Wählen Sie die experimentellen Funktionen, die Sie testen möchten.

Dieses Dokument ist ein Auszug aus dem EUR-Lex-Portal.

Dokument 32003R1140

    Verordening (EG) nr. 1140/2003 van de Commissie van 27 juni 2003 houdende wijziging, in de sector suiker, van de Verordeningen (EG) nr. 779/96 van de Commissie houdende uitvoeringsbepalingen betreffende de mededelingen, en (EG) nr. 314/2002 van de Commissie houdende uitvoeringsbepalingen voor de quotaregeling in de sector suiker

    PB L 160 van 28.6.2003, S. 33–36 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL)

    Rechtlicher Status des Dokuments In Kraft

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2003/1140/oj

    32003R1140

    Verordening (EG) nr. 1140/2003 van de Commissie van 27 juni 2003 houdende wijziging, in de sector suiker, van de Verordeningen (EG) nr. 779/96 van de Commissie houdende uitvoeringsbepalingen betreffende de mededelingen, en (EG) nr. 314/2002 van de Commissie houdende uitvoeringsbepalingen voor de quotaregeling in de sector suiker

    Publicatieblad Nr. L 160 van 28/06/2003 blz. 0033 - 0036


    Verordening (EG) nr. 1140/2003 van de Commissie

    van 27 juni 2003

    houdende wijziging, in de sector suiker, van de Verordeningen (EG) nr. 779/96 van de Commissie houdende uitvoeringsbepalingen betreffende de mededelingen, en (EG) nr. 314/2002 van de Commissie houdende uitvoeringsbepalingen voor de quotaregeling in de sector suiker

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

    Gelet op Verordening (EEG) nr. 1260/2001 van de Raad van 19 juni 2001 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker(1), gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 680/2002 van de Commissie(2), en met name op artikel 13, lid 3, op artikel 15, lid 8 en op artikel 41, tweede alinea,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1) Overeenkomstig artikel 4 van Verordening (EG) nr. 314/2002 van de Commissie(3) moeten de lidstaten de productie van suiker, isoglucose en inulinestroop bepalen. In het licht van de opgedane ervaring moeten de uit deze bepaling voorvloeiende verplichtingen van de lidstaten nader worden gepreciseerd en moet worden bepaald dat de gegevens over de betrokken productiecijfers aan de Commissie moeten worden meegedeeld.

    (2) De gegevens inzake de voorraden moeten gespecificeerd door de lidstaten worden verstrekt en de gegevens over de buitenlandse handel worden door de gegevensbank Comext van Eurostat verstrekt. Het is derhalve dienstig te bepalen dat de lidstaten adequaat mededeling moeten doen van de voorraden betrokken producten op basis van een duidelijke en nauwkeurige definitie van het begrip voorraden, waardoor een homogene toepassing in alle lidstaten wordt gegarandeerd. Ook moet worden bepaald dat aan het einde van het verkoopseizoen per soort suiker de opgeslagen hoeveelheid wordt gepreciseerd om per lidstaat balansen op te stellen.

    (3) Aangezien de als C-suiker uitgevoerde hoeveelheden in douanestatistieken niet afzonderlijk worden vermeld, moeten deze in mindering worden gebracht op de totale hoeveelheid suiker in ongewijzigde staat, en daartoe moet worden bepaald dat de ondernemingen de lidstaten, en de lidstaten de Commissie maandelijks de hoeveelheden uitgevoerde C-suiker moeten meedelen.

    (4) In artikel 6, lid 4, van Verordening (EG) nr. 314/2002 is bepaald hoe de in de artikelen 15 en 16 van Verordening (EG) nr. 1260/2001 bedoelde hoeveelheden suiker, isoglucose en inulinestroop die voor verbruik binnen de Gemeenschap zijn afgezet, moeten worden vastgesteld. Uit ervaring blijkt dat het nodig is in dat lid nader aan te geven dat de betrokken hoeveelheid wordt verkregen door optelling van de geproduceerde en ingevoerde hoeveelheden en door daarvan de uitgevoerde hoeveelheden af te trekken, na correctie voor de voorraadmutaties.

    (5) Om de administratieve taken te verlichten moeten sommige bepalingen van Verordening (EG) nr. 779/96(4) van de Commissie, gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 995/2002(5), worden vereenvoudigd of geschrapt, aangezien deze door de bovengenoemde aanpassingen van Verordening (EG) nr. 314/2002 zijn achterhaald of aangezien zij nutteloos zijn voor een goed marktbeheer.

    (6) Verordening (EG) nr. 779/96 en Verordening (EG) nr. 314/2002 moeten derhalve worden gewijzigd.

    (7) Het Comité van beheer voor suiker heeft geen advies uitgebracht binnen de door zijn voorzitter bepaalde termijn,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Verordening (EG) nr. 779/96 wordt als volgt gewijzigd:

    1. in artikel 1, eerste alinea, worden de woorden "wekelijks, over de voorafgaande week," vervangen door "op haar verzoek";

    2. artikel 3, punt 1), wordt geschrapt;

    3. in artikel 5, punt 1, worden de woorden "wekelijks, over de voorafgaande week" vervangen door "maandelijks, over de voorafgaande maand";

    4. artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:

    a) in punt 1, worden de woorden "wekelijks, over de voorafgaande week" vervangen door "maandelijks, over de voorafgaande maand";

    b) punt 2 wordt geschrapt;

    5. de artikelen 9 en 10 worden geschrapt;

    6. de hoofdstukken V, VI en VII worden geschrapt;

    7. de bijlagen I tot en met V worden geschrapt.

    Artikel 2

    Verordening (EG) nr. 314/2002 wordt als volgt gewijzigd:

    1. Artikel 4 wordt vervangen door:

    "Artikel 4

    1. Voor ieder verkoopseizoen wordt voor suiker, isoglucose en inulinestroop een communautaire voorzieningsbalans opgesteld en wordt voor suiker ook per lidstaat een voorzieningsbalans opgesteld. Deze balansen worden aan het einde van het volgende verkoopseizoen geconsolideerd.

    2. Vóór 1 maart van ieder jaar bepalen de lidstaten voor elke op hun grondgebied gevestigde onderneming de voorlopige productie van suiker en inulinestroop van het lopende verkoopseizoen en delen deze aan de Commissie mee. De suikerproductie wordt per maand uitgesplitst.

    Voor de Franse departementen Guadeloupe en Martinique, alsmede voor Spanje met betrekking tot rietsuiker, wordt de voorlopige productie vóór 1 juli van elk jaar vastgesteld en meegedeeld.

    3. De lidstaten delen de Commissie elk jaar vóór 1 juni voor het lopende verkoopseizoen en, voorlopig, voor het volgende verkoopseizoen mee, enerzijds de oppervlakten en de hoeveelheden suikerbieten bestemd voor de productie van suiker, alcohol of andere producten, en anderzijds de oppervlakten en de hoeveelheden cichorei bestemd voor de productie van inulinestroop.

    4. Elk jaar vóór 5 september bepalen de lidstaten voor elke op hun grondgebied gevestigde onderneming de definitieve productie van A-, B- en C-suiker, A-, B- en C-isoglucose en A-, B- en C-inulinestroop van het vorige verkoopseizoen en delen deze aan de Commissie mee. De totale suikerproductie wordt per maand uitgesplitst.

    5. Wanneer de definitieve suikerproductie moet worden gewijzigd op basis van de mededeling van de in lid 4 bedoelde gegevens, wordt met het daaruit voortvloeiende verschil rekening gehouden bij de vaststelling van de definitieve productie in het verkoopseizoen waarin dit verschil wordt geconstateerd.

    6. De lidstaten delen de Commissie elk jaar vóór 1 maart de verdeling over de ondernemingen mee van de toegewezen quota A- en B-suiker, A- en B-isoglucose en A- en B-inulinestroop voor het lopende verkoopseizoen.".

    2. De volgende artikelen 4 bis, 4 ter en 4 quater worden toegevoegd:

    "Artikel 4 bis

    1. Elke isoglucoseproducerende onderneming moet vóór de vijftiende van elke maand de lidstaat op het grondgebied waarvan de productie heeft plaatsgevonden, de in de voorafgaande maand werkelijk geproduceerde hoeveelheden, uitgedrukt in droge stof, meedelen.

    Voor elke maand bepalen de lidstaten de isoglucoseproductie van elke betrokken onderneming en delen deze vóór het einde van de tweede daaropvolgende maand aan de Commissie mee.

    De in het kader van de regeling actieve veredeling geproduceerde hoeveelheden worden apart meegedeeld. Voor de bepaling van de in de tweede alinea bedoelde productie wordt geen rekening gehouden met de hoeveelheden isoglucose die in het kader van de regeling actieve veredeling zijn geproduceerd.

    2. In afwijking van lid 1, eerste en tweede alinea, kunnen de bevoegde autoriteiten van de lidstaat voor een isoglucoseproducerende onderneming, op een naar behoren gemotiveerd voorafgaand schriftelijk verzoek van de onderneming, besluiten:

    a) hetzij de productie van de maanden mei en juni van het voorgaande verkoopseizoen samen te voegen met het oog op boeking voor het lopende verkoopseizoen;

    b) hetzij de hele productie van de maand juni van een verkoopseizoen of een deel van die productie samen te voegen met de productie van de maand juli van het daaropvolgende verkoopseizoen met het oog op boeking voor laatstgenoemd verkoopseizoen.

    In het in de eerste alinea, onder b), bedoelde geval, moet in het verzoek tot samenvoeging op zijn minst worden vermeld welke geproduceerde hoeveelheid van de maand juni bij die van de maand juli moet worden gevoegd. Deze hoeveelheid mag niet meer dan 7 % bedragen van de som van het A- en het B-quotum van de betrokken onderneming voor het verkoopseizoen waarin de aanvraag tot samenvoeging wordt ingediend. De aldus door samenvoeging verkregen hoeveelheid wordt beschouwd als eerste productie voor de quota van de betrokken onderneming.

    Bij haar besluit houdt de lidstaat rekening met de productiesituatie van de onderneming en met de marktvraag, met name in het licht van de quota en de productieheffingen. Een onderneming mag in een gegeven verkoopseizoen slechts op één van de twee in de eerste alinea bedoelde manieren samenvoegen.

    3. Nadat de lidstaat het verzoek heeft goedgekeurd, doet de betrokken isoglucoseproducerende onderneming de lidstaat vóór de eerstvolgende 15e juli in het in lid 2, eerste alinea, onder a), bedoelde geval en vóór de eerstvolgende 15e augustus in het in lid 2, eerste alinea, onder b), bedoelde geval mededeling van de in de betrokken periode van twee maanden werkelijk geproduceerde hoeveelheden, uitgedrukt in droge stof, in voorkomend geval rekening houdend met de samen te voegen hoeveelheid zoals bedoeld in lid 2, tweede alinea.

    4. De lidstaat bepaalt de uit de samenvoeging resulterende isoglucoseproductie van de betrokken onderneming in de betrokken twee maanden die overeenkomstig het bepaalde in lid 2, eerste alinea, onder a), respectievelijk b), tot de productie van het desbetreffende verkoopseizoen moet worden gerekend, en deelt deze vóór 15 oktober aan de Commissie mee.

    5. Het bepaalde in lid 2, eerste alinea, onder b), en tweede alinea, geldt niet voor het laatste in artikel 10, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1260/2001 bedoelde verkoopseizoen.

    Artikel 4 ter

    1. Elke onderneming waaraan een quotum voor de productie van suiker is toegewezen en elke raffinaderij in de zin van artikel 7, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1260/2001 deelt de bevoegde instantie van de lidstaat waar de suiker wordt geproduceerd of geraffineerd vóór de twintigste van iedere maand het totaal mee, uitgedrukt in witte suiker, van de hoeveelheden suiker en stroop als bedoeld in artikel 1, lid 1, onder a) tot en met d) van deze verordening:

    - in eigendom of waarvoor een warrant geldt en

    - die aan het einde van de vorige maand in het vrije verkeer op het grondgebied van de Gemeenschap waren opgeslagen.

    Deze hoeveelheden worden per lidstaat van opslag uitgesplitst in:

    - door de betrokken onderneming binnen de A- en de B-quota geproduceerde suiker,

    - overeenkomstig artikel 14 van Verordening (EG) nr. 1260/2001 overgedragen suiker,

    - C-suiker en

    - andere suiker.

    2. De in lid 1 bedoelde instantie kan, ten behoeve van de administratieve en fysieke controles, van de betrokken ondernemingen aanvullende gegevens eisen die met name betrekking hebben op de precieze opslagplaatsen en op de koop en verkoop van suiker.

    In het geval van opslag in andere lidstaten dan die welke de informatie aan de Commissie meedeelt, informeert laatstgenoemde de betrokken lidstaten vóór het einde van de volgende maand over de opgeslagen hoeveelheden en de opslagplaatsen op hun grondgebied.

    Iedere lidstaat deelt de Commissie vóór het einde van de tweede maand volgende op de betrokken maand de hoeveelheid suiker mee die aan het einde van elke maand door de in lid 1 bedoelde ondernemingen is opgeslagen, uitgesplitst per soort suiker als bedoeld in lid 1, tweede alinea.

    In de mededeling die betrekking heeft op de voorraden op 30 juni wordt echter iedere soort suiker uitgesplitst per lidstaat van opslag. Wanneer de soort suiker die buiten de lidstaat van productie is opgeslagen niet is vastgesteld, wordt deze suiker geacht suiker binnen de A- en B-quota te zijn.

    Overeenkomstig lid 1 delen de lidstaten vóór 31 augustus 2003 de hoeveelheden suiker op 30 juni 2002 en op 30 juni 2003 mee, vastgesteld en uitgesplitst per lidstaat van opslag en per soort suiker.

    3. Elke onderneming waaraan een quotum voor de productie van isoglucose of inulinestroop is toegewezen, deelt de bevoegde instantie van de lidstaat waar de productie plaatsvindt vóór 1 augustus de hoeveelheden isoglucose of inulinestroop mee, uitgedrukt in wittesuikerequivalent, die aan het einde van het voorgaande verkoopseizoen op het grondgebied van de Gemeenschap in het vrije verkeer in hun bezit waren en waren opgeslagen, uitgesplitst in:

    - door de betrokken onderneming binnen de A- en de B-quota geproduceerde isoglucose of inulinestroop,

    - C-isoglucose of C-inulinestroop, en

    - andere.

    Iedere lidstaat deelt de Commissie vóór 1 september mee welke hoeveelheden isoglucose en inulinestroop aan het einde van het vorige verkoopseizoen zijn opgeslagen, uitgesplitst overeenkomstig de eerste alinea.

    Artikel 4 quater

    1. Ondernemingen die C-suiker produceren delen de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waar die suiker is geproduceerd vóór het einde van iedere maand mee hoeveel C-suiker in de voorgaande maand is uitgevoerd. De hoeveelheden worden uitgesplitst per lidstaat van uitvoer.

    De lidstaten delen de Commissie vóór het einde van de tweede daaropvolgende maand de maandelijkse door de in de eerste alinea bedoelde ondernemingen uitgevoerde hoeveelheid C-suiker mee, uitgesplitst overeenkomstig die alinea.

    Op basis van de in artikel 2 van Verordening (EEG) nr. 2670/81 van de Commissie(6) bedoelde uitvoerbewijzen delen de lidstaten de Commissie vóór 15 mei de hoeveelheid C-suiker mee die iedere maand van het voorgaande verkoopseizoen door de in de eerste alinea bedoelde ondernemingen is uitgevoerd, uitgesplitst overeenkomstig die alinea.

    2. De ondernemingen die in ten minste één van de twee verkoopseizoenen 2001/2002 en 2002/2003 C-suiker hebben geproduceerd, delen de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waar die suiker is geproduceerd vóór 1 augustus 2003 mee welke hoeveelheden C-suiker in de loop van het verkoopseizoen 2002/2003 zijn uitgevoerd, uitgesplitst per lidstaat van uitvoer.

    De lidstaten delen de Commissie vóór 5 september 2003 de hoeveelheden C-suiker mee die in de loop van het verkoopseizoen 2002/2003 is uitgevoerd door de in de eerste alinea bedoelde ondernemingen, uitgesplitst overeenkomstig die alinea.".

    3. artikel 6, lid 4, wordt vervangen door:

    "4. De voor verbruik binnen de Gemeenschap afgezette hoeveelheid die overeenkomstig artikel 15, lid 1, onder b), en lid 2, onder a), van Verordening (EG) nr. 1260/2001 moet worden geconstateerd, wordt vastgesteld op basis van de som van de hoeveelheden, uitgedrukt in witte suiker, suiker en stroop als bedoeld in artikel 1, lid 1, onder a) tot en met d), en isoglucose en inulinestroop,

    a) die aan het begin van het verkoopseizoen zijn opgeslagen,

    b) die in het kader van de A- en de B-quota zijn geproduceerd,

    c) die in ongewijzigde staat zijn ingevoerd,

    d) die in ingevoerde producten zijn verwerkt,

    Van de in de eerste alinea bedoelde som worden de hoeveelheden suiker, isoglucose en inulinestroop, uitgedrukt in witte suiker, afgetrokken,

    a) die in ongewijzigde staat zijn uitgevoerd,

    b) die in uitgevoerde producten zijn verwerkt,

    c) die aan het eind van het verkoopseizoen waren opgeslagen,

    d) waarvoor een restitutie bij de productie is verleend als bedoeld in artikel 7, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1260/2001.

    De in de eerste alinea, onder c) en d), in de tweede alinea, onder a) en b) bedoelde hoeveelheden worden aan de gegevensbanken van Eurostat ontleend en hebben, indien geen volledige gegevens voor een verkoopseizoen bestaan, betrekking op de laatste twaalf maanden waarover gegevens beschikbaar zijn. Met de in het kader van de regeling actieve veredeling geproduceerde hoeveelheden wordt geen rekening gehouden.

    Voor het in de eerste alinea, onder c), en in de tweede alinea, onder a), bedoelde wordt ook rekening gehouden met de voor de Canarische Eilanden, Madeira en de Azoren bestemde hoeveelheden als bedoeld in artikel 1, lid 1bis, van Verordening (EEG) nr. 2670/81.

    De in de eerste alinea, onder d), en in de tweede alinea, onder b), bedoelde hoeveelheden suiker, isoglucose en inulinestroop worden bepaald op basis van het geconstateerde gemiddelde suikergehalte van de betrokken producten en op basis van de gegevens van Eurostat.

    De in de tweede alinea, onder a), bedoelde hoeveelheden zijn exclusief C-suiker, C-isoglucose, C-inulinestroop en voedselhulp.".

    Artikel 3

    Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Zij is van toepassing met ingang van 1 juli 2003.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 27 juni 2003.

    Voor de Commissie

    Franz Fischler

    Lid van de Commissie

    (1) PB L 178 van 30.6.2001, blz. 1.

    (2) PB L 104 van 20.4.2002, blz. 26.

    (3) PB L 50 van 21.2.2002, blz. 40.

    (4) PB L 106 van 30.4.1996, blz. 9.

    (5) PB L 152 van 12.6.2002, blz. 11.

    (6) PB L 262 van 16.9.1981, blz. 14.

    nach oben