging | artikel 2.2 | 30/06/2009 | |
Modifies | 32002L0047 | toevoeging | artikel 5.6 | 30/06/2009 | |
Modifies | 32002L0047 | vervanging | Raad 9 | 30/06/2009 | |
Modifies | 32002L0047 | wijziging | artikel 1.2 | 30/06/2009 | |
Modifies | 32002L0047 | wijziging | artikel 1.4 | 30/06/2009 | |
Modifies | 32002L0047 | wijziging | artikel 3.1 | 30/06/2009 | |
Modifies | 32002L0047 | vervanging | Raad 20 | 30/06/2009 | |
Modifies | 32002L0047 | toevoeging | artikel 3.3 | 30/06/2009 | |
Modifies | 32002L0047 | wijziging | artikel 4.1 | 30/06/2009 | |
Modifies | 32002L0047 | wijziging | artikel 4.2 | 30/06/2009 | |
Modifies | 32002L0047 | toevoeging | artikel 9BIS | 30/06/2009 | |
Modifies | 32002L0047 | afschaffing | artikel 4.3 | 30/06/2009 |
Relation | Act | Comment | Subdivision concerned | From | To |
---|---|---|---|---|---|
Corrected by | 32009L0044R(01) | (HR, RO) |
10.6.2009 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 146/37 |
RICHTLIJN 2009/44/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
van 6 mei 2009
tot wijziging van Richtlijn 98/26/EG betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en Richtlijn 2002/47/EG betreffende financiëlezekerheidsovereenkomsten wat gekoppelde systemen en kredietvorderingen betreft
(Voor de EER relevante tekst)
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 95,
Gezien het voorstel van de Commissie,
Gezien het advies van de Europese Centrale Bank (1),
Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (2),
Handelend volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag (3),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Richtlijn 98/26/EG van het Europees Parlement en de Raad (4) voorzag in een regeling die het definitieve karakter van overboekingsopdrachten en verrekening, alsook de afdwingbaarheid van zakelijke zekerheden garandeerde jegens zowel binnenlandse als buitenlandse deelnemers in betalings- en effectenafwikkelingssystemen. |
(2) |
In het evaluatieverslag van de Commissie van 7 april 2006 betreffende de Finaliteitsrichtlijn 98/26/EG kwam de Commissie tot de conclusie dat Richtlijn 98/26/EG in het algemeen goed functioneert. Voorts werd er in het rapport op gewezen dat er wellicht enkele belangrijke veranderingen op het gebied van betalings- en effectenafwikkelingssystemen onderweg zijn. Tevens werd geconcludeerd dat Richtlijn 98/26/EG op enige punten dient te worden verduidelijkt en vereenvoudigd. |
(3) |
De voornaamste verandering die zich echter heeft voltrokken, is het toenemende aantal koppelingen tussen systemen. Ten tijde van de opstelling van Richtlijn 98/26/EG functioneerden systemen immers gewoonlijk vrijwel uitsluitend op nationale en zelfstandige basis. Deze verandering is een van de gevolgen van Richtlijn 2004/39/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 betreffende markten voor financiële instrumenten (5), alsook van de Europese Gedragscode voor clearing en afwikkeling. Om op deze ontwikkelingen in te spelen, dienen het begrip „interoperabel systeem” en de verantwoordelijkheid van systeemexploitanten te worden verduidelijkt. |
(4) |
Richtlijn 2002/47/EG van het Europees Parlement en de Raad (6) bracht een eenvormig communautair rechtskader voor het grensoverschrijdende gebruik van financiële zekerheden tot stand en voorzag aldus in de afschaffing van het merendeel van de formaliteiten welke gewoonlijk aan zekerheidsovereenkomsten verbonden zijn. |
(5) |
De Europese Centrale Bank heeft besloten dat kredietvorderingen met ingang van 1 januari 2007 als beleenbare activa voor krediettransacties van het Eurosysteem kunnen fungeren. Teneinde het economische effect van het gebruik van kredietvorderingen te maximaliseren, heeft de Europese Centrale Bank aanbevolen de werkingssfeer van Richtlijn 2002/47/EG met deze activa uit te breiden. In het evaluatieverslag van de Commissie van 20 december 2006 over de richtlijn (2002/47/EG) betreffende financiëlezekerheidsovereenkomsten is nader op deze kwestie ingegaan en werd het advies van de Europese Centrale Bank onderschreven. Het gebruik van kredietvorderingen als zekerheid zal in een uitbreiding van het repertoire aan beschikbare zekerheden resulteren. Bovendien zou verdere harmonisatie op het gebied van betalings- en effectenafwikkelingssystemen de gelijke concurrentieverhoudingen tussen kredietinstellingen uit alle lidstaten verder helpen bevorderen. Het verder vergemakkelijken van het gebruik als zekerheid van kredietvorderingen zou ook consumenten en debiteuren ten goede komen omdat zulks uiteindelijk tot scherpere concurrentie en een betere beschikbaarheid van kredieten zou kunnen leiden. |
(6) |
Om het gebruik van kredietvorderingen als zekerheid te faciliteren, is het van belang dat administratieve voorschriften die overdrachten van kredietvorderingen moeilijk uitvoerbaar maken, zoals kennisgevings- en registratieverplichtingen, worden afgeschaft of verboden. Teneinde tevens te voorkomen dat de positie van zekerheidsnemers in het gedrang komt, zouden debiteuren in staat moeten zijn op rechtsgeldige wijze afstand te doen van hun jegens crediteuren geldende rechten tot saldering. Om dezelfde reden moet de debiteur ook de mogelijkheid worden geboden af te zien van de toepassing van de regels inzake het bankgeheim, omdat anders de mogelijkheid bestaat dat de zekerheidsnemer over onvoldoende informatie beschikt om de waarde van de onderliggende kredietvorderingen naar behoren te beoordelen. Deze bepalingen laten Richtlijn 2008/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2008 inzake kredietovereenkomsten voor consumenten onverlet (7). |
(7) |
Aangezien de lidstaten geen gebruik hebben gemaakt van de bij artikel 4, lid 3, van Richtlijn 2002/47/EG geboden mogelijkheid om het recht van toeëigening door de zekerheidsnemer niet te erkennen, dient genoemde bepaling te worden geschrapt. |
(8) |
Richtlijn 98/26/EG en Richtlijn 2002/47/EG moeten daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(9) |
Overeenkomstig punt 34 van het Interinstitutioneel akkoord „Beter wetgeven” (8) worden de lidstaten aangespoord voor zichzelf en in het belang van de Gemeenschap hun eigen tabellen op te stellen, die, voor zover mogelijk, het verband weergeven tussen deze richtlijn en de omzettingsmaatregelen, en deze openbaar te maken, |
HEBBEN DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:
Artikel 1
Wijzigingen in Richtlijn 98/26/EG
Richtlijn 98/26/EEG wordt als volgt gewijzigd:
1. |
overweging 8 wordt geschrapt. |
2. |
de volgende overweging wordt ingevoegd:
|
3. |
de volgende overweging wordt ingevoegd:
|
4. |
artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:
|
5. |
artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:
|
6. |
artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:
|
7. |
artikel 4 wordt vervangen door: „Artikel 4 De lidstaten kunnen bepalen dat een tegen een deelnemer of systeemexploitant van een interoperabel systeem geopende insolventieprocedure niet belet dat middelen of effecten die op de afwikkelingsrekening van die deelnemer beschikbaar zijn gebruikt worden om de verplichtingen van die deelnemer in het systeem of in een interoperabel systeem na te komen, op de werkdag waarop de insolventieprocedure wordt geopend. Bovendien kunnen de lidstaten bepalen dat een met het systeem verbonden kredietfaciliteit van een dergelijke deelnemer, tegen beschikbare zakelijke zekerheden gebruikt wordt om de verplichtingen van die deelnemer in het systeem of in een interoperabel systeem na te komen.”; |
8. |
aan artikel 5 wordt de volgende alinea toegevoegd: „Bij interoperabele systemen stelt elk systeem in zijn eigen regels het tijdstip van onherroepelijkheid zodanig vast dat er zoveel mogelijk voor wordt gezorgd dat de regels van alle betrokken interoperabele sustemen op dit punt gecoördineerd worden. Tenzij zulks in de regels van alle systemen die bij de interoperabele systemen zijn betrokken uitdrukkelijk is bepaald, laten de regels van de andere systemen waarmee een systeem interoperabel is, de in dat systeem gehanteerde regels over het tijdstip van onherroepelijkheid onverlet.”; |
9. |
artikel 7 wordt vervangen door: „Artikel 7 Een insolventieprocedure heeft ten aanzien van de rechten en verplichtingen die voor een deelnemer ingevolge of in verband met zijn deelname aan een systeem ontstaan, geen terugwerkende kracht vóór het tijdstip waarop een insolventieprocedure als omschreven in artikel 6, lid 1, is geopend. Dit geldt onder meer ten aanzien van de rechten en plichten van een deelnemer in een interoperabel systeem of een systeemexploitant van een interoperabel systeem dat geen deelnemer is.”; |
10. |
artikel 9 komt als volgt te luiden: „Artikel 9 1. De rechten van een systeemexploitant of van een deelnemer ten aanzien van zakelijke zekerheden die hun in verband met een systeem of een interoperabel systeem zijn gesteld, en de rechten van de centrale banken van de lidstaten of van de Europese Centrale Bank ten aanzien van zakelijke zekerheden die hun gesteld zijn, worden niet aangetast door een insolventieprocedure tegen:
Ter voldoening van deze rechten mogen die zakelijke zekerheden worden uitgewonnen. 2. Wanneer deelnemers, systeemexploitanten of centrale banken van de lidstaten of de Europese Centrale Bank op de in lid 1 beschreven wijze zakelijke zekerheden in de vorm van effecten of in de vorm van rechten ten aanzien van effecten verkrijgen en wanneer hun recht of dat van een namens hen optredende vertegenwoordiger, agent of derde, ten aanzien van de effecten wettelijk vastgelegd is in een register, rekening of gecentraliseerd effectendepot gelokaliseerd in een lidstaat, wordt de bepaling van de rechten van die personen als houders van zakelijke zekerheden ten aanzien van deze effecten beheerst door het recht van die lidstaat.”; |
11. |
artikel 10 komt als volgt te luiden: „Artikel 10 1. De lidstaten bepalen welke systemen, en respectieve systeemexploitanten, onder het toepassingsgebied van deze richtlijn vallen, melden deze bij de Commissie aan en delen de Commissie mee welke autoriteiten zij overeenkomstig artikel 6, lid 2, hebben aangewezen. De systeemexploitant doet de lidstaat waarvan het recht van toepassing is, mededeling van de deelnemers aan het systeem, eventuele indirecte deelnemers daarbij inbegrepen, alsmede van iedere verandering in het deelnemersbestand. De lidstaten kunnen systemen die onder hun recht vallen, behalve aan de in de tweede alinea bedoelde meldplicht, ook aan toezichts- of goedkeuringsvereisten onderwerpen. Een instelling deelt desgevraagd een ieder die een gerechtvaardigd belang heeft mee aan welke systemen de instelling deelneemt en verstrekt informatie over de belangrijkste regels die gelden voor de werking van die systemen. 2. Een systeem dat als zodanig was aangemerkt vóór de inwerkingtreding van de nationale bepalingen tot uitvoering van Richtlijn 2009/44/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 mei 2009 tot wijziging van Richtlijn 98/26/EG betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en Richtlijn 2002/47/EG betreffende financiëlezekerheidsovereenkomsten wat gekoppelde systemen en kredietvorderingen betreft (12), blijft dit voor de toepassing van de gewijzigde versie van deze richtlijn. Een overboekingsopdracht die in een systeem is ingevoerd vóór de inwerkingtreding van de nationale bepalingen tot uitvoering van Richtlijn 2009/44/EG, maar die na dat tijdstip is afgewikkeld, wordt als overboekingsopdracht in de zin van deze richtlijn beschouwd. |
Artikel 2
Wijzigingen in Richtlijn 2002/47/EG
Richtlijn 2002/47/EG wordt als volgt gewijzigd:
1. |
overweging 9 wordt vervangen door:
|
2. |
overweging 20 wordt vervangen door:
|
3. |
de volgende overweging wordt toegevoegd:
|
4. |
artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:
|
5. |
artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:
|
6. |
artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:
|
7. |
artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:
|
8. |
aan artikel 5 wordt de volgende alinea toegevoegd: „6. Dit artikel is niet van toepassing op kredietvorderingen.”; |
9. |
na artikel 9 wordt het volgende artikel ingevoegd: „Artikel 9 bis Richtlijn 2008/48/EG De bepalingen van deze richtlijn laten Richtlijn 2008/48/EG onverlet.”. |
Artikel 3
Omzetting
1. De lidstaten stellen uiterlijk 30 december 2010 de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast om aan deze richtlijn te voldoen, en maken deze bekend. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onverwijld mede.
Zij passen deze bepalingen toe met ingang van 30 juni 2011.
Wanneer de lidstaten die bepalingen vaststellen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor die verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.
2. De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mede die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.
Artikel 4
Inwerkingtreding
Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag na haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Artikel 5
Addressaten
Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Straatsburg, 6 mei 2009.
Voor het Europees Parlement
De voorzitter
H.-G. PÖTTERING
Voor de Raad
De voorzitter
J. KOHOUT
(1) PB C 216 van 23.8.2008, blz. 1.
(2) Advies van 3 december 2008 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).
(3) Advies van het Europees Parlement van 18 december 2008 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 27 april 2009.
(4) PB L 166 van 11.6.1998, blz. 45.
(5) PB L 145 van 30.4.2004, blz. 1.
(6) PB L 168 van 27.6.2002, blz. 43.
(7) PB L 133 van 22.5.2008, blz. 66.
(8) PB C 321 van 31.12.2003, blz. 1.
(9) PB L 177 van 30.6.2006, blz. 1.
(10) PB L 145 van 30.4.2004, blz. 1.”;
(11) PB L 168 van 27.6.2002, blz. 43.”;
(12) PB L 146 van 10.6.2009, blz. 37.”
(13) PB L 177 van 30.6.2006, blz. 1.”;
(14) PB L 145 van 30.4.2004, blz. 1.
(15) PB L 228 van 11.8.1992, blz. 1.
(16) PB L 345 van 19.12.2002, blz. 1.”;
(17) PB L 133 van 22.5.2008, blz. 66.
(18) PB L 124 van 20.5.2003, blz. 36.”;
(19) PB L 95 van 21.4.1993, blz. 29.”;