Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31992D0542

    92/542/EEG: Besluit van de Raad van 23 november 1992 betreffende de toekenning van financiële bijstand op middellange termijn aan Estland, Letland en Litouwen

    PB L 351 van 2.12.1992, p. 29–30 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/1992/542/oj

    31992D0542

    92/542/EEG: Besluit van de Raad van 23 november 1992 betreffende de toekenning van financiële bijstand op middellange termijn aan Estland, Letland en Litouwen

    Publicatieblad Nr. L 351 van 02/12/1992 blz. 0029 - 0030


    BESLUIT VAN DE RAAD van 23 november 1992 betreffende de toekenning van financiële bijstand op middellange termijn aan Estland, Letland en Litouwen (92/542/EEG)

    DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 235,

    Gezien het voorstel van de Commissie (1), ingediend na raadpleging van het Monetair Comité,

    Gezien het advies van het Europese Parlement (2),

    Overwegende dat Estland, Letland en Litouwen fundamentele politieke en economische hervormingen tot stand brengen en hebben besloten hun economie naar een marktmodel in te richten;

    Overwegende dat de financiële steun van de Gemeenschap voor de hervormingen het wederzijdse vertrouwen zal versterken en Estland, Letland en Litouwen dichter bij de Gemeenschap zal brengen;

    Overwegende dat de handelsbetrekkingen en economische banden tussen de Gemeenschap en Estland, Letland en Litouwen zich naar verwachting zullen ontwikkelen in het kader van de samenwerkingsovereenkomsten van 1992;

    Overwegende dat in artikel 1 van deze overeenkomsten uitdrukkelijk wordt verwezen naar de naleving van de beginselen van de Slotverklaring van Helsinki en van het Handvest van Parijs die handelen over de eerbiediging van de mensenrechten en van de rechten van minderheden;

    Overwegende dat Estland, Letland en Litouwen hebben verzocht om financiële bijstand van het Internationaal Monetair Fonds (IMF), de Groep van 24 industrielanden en de Gemeenschap en dat, naast het geschatte bedrag van de geldmiddelen die aan deze landen kunnen worden verstrekt door het IMF en de Wereldbank, nog een tekort van in totaal ongeveer 600 miljoen dollar dient te worden gedekt om de nodige financieringswaarborgen te bieden voor de stand-by-overeenkomsten die deze landen naar verwachting met het IMF zullen sluiten op basis van hun economische aanpassings- en hervormingsprogramma's;

    Overwegende dat de ramingen van het tekort zijn verstrekt door het IMF in nauw overleg met de Commissie en de Groep van 24;

    Overwegende dat de Commissie, als cooerdinator van de bijstand van de Groep van 24, die landen heeft verzocht financiële bijstand op middellange termijn aan Estland, Letland en Litouwen te verstrekken;

    Overwegende dat de toekenning door de Gemeenschap van leningen op middellange termijn aan Estland, Letland en Litouwen een passende maatregel is om de betalingsbalans van die landen te ondersteunen en hun reservepositie te versterken;

    Overwegende dat de risico's in verband met de in de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen toegekende garanties zullen worden besproken in het kader van de vernieuwing in 1992 van het Interinstitutioneel Akkoord over de begrotingsdiscipline en de verbetering van de begrotingsprocedure;

    Overwegende dat de lening van de Gemeenschap door de Commissie dient te worden beheerd;

    Overwegende dat het Verdrag, afgezien van artikel 235, niet voorziet in bevoegdheden voor de aanneming van dit besluit,

    BESLUIT:

    Artikel 1

    1. De Gemeenschap verstrekt Estland, Letland en Litouwen leningen op middellange termijn voor een hoofdsom van ten hoogste respectievelijk 40 miljoen ecu, 80 miljoen ecu en 100 miljoen ecu, met een looptijd van maximaal zeven jaar, ten einde bij te dragen tot ondersteuning van de betalingsbalanssituaties en de reserveposities te versterken.

    2. Daartoe wordt de Commissie gemachtigd namens de Gemeenschap de nodige middelen op te nemen die in de vorm van leningen ter beschikking van Estland, Letland en Litouwen worden gesteld.

    3. Deze leningen worden in nauw overleg met het Monetair Comité door de Commissie beheerd op een wijze die met de tussen het IMF en Estland, Letland en Litouwen te sluiten overeenkomsten in overeenstemming is.

    Artikel 2

    1. De Commissie wordt gemachtigd, na overleg met het Monetair Comité, met de Estlandse, Letse en Litouwse autoriteiten te onderhandelen over de aan de leningen te verbinden voorwaarden op het gebied van het economisch beleid. Die voorwaarden moeten in overeenstemming zijn met de in artikel 1, lid 3, bedoelde overeenkomsten en met de door de Groep van 24 te treffen regelingen.

    2. De Commissie onderzoekt op gezette tijden, in samenwerking met het Monetair Comité en in nauwe cooerdinatie met de Groep van 24 en het IMF, of het economische beleid in Estland, Letland en Litouwen in overeenstemming is met de doelstellingen van deze leningen en of aan de daaraan verbonden voorwaarden wordt voldaan.

    Artikel 3

    1. De leningen worden afzonderlijk, van geval tot geval, ter beschikking van Estland, Letland en Litouwen gesteld. Elke lening wordt in twee tranches uitgekeerd.

    2. De eerste tranche wordt telkens uitgekeerd zodra een "stand-by-overeenkomst" met het IMF is gesloten. Met inachtneming van het bepaalde in artikel 2, lid 2, wordt de tweede tranche uitgekeerd wanneer de tenuitvoerlegging van deze overeenkomst bevredigend verloopt en niet eerder dan het tweede kwartaal van 1993.

    3. De middelen worden aan de centrale banken overgemaakt.

    Artikel 4

    1. De in artikel 1 bedoelde transacties tot het opnemen en verstrekken van leningen worden met dezelfde valutadatum afgesloten en mogen voor de Gemeenschap geen looptijdtransformatie, wisselkoers- of renterisico, noch enig ander commercieel risico met zich brengen.

    2. De Commissie neemt, indien Estland, Letland of Litouwen dat verlangt, de nodige maatregelen om in de leningsvoorwaarden een beding inzake vervroegde aflossing op te nemen en dit toe te passen.

    3. De Commissie kan, op verzoek van Estland, Letland en Litouwen en indien de omstandigheden een verbetering van de rente op de verstrekte leningen mogelijk maken, haar oorspronkelijk opgenomen leningen geheel of gedeeltelijk herfinancieren of de desbetreffende financiële voorwaarden herstructureren. De herfinancieringen en herstructureringen geschieden onder de in lid 1 gestelde voorwaarden en mogen niet leiden tot een verlenging van de gemiddelde looptijd van de betrokken opgenomen leningen, noch tot een verhoging van het op de dag van die herfinancieringen en herstructureringen, tegen de lopende wisselkoers omgerekende, nog af te lossen bedrag.

    4. Alle kosten die de Gemeenschap bij het sluiten en uitvoeren van de in dit besluit bedoelde transacties maakt, komen ten laste van Estland, Letland en Litouwen.

    5. Het Monetair Comité wordt van de ontwikkelingen met betrekking tot de in de leden 2 en 3 bedoelde verrichtingen in kennis gesteld.

    Artikel 5

    De Commissie brengt ten minste eenmaal per jaar aan het Europese Parlement en aan de Raad verslag uit over de tenuitvoerlegging van dit besluit, welk verslag een evaluatie omvat. Gedaan te Brussel, 23 november 1992. Voor de Raad

    De Voorzitter

    N. LAMONT

    (1) PB nr. C 266 van 15. 10. 1992, blz. 8. (2) Advies uitgebracht op 30 oktober 1992 (nog niet verschenen in het Publikatieblad).

    Top