This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32003R1943
Commission Regulation (EC) No 1943/2003 of 3 November 2003 laying down rules for the application of Council Regulation (EC) No 2200/96 as regards aid to producer groups granted preliminary recognition
Verordening (EG) nr. 1943/2003 van de Commissie van 3 november 2003 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 2200/96 van de Raad inzake de steun aan voorlopig erkende telersgroepen
Verordening (EG) nr. 1943/2003 van de Commissie van 3 november 2003 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 2200/96 van de Raad inzake de steun aan voorlopig erkende telersgroepen
PB L 286 van 4.11.2003, p. 5–9
(ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV) Dit document is verschenen in een speciale editie.
(CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL, BG, RO)
No longer in force, Date of end of validity: 31/12/2007; opgeheven door 32007R1580
Relation | Act | Comment | Subdivision concerned | From | To |
---|---|---|---|---|---|
Repeal | 31998R0020 |
Relation | Act | Comment | Subdivision concerned | From | To |
---|---|---|---|---|---|
Corrected by | 32003R1943R(01) | (DA, DE, EL, EN, ES, FI, IT, NL, PT, SV) | |||
Modified by | 32004R2113 | wijziging | artikel 8.2 | 14/12/2004 | |
Modified by | 32004R2113 | vervanging | titel artikel 4 | 14/12/2004 | |
Modified by | 32005R0222 | toevoeging | artikel 3.3 | 14/02/2005 | |
Repealed by | 32007R1580 |
Verordening (EG) nr. 1943/2003 van de Commissie van 3 november 2003 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 2200/96 van de Raad inzake de steun aan voorlopig erkende telersgroepen
Publicatieblad Nr. L 286 van 04/11/2003 blz. 0005 - 0009
Verordening (EG) nr. 1943/2003 van de Commissie van 3 november 2003 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 2200/96 van de Raad inzake de steun aan voorlopig erkende telersgroepen DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, Gelet op Verordening (EG) nr. 2200/96 van de Raad van 28 oktober 1996 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector groenten en fruit(1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 47/2003 van de Commissie(2), en met name op artikel 48, Overwegende hetgeen volgt: (1) In het licht van de ervaring die de laatste jaren is opgedaan, moet Verordening (EG) nr. 20/98 van de Commissie van 7 januari 1998 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 2200/96 van de Raad inzake de steun aan voorlopige erkende telersverenigingen(3), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 983/2000(4), worden gewijzigd. Duidelijkheidshalve en uit rationaliteitsoverwegingen dient die verordening door een nieuwe verordening te worden vervangen. (2) Bijgevolg moet Verordening (EG) nr. 20/98 worden ingetrokken. (3) Artikel 14 van Verordening (EG) nr. 2200/96 voorziet in een overgangsperiode van ten hoogste vijf jaar om nieuwe telersgroepen in staat te stellen te voldoen aan de in artikel 11 van die verordening vastgestelde erkenningsvoorwaarden. De voorwaarden voor de voorlopige erkenning van telersgroepen zijn vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1432/2003 van de Commissie(5). (4) Om de oprichting van telersgroepen te bevorderen is in artikel 14 van Verordening (EG) nr. 2200/96 ook bepaald dat de lidstaten aan voorlopig erkende telersgroepen gedurende een periode van vijf jaar volgende op hun voorlopige erkenning twee soorten steun kunnen toekennen, namelijk enerzijds steun voor hun oprichting en administratieve werking, en anderzijds steun ter financiering van een gedeelte van de investeringen die voor de erkenning noodzakelijk zijn en daarom in het erkenningsprogramma van de betrokken telersgroep zijn opgenomen. (5) Om een correcte toepassing van de steunregeling ter dekking van de oprichtingskosten en de kosten van administratieve werking te vergemakkelijken, dient de betrokken steun op forfaitaire basis te worden toegekend. In verband met de beperkte begrotingsmiddelen moet voor deze forfaitaire steun een maximum gelden. Bovendien moet, om rekening te houden met de uiteenlopende financiële behoeften van telersgroepen van verschillende omvang, deze forfaitaire steun worden gedifferentieerd naar gelang van de verkoopbare productie van de telersgroepen. (6) Voor een gelijke behandeling van de in artikel 11 van Verordening (EG) nr. 2200/96 bedoelde telersverenigingen en de in artikel 14 van die verordening bedoelde telersgroepen moet de steun die wordt bedoeld in artikel 2 van Verordening (EG) nr. 2201/96 van de Raad van 28 oktober 1996 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector verwerkte producten op basis van groenten en fruit(6), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 453/2002 van de Commissie(7), en in artikel 1 van Verordening (EG) nr. 2202/96 van de Raad van 28 oktober 1996 tot invoering van een steunregeling voor telers van bepaalde citrussoorten(8), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2699/2000(9), aan de passende waarde van de verkochte productie worden toegevoegd zoals bepaald in artikel 3 van Verordening (EG) nr. 1433/2003 van de Commissie van 11 augustus 2003 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Verordening (EG) nr. 2200/96 van de Raad voor wat de actiefondsen, de operationele programma's en de toekenning van financiële steun betreft(10). (7) Een natuurramp kan een forse daling van de verkochte productie in een bepaald jaar tot gevolg hebben. Om in dergelijke gevallen te voorkomen dat de communautaire steun aan de voorlopig erkende telersgroepen zo sterk wordt verlaagd dat het functioneren van die groepen in gevaar kan komen, dient een grens te worden gesteld aan de mate waarin de daling van de verkochte productie in aanmerking wordt genomen voor de berekening van de steun. Deze grens dient te worden bepaald aan de hand van de gemiddelde fysieke opbrengst en de gemiddelde prijs die in de drie jaren vóór het rampjaar door de voorlopig erkende telersgroep of haar leden werden gerealiseerd, en dient zo te worden vastgesteld dat rekening wordt gehouden met normale productieschommelingen als gevolg van de weersomstandigheden. (8) Voor een correcte toepassing van de steun waarin deze verordening voorziet, dient de lidstaat na te gaan of de toekenning van steun gerechtvaardigd is, waarbij hij rekening moet houden met eventuele eerdere aanloopsteun aan de telersgroep en met de eventuele overgang van telers tussen telersgroepen en/of -verenigingen. Ook moeten de lidstaten voorkomen dat voor maatregelen die in het kader van deze verordening door de Gemeenschap financieel worden gesteund, andere communautaire of nationale steun wordt toegekend. (9) Bij een fusie moet de steun aan de uit de fusie voortgekomen telersgroep kunnen worden verleend om rekening te houden met de financiële behoeften van de nieuwe telersgroep en voor een correcte toepassing van de steunregeling te zorgen. (10) De steun waarin deze verordening voorziet, moet worden beëindigd bij erkenning van de telersgroep door de lidstaat. In verband met de meerjarige financiering van investeringen kunnen investeringen waarvoor op grond van deze verordening investeringssteun wordt toegekend, echter worden opgenomen in de in artikel 15 van Verordening (EG) nr. 2200/96 bedoelde operationele programma's. (11) Artikel 14, lid 7, van Verordening (EG) nr. 2200/96 voorziet in een bijzondere regeling voor Portugal. Er moeten bepalingen worden vastgesteld om te garanderen dat die bijzondere regeling in acht wordt genomen. De bepalingen betreffende de vaststelling van de waarde van de verkochte productie in geval van een natuurramp dienen ook voor Portugal te gelden. (12) Wegens de ruime bevoegdheden en initiatiefmogelijkheden van de telersgroepen moeten strikte controleprocedures en strenge sancties bij overtreding worden vastgesteld. Eenvoudigheidshalve en uit rationaliteitsoverwegingen dienen de sancties te worden toegepast die zijn vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1433/2003. (13) De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor verse groenten en fruit, HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD: Artikel 1 Toepassingsgebied Bij deze verordening worden de uitvoeringsbepalingen vastgesteld inzake de toekenning van de in artikel 14, lid 2, van Verordening (EG) nr. 2200/96 bedoelde steun aan voorlopig erkende telersgroepen. Artikel 2 Definities 1. In deze verordening wordt onder "verkochte productie" verstaan de productie van de leden van een telersgroep in de categorie producten waarvoor de voorlopige erkenning is verleend: i) die aan de betrokken telersgroep is geleverd en daadwerkelijk door die telersgroep in verse of verwerkte staat is verkocht, ii) die na toestemming van de betrokken telersgroep overeenkomstig artikel 11, lid 1, onder c), punt 3, tweede alinea, tweede en derde streepje, van Verordening (EG) nr. 2200/96 is verkocht. De productie omvat het in artikel 2 van Verordening (EG) nr. 2201/96 en in artikel 1 van Verordening (EG) nr. 2202/96 bedoelde steunbedrag dat de telersgroepen hebben ontvangen voor dezelfde jaar- of halfjaarperiode als die welke in artikel 3 wordt bedoeld. De verkochte productie omvat niet de productie van leden van andere telersverenigingen of -groepen die overeenkomstig artikel 11, lid 1, onder c), punt 3, tweede alinea, tweede en derde streepje, van Verordening (EG) nr. 2200/96 via de betrokken telersgroep is verkocht. 2. In deze verordening wordt onder "waarde van de verkochte productie" verstaan de waarde van de verkochte productie in het stadium "af telersgroep", in voorkomend geval als "verpakt of bereid, maar onverwerkt product". 3. In geval van een door de bevoegde nationale autoriteiten erkende natuurramp wordt de verkochte productie geacht ten minste 70 % te bedragen van een theoretisch gemiddelde dat gelijk is aan de tot de voorlopig erkende telersgroep behorende oppervlakte die gedurende het rampjaar met het betrokken product is beteeld, vermenigvuldigd met de gemiddelde fysieke opbrengst en de gemiddelde prijs die tijdens de drie jaren voorafgaande aan het rampjaar voor dat product zijn gerealiseerd - door de telersgroep of haar leden of, - indien de lidstaat aldus beslist, in hetzelfde productiegebied. Artikel 3 Financiering van erkenningsprogramma's 1. De in artikel 14, lid 2, onder a), van Verordening (EG) nr. 2200/96 bedoelde steun voor de oprichtingskosten en de kosten van de administratieve werking van de telersgroep wordt toegekend in de vorm van forfaitaire steun. 2. De in lid 1 bedoelde steun wordt voor elke telersgroep bepaald op basis van haar waarde van de verkochte productie en: a) bedraagt voor het eerste, het tweede, het derde, het vierde en het vijfde jaar respectievelijk 5 %, 5 %, 4 %, 3 % en 2 % van het deel van de waarde van de verkochte productie binnen de grenzen van 1000000 EUR; b) bedraagt voor het eerste, het tweede, het derde, het vierde en het vijfde jaar respectievelijk 2,5 %, 2,5 %, 2,0 %, 1,5 % en 1,5 % van het deel van de waarde van de verkochte productie dat hoger is dan 1000000 EUR; c) bedraagt maximaal per telersgroep: - 100000 EUR voor het eerste jaar, - 100000 EUR voor het tweede jaar, - 80000 EUR voor het derde jaar, - 60000 EUR voor het vierde jaar, - 50000 EUR voor het vijfde jaar; d) wordt uitbetaald: - in jaar- of halfjaartranches aan het einde van elke jaar- of halfjaarperiode voor de uitvoering van het erkenningsprogramma of - in tranches die betrekking hebben op een deel van een jaarperiode, wanneer de erkenning op grond van artikel 11 van Verordening (EG) nr. 2200/96 plaatsvindt vóór het einde van een jaarperiode. Voor de berekening van de in de eerste alinea, onder d), bedoelde tranches mogen de lidstaten, als dit voor controledoeleinden noodzakelijk is, uitgaan van de verkochte productie in een andere periode dan die waarvoor de tranche wordt uitbetaald. Het faseverschil tussen de voor de berekening gebruikte periode en de eigenlijke periode waarvoor de tranche wordt uitbetaald, moet kleiner zijn dan de duur van die eigenlijke periode. Artikel 4 Speciale leningen 1. De in artikel 14, lid 2, onder b), van Verordening (EG) nr. 2200/96 bedoelde steun wordt rechtstreeks of via kredietinstellingen toegekend in de vorm van speciale leningen ter financiering van een gedeelte van de investeringskosten die verband houden met de uitvoering van de maatregelen die in het in artikel 16 van Verordening (EG) nr. 1432/2003 bedoelde erkenningsprogramma zijn vermeld. Investeringen die op het gebied van de andere economische activiteiten van de telersgroep tot vervalsing van de mededinging kunnen leiden, zijn van deze steun uitgesloten. 2. Investeringen die direct of indirect andere economische activiteiten van de telersgroep ten goede komen, worden gefinancierd naar evenredigheid van hun gebruik voor de sectoren of producten waarvoor de voorlopige erkenning van de telersgroep geldt. Artikel 5 Steunaanvraag 1. De telersgroepen dienen voor de in de artikelen 3 en 4 bedoelde steun één enkele aanvraag in binnen drie maanden na het einde van elk van de in artikel 3, lid 2, onder d), bedoelde jaarperioden. 2. Elke steunaanvraag gaat vergezeld van een schriftelijke verklaring van de telersgroep dat zij: a) Verordening (EG) nr. 2200/96, Verordening (EG) nr. 1432/2003 en de onderhavige verordening naleeft en verder zal naleven; b) voor de maatregelen en/of acties die op grond van de onderhavige verordening door de Gemeenschap worden gesteund, geen andere directe of indirecte nationale of communautaire financiële steun heeft ontvangen, ontvangt noch zal ontvangen. 3. De lidstaten betalen de steun uit binnen zes maanden na ontvangst van de volledige aanvraag. Artikel 6 Subsidiabiliteit De lidstaten beoordelen of de telersgroepen recht op steun op grond van deze verordening hebben om zich ervan te vergewissen dat de toekenning van steun gerechtvaardigd is; daarbij houden zij rekening met de voorwaarden en de datum van eventuele vroegere overheidssteun aan de telersverenigingen of telersgroepen waarvan de leden van de betrokken telersgroep afkomstig zijn, alsmede met de eventuele overgang van leden tussen telersverenigingen en telersgroepen. Artikel 7 Communautaire steun De uitgaven van de lidstaten voor de in de artikelen 3 en 4 bedoelde steun komen in aanmerking voor een bijdrage uit het EOGFL, afdeling Garantie. Artikel 8 Bijdrage van de Gemeenschap 1. De bijdrage van de Gemeenschap in de financiering van de in artikel 3 bedoelde steun bedraagt: - 75 % van de in aanmerking komende overheidsuitgaven in gebieden die vallen onder doelstelling 1 of 2 als omschreven in artikel 1 van Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad(11), - 50 % van de in aanmerking komende overheidsuitgaven in andere gebieden. 2. De bijdrage van de Gemeenschap in de financiering van de in artikel 4 bedoelde steun, uitgedrukt in kapitaalsubsidie-equivalent, kan in verhouding tot de in artikel 4 bedoelde in aanmerking komende investeringskosten niet groter zijn dan: - 50 % in gebieden die vallen onder doelstelling 1 of 2 als omschreven in artikel 1 van Verordening (EG) nr. 1260/1999, - 30 % in andere gebieden. De betrokken lidstaten moeten zich ertoe verbinden voor ten minste 5 % deel te nemen in de financiering van de in artikel 4 bedoelde in aanmerking komende investeringskosten. De bijdrage van de begunstigden in de in artikel 4 bedoelde in aanmerking komende investeringskosten bedraagt ten minste: - 25 % in gebieden die vallen onder doelstelling 1 of 2 als omschreven in artikel 1 van Verordening (EG) nr. 1260/1999, - 45 % in andere gebieden. Artikel 9 Fusies 1. De in de artikelen 3 en 4 van deze verordening bedoelde steun kan worden toegekend of verder worden toegekend aan overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1432/2003 voorlopig erkende telersgroepen die zijn ontstaan door de fusie van een op grond van die verordening voorlopig erkende telersgroep met: a) één of meer op grond van Verordening (EG) nr. 1432/2003 voorlopig erkende telersgroepen en/of b) één of meer op grond van Verordening (EG) nr. 2200/96 erkende telersverenigingen. 2. Voor de berekening van het bedrag van de in lid 1 bedoelde steun treedt de door de fusie ontstane telersgroep in de plaats van elk van de oorspronkelijke groepen of verenigingen. Artikel 10 Gevolgen van de erkenning 1. De verlening van de erkenning beëindigt de toekenning van de in de artikelen 3 en 4 bedoelde steun. 2. Wanneer overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1433/2003 een operationeel programma wordt ingediend, ziet de lidstaat erop toe dat voor de in het kader van het erkenningsprogramma gefinancierde maatregelen niet tweemaal steun wordt toegekend. 3. Investeringen waarvoor steun voor de in artikel 4 bedoelde investeringskosten wordt toegekend, kunnen in de operationele programma's worden opgenomen voorzover de aard ervan strookt met het bepaalde in Verordening (EG) nr. 1433/2003. Artikel 11 Specifieke bepalingen voor Portugal Als de Portugese autoriteiten aantonen dat voor een bepaald jaar de op grond van deze verordening aan een telersgroep in Portugal te betalen steun lager is dan die waarin artikel 14, lid 7, van Verordening (EG) nr. 2200/96 voorziet, worden de overeenkomstig artikel 3, lid 2, vastgestelde steunbedragen zodanig verhoogd dat aan genoemd artikel 14 wordt voldaan. In geval van een door de Portugese autoriteiten erkende natuurramp is voor de berekening van de in het kader van artikel 14, lid 7, van Verordening (EG) nr. 2200/96 in aanmerking te nemen waarde van de verkochte productie artikel 2, lid 3, van de onderhavige verordening van toepassing. Artikel 12 Controles Onverminderd de overeenkomstig titel VI van Verordening (EG) nr. 2200/96 uitgevoerde controles, gaan de lidstaten bij de telersgroepen na of zij voldoen aan de voorwaarden voor de toekenning van de in de artikelen 3 en 4 bedoelde steun. Artikel 13 Terugvordering van steun en sancties Het bepaalde in artikel 24 van Verordening (EG) nr. 1433/2003 betreffende terugvordering van steun en sancties is van toepassing wanneer bij een op grond van artikel 12 van de onderhavige verordening uitgevoerde controle blijkt dat: a) de waarde van de verkochte productie kleiner is dan het voor de berekening van de in artikel 3 bedoelde steun in aanmerking genomen bedrag of b) steun als bedoeld in de onderhavige verordening niet is gebruikt overeenkomstig de toepasselijke verordeningen of het aanvaarde erkenningsprogramma. Artikel 14 Intrekking Verordening (EG) nr. 20/98 wordt ingetrokken. Verwijzingen naar de ingetrokken verordening gelden als verwijzingen naar de onderhavige verordening. Artikel 15 Inwerkingtreding Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie. Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat. Gedaan te Brussel, 3 november 2003. Voor de Commissie Franz Fischler Lid van de Commissie (1) PB L 297 van 21.11.1996, blz. 1. (2) PB L 7 van 11.1.2003, blz. 64. (3) PB L 4 van 8.1.1998, blz. 40. (4) PB L 113 van 12.5.2000, blz. 36. (5) PB L 203 van 12.8.2003, blz. 18. (6) PB L 297 van 21.11.1996, blz. 29. (7) PB L 72 van 14.3.2002, blz. 9. (8) PB L 297 van 21.11.1996, blz. 49. (9) PB L 311 van 12.12.2000, blz. 9. (10) PB L 203 van 12.8.2003, blz. 25. (11) PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1.