Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31993R0712

    Verordening (EEG) nr. 712/93 van de Commissie van 26 maart 1993 houdende nadere bepalingen voor de toepassing van de experimentele waarnemersregeling van de NAFO

    PB L 74 van 27.3.1993, p. 34–39 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 30/06/1994

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1993/712/oj

    31993R0712

    Verordening (EEG) nr. 712/93 van de Commissie van 26 maart 1993 houdende nadere bepalingen voor de toepassing van de experimentele waarnemersregeling van de NAFO

    Publicatieblad Nr. L 074 van 27/03/1993 blz. 0034 - 0039


    VERORDENING (EEG) Nr. 712/93 VAN DE COMMISSIE van 26 maart 1993 houdende nadere bepalingen voor de toepassing van de experimentele waarnemersregeling van de NAFO

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

    Gelet op Verordening (EEG) nr. 3928/92 van de Raad van 20 december 1992 betreffende de toepassing van de experimentele waarnemersregeling van de NAFO op vissersvaartuigen uit de Gemeenschap in het gereglementeerde gebied van de Visserijorganisatie voor het noordwestelijk deel van de Atlantische Oceaan (NAFO) (1), inzonderheid op artikel 3,

    Overwegende dat voor de uitvoering van de experimentele waarnemersregeling van de NAFO, hierna "waarnemersregeling" te noemen, nadere bepalingen dienen te worden vastgesteld, in het bijzonder wat de medewerking van waarnemers uit de Gemeenschap aan de waarnemersregeling en de samenwerking ter zake tussen de Lid-Staten en de Commissie betreft;

    Overwegende dat de Lid-Staten de gevallen van overmacht in overeenstemming met de in de rechtspraak van het Hof van Justitie besloten liggende beginselen dienen te behandelen;

    Overwegende dat het Comité van beheer voor de visbestanden geen advies heeft uitgebracht binnen de door zijn voorzitter vastgestelde termijn,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    1. De Lid-Staten stellen met het oog op een inzet van waarnemers die met het bepaalde in punt 1, onder i), van de bijlage bij Verordening (EEG) nr. 3928/92 in overeenstemming is, het voor de waarnemersregeling benodigde aantal waarnemers aan.

    2. De Lid-Staten delen de Commissie jaarlijks uiterlijk op 15 maart het aantal waarnemers en het aantal en de typen vaartuigen aan boord waarvan zij worden geplaatst, mede. De namen van de vaartuigen en die van de waarnemers worden aan de Commissie medegedeeld alvorens de waarnemers aan boord van de vaartuigen gaan.

    3. Op grond van de in lid 2 bedoelde informatie stelt de Commissie in samenwerking met de Lid-Staten een voorlopig plan op voor de deelneming aan de waarnemersregeling voor het desbetreffende kalenderjaar, van welk plan zij de uitvoerend secretaris van de NAFO kennis geeft.

    Artikel 2

    De Lid-Staten waarvan de vaartuigen naar verwachting in de periode van 1 januari 1993 tot en met 30 juni 1994 niet meer dan vijftig dagen per jaar in het gereglementeerde gebied van de NAFO zullen verblijven, zijn van de verplichting om in het kader van de waarnemersregeling waarnemers aan te stellen, vrijgesteld.

    Artikel 3

    1. De Lid-Staten vermelden in het arbeidscontract van de waarnemers van de Gemeenschap nauwkeurig de taken die door die waarnemers moeten worden uitgevoerd. Deze taken dienen overeen te stemmen met die welke in punt 2 van de bijlage bij Verordening (EEG) nr. 3928/92 zijn vermeld.

    2. In de mededeling bedoeld in artikel 1, lid 2, dienen de kwalificaties en de bankrekeninggegevens van elke waarnemer te worden verstrekt.

    Artikel 4

    1. De Commissie betaalt de voor de waarnemersregeling aangewezen waarnemers van de Gemeenschap een dagvergoeding. Deze dagvergoeding wordt berekend volgens dezelfde grondslag en hetzelfde niveau als die welke gelden voor de berekening van de dagvergoeding van de aan vergaderingen van de Commissie deelnemende nationale deskundigen.

    2. Na ontvangst van de in artikel 3 bedoelde gegevens betaalt de Commissie een voorschot van maximaal 30 % van het geraamde totale bedrag van de dagvergoedingen voor iedere waarnemer van de Gemeenschap. Het saldo van de dagvergoeding wordt betaald binnen twintig dagen na ontvangst van het rapport van de waarnemer en van alle bewijsdocumenten.

    3. De dagvergoeding wordt rechtstreeks aan de waarnemer van de Gemeenschap uitbetaald.

    Artikel 5

    1. De waarnemers van de Gemeenschap stellen waarnemingsrapporten op volgens het in bijlage I vermelde model.

    2. Tijdens de waarnemingsperiode houden de waarnemers een logboek bij van alle visserijactiviteit van het aan waarneming onderworpen vaartuig. Richtsnoeren voor het opstellen van dit logboek zijn in bijlage II opgenomen.

    3. Het waarnemingsrapport, een kopie van de dagformulieren van het logboek en alle andere bewijsdocumenten worden binnen tien dagen na afloop van de waarnemingsperiode aan de bevoegde autoriteiten van de vlaggestaat gezonden.

    Artikel 6

    Het rapport van de waarnemer alsmede alle bewijsdocumenten moeten door de waarnemers als vertrouwelijk worden behandeld. Aan de kapitein van het aan waarneming onderworpen vaartuig mag, op diens verzoek, een kopie worden verstrekt.

    Artikel 7

    1. Waarnemingsrapporten worden bij ontvangst door de Lid-Staten geëvalueerd. Indien de rapporten erop wijzen dat het aan waarneming onderworpen vaartuig met overtreding van instandhoudingsmaatregelen heeft gevist, nemen de autoriteiten van de genoemde Lid-Staten de nodige maatregelen om de zaak te onderzoeken ten einde dergelijke visserijpraktijken te voorkomen.

    2. De Lid-Staten zenden de Commissie een kopie van alle waarnemingsrapporten en alle bewijsdocumenten binnen tien dagen na ontvangst ervan.

    Artikel 8

    1. De Lid-Staten wijzen de autoriteiten aan die bevoegd zijn voor de beoordeling van en de beslissing over elk beroep op overmacht die ertoe leidt dat de kapitein van het vaartuig overeenkomstig het bepaalde in punt 3, onder ii), van de bijlage bij Verordening (EEG) nr. 3928/92 geen waarnemer aan boord aanvaardt of de duur van de waarnemingsperiode beperkt.

    2. In geval de bevoegde autoriteiten een beroep op overmacht als bedoeld in lid 1 aanvaarden, dienen alle relevante gegevens met betrekking tot een dergelijk besluit binnen vijf dagen na de datum daarvan aan de Commissie te worden toegezonden.

    Artikel 9

    Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

    Gedaan te Brussel, 26 maart 1993.

    Voor de Commissie

    Yannis PALEOKRASSAS

    Lid van de Commissie

    (1) PB nr. L 397 van 31. 12. 1992, blz. 78.

    BIJLAGE I

    RAPPORT VAN ............................ TOT EN MET ............................ 199 . 1. Vaartuig Registratienummer Nationaliteit Type

    Naam van de waarnemer Dagrapporten: van t/m

    EEG-logboek, bladzijde t/m

    Produktielogboek, bladzijde t/m

    2. Aantal dagen in het reglementeringsgebied van de NAFO

    Aantal dagen in sector 3 L 3 M 3 N 3 O

    3. Totale vangst per gebied. Quotasoorten (in kilogram). Raming van de waarnemer. Levend gewicht (LW); verwerkt gewicht (PW).

    /* Tabellen: zie PB */

    4. Totale vangst per gebied. Quotavrije soorten (in kilogram). Raming van de waarnemer.

    /* Tabellen: zie PB */

    5. Overlading. Aangifte van overlading nr. ............................

    /* Tabellen: zie PB */

    6. Zijn de instandhoudingsmaatregelen en andere uitvoeringsmaatregelen van de NAFO nageleefd

    ja nee

    Zo neen:

    /* Tabellen: zie PB */

    7. Datum Handtekening

    8. Opmerkingen met vermelding van de volgnummers en de punten van de dagrapporten.

    Datum Handtekening

    BIJLAGE II

    DAGRAPPORT 0000-2400 PLAATSELIJKE TIJD ZT + .................... 1. Volgnummer Datum Naam van de waarnemer

    Vaartuig Registratienummer Nationaliteit

    2. Type vistuig Aantal trekken Maaswijdte mm

    Aantal haken

    Aantal kieuwnetten van m

    Voorzieningen aan de netten Maaswijdte mm

    3. Positie 1200 UTC NL WL Diepte m NAFO-sector

    Verandering van NAFO-sector Positie NL WL Tijd UTC

    ja nee

    Positiemelding verstuurd Code Gebied

    ja nee Via Radio DTG UTC

    Komt de feitelijke positie overeen met de laatst doorgestuurde positiemelding?

    ja nee

    4. Aan boord gehouden vangsten. Alle soorten (in kilogram)

    /* Tabellen: zie PB */

    5. Ondermaatse vis ja nee Soort

    Hoeveelheid in kg

    in %

    Discards (terruggooi) ja nee Hoeveelheid in kg

    6. Andere teruggooi ja nee Soort

    Hoeveelheid in kg

    7. Andere opmerkingen

    8. Datum Handtekening

    Top