This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32003D0492
2003/492/EC: Commission Decision of 3 July 2003 on a financial contribution from the Community towards the eradication of classical swine fever in Germany in 2001
2003/492/EG: Beschikking van de Commissie van 3 juli 2003 inzake een financiële bijdrage van de Gemeenschap voor de uitroeiing van klassieke varkenspest in Duitsland in 2001
2003/492/EG: Beschikking van de Commissie van 3 juli 2003 inzake een financiële bijdrage van de Gemeenschap voor de uitroeiing van klassieke varkenspest in Duitsland in 2001
PB L 168 van 5.7.2003, p. 28–32
(ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)
In force
2003/492/EG: Beschikking van de Commissie van 3 juli 2003 inzake een financiële bijdrage van de Gemeenschap voor de uitroeiing van klassieke varkenspest in Duitsland in 2001
Publicatieblad Nr. L 168 van 05/07/2003 blz. 0028 - 0032
Beschikking van de Commissie van 3 juli 2003 inzake een financiële bijdrage van de Gemeenschap voor de uitroeiing van klassieke varkenspest in Duitsland in 2001 (Slechts de tekst in de Duitse taal is authentiek) (2003/492/EG) DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, Gelet op Beschikking 90/424/EEG van de Raad van 26 juni 1990 betreffende bepaalde uitgaven op veterinair gebied(1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 806/2003(2), en met name op artikel 3, lid 3, en artikel 5, lid 3, Overwegende hetgeen volgt: (1) In 2001 hebben zich in Duitsland uitbraken van klassieke varkenspest voorgedaan. Het uitbreken van deze ziekte vormt een ernstige bedreiging voor de veestapel van de Gemeenschap. (2) Om deze ziekte zo snel mogelijk te helpen uitroeien kan de Gemeenschap financiële bijstand verlenen ter vergoeding van de door de lidstaat gedane subsidiabele uitgaven volgens de voorwaarden van Beschikking 90/524/EEG. (3) Krachtens artikel 3, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1258/1999 van de Raad van 17 mei 1999 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid(3) worden veterinaire en fytosanitaire maatregelen die volgens de communautaire voorschriften worden uitgevoerd, gefinancierd in het kader van het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw, afdeling Garantie. De financiële controle van deze maatregelen geschiedt overeenkomstig de artikelen 8 en 9 van voornoemde verordening. (4) De financiële bijdrage van de Gemeenschap moet worden verleend op voorwaarde dat de geplande maatregelen daadwerkelijk zijn uitgevoerd en de autoriteiten de nodige informatie binnen de vastgestelde termijnen verstrekken. (5) Op 3 mei 2002 heeft Duitsland een officiële aanvraag ingediend tot vergoeding van alle op zijn grondgebied gedane uitgaven. (6) In afwachting van de door de Commissie te verrichten controles moet alvast het bedrag van het voorschot van de financiële steun van de Gemeenschap worden vastgesteld. Dit voorschot moet 50 % bedragen van de bijdrage van de Gemeenschap zoals bepaald op basis van de ingediende kosten (1600000 EUR) voor het slachten van varkens alsmede de "andere kosten", die voorlopig tot 10 % van het bedrag van deze vergoedingen zijn beperkt. (7) De in artikel 3 van Beschikking 90/424/EEG gebruikte uitdrukking "onmiddellijke en passende schadeloosstelling van de veehouders" en de begrippen "redelijke uitgaven" en "gerechtvaardigde uitgaven" moeten worden toegelicht en ook moet gepreciseerd worden welke uitgaven in aanmerking komen voor vergoeding als "andere kosten" in verband met het verplicht slachten. (8) De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid, HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN: Artikel 1 Verlening van een financiële bijdrage van de Gemeenschap aan Duitsland Met het oog op de uitroeiing van klassieke varkenspest in 2001 kan Duitsland financiële steun van de Gemeenschap ontvangen ter hoogte van 50 % van de gedane uitgaven voor: a) de onmiddellijke en passende schadeloosstelling van de eigenaars die tot slachting van hun dieren verplicht zijn in het kader van de maatregelen tot uitroeiing van de in de loop van het jaar 2001 vastgestelde uitbraken van klassieke varkenspest, overeenkomstig artikel 3, lid 2, zevende streepje, van Beschikking 90/424/EEG en deze beschikking; b) de operationele uitgaven in verband met de vernietiging van besmette dieren en producten, de reiniging en ontsmetting van de bedrijfsruimten en de reiniging of ontsmetting, of zo nodig de vernietiging, van verontreinigde uitrusting, onder de voorwaarden van artikel 3, lid 2, eerste, tweede en derde streepje, van Beschikking 90/424/EEG en van deze beschikking. Artikel 2 Definities In deze beschikking wordt verstaan onder: a) onmiddellijke en passende schadeloosstelling: betaling van de vergoeding voor de dieren, onverminderd artikel 4, lid 2, van Verordening (EG) nr. 296/96 van de Commissie(4), binnen 90 dagen na het slachten, op basis van de marktwaarde van de dieren onmiddellijk vóórdat zij werden aangetast of geslacht; b) redelijke uitgaven: uitgaven voor de aankoop van materiaal of diensten tegen proportionele prijzen ten opzichte van de marktprijzen vóór de uitbraak van klassieke varkenspest; c) gerechtvaardigde uitgaven: uitgaven voor de aankoop van materiaal of diensten als bedoeld in artikel 3, lid 2, van Beschikking 90/424/EEG, waarvan de aard en het directe verband met het verplicht slachten van dieren op de bedrijven is aangetoond. Artikel 3 Wijze van betaling 1. Onder voorbehoud van het resultaat van de in artikel 6 bedoelde controles wordt bij wijze van financiële bijdrage van de Gemeenschap als bedoeld in artikel 1 een voorschot van 440000 EUR betaald op grond van de door Duitsland overgelegde bewijsstukken betreffende de onmiddellijke en passende schadeloosstelling van de eigenaars voor het verplicht slachten van dieren, voor het vernietigen van dieren en, zo nodig, voor de voor het reinigen en ontsmetten van bedrijven en gereedschap en het verdelgen van insecten gebruikte producten, en voor het vernietigen van verontreinigde levensmiddelen en verontreinigd gereedschap. 2. Nadat de in artikel 6 bedoelde controles zijn verricht, besluit de Commissie volgens de in artikel 41 van Beschikking 90/424/EEG bedoelde procedure over het saldo van de financiële bijdrage. Artikel 4 Subsidiabele operationele kosten waarvoor de financiële bijdrage van de Gemeenschap bestemd is 1. De in artikel 1, onder b), bedoelde financiële bijdrage van de Gemeenschap wordt alleen verleend voor gerechtvaardigde en redelijke uitgaven voor de subsidiabele kosten die zijn aangegeven in bijlage I. 2. De financiële bijdrage van de Gemeenschap heeft geen betrekking op: a) de belasting over de toegevoegde waarde; b) salarissen van ambtenaren; c) gebruik van overheidsmateriaal, met uitzondering van verbruiksgoederen. Artikel 5 Betalingsvoorwaarden en bewijsstukken 1. De in artikel 1 bedoelde financiële bijdrage van de Gemeenschap wordt betaald op basis van: a) een overeenkomstig de bijlagen II en III binnen de in lid 2 gestelde termijn ingediend betalingsverzoek; b) de in artikel 3, lid 1, bedoelde bewijsstukken, met inbegrip van een epidemiologisch rapport over elk bedrijf waar dieren zijn geslacht en vernietigd, en een financieel verslag. c) de resultaten van de door de Commissie verrichte controles als bedoeld in artikel 6. De onder b) bedoelde bewijsstukken worden beschikbaar gesteld voor audits ter plaatse door de Commissie. 2. Het in lid 1, onder a), bedoelde betalingsverzoek wordt uiterlijk 30 dagen na de kennisgeving van deze beschikking in elektronische vorm overeenkomstig de bijlagen II en III ingediend. Bij niet-naleving van deze termijn wordt de financiële bijdrage van de Gemeenschap per maand vertraging met 25 % verlaagd. Artikel 6 Controles ter plaatse door de Commissie De Commissie kan, in samenwerking met de bevoegde Duitse autoriteiten, controles ter plaatse uitvoeren om toe te zien op de toepassing van de in artikel 1 bedoelde maatregelen en op de gedane uitgaven. Artikel 7 Adressaat Deze beschikking is gericht tot de Bondsrepubliek Duitsland. Gedaan te Brussel, 3 juli 2003. Voor de Commissie David Byrne Lid van de Commissie (1) PB L 224 van 18.8.1990, blz. 19. (2) PB L 122 van 16.5.2003, blz. 1. (3) PB L 160 van 26.6.1999, blz. 103. (4) PB L 39 van 17.2.1996, blz. 5. BIJLAGE I Subsidiabele kosten als bedoeld in artikel 4, lid 1 1. Kosten voor het slachten van de dieren: a) salarissen en vergoedingen voor het slachtpersoneel; b) voor het slachten gebruikte verbruiksgoederen (kogels, T61, kalmeringsmiddel, enz.) en specifieke apparatuur; c) voor het vervoer van de dieren naar de slachtplaats gebruikt materiaal. 2. Kosten voor het vernietigen van de dieren: a) destructie: vervoer van de karkassen naar het destructiebedrijf, behandeling van de karkassen in het destructiebedrijf en vernietiging van het meel; b) begraving: speciaal ingezet personeel, speciaal voor het vervoer en het begraven van de karkassen gehuurd materiaal en voor de ontsmetting van het bedrijf gebruikte producten; c) verbranding: speciaal ingezet personeel, gebruikte brandstoffen of andere materialen, speciaal voor het vervoer van de karkassen gehuurd materiaal en voor de ontsmetting van het bedrijf gebruikte producten. 3. Kosten voor reiniging, ontsmetting en insectenverdelging op de bedrijven: a) voor reiniging, ontsmetting en insectenverdelging gebruikte producten; b) salarissen en vergoedingen voor speciaal ingezet personeel. 4. Kosten voor het vernietigen van besmet diervoeder: a) schadeloosstelling voor het diervoeder tegen de aankoopprijs; b) vernietiging van het diervoeder. 5. Kosten voor schadeloosstelling voor de vernietiging van besmette uitrusting tegen de marktwaarde. Kosten voor de vergoeding van herbouw of nieuwbouw van landbouwbedrijfsgebouwen en infrastructuurkosten zijn niet subsidiabel. BIJLAGE II >PIC FILE= "L_2003168NL.003102.TIF"> BIJLAGE III >PIC FILE= "L_2003168NL.003202.TIF">