Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32007L0011

Richtlijn 2007/11/EG van de Commissie van 21 februari 2007 tot wijziging van bepaalde bijlagen bij de Richtlijnen 86/362/EEG, 86/363/EEG en 90/642/EEG van de Raad wat betreft maximumgehalten aan residuen van acetamiprid, thiacloprid, imazosulfuron, methoxyfenozide, S-metholachloor, milbemectin en tribenuron (Voor de EER relevante tekst )

PB L 63 van 1.3.2007, p. 26–37 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/08/2008; stilzwijgende opheffing door 32005R0396

ELI: http://data.europa.eu/eli/dir/2007/11/oj

1.3.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 63/26


RICHTLIJN 2007/11/EG VAN DE COMMISSIE

van 21 februari 2007

tot wijziging van bepaalde bijlagen bij de Richtlijnen 86/362/EEG, 86/363/EEG en 90/642/EEG van de Raad wat betreft maximumgehalten aan residuen van acetamiprid, thiacloprid, imazosulfuron, methoxyfenozide, S-metholachloor, milbemectin en tribenuron

(Voor de EER relevante tekst)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 86/362/EEG van de Raad van 24 juli 1986 tot vaststelling van maximumgehalten aan residuen van bestrijdingsmiddelen in en op granen (1), en met name op artikel 10,

Gelet op Richtlijn 86/363/EEG van de Raad van 24 juli 1986 tot vaststelling van maximumgehalten aan residuen van bestrijdingsmiddelen in en op levensmiddelen van dierlijke oorsprong (2), en met name op artikel 10,

Gelet op Richtlijn 90/642/EEG van de Raad van 27 november 1990 tot vaststelling van maximumgehalten aan residuen van bestrijdingsmiddelen in en op bepaalde producten van plantaardige oorsprong, met inbegrip van groenten en fruit (3), en met name op artikel 7,

Gelet op Richtlijn 91/414/EEG van de Raad van 15 juli 1991 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen (4), en met name op artikel 4, lid 1, onder f),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De bestaande werkzame stof tribenuron is bij Richtlijn 2005/54/EG van de Commissie (5) opgenomen in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG.

(2)

De volgende nieuwe werkzame stoffen zijn opgenomen in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG: acetamiprid en thiacloprid bij Richtlijn 2004/99/EG van de Commissie (6), imazosulfuron, methoxyfenozide en S-metholachloor bij Richtlijn 2005/3/EG van de Commissie (7), en milbemectin bij Richtlijn 2005/58/EG van de Commissie (8).

(3)

De betrokken werkzame stoffen zijn in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG opgenomen op grond van de evaluatie van de informatie die is verstrekt met betrekking tot het voorgestelde gebruik. Sommige lidstaten hebben informatie betreffende dit gebruik verstrekt overeenkomstig artikel 4, lid 1, onder f), van die richtlijn. De beschikbare informatie is onderzocht en is toereikend om een aantal maximumresidugehalten (MRL's) vast te stellen.

(4)

Wanneer nog geen communautair MRL of voorlopig MRL bestaat, moeten de lidstaten overeenkomstig artikel 4, lid 1, onder f), van Richtlijn 91/414/EEG een nationaal voorlopig MRL vaststellen voordat gewasbeschermingsmiddelen die deze werkzame stoffen bevatten, mogen worden toegelaten.

(5)

In de evaluatieverslagen van de Commissie die werden opgesteld voor de opneming van de desbetreffende werkzame stoffen in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG, is de aanvaardbare dagelijkse inname (ADI) en, zo nodig, de acute referentiedosis (ARfD) voor die stoffen vastgesteld. De blootstelling van consumenten aan met de betrokken werkzame stof behandelde levensmiddelen is geraamd en geëvalueerd volgens de communautaire procedures en methoden. Voorts is rekening gehouden met de door de Wereldgezondheidsorganisatie gepubliceerde richtsnoeren (9) en met het advies van het Wetenschappelijk Comité voor planten (10) over de gebruikte methoden. De conclusie was dat de voorgestelde MRL's niet leiden tot overschrijding van die ADI of ARfD.

(6)

Om ervoor te zorgen dat de consument op adequate wijze wordt beschermd tegen blootstelling aan residuen als gevolg van ongeoorloofd gebruik van gewasbeschermingsmiddelen, moeten voor dergelijke combinaties product/bestrijdingsmiddel voorlopige MRL's worden vastgesteld op de ondergrens van de analytische bepaling.

(7)

De vaststelling op communautair niveau van dergelijke voorlopige MRL's laat onverlet dat de lidstaten overeenkomstig artikel 4, lid 1, onder f), van Richtlijn 91/414/EEG en bijlage VI daarbij voorlopige MRL's voor de betrokken stoffen mogen vaststellen. Een periode van vier jaar wordt voldoende geacht om de ontwikkeling van andere toepassingen van de betrokken werkzame stof mogelijk te maken. Daarna moeten de voorlopige MRL's definitief worden.

(8)

De in de bijlagen bij de Richtlijnen 86/362/EEG, 86/363/EEG en 90/642/EEG opgenomen MRL's moeten daarom worden gewijzigd om te zorgen voor een degelijke bewaking van en controle op dit toepassingsverbod en om de consument te beschermen. Als in de bijlagen bij die richtlijnen reeds MRL's zijn vastgesteld, moeten die worden gewijzigd. Als er nog geen MRL's zijn bepaald, moeten die voor het eerst worden vastgesteld.

(9)

De Richtlijnen 86/362/EEG, 86/363/EEG en 90/642/EEG moeten daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(10)

De in deze richtlijn vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

Richtlijn 86/362/EEG wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage I bij deze richtlijn.

Artikel 2

Richtlijn 86/363/EEG wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage II bij deze richtlijn.

Artikel 3

Richtlijn 90/642/EEG wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage III bij deze richtlijn.

Artikel 4

1.   De lidstaten dienen uiterlijk op 1 september 2007 de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast te stellen en bekend te maken om aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onverwijld mee, alsmede een tabel ter weergave van het verband tussen die bepalingen en deze richtlijn.

Zij passen die bepalingen toe vanaf 2 september 2007.

Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor die verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

2.   De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mee die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

Artikel 5

Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 6

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 21 februari 2007.

Voor de Commissie

Markos KYPRIANOU

Lid van de Commissie


(1)  PB L 221 van 7.8.1986, blz. 37. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2006/92/EG van de Commissie (PB L 311 van 10.11.2006, blz. 31).

(2)  PB L 221 van 7.8.1986, blz. 43. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2006/62/EG van de Commissie (PB L 206 van 27.7.2006, blz. 27).

(3)  PB L 350 van 14.12.1990, blz. 71. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2006/92/EG van de Commissie.

(4)  PB L 230 van 19.8.1991, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2006/136/EG van de Commissie (PB L 349 van 12.12.2006, blz. 42).

(5)  PB L 244 van 20.9.2005, blz. 21.

(6)  PB L 309 van 6.10.2004, blz. 6.

(7)  PB L 20 van 22.1.2005, blz. 19.

(8)  PB L 246 van 22.9.2005, blz. 17.

(9)  Richtsnoeren voor het voorspellen van de opname via de voeding van residuen van bestrijdingsmiddelen (herziene versie), opgesteld door GEMS/voedselprogramma in samenwerking met het Codex-comité voor residuen van bestrijdingsmiddelen, gepubliceerd door de Wereldgezondheidsorganisatie, 1997 (WHO/FSF/FOS/97.7).

(10)  Opinion of the Scientific Committee on Plants regarding questions relating to amending the annexes to Council Directives 86/362/EEC, 86/363/EEC and 90/642/EEC (advies van het Wetenschappelijk Comité voor planten van 14 juli 1998) (http://europa.eu.int/comm/food/fs/sc/index_en.html).


BIJLAGE I

In deel A van bijlage II bij Richtlijn 86/362/EEG worden de volgende regels voor acetamiprid, thiacloprid, imazosulfuron, methoxyfenozide, S-metholachloor, milbemectin, thiacloprid en tribenuron toegevoegd:

Residuen van bestrijdingsmiddelen

Maximumgehalte in mg/kg

„Acetamiprid

0,01 (1)  (2)

Granen

Imazosulfuron

0,01 (1)  (2)

Granen

Methoxyfenozide

0,05 (1)  (2)

Granen

Metholachloor, inclusief andere mengsels van samenstellende isomeren, waaronder S-metolachloor (som van de isomeren)

0,05 (1)  (2)

Granen

Som van MA4 + 8,9Z-MA4, uitgedrukt als milbemectin

0,05 (1)  (2)

Granen

Thiacloprid

0,02 (1)  (2)

Granen

Tribenuron — methyl

0,01 (1)  (2)

Granen


(1)  Geeft de ondergrens van de analytische bepaling aan.

(2)  

(p)

Geeft aan dat het maximumresidugehalte voorlopig is vastgesteld overeenkomstig artikel 4, lid 1, onder f), van Richtlijn 91/414/EEG: behoudens wijzigingen wordt dit gehalte definitief met ingang van 21 maart 2011.”


BIJLAGE II

In deel A van bijlage II bij Richtlijn 86/363/EEG worden de volgende regels voor acetamiprid, methoxyfenozide en thiachloprid toegevoegd:

 

Maximumgehalte in mg/kg

Residuen van bestrijdingsmiddelen

voor vlees met inbegrip van vet, vleesbereidingen, eetbare slachtafvallen en dierlijke vetten, vermeld in bijlage I onder de posten ex 0201, 0202, 0203, 0204, 0205 00 00, 0206, 0207, ex 0208, 0209 00, 0210, 1601 00 en 1602

voor melk en melkproducten, vermeld in bijlage I onder de posten 0401, 0402, 0405 00 en 0406

voor verse eieren uit de schaal, voor vogeleieren en eigeel, vermeld in bijlage I onder de posten 0407 00 en 0408

„Acetamiprid en IM-2-1 metaboliet

vlees 0,05 (1)  (2); lever 0,1 (2); nieren 0,2 (2); vet 0,05 (1)  (2); andere 0,05 (1)  (2)

0,05 (1)  (2)

0,05 (1)  (2)

Methoxyfenoxide

0,01 (1)  (2)

0,01 (1)  (2)

0,01 (1)  (2)

Thiacloprid

vlees 0,05 (2); lever 0,3 (2); nieren 0,3 (2); vet 0,05 (2); andere 0,01 (1)  (2)

0,03 (2)

0,01 (1)  (2)


(1)  Geeft de ondergrens van de analytische bepaling aan.

(2)  

(p)

Geeft aan dat het maximumresidugehalte voorlopig is vastgesteld overeenkomstig artikel 4, lid 1, onder f), van Richtlijn 91/414/EEG: behoudens wijzigingen wordt dit gehalte definitief met ingang van 21 maart 2011.”


BIJLAGE III

In deel A van bijlage II bij Richtlijn 90/642/EEG worden de volgende regels voor acetamiprid, thiacloprid, imazosulfuron, methoxyfenozide, S-metholachloor, milbemectin en tribenuron toegevoegd:

Residuen van bestrijdingsmiddelen en maximumgehalten aan residuen (mg/kg)

Groepen en voorbeelden van afzonderlijke producten waarop de maximumgehalten aan residuen van bestrijdingsmiddelen van toepassing zijn

Acetamiprid

Imazosulfuron

Methoxyfenozide

Som van MA4 + 8,9Z-MA4, uitgedrukt als milbemectin

Metholachloor, inclusief andere mengsels van samenstellende isomeren, waaronder S-metolachloor (som van de isomeren)

Thiacloprid

Tribenuron — methyl

„1.

FRUIT, vers, gedroogd of ongekookt, bevroren, zonder toegevoegde suiker; noten

 

0,01 (1)  (2)

 

 

0,05 (1)  (2)

 

0,01 (1)  (2)

i)

CITRUSVRUCHTEN

1 (2)

 

1 (2)

0,05 (1)  (2)

 

0,02 (1)  (2)

 

Grapefruits

 

 

 

 

 

 

 

Citroenen

 

 

 

 

 

 

 

Limoenen

 

 

 

 

 

 

 

Mandarijnen (inclusief clementines en andere kruisingen)

 

 

 

 

 

 

 

Sinaasappelen

 

 

 

 

 

 

 

Pomelo’s

 

 

 

 

 

 

 

Andere

 

 

 

 

 

 

 

ii)

NOTEN (al dan niet in de dop, schil of schaal)

0,01 (1)  (2)

 

0,02 (1)  (2)

0,1 (1)  (2)

 

0,02 (1)  (2)

 

Amandelen

 

 

 

 

 

 

 

Paranoten

 

 

 

 

 

 

 

Cashewnoten

 

 

 

 

 

 

 

Kastanjes

 

 

 

 

 

 

 

Kokosnoten

 

 

 

 

 

 

 

Hazelnoten

 

 

 

 

 

 

 

Macadamianoten

 

 

 

 

 

 

 

Pecannoten

 

 

 

 

 

 

 

Pijnboompitten

 

 

 

 

 

 

 

Pistaches (pimpernoten)

 

 

 

 

 

 

 

Walnoten

 

 

 

 

 

 

 

Andere

 

 

 

 

 

 

 

iii)

PITVRUCHTEN

0,1 (2)

 

2 (2)

0,05 (1)  (2)

 

0,3 (2)

 

Appelen

 

 

 

 

 

 

 

Peren

 

 

 

 

 

 

 

Kweeperen

 

 

 

 

 

 

 

Andere

 

 

 

 

 

 

 

iv)

STEENVRUCHTEN

 

 

 

0,05 (1)  (2)

 

 

 

Abrikozen

0,1 (2)

 

 

 

 

0,3 (2)

 

Kersen

0,2 (2)

 

 

 

 

0,3 (2)

 

Perziken (inclusief nectarines en soortgelijke kruisingen)

0,1 (2)

 

0,3 (2)

 

 

0,3 (2)

 

Pruimen

0,02

 

 

 

 

0,1 (2)

 

Andere

0,01 (1)  (2)

 

0,02 (1)  (2)

 

 

0,02 (1)  (2)

 

v)

BESVRUCHTEN EN KLEIN FRUIT

0,01 (1)  (2)

 

 

0,05 (1)  (2)

 

 

 

a)

Tafel- en wijndruiven

 

 

1 (2)

 

 

0,02 (1)  (2)

 

Tafeldruiven

 

 

 

 

 

 

 

Wijndruiven

 

 

 

 

 

 

 

b)

Aardbeien (andere dan bosaardbeien)

 

 

0,02 (1)  (2)

 

 

0,5 (2)

 

c)

Rubussoorten (andere dan wilde vruchten)

 

 

0,02 (1)  (2)

 

 

1 (2)

 

Bramen

 

 

 

 

 

 

 

Dauwbramen

 

 

 

 

 

 

 

Loganbessen

 

 

 

 

 

 

 

Frambozen

 

 

 

 

 

 

 

Andere

 

 

 

 

 

 

 

d)

Ander klein fruit en besvruchten (voor zover niet wild)

 

 

0,02 (1)  (2)

 

 

1 (2)

 

Blauwe bosbessen

 

 

 

 

 

 

 

Veenbessen

 

 

 

 

 

 

 

Aalbessen (rood, zwart en wit)

 

 

 

 

 

 

 

Kruisbessen

 

 

 

 

 

 

 

Andere

 

 

 

 

 

 

 

e)

Wilde besvruchten en wilde vruchten

 

 

0,02 (1)  (2)

 

 

0,02 (1)  (2)

 

vi)

DIVERSE VRUCHTEN

0,01 (1)  (2)

 

 

0,05 (1)  (2)

 

0,02 (1)  (2)

 

Avocado’s

 

 

 

 

 

 

 

Bananen

 

 

 

 

 

 

 

Dadels

 

 

 

 

 

 

 

Vijgen

 

 

 

 

 

 

 

Kiwi’s

 

 

1 (2)

 

 

 

 

Kumquats

 

 

 

 

 

 

 

Lychees

 

 

 

 

 

 

 

Mango’s

 

 

 

 

 

 

 

Olijven (tafelolijven)

 

 

 

 

 

 

 

Olijven (olieproductie)

 

 

 

 

 

 

 

Papaja’s

 

 

 

 

 

 

 

Passievruchten

 

 

 

 

 

 

 

Ananassen

 

 

 

 

 

 

 

Granaatappels

 

 

 

 

 

 

 

Andere

 

 

0,02 (1)  (2)

 

 

 

 

2.

Groenten, vers of ongekookt, bevroren of gedroogd

 

0,01 (1)  (2)

 

0,05 (1)  (2)

0,05 (1)  (2)

 

0,01 (1)  (2)

i)

WORTEL- EN KNOLGEWASSEN

0,01 (1)  (2)

 

0,02 (1)  (2)

 

 

0,02 (1)  (2)

 

Rode bieten

 

 

 

 

 

 

 

Wortelen

 

 

 

 

 

 

 

Cassave

 

 

 

 

 

 

 

Knolselderij

 

 

 

 

 

 

 

Mierikswortel (peperwortel)

 

 

 

 

 

 

 

Aardperen (topinamboers)

 

 

 

 

 

 

 

Pastinaken

 

 

 

 

 

 

 

Wortelpeterselie

 

 

 

 

 

 

 

Radijzen

 

 

 

 

 

 

 

Schorseneren

 

 

 

 

 

 

 

Bataten (zoete aardappelen)

 

 

 

 

 

 

 

Koolrapen

 

 

 

 

 

 

 

Rapen

 

 

 

 

 

 

 

Yams

 

 

 

 

 

 

 

Andere

 

 

 

 

 

 

 

ii)

BOLGEWASSEN

0,01 (1)  (2)

 

0,02 (1)  (2)

 

 

0,02 (1)  (2)

 

Knoflook

 

 

 

 

 

 

 

Uien

 

 

 

 

 

 

 

Sjalotten

 

 

 

 

 

 

 

Bosuien

 

 

 

 

 

 

 

Andere

 

 

 

 

 

 

 

iii)

VRUCHTGROENTEN

 

 

 

 

 

 

 

a)

Solanaceae

 

 

 

 

 

 

 

Tomaten

0,1 (2)

 

2 (2)

 

 

0,5 (2)

 

Pepers (paprika’s)

0,3 (2)

 

1 (2)

 

 

1 (2)

 

Aubergines

0,1 (2)

 

0,5 (2)

 

 

0,5 (2)

 

Okra’s

 

 

 

 

 

 

 

Andere

0,01 (1)  (2)

 

0,02 (1)  (2)

 

 

0,02 (1)  (2)

 

b)

Cucurbitaceae met eetbare schil

0,3 (2)

 

0,02 (1)  (2)

 

 

0,3 (2)

 

Komkommers

 

 

 

 

 

 

 

Augurken

 

 

 

 

 

 

 

Courgettes

 

 

 

 

 

 

 

Andere

 

 

 

 

 

 

 

c)

Cucurbitaceae met niet-eetbare schil

0,01 (1)  (2)

 

0,02 (1)  (2)

 

 

 

 

Meloenen

 

 

 

 

 

0,2 (2)

 

Pompoenen

 

 

 

 

 

 

 

Watermeloenen

 

 

 

 

 

0,2 (2)

 

Andere

 

 

 

 

 

0,02 (1)  (2)

 

d)

Suikermais

0,01 (1)  (2)

 

0,02 (1)  (2)

 

 

0,02 (1)  (2)

 

iv)

KOOLSOORTEN

0,01 (1)  (2)

 

0,02 (1)  (2)

 

 

0,02 (1)  (2)

 

a)

Bloemkoolachtigen

 

 

 

 

 

 

 

Broccoli

 

 

 

 

 

 

 

Bloemkool

 

 

 

 

 

 

 

Andere

 

 

 

 

 

 

 

b)

Sluitkoolachtigen

 

 

 

 

 

 

 

Spruitjes

 

 

 

 

 

 

 

Sluitkool

 

 

 

 

 

 

 

Andere

 

 

 

 

 

 

 

c)

Bladkoolachtigen

 

 

 

 

 

 

 

Chinese kool

 

 

 

 

 

 

 

Boerenkool

 

 

 

 

 

 

 

Andere

 

 

 

 

 

 

 

d)

Koolrabi

 

 

 

 

 

 

 

v)

BLADGROENTEN EN VERSE KRUIDEN

 

 

0,02 (1)  (2)

 

 

 

 

a)

Sla en dergelijke

 

 

 

 

 

2 (2)

 

Tuinkers

 

 

 

 

 

 

 

Veldsla

5

 

 

 

 

 

 

Sla

5

 

 

 

 

 

 

Andijvie

 

 

 

 

 

 

 

Rucola

 

 

 

 

 

 

 

Bladeren en stengels van koolsoorten

 

 

 

 

 

 

 

Andere

0,01 (1)  (2)

 

 

 

 

 

 

b)

Spinazie en dergelijke

0,01 (1)  (2)

 

 

 

 

0,02 (1)  (2)

 

Spinazie

 

 

 

 

 

 

 

Snijbiet

 

 

 

 

 

 

 

Andere

 

 

 

 

 

 

 

c)

Waterkers

0,01 (1)  (2)

 

 

 

 

0,02 (1)  (2)

 

d)

Witlof

0,01 (1)  (2)

 

 

 

 

0,02 (1)  (2)

 

e)

Kruiden

0,01 (1)  (2)

 

 

 

 

3 (2)

 

Kervel

 

 

 

 

 

 

 

Bieslook

 

 

 

 

 

 

 

Peterselie

 

 

 

 

 

 

 

Bladselderij

 

 

 

 

 

 

 

Andere

 

 

 

 

 

 

 

vi)

PEULGROENTEN (vers)

0,01 (1)  (2)

 

 

 

 

 

 

Bonen (met peul)

 

 

0,2 (2)

 

 

1 (2)

 

Bonen (zonder peul)

 

 

 

 

 

 

 

Erwten (met peul)

 

 

 

 

 

 

 

Erwten (zonder peul)

 

 

 

 

 

 

 

Andere

 

 

0,02 (1)  (2)

 

 

0,02 (1)  (2)

 

vii)

STENGELGROENTEN (vers)

0,01 (1)  (2)

 

0,02 (1)  (2)

 

 

0,02 (1)  (2)

 

Asperges

 

 

 

 

 

 

 

Kardoen

 

 

 

 

 

 

 

Bleekselderij

 

 

 

 

 

 

 

Knolvenkel

 

 

 

 

 

 

 

Artisjokken

 

 

 

 

 

 

 

Prei

 

 

 

 

 

 

 

Rabarber

 

 

 

 

 

 

 

Andere

 

 

 

 

 

 

 

viii)

FUNGI

0,01 (1)  (2)

 

0,02 (1)  (2)

 

 

0,02 (1)  (2)

 

a)

Gekweekte paddenstoelen

 

 

 

 

 

 

 

b)

Wilde paddenstoelen

 

 

 

 

 

 

 

3.

Peulvruchten

0,01 (1)  (2)

0,01 (1)  (2)

0,02 (1)  (2)

0,05 (1)  (2)

0,05 (1)  (2)

0,02 (1)  (2)

0,01 (1)  (2)

Bonen

 

 

 

 

 

 

 

Linzen

 

 

 

 

 

 

 

Erwten

 

 

 

 

 

 

 

Lupinen

 

 

 

 

 

 

 

Andere

 

 

 

 

 

 

 

4.

Oliehoudende Zaden

 

0,01 (1)  (2)

 

0,1 (1)  (2)

0,1 (1)  (2)

 

0,01 (1)  (2)

Lijnzaad

 

 

 

 

 

 

 

Pinda’s

 

 

 

 

 

 

 

Papaverzaad

 

 

 

 

 

 

 

Sesamzaad

 

 

 

 

 

 

 

Zonnebloempitten

 

 

 

 

 

 

 

Kool- en raapzaad

 

 

 

 

 

0,3 (2)

 

Sojabonen

 

 

2 (2)

 

 

 

 

Mosterdzaad

 

 

 

 

 

 

 

Katoenzaad

0,02

 

2 (2)

 

 

 

 

Hennepzaad

 

 

 

 

 

 

 

Andere

0,01 (1)  (2)

 

0,05 (1)  (2)

 

 

0,05 (1)  (2)

 

5.

Aardappelen

0,01 (1)  (2)

0,01 (1)  (2)

0,02 (1)  (2)

0,05 (1)  (2)

0,05 (1)  (2)

0,02 (1)  (2)

0,01 (1)  (2)

Vroege aardappelen

 

 

 

 

 

 

 

Bewaaraardappelen

 

 

 

 

 

 

 

6.

Thee (gedroogde bladeren en stengels, al dan niet gefermenteerd, van Camellia sinensis)

0,1 (1)  (2)

0,02 (1)

0,05 (1)  (2)

0,1 (1)  (2)

0,1 (1)  (2)

0,05 (1)  (2)

0,02 (1)

7.

Hop (gedroogd), inclusief hoppellets en niet-geconcentreerd poeder

0,1 (1)  (2)

0,02 (1)

0,05 (1)  (2)

0,1 (1)  (2)

0,1 (1)  (2)

0,05 (1)  (2)

0,02 (1)


(1)  Geeft de ondergrens van de analytische bepaling aan.

(2)  

(p)

Geeft aan dat het maximumresidugehalte voorlopig is vastgesteld overeenkomstig artikel 4, lid 1, onder f), van Richtlijn 91/414/EEG: behoudens wijzigingen wordt dit gehalte definitief met ingang van 21 maart 2011.”


Top