EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32000R2772

Verordening (EG) nr. 2772/2000 van de Commissie van 18 december 2000 houdende wijziging van Verordening (EEG) nr. 1964/82 tot vaststelling van de voorwaarden voor de toekenning van bijzondere restituties bij uitvoer van bepaalde soorten rundvlees zonder been

PB L 321 van 19.12.2000, p. 35–36 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL, BG, RO)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/12/2007

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2000/2772/oj

32000R2772

Verordening (EG) nr. 2772/2000 van de Commissie van 18 december 2000 houdende wijziging van Verordening (EEG) nr. 1964/82 tot vaststelling van de voorwaarden voor de toekenning van bijzondere restituties bij uitvoer van bepaalde soorten rundvlees zonder been

Publicatieblad Nr. L 321 van 19/12/2000 blz. 0035 - 0036


Verordening (EG) nr. 2772/2000 van de Commissie

van 18 december 2000

houdende wijziging van Verordening (EEG) nr. 1964/82 tot vaststelling van de voorwaarden voor de toekenning van bijzondere restituties bij uitvoer van bepaalde soorten rundvlees zonder been

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1254/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector rundvlees(1), en met name op artikel 33, lid 12,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Bij Verordening (EEG) nr. 1964/82 van de Commissie(2), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1470/2000(3), zijn de voorwaarden vastgesteld voor de toekenning van bijzondere restituties bij uitvoer van bepaalde soorten rundvlees zonder been afkomstig van volwassen mannelijke runderen.

(2) Op grond van de huidige voorschriften moet alle vlees dat is verkregen door uitbenen van de achtervoet, met uitzondering van de haas, worden uitgevoerd. Gelet op de algemene ontwikkeling van de markt kan, met het oog op een betere valorisatie in de Gemeenschap, worden voorzien in de mogelijkheid om behalve de haas ook andere deelstukken van de achtervoet niet uit te voeren, zonder te tornen aan het nagestreefde doel, namelijk ruimte te creëren op de markt van de Gemeenschap.

(3) Aangezien het eenheidsbedrag van de bijzondere restitutie overeenkomt met het gemiddelde steunniveau voor alle deelstukken van de achtervoet, impliceert het besluit om bepaalde deelstukken van de achtervoet niet uit te voeren dat de hoogte van deze restitutie moet worden aangepast op basis van de waarde van de meest relevante deelstukken.

(4) Voorts dienen bepaalde verduidelijkingen in de tekst en technische aanpassingen te worden aangebracht, en moeten met name de verwijzingen naar Verordening (EEG) nr. 3665/87 van de Commissie van 27 november 1987 houdende gemeenschappelijke uitvoeringsbepalingen van het stelsel van restituties bij uitvoer voor landbouwproducten(4), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 604/98(5), en vervangen door Verordening (EG) nr. 800/1999 van de Commissie(6), gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1557/2000(7), worden vervangen.

(5) De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor rundvlees,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EEG) nr. 1964/82 wordt als volgt gewijzigd:

1. In artikel 2, lid 1, wordt de laatste zin geschrapt.

2. Artikel 5 wordt vervangen door:

"Artikel 5

1. De douaneformaliteiten voor uitvoer uit de Gemeenschap voor leveranties als bedoeld in artikel 36 van Verordening (EG) nr. 800/1999 van de Commissie(8) of om de producten onder de in artikel 5 van Verordening (EEG) nr. 565/80 bedoelde regeling te plaatsen, moeten worden vervuld in de lidstaat waar de in artikel 2 bedoelde verklaring is aanvaard.

2. De douaneautoriteit vermeldt in vak 11 van het attest voor uitgebeend vlees het nummer en de datum van de in artikel 5, lid 4, van Verordening (EG) nr. 800/1999 bedoelde verklaringen.

Wanneer gebruik wordt gemaakt van de regeling van artikel 5 van Verordening (EEG) nr. 565/80, vermeldt de douaneautoriteit het nummer en de datum van de in artikel 26, lid 2, van Verordening (EG) nr. 800/1999 bedoelde betalingsaangiften.

Zo nodig worden deze gegevens op de ommezijde van het attest vermeld en door de douaneautoriteit gewaarmerkt.

3. Na het vervullen van de douaneformaliteiten voor de hoeveelheid voor uitvoer bestemde deelstukken wordt het attest voor uitgebeend vlees langs administratieve weg toegezonden aan de instantie waaraan de betaling van de uitvoerrestituties is opgedragen.".

3. Artikel 6 wordt vervangen door:

"Artikel 6

1. Behoudens overmacht wordt de bijzondere restitutie uitsluitend toegekend als de hoeveelheid stukken die zijn verkregen door het uitbenen onder de in artikel 2, lid 3, bedoelde controle en die vermeld zijn in de in artikel 4, lid 1, bedoelde attesten, volledig is uitgevoerd.

2. Bij uitbening van de achtervoet is de handelaar evenwel niet verplicht om alle door het uitbenen verkregen deelstukken uit te voeren.

Wanneer de voor uitvoer bestemde hoeveelheid overeenkomt met ten minste 95 % van de totale hoeveelheid (in gewicht) door uitbening onder de in artikel 2, lid 3, bedoelde controle verkregen deelstukken, is de bijzondere restitutie van toepassing.

Wanneer de voor uitvoer bestemde hoeveelheid minder dan 95 %, doch ten minste 85 % van de totale hoeveelheid (in gewicht) door uitbening verkregen stukken bedraagt, wordt het eenheidsbedrag van de bijzondere restitutie verlaagd.

Deze aanpassing wordt vastgesteld in het kader van de bepaling of de wijziging van het eenheidsbedrag van de betrokken restitutie. Ze wordt met name berekend op basis van de waarde van de verschillende deelstukken die op de Gemeenschapsmarkt kunnen blijven.

3. Beenderen, pezen, kraakbeen, stukken vet en andere snijafvallen die bij het uitbenen zijn verkregen, mogen in de Gemeenschap worden verhandeld.

4. De marktdeelnemer die gebruik wenst te maken van één van de in lid 2 genoemde opties, moet die vermelden in de in artikel 2, lid 1, bedoelde verklaring.

Daarnaast moeten op het/de in artikel 4, lid 1, bedoelde attest/attesten de volgende vermeldingen worden aangebracht:

- in vak 4 het totale nettogewicht van het bij het uitbenen verkregen vlees en, in voorkomend geval:

'- toepassing van artikel 6, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 1964/82 - optie 95 %',

of

'- toepassing van artikel 6, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 1964/82 - optie 85 %';

- in vak 6 het uit te voeren nettogewicht.

De lidstaten mogen het aantal soorten deelstukken dat niet wordt uitgevoerd beperken tot twee per uitbeningsverrichting.

5. Wanneer de uitgevoerde hoeveelheid kleiner is dan het gewicht dat is vermeld in vak 6 van het/de in artikel 4, lid 1, bedoelde attest/attesten, wordt op de bijzondere restitutie een korting toegepast. Het percentage van deze korting bedraagt:

- wanneer het geconstateerde verschil tussen het uitgevoerde gewicht en het gewicht dat vermeld is in vak 6 van het/de in artikel 4, lid 1, bedoelde attest/attesten niet meer dan 10 % bedraagt, vijf maal het geconstateerde procentuele gewichtsverschil;

- in de andere gevallen 80 % van het eenheidsbedrag van de restitutie voor producten van, naar gelang van het geval, GN-code 0201 30 00 91/00 of 0201 30 00 91/20 die geldt op de datum die is vermeld in vak 21 van het uitvoercertificaat op basis waarvan de formaliteiten van artikel 5, lid 1, of van artikel 26, lid 1, van Verordening (EG) nr. 800/1999 zijn vervuld.

De in artikel 51, lid 1, onder a), van Verordening (EG) nr. 800/1999 bedoelde sanctie is niet van toepassing in de in dit lid bedoelde gevallen.".

4. Het volgende artikel wordt ingevoegd:

"Artikel 9

Voor de in artikel 4, lid 1, bedoelde attesten die elk kwartaal door de bevoegde autoriteiten worden geviseerd en betrekking hebben op de uitgebeende stukken van de achtervoet delen de lidstaten in de loop van de tweede maand volgende op elk kwartaal de volgende gegevens mee:

- het totale nettogewicht zoals vermeld op de attesten betreffende het in artikel 6, lid 1, bedoelde geval;

- het totale nettogewicht zoals vermeld op de attesten betreffende het in artikel 6, lid 2, bedoelde geval, optie 95 %;

- het totale nettogewicht zoals vermeld op de attesten betreffende het in artikel 6, lid 2, bedoelde geval, optie 85 %.".

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de zevende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Zij is van toepassing voor verrichtingen waarvoor de in artikel 2, lid 1, bedoelde verklaring wordt ingediend met ingang van 15 januari 2001.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 18 december 2000.

Voor de Commissie

Franz Fischler

Lid van de Commissie

(1) PB L 160 van 26.6.1999, blz. 21.

(2) PB L 212 van 21.7.1982, blz. 48.

(3) PB L 165 van 6.7.2000, blz. 16.

(4) PB L 351 van 14.12.1987, blz. 1.

(5) PB L 80 van 18.3.1998, blz. 19.

(6) PB L 102 van 17.4.1999, blz. 11.

(7) PB L 179 van 18.7.2000, blz. 6.

(8) PB L 102 van 17.4.1999, blz. 11.

Top