EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31992D0157

92/157/EEG: Beschikking van de Commissie van 17 februari 1992 inzake een procedure op grond van artikel 85 van het EEG-Verdrag (IV/31.370 en 31.446 - UK Agricultural Tractor Registration Exchange) (Slechts de tekst in de Engelse taal is authentiek)

PB L 68 van 13.3.1992, p. 19–33 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/1992/157/oj

31992D0157

92/157/EEG: Beschikking van de Commissie van 17 februari 1992 inzake een procedure op grond van artikel 85 van het EEG-Verdrag (IV/31.370 en 31.446 - UK Agricultural Tractor Registration Exchange) (Slechts de tekst in de Engelse taal is authentiek)

Publicatieblad Nr. L 068 van 13/03/1992 blz. 0019 - 0033


BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE van 17 februari 1992 inzake een procedure op grond van artikel 85 van het EEG-Verdrag (IV/31.370 en 31.446 - UK Agricultural Tractor Registration Exchange) (Slechts de tekst in de Engelse taal is authentiek) (92/157/EEG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op Verordening nr. 17 van de Raad van 6 februari 1962, Eerste verordening over de toepassing van de artikelen 85 en 86 van het EEG-Verdrag (1), laatstelijk gewijzigd bij de Akte van Toetreding van Spanje en Portugal, en met name op artikel 3,

Gezien het verzoek om een negatieve verklaring en de aanmelding, die op 4 januari 1988 door de "Agricultural Engineers Association Ltd" zijn ingediend met betrekking tot een overeenkomst inzake de uitwisseling van informatie, "UK Agricultural Tractor Registration Exchange" genaamd, die met en tussen acht in de sector van de landbouwtrekkers bedrijvig zijnde ondernemingen is gesloten,

Gezien het besluit van de Commissie van 11 november 1988 om in deze zaak een procedure in te leiden,

Na overeenkomstig artikel 19, lid 1, van Verordening nr. 17 en overeenkomstig Verordening nr. 99/63/EEG van de Commissie van 25 juli 1963 over het horen van belanghebbenden en derden overeenkomstig artikel 19, leden 1 en 2, van Verordening nr. 17 van de Raad (2) de betrokken ondernemingen in de gelegenheid te hebben gesteld ten aanzien van de punten van bezwaar welke de Commissie in aanmerking heeft genomen, hun standpunt kenbaar te maken,

Na raadpleging van het Adviescomité voor mededingingsregelingen en economische machtsposities,

Overwegende hetgeen volgt:

I. DE FEITEN

Inleiding

(1) Op 4 januari 1988 heeft de "Agricultural Engineers Association Ltd", de Britse beroepsvereniging van producenten en importeurs van landbouwmachines, hierna "AEA" genoemd, een overeenkomst, genaamd "UK Agricultural Tractor Registration Exchange", hierna "Exchange" genoemd, inzake gegevensuitwisseling aangemeld. Deze overeenkomst heeft betrekking op de uitwisseling van gegevens over de detailomzet en het marktaandeel van acht producenten en importeurs van landbouwtrekkers op de markt van het Verenigd Koninkrijk. De Exchange wordt met de hulp van het computerbureau "Systematics International Group of Companies Ltd", hierna "SIL" genoemd, door de AEA beheerd.

(2) Deze uitwisseling van informatie bestaat ten minste sinds november 1975. De Commissie begon in 1984 met een onderzoek betreffende de Exchange. Bij het onderzoeken van klachten van individuele producenten over bemoeienissen met parallelle handel ontdekte de Commissie tijdens verificaties in de kantoren van sommige leden van de Exchange en in de kantoren van de AEA en SIL het bestaan van de Exchange. Na dit onderzoek meldde de AEA de Exchange aan en verzocht zij om een negatieve verklaring of een ontheffing op grond van artikel 85, lid 3, van het Verdrag. De Commissie maakte in een mededeling van punten van bezwaar van 11 november 1988 bezwaar tegen deze uitwisseling van informatie, waarna van 25 tot 28 april 1989 een hoorzitting werd gehouden.

(3) De leden van de Exchange zijn de volgende producenten of alleenimporteurs van landbouwtrekkers in het Verenigd Koninkrijk:

- Ford (Ford New Holland Ltd, welke onlangs door Fiat is overgenomen),

- Massey Ferguson (Massey Ferguson United Kingdom Ltd),

- Case (J.I. Case Europe Ltd),

- John Deere (John Deere Ltd),

- Renault (Renault Agriculture Ltd),

- Watveare Ltd (importeur van Deutz),

- Fiat (Fiatagri UK Ltd),

- Same-Lamborghini (Same-Lamborghini UK Ltd).

Marktstructuur

(4) Op de markt van het Verenigd Koninkrijk worden jaarlijks ongeveer 20 000 nieuwe trekkers verhandeld. De in het Verenigd Koninkrijk verkochte landbouwtrekkers worden voor een groot deel in andere Lid-Staten geproduceerd, vooral in Duitsland, België, Frankrijk en Italië. Meer dan 50 % van de op de markt van het Verenigd Koninkrijk verkochte trekkers wordt uit andere Lid-Staten ingevoerd.

(5) De markt van het Verenigd Koninkrijk voor trekkers werd beheerst door vier leveranciers met een gezamenlijk marktaandeel van 76 à 77 %: Ford, Case, Massey Ferguson en John Deere. Sinds de overname van Ford New Holland door Fiat hebben deze vier leveranciers een gezamenlijk marktaandeel in het Verenigd Koninkrijk van ongeveer 80 %. Na deze vier grote leveranciers die elk 15 à 25 % van de markt in handen hebben, komen leveranciers met een marktaandeel van 2 à 3 % in het Verenigd Koninkrijk: Renault, Deutz en Same-Lamborghini. De acht, thans zeven, leden van de Exchange nemen te zamen 87 à 88 % van de markt van het Verenigd Koninkrijk voor trekkers voor hun rekening, terwijl de resterende 12 % onder verschillende kleine producenten die geen lid zijn, is verdeeld.

(6) Deze vergaande concentratie op de markt van het Verenigd Koninkrijk voor trekkers wordt nog versterkt door het feit dat niet alle leveranciers op het niveau van kleinere geografische zones, en met name in die van dealers, actief verkopen of zelfs er vertegenwoordigd zijn. De kleinere leveranciers op de markt van het Verenigd Koninkrijk - Renault, Deutz en Same-Lamborghini - beschikken niet over een even uitgebreid verkoopnet als de vier grote leveranciers. Door hun beperkte omzet kunnen zij zich het niet veroorloven een het gehele land bestrijkend distributienet uit te bouwen dat naar verluidt op de markt van het Verenigd Koninkrijk voor trekkers uit ten minste 120 verkooppunten zou moeten bestaan.

De Exchange voorziet in een gemeenschappelijk systeem voor de organisatie van de dealergebieden voor alle deelnemende ondernemingen, gebaseerd op toewijzing van de 8 250 postcodezones in het Verenigd Koninkrijk.

De reeds aanzienlijke concentratie (vier ondernemingen: ongeveer 80 %) wordt eveneens versterkt door het feit dat er in de hoogste pk-categorieën soms niet meer dan drie of vier leveranciers zijn, hetgeen in combinatie met de ongelijke vertegenwoordiging op het niveau van de dealers voor bepaalde gebieden en bepaalde pk-categorieën tot gevolg kan hebben dat slechts twee of drie leveranciers in een bepaald segment van de geografische markt en/of produktmarkt met elkaar concurreren.

(7) De leveranciers op de markt van het Verenigd Koninkrijk zijn tevens grote leveranciers op de andere markten in de Gemeenschap, zodat de invoer vanuit deze andere markten in de Gemeenschap naar het Verenigd Koninkrijk grotendeels door dezelfde leveranciers wordt beheerst.

(8) Voorts is de markt voor landbouwtrekkers nog om de volgende redenen moeilijk toegankelijk:

- de verkoop van trekkers vereist een dicht distributie- en servicenet: de dealer moet binnen een straal van 25 à 35 km van het landbouwbedrijf zijn gevestigd, omdat het voor een landbouwer van levensbelang is dat zijn trekker vrijwel onmiddellijk kan worden hersteld; om het grondgebied van het Verenigd Koninkrijk naar behoren te kunnen bestrijken, moet een producent over ongeveer 120 verkooppunten beschikken; hoe kleiner de omzet, des te moeilijker is het een optimaal verkoopnet te financieren. Met het opzetten van een dealernet zijn aanzienlijke investeringen gemoeid en er zijn grote commerciële risico's aan verbonden;

- de markt voor trekkers is een markt met een klein volume, gekenmerkt door stagnatie/achteruitgang en algemene overcapaciteit; op een dergelijke markt is het weinig waarschijnlijk dat producenten of dealers nieuwe investeringen doen. Met name dealers zijn niet bereid te investeren in een dealerschap dat weinig perspectieven biedt;

- op de markt voor trekkers is merkgetrouwheid een belangrijke factor bij de keuze die de klant uiteindelijk maakt; landbouwers geven doorgaans de voorkeur aan een gevestigd merk, omdat dan de kwaliteit gegarandeerd is en op de tweedehandsmarkt voor de trekker een hogere prijs kan worden verkregen. Alle leden van de Exchange zijn producenten met een sterke merkreputatie; een nieuwkomer zou eerst na lange tijd en door middel van aanzienlijke investeringen een gelijkwaardige reputatie kunnen verwerven.

Deze moeilijkheid wordt nog vergroot door het feit dat de acht, thans zeven, leden van de Exchange bijna negen tiende van de markt in handen hebben. Hun marktaandeel is sinds 1976 vrijwel constant gebleven, zodat nagenoeg negen van de tien trekkers die in het Verenigd Koninkrijk in bedrijf zijn, bij leden van de Exchange zijn aangekocht; deze sinds lang bestaande hoge penetratiegraad speelt een belangrijke rol op wat voornamelijk een "vervangings"-markt is (de klanten kopen niet voor het eerst, maar vervangen bestaande uitrusting);

- ten slotte wordt de toegang tot de markt van het Verenigd Koninkrijk in aanzienlijke mate door de uitwisseling van informatie zelf bemoeilijkt, omdat, wanneer nieuwkomers hun intrede doen of de omzet van niet-leden toeneemt, de gevestigde leveranciers dit onmiddellijk merken en maatregelen kunnen treffen om hun marktpositie te verdedigen. Het is een feit dat, zolang de Exchange bestaat, het marktaandeel van de niet-leden geen substantiële verandering heeft ondergaan.

(9) Voorts wordt de markt voor trekkers in het Verenigd Koninkrijk en in de Gemeenschap in het algemeen gekenmerkt door het feit dat er, anders dan op de markt voor auto's, van noemenswaardige prijs- of kwaliteitsconcurrentie ingevolge invoer uit derde landen geen sprake is. De enige landbouwtrekkers die uit derde landen worden ingevoerd, zijn trekkers in de lagere pk-klassen (< 30 pk) die meestal voor andere doeleinden dan landbouw worden gebruikt, en trekkers van Oosteuropese merken die niet op voet van gelijkheid met de kwaliteitsprodukten van de fabrikanten in de Gemeenschap kunnen concurreren. Dit geldt in het bijzonder voor het Verenigd Koninkrijk waar er vooral vraag is naar trekkers met hoog vermogen, een marktsegment waarin de Oosteuropese merken in een nog nadeliger positie verkeren.

De gegevensuitwisseling op de markt van het Verenigd Koninkrijk voor trekkers

(10) De acht, nu zeven, voornaamste leveranciers op de markt van het Verenigd Koninkrijk hebben met de hulp van de AEA en SIL een systeem opgezet voor de uitwisseling van informatie over de detailomzet en het marktaandeel van elk lid op de Britse markt, met een gedetailleerde uitsplitsing volgens produkt, gebied en tijdvak.

(11) Sinds de aanmelding op 4 januari 1988 wordt de Exchange rechtstreeks door de AEA beheerd. Voordien beschouwde de AEA zich slechts als een secretariaat ten behoeve van het door de acht leden van de Exchange binnen de AEA opgerichte Tractor Registration Exchange Committee. Dit comité, waarvan het bestaan door de aangemelde uitwisselingsovereenkomst wordt bevestigd, bestaat uit een vertegenwoordiger van elk lid en is belast met de administratie van de Exchange. Het comité houdt ten minste één keer per jaar een vergadering onder het voorzitterschap van een van zijn leden.

(12) De informatie die via de AEA en SIL tussen de leden van de Exchange wordt uitgewisseld, wordt voornamelijk ontleend aan de formulieren V55 welke voor de inschrijving van trekkers bij het Britse Ministerie van Verkeer worden gebruikt. Voor trekkers die niet behoeven te worden ingeschreven (bij voorbeeld omdat zij niet op de openbare weg worden gebruikt), moet de dealer zich ertoe verbinden een afschrift van het formulier V55 rechtstreeks aan SIL toe te zenden, ten einde de gegevens daarvan te zamen met de gegevens over trekkers welke moeten worden ingeschreven, in de databank in te voeren.

(13) Het Ministerie van Verkeer heeft ermee ingestemd zijn inschrijvingsdocumenten ter beschikking van de AEA te stellen met het oog op het verrichten van bedrijfstakanalyses. Uit geen enkel stuk blijkt evenwel dat het Ministerie van Verkeer bereid zou zijn geweest individuele ondernemingen deze inschrijvingsdocumenten te verstrekken, indien dit het mogelijk zou maken de omzet en het marktaandeel van concurrenten vast te stellen in een zodanig gedailleerde vorm als waarin de AEA de leden van de Exchange die gegevens bezorgt. Een interne nota van de AEA van 31 augustus 1979 laat het tegendeel vermoeden: "Het is twijfelachtig of het Ministerie van Verkeer een groep van individuele ondernemingen de informatie betreffende de inschrijving van voertuigen zou hebben verstrekt, ware daar niet de unificerende invloed van een beroepsvereniging die zich ten doel stelt bredere commerciële belangen te behartigen . . .".

(14) De door SIL voor haar analyse gebruikte inschrijvingsformulieren V55 bevatten de volgende informatie:

- merk (producent),

- modelnummer,

- serienummer/chassisnummer,

- oorspronkelijke dealer (codenummer, naam, adres en postcode),

- dealer-verkoper (id.),

- postcode (tot het vijfde teken) van de ingeschreven houder,

- naam en adres van de ingeschreven houder (deze informatie wordt op een facultatief in te vullen statistisch gedeelte verstrekt).

(15) Deze informatie wordt door de AEA en SIL ter beschikking van de leden van de Exchange gesteld, naar gelang van hun specifieke wensen in de vorm van de hierna beschreven rapporten en analyses of door middel van directe toegang via de computer.

Globale gegevens over de bedrijfstak

(16) Elk lid kan informatie over de totale omzet in de bedrijfstak verkrijgen, al dan niet uitgesplitst volgens pk-klasse of volgens het aandrijvingssysteem. Deze globale informatie kan voorts worden uitgesplitst volgens geografisch gebied, dat wil zeggen voor het Verenigd Koninkrijk: de MAFF-regio (tien regio's vastgesteld door het Ministerie van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening), ruimtelijke ordening (akkerbouw/tuinbouw, veehouderij, gemengde akkerbouw, gemengde veehouderij, weidegrond, stedelijk gebied), het dealergebied en de postcodezones. Deze informatie wordt of kan worden verstrekt op jaar-, kwartaal-, maand- en weekbasis.

De Commissie heeft in beginsel geen bezwaar gemaakt tegen de beschikbaarheid van deze globale gegevens over de bedrijfstak, omdat daaruit niet de detailomzet van de individuele leden van de Exchange blijkt. De Commissie heeft echter wel bezwaar gemaakt tegen de uitwisseling van die gegevens over de bedrijfstak, in zoverre in de door SIL geleverde rapporten de uitsplitsing volgens geografisch gebied, produkt of tijdvak voor een bepaald gebied, produkt of tijdvak op minder dan tien verkochte eenheden betrekking heeft. Bij een kleinere totale omzet bestaat er een groot risico dat zelfs globale gegevens rechtstreeks of onrechtstreeks de exacte verkoopcijfers van individuele concurrenten aan het licht brengen.

Gegevens betreffende de omzet van individuele concurrenten

(17) Naast de hierboven beschreven globale gegevens over de bedrijfstak kan elk lid informatie verkrijgen over de omzet en het marktaandeel van elk individueel lid van de Exchange, met een gedetailleerde uitsplitsing naar model, produktgroep (pk-klasse en aandrijvingssysteem) en geografisch gebied (met inbegrip van "counties", dealergebieden en postcodezones) en per jaar, kwartaal, maand en dag.

(18) De over de AEA en SIL tussen de leden uitgewisselde gegevens leveren ten aanzien van elk lid de volgende gegevens op:

- de exacte detailomzet en het exacte marktaandeel van elke aangesloten concurrent op de markt van het Verenigd Koninkrijk op het niveau van het land, de regio, de county, het dealergebied en de postcodezone: dit maakt het mogelijk tot op het niveau van het kleinste geografische gebied de penetratie op de markt en bedrijfsresultaten van de verschillende leveranciers te vergelijken; niet alleen de bedrijfsresultaten van de producenten, maar ook die van hun dealers in elk dealergebied kunnen worden vergeleken;

- de exacte detailomzet en het exacte marktaandeel voor elk model dat door ieder lid wordt verkocht: dit maakt het mogelijk voor elk model van iedere aangesloten concurrent de bedrijfsresultaten te vergelijken; deze vergelijking wordt eveneens gemaakt per geografisch gebied, op het niveau dat elk lid kan bepalen;

- de exacte detailomzet en het exacte marktaandeel van elk lid per pk-klasse: dit maakt het mogelijk voor elke pk-groep (meestal een categorie van 10 pk-klassen) de bedrijfsresultaten en de penetratie op de markt van alle aangesloten concurrenten te vergelijken; de gegevens worden eveneens uitgesplitst naar aandrijvingssysteem (twee wielen/vier wielen/geleed);

- de dagelijkse en maandelijkse detailverkoopcijfers en marktaandelen van elk lid op het niveau van het Verenigd Koninkrijk: dit maakt het mogelijk de recentste verkoopresultaten van alle deelnemende leveranciers op de markt van het Verenigd Koninkrijk te vergelijken en tijdens de lopende maand te beoordelen.

(19) De hierboven genoemde gegevens zijn beschikbaar per jaar (kalenderjaar, belastingjaar, voorbije periode van twaalf maanden, elke willekeurige periode van twaalf maanden), per kwartaal en per maand en de detailverkoopcijfers voor het gehele grondgebied van het Verenigd Koninkrijk kunnen zelfs per dag worden verstrekt. Aldus kan elk lid de verkoopresultaten en de penetratie op de markt van iedere aangesloten concurrent volgen op jaar-, kwartaal-, maand- en dagbasis, voor alle produkten te zamen of per produkt en voor de kleinste geografische gebieden.

(20) Bovendien geven de leden al deze geïndividualiseerde marktinformatie aan hun dealers door, voor zover zij het gebied van elke dealer betreft. De dealers krijgen eveneens informatie over het aantal verkochte eenheden en het marktaandeel van elk lid op nationaal niveau. Aldus worden commercieel gevoelige gegevens niet alleen tussen de producenten van trekkers uitgewisseld, maar ook voor de wederverkopers op de markt beschikbaar gesteld. Daardoor ontstaat volledige transparantie tussen concurrenten op het niveau van de producenten en op het niveau van de dealers binnen elk dealergebied.

(21) Ten slotte verschaft de Exchange elk lid globale gegevens over de detailomzet en het marktaandeel van niet-leden (die "anderen" worden genoemd met ongeveer 12 % van de markt van het Verenigd Koninkrijk). Er worden geen precieze gegevens over de omzet van individuele niet-leden verstrekt, maar niettemin blijven de leden van de Exchange op deze wijze voortdurend op de hoogte van veranderingen in het marktaandeel van de "anderen" - de globale gegevens bestrijken dezelfde tijdvakken als de geïndividualiseerde informatie (jaar, kwartaal, maand en dag).

(22) Zoals uit een aantal hieronder geciteerde documenten blijkt, beschouwen de leden van de Exchange de over de AEA en SIL tussen hen uitgewisselde gegevens als gevoelig en vertrouwelijk, in zoverre het om nauwkeurige gegevens over de detailomzet van elk lid gaat, en gaan zij ervan uit dat die gegevens alleen op basis van wederkerigheid worden uitgewisseld:

- "Policy Outline", door de AEA op 12 januari 1979 opgesteld:

"Aangezien de Vereniging de belangen van de ondernemingen wil eerbiedigen, zal niet zonder de directe toestemming van de betrokken onderneming een analyse worden verricht waaruit kan worden opgemaakt om welk bepaald produkt van die onderneming het gaat . . . Bovendien kunnen de ondernemingen het via de Vereniging zo regelen dat er op groepsbasis een verdere analyse van hun eigen informatie gebeurt. De informatie betreffende de leden van een dergelijke groep zou overeenkomstig bepaalde vereisten op basis van wederkerigheid worden geanalyseerd. Op geen enkel moment mogen de leden van een dergelijke groep rechtstreeks of door middel van deductie toegang verkrijgen tot gedetailleerde informatie (merk of model) over produkten of ondernemingen welke niet tot de groep behoren.".

- Notities betreffende de UK Agricultural Tractor Registration Exchange, door de AEA op 12 januari 1979 opgesteld:

"Het computerbureau analyseert dan de formulieren van die ondernemingen welke met het systeem meedoen, volgens de instructies van de ondernemingen. Gegevens die als vertrouwelijk worden beschouwd (dat wil zeggen merk en model), zijn dus slechts beschikbaar voor die machines welke zijn geleverd door ondernemingen die aan de Exchange deelnemen . . . Zij (dat wil zeggen de leden (noot)) ontvangen geen informatie van vertrouwelijke aard over ondernemingen die niet tot de groep behoren.".

- Notulen van een vergadering van de Exchange op 8 november 1979, tijdens welke de leden de tussen hen uitgewisselde gegevens in twee categorieën indelen: gevoelige en niet-gevoelige. Het totale aantal inschrijvingen per pk-klasse zonder aanduiding van de producent of het model wordt als een "niet-gevoelig" gegeven beschouwd, indien het wordt opgegeven voor het gehele grondgebied van het Verenigd Koninkrijk of per MAFF-regio en op jaar- of kwartaalbasis. Informatie waarbij de producent of het model wordt genoemd, wordt daarentegen als "gevoelig" beschouwd, welke gegevens slechts op basis van vertrouwelijkheid en wederkerigheid worden uitgewisseld.

- Notulen van een vergadering van de Exchange op 24 juni 1980, waarin met betrekking tot het doorgeven van gegevens aan dealers wordt verklaard:

"De Exchange is het erover eens dat de dealers duidelijk moet worden gemaakt dat gedetailleerde informatie over inschrijvingen slechts beschikbaar was als resultaat van nauwe samenwerking tussen de producenten. Misbruik zou tot gevolg kunnen hebben dat afspraken in gevaar worden gebracht, en daarom moet de informatie als vertrouwelijk worden behandeld.".

- Notulen van een vergadering van de Exchange op 28 oktober 1980:

"Aan Deutz is ook meegedeeld dat de Exchange volledig op het beginsel van wederzijdse gegevensuitwisseling berustte . . .".

- Brief van 30 april 1981 van Massey Ferguson aan al haar dealers in het Verenigd Koninkrijk:

"Wij verkrijgen de informatie door middel van wederzijdse en vertrouwelijke uitwisseling van gegevens tussen de deelnemende producenten. Een deelnemer heeft het recht zich terug te trekken, wanneer bij voorbeeld de vertrouwelijkheid niet wordt gehandhaafd. Het is duur de gegevens te verkrijgen, vanwege de kosten voor de noodzakelijke verwerking, en de verspreiding blijft beperkt tot die producenten welke ervoor betalen . . . U wordt derhalve verzocht de gegevens betreffende Uw eigen gebied en totale gegevens betreffende het Verenigd Koninkrijk die te Uwer beschikking worden gesteld, als uiterst vertrouwelijk te blijven behandelen.".

- Brief van Ford aan alle leden van de Exchange:

"Ik behoef U er niet aan te herinneren hoe waardevol dergelijke statistische informatie voor ons is. Ze is strikt vertrouwelijk en wordt enkel verkregen dank zij wederzijds vertrouwen van alle deelnemende producenten die dit vertrouwelijke karakter respecteren.".

- Brief van 22 april 1981 van International Harvester aan haar dealers:

" . . . deze cijfers worden op basis van strikte vertrouwelijkheid verstrekt en zijn uitsluitend bestemd voor gebruik binnen de organisatie van International Harvester. Formulieren waarop eenheid en marktaandelen zijn vermeld, moeten als geheime documenten worden beschouwd en dienovereenkomstig worden behandeld. Het vrijgeven aan de pers of een andere bron zou kunnen leiden tot ineenstorting van het systeem dat voor U en ons voordelig is.".

- Notulen van een vergadering van de UK Agricultural Tractor Registration Exchange op 20 april 1983: Genoteerd wordt dat de voorzitter van de vergadering onder meer om de volgende redenen bezwaar maakt tegen het verstrekken van gegevens betreffende het merk:

- "Er is onlangs een statistiekenoorlog geweest in de autohandel; door de marktaandelen bekend te maken wordt dit nog waarschijnlijker en de Exchange zal slechts overleven zolang er tussen de deelnemers vriendschappelijke relaties bestaan.".

- "De Exchange is gebaseerd - en berust nog steeds - op de idee dat bij voorbeeld MF (dit is Massey Ferguson) en IH (International Harvester, in 1985 overgenomen door Case) hun inschrijvingen/cijfers zullen ruilen. De Exchange kan dan worden gezien als een verzameling besluiten om te ruilen.".

- Brief van 27 mei 1983 van de AEA aan de National Farmers' Union:

"Wat meer gedetailleerde informatie betreft, zitten wij met een moeilijkheid die misschien onoverkomelijk is. Handelsstatistieken worden ons op basis van vertrouwelijkheid verschaft en het staat ons niet vrij deze aan iemand bekend te maken zonder de toestemming van alle deelnemers.".

(23) De leden hebben de mogelijkheid besproken om de pers marktgegevens te verstrekken, maar tot april 1987 werden enkel globale bedrijfstakgegevens voor het Verenigd Koninkrijk en per MAFF-regio bekendgemaakt. Van april 1987 tot oktober 1988, toen de leden na de aanvang van het onderzoek van de Commissie besloten de werking van de Exchange op te schorten, publiceerden zij met drie maanden vertraging gegevens op jaar- en kwartaalbasis over het marktaandeel van individuele leden in verhouding tot de totale cijfers voor het Verenigd Koninkrijk. Alle andere gegevens blijven vertrouwelijk en zijn uitsluitend voor de deelnemende leden beschikbaar.

Gegevens betreffende de omzet van de dealers van de eigen onderneming

(24) Benevens de gegevens over de omzet van andere concurrenten, bezorgen de AEA en SIL elke producent afzonderlijk gegevens over de omzet van zijn eigen dealers.

(25) Deze informatie over de omzet van de eigen dealers wordt eveneens aan het inschrijvingssysteem V55 ontleend. Aan de hand van de formulieren V55 kan door middel van een eenvoudige vergelijking tussen levering en inschrijving de bestemming van elke trekker worden achterhaald. De formulieren V55 bevatten voor elke trekker informatie over het serienummer/chassisnummer, de oorspronkelijke dealer, de dealer-verkoper (indien verschillend van de oorspronkelijke dealer) en de postcode (van vijf tekens) van de eindkoper.

(26) Er bestaan in wezen twee versies van het formulier V55: de vooraf ingevulde formulieren V55/1-4 die door de dealers moeten worden gebruikt voor de inschrijving van alle nieuwe trekkers welke hun door hun leveranciers in het Verenigd Koninkrijk worden geleverd, en het formulier V55/5 dat door onafhankelijke importeurs voor de inschrijving van in het Verenigd Koninkrijk ingevoerde nieuwe trekkers moet worden ingevuld.

De formulieren V55/1-4 worden door SIL geanalyseerd, ten einde elke individuele producent op zijn verzoek de volgende gegevens over de omzet binnen zijn eigen dealernet te verschaffen:

- tendensanalyse: vergelijking op maandbasis van de verkoopcijfers van de eigen onderneming met de totale omzet in de bedrijfstak op het niveau van het land, de MAFF-regio, de county, het dealergebied en de postcodezone, uitgesplitst naar produkt (pk-klasse); soms hebben op het niveau van het dealergebied en de postcodezone deze maandelijkse tendensanalyses voor bepaalde produktgroepen betrekking op een zodanig klein aantal verkochte eenheden dat het niet is uitgesloten dat ze de verkoopcijfers van concurrenten in deze kleine geografische gebieden aan het licht brengen;

- analyse van de invoer door dealers: in deze analyse wordt aangegeven hoeveel trekkers door andere dealers in een bepaald dealergebied zijn ingevoerd, en wordt deze invoer vergeleken met de omzet van de gevestigde dealer binnen zijn eigen dealergebied;

- analyse van de uitvoer door dealers: in deze analyse wordt aangegeven hoeveel trekkers door een bepaalde dealer naar andere dealergebieden zijn uitgevoerd, en wordt deze uitvoer vergeleken met de omzet van de gevestigde dealer binnen zijn eigen dealergebied;

- analyse betreffende de dealers-verkopers: op basis van deze analyse kunnen de producenten vaststellen wie de dealers-verkopers in een bepaalde postcodezone zijn, en hun respectieve verkoopcijfers vergelijken met de omzet op het niveau van de bedrijfstak in die postcodezone.

(27) Ten slotte werden tot 1 september 1988 de formulieren V55/5 die voor de invoer van nieuwe trekkers in het Verenigd Koninkrijk worden gebruikt, door SIL aan de individuele producenten doorgegeven. Aan de hand van dit document kan de producent de identiteit van de importeur alsook het serienummer en het model van de ingevoerde trekker te weten komen en op basis van die informatie de oorsprong van de ingevoerde trekker, dat wil zeggen bij invoer vanuit een andere Lid-Staat de identiteit van de dealer-verkoper in die Lid-Staat, achterhalen. De documenten V55/5 maken het de producenten dus mogelijk na te gaan wat de herkomst van langs parallelle weg in het Verenigd Koninkrijk ingevoerde trekkers is. SIL hield er op 1 september 1988 mee op de formulieren V55/5 aan de individuele producenten toe te zenden.

(28) In een in 1984 aan John Deere toegezonden fax-bericht beschreef SIL het systeem als volgt: "Onze databank pikt alle trekkers op die voor gebruik op Britse wegen worden ingeschreven, dat wil zeggen 98 % boven 30 pk, ongeacht de herkomst. Voor die ondernemingen binnen de Exchange slaan wij ook gegevens op over welke dealer daadwerkelijk de eenheid aan de klant heeft verkocht, en wij sturen naar elke onderneming de basisinschrijvingsdocumenten terug. Zo zou, wanneer een eenheid van JD (dit is John Deere) door een EEG-dealer werd ingevoerd, JD UK inzage hebben van de documentatie betreffende de trekker (serienummer, enz.).".

(29) Massey Ferguson beschreef in een memorandum van 4 mei 1981 het systeem als volgt: "Aan de hand van dit systeem zijn wij in staat de inschrijvingsgegevens betreffende alle trekkers van MF (dit is Massey Ferguson) en sommige andere door MF (UK) Ltd naar distributeurs in het Verenigd Koninkrijk verzonden produkten te achterhalen en te verifiëren. Wij hebben ook duidelijk zicht op de inschrijvingsgegevens betreffende eenheden die enige tijd geleden zijn verzonden en op de eerste inschrijving van eenheden die korter geleden zijn verzonden. Wij zullen zicht hebben op alle inschrijvingen van MF-produkten op formulieren V55/5 en op de serienummers, hetgeen uiterst belangrijk is in het licht van de recente grijze importactiviteit.".

(30) Tijdens verificaties zijn documenten ontdekt die aantonen dat sommige leden daadwerkelijk de van SIL ontvangen formulieren V55/5 hebben gebruikt om de herkomst van neveninvoer te achterhalen en aan die invoer uit andere Lid-Staten een eind te maken. Het betreft de documenten die in bijlage 3 bij de mededeling van punten van bezwaar van de Commissie zijn opgenomen en die welke na de hoorzitting bij brief van de Commissie van 22 mei 1989 aan de partijen zijn medegedeeld (documenten nrs. 1, 5 tot en met 8, 16 en 28 tot en met 48).

De opschorting van de Exchange

(31) Op 24 november 1988 besloten de partijen de werking van de Exchange op te schorten, in zoverre de Commissie in haar mededeling van punten van bezwaar van 11 november 1988 daartegen bezwaar had gemaakt. Watveare, de importeur van Deutz-trekkers, trok zich in december 1988 uit de Exchange terug.

(32) Na de hoorzitting maakte de Commissie bij brief van 25 oktober 1989 haar standpunt aan de partijen kenbaar. Dit standpunt, zoals op 28 november 1989 nader bepaald, werd door twee partijen - Watveare en Case - in beginsel aanvaard.

(33) Op 12 maart 1990 meldden vijf leden - Ford, Fiat, John Deere, Renault en Massey Ferguson - een gewijzigde Exchange aan, die zij "UK Tractor Registration Data System" noemden. Op 9 juli 1990 liet Massey Ferguson de Commissie weten dat ook zij het standpunt van de Commissie van 28 november 1989 aanvaardde en dat zij derhalve haar op 12 maart 1990 ingediende verzoek om een negatieve verklaring en/of ontheffing introk.

De vier, nu drie, resterende partijen hebben een systeem voor de gegevensuitwisseling aangemeld dat zij niet in praktijk hebben gebracht. In het nieuw aangemelde systeem worden wat minder gegevens ter beschikking van de leden gesteld, maar er wordt met name nog steeds informatie over de omzet en het marktaandeel van de leden verstrekt over kortere periodes dan een jaar, namelijk maandelijkse informatie op het niveau van het Verenigd Koninkrijk, de MAFF-regio, het gebruik van het land, de county, het dealergebied en de postcodezone, ook uitgesplitst naar model. De gewijzigde Exchange verschaft elke deelnemende onderneming ook gedetailleerde gegevens over het chassisnummer en de inschrijvingsdatum van de door haar verkochte trekkers. De gewijzigde Exchange wordt in bijzonderheden beschreven in bijlage 2 bij de nieuwe aanmelding.

II. JURIDISCHE BEOORDELING

A. Juridische beoordeling op grond van artikel 85, lid 1, van de Exchange zoals hij vóór de aanmelding in praktijk werd gebracht en op 4 januari 1988 is aangemeld

(34) De AEA en de acht, nu zeven, leden van de Exchange zijn (3) partij bij een overeenkomst in de zin van artikel 85, lid 1, van het Verdrag. De partijen zijn een gemeenschappelijk systeem voor de organisatie van de dealergebieden overeengekomen (zie overweging 6) en de AEA mag de informatie over de omzet van elk lid slechts beschikbaar stellen op grond van wederzijdse toestemming van alle leden voor de beschikbaarstelling. Deze overeenkomst heeft een formeel karakter gekregen ingevolge de aanmelding door de AEA in januari 1988 van een overeenkomst inzake de gegevensuitwisseling. Ook het verschaffen aan elk individueel lid van informatie over de detailomzet van zijn eigen dealers berust op een overeenkomst tussen elk lid en de AEA en SIL. Al deze gegevens worden door de AEA en SIL tegen betaling van een vergoeding verstrekt.

De rol van SIL is die van een computerbureau dat tegen vergoeding diensten verleent aan de AEA en de acht leden van de Exchange. De verantwoordelijkheid voor de Exchange berust evenwel hoofdzakelijk bij de AEA en de leden. Daarom acht de Commissie het niet noodzakelijk SIL in deze procedure te blijven betrekken.

Gegevens betreffende de verkoop van individuele concurrenten

(35) Bij de beoordeling van de Exchange in zoverre hij op gegevens over de verkoop van de individuele leden betrekking heeft, houdt de Commissie rekening met:

- de marktstructuur:

- namelijk de hoge concentratiegraad: vier ondernemingen met ongeveer 80 % van de markt, zeven ondernemingen met 87 à 88 % van de markt, een nog hogere concentratiegraad voor kleinere geografische gebieden of produktgroepen, de leden zijn ook belangrijke leveranciers op andere markten in de Gemeenschap, de veel kleinere en verspreide marktaandelen van de niet-leden die te zamen ongeveer 12 % van de markt in handen hebben,

- de slechte toegankelijkheid van de markt: de noodzaak over een uitgebreid distributie- en servicenet te beschikken, het kleine volume en de stagnatie/achteruitgang van de markt, het voordeel van merkgetrouwheid ten gunste van gevestigde leveranciers, de gevolgen van uitwisseling van informatie, en

- het ontbreken van noemenswaardige invoer uit derde landen van trekkers boven 30 pk;

- de aard van de uitgewisselde gegevens: namelijk de exacte detailverkoopcijfers en de exacte marktaandelen, hetgeen tussen echte concurrenten op een markt met een hoge concentratiegraad onder het zakengeheim valt;

- het gedetailleerde karakter van de uitgewisselde gegevens: namelijk uitsplitsing in kleine produktgroepen, kleine geografische gebieden en tijdvakken korter dan een jaar, dat wil zeggen gevoelige gegevens over concurrentie op dag-, maand- en kwartaalbasis, en

- het feit dat de leden geregeld bijeenkomen in het AEA-comité, hetgeen hun gelegenheid tot contact geeft.

(36) De Exchange leidt om twee redenen tot concurrentiebeperkingen:

a) Verhindering van verdoken concurrentie op een markt met een hoge concentratiegraad

(37) De Exchange beperkt de concurrentie, omdat deze tussen de leveranciers op een markt met een hoge concentratiegraad tot een zodanige mate van markttransparantie leidt, dat wat er nog aan verdoken concurrentie tussen de leveranciers op die markt overblijft, waarschijnlijk wordt tenietgedaan vanwege het risico dat en het gemak waarmee onafhankelijke concurrentieacties aan het licht komen. Op deze markt met een hoge concentratiegraad is "verdoken concurrentie" in wezen dat element van onzekerheid en geheimhouding tussen de voornaamste leveranciers ten aanzien van de marktomstandigheden, zonder hetwelk geen van hen over de nodige speelruimte beschikt om doeltreffend te concurreren.

Onzekerheid en geheimhouding tussen leveranciers vormen op dit soort markt een vitale concurrentiefactor. Immers, er is onder deze marktomstandigheden slechts actieve concurrentie mogelijk, indien elke concurrent zijn acties geheim kan houden of zelfs erin slaagt zijn rivalen te misleiden.

Deze redenering doet evenwel niet af aan het feit dat op een markt waar concurrentie heerst en waar er veel kopers en verkopers zijn, transparantie een concurrentiebevorderend effect heeft. Bij een lage concentratiegraad kan markttransparantie de concurrentie doen toenemen, omdat de consument met volledige kennis van het aanbod zijn keuze kan bepalen. Beklemtoond zij, dat de markt van het Verenigd Koninkrijk voor trekkers geen markt met een lage concurrentiegraad is en dat de transparantie geenszins is gericht op of ten goede komt aan de consument. Integendeel, door de hoge mate van markttransparantie tussen de leveranciers op de markt van het Verenigd Koninkrijk voor trekkers, die het gevolg is van de Exchange, worden acties van concurrenten beroofd van hun verrassingseffect, zodat daarop sneller wordt gereageerd en dus veel minder tijdelijk voordeel kan worden behaald. Omdat elke concurrentieactie onmiddellijk tot uiting komt in een toename van de verkoop, kunnen, wanneer een onderneming haar prijzen verlaagt of met andere middelen klanten werft, de andere ondernemingen daar meteen op reageren en zo de voorsprong van de initiatiefnemer ongedaan maken. In het onderhavige geval zal allicht zo een neutraliserend effect, waardoor de marktposities van de bezitters van de oligopolie worden gestabiliseerd, optreden, omdat, afgezien van de neveninvoer die evenwel, zoals gezegd, goed in het oog wordt gehouden, de leden van de Exchange geen externe concurrentiedruk ondervinden.

(38) De markt van het Verenigd Koninkrijk voor trekkers is er duidelijk een met een hoge concentratiegraad, waar de concurrentie reeds wordt verzwakt door het feit dat:

- vier ondernemingen met een gezamenlijk marktaandeel van ongeveer 80 % de markt beheersen;

- deze vier ondernemingen te zamen met vier andere welbekende leveranciers die in staat zijn hun marktpositie te bedreigen, een systeem voor de gegevensuitwisseling hebben opgezet, met als gevolg dat tussen de acht, het stevigst op deze markt gevestigde concurrenten de voorwaarden van een beperkte oligopolie zijn geschapen, doordat ieder van hen informatie verkrijgt over elke wijziging in de verkoopcijfers en marktaandelen op het niveau van de producent en de dealers;

- deze acht leveranciers op alle andere markten in de Gemeenschap bedrijvig zijn en reeds lang met het verloop van de handel en van de op de markt van het Verenigd Koninkrijk aangeboden produkten bekend zijn; zij kunnen met name zonder enig probleem de door elk lid aangerekende prijs te weten komen, omdat er in deze bedrijfstak catalogusprijzen bestaan en eenvoudigweg navraag per telefoon volstaat om het algemene niveau van de in het dealernet van elke producent toegepaste kortingen te kennen; deze gegevens kunnen ook worden verkregen van klanten, die de dealers van de prijzen van concurrenten in een bepaald gebied op de hoogte brengen;

- de markt tegen concurrentie van buiten het Verenigd Koninkrijk beschermd is, doordat deze moeilijk toegankelijk is en er geen noemenswaardige invoer vanuit landen buiten de Gemeenschap plaatsvindt.

(39) Bovendien is de vraag uiterst verspreid. Er zijn talrijke kopers en de meesten beschikken niet over de mogelijkheid in andere Lid-Staten trekkers te kopen (moeilijkheden in verband met het vervoer, invoerformaliteiten, inschrijving, service, inruil, enz.). Er kan bijgevolg op deze markt slechts in zeer beperkte mate een verschuiving van de vraag optreden, waardoor de concurrentiedruk van de vraagzijde op het kleine aantal in het Verenigd Koninkrijk gevestigde leveranciers afneemt en hun economische sterkte op die markt derhalve toeneemt.

(40) Bijgevolg is op de markt van het Verenigd Koninkrijk voor trekkers de exacte omvang van de verkoop van elke producent/dealer het enige moeilijk te verkrijgen, maar zeer belangrijke marktgegeven, dat iedere wijziging in de verkoopcijfers en het marktaandeel van elk lid van de oligopolie en elke dealer op het niveau van de dealergebieden onmiddellijk aan het licht doet komen. Dank zij deze kennis van de markt kunnen elk lid en elke dealer onmiddellijk reageren en aldus ieder initiatief van een van de leden van de oligopolie of een van de dealers om zijn verkoop te vergroten, teniet doen (zie overweging 37). In de praktijk heeft dit evenwel tot gevolg dat slechts zelden een dergelijk initiatief zal worden genomen, juist omdat elke leverancier zeer goed de positie van ieder van de anderen kent en dank zij de door het systeem gecreëerde transparantie zeer goed weet dat elk initiatief van hem onmiddellijk door de anderen kan worden ontdekt.

(41) Aan de hand van de zeer gedetailleerde informatie over de detailverkoop op de produktmarkt en de geografische markt (die 100 % van de markt bestrijkt en 100 % accuraat is) (zie overwegingen 17 tot en met 23), weet elke producent onmiddellijk of op zeer korte termijn (op dag-, maand- of kwartaalbasis) met volledige zekerheid wat zich op de markt afspeelt. Dit stelt de producent in staat:

- de exacte marktposities en verkoopresultaten van zijn rivalen te kennen en elke wijziging in die marktposities op de voet te volgen;

- onmiddellijk te zien of en in welk gebied de detailverkoop van een rivaal is toegenomen, na te gaan aan welk mechanisme die toename is toe te schrijven, en zich ten slotte ervan te vergewissen of en in welke mate het prijsbeleid of andere vormen van marketingbeleid van rivalen succesvol zijn;

- de prijsconcurrentie zoveel mogelijk te beperken, doordat leveranciers en dealers op prijsverlagingen of andere marktstrategieën selectief kunnen reageren in die zin dat zij slechts tegenmaatregelen behoeven te nemen voor die produkten en gebieden waarvoor zulks absoluut noodzakelijk is, en er zeker van kunnen zijn het juiste doel te treffen;

- sneller te reageren, wanneer een begin van verandering in de marktposities optreedt.

(42) Bovendien kunnen dank zij de Exchange de gevestigde ondernemingen en dealers met een aanzienlijk marktaandeel (dat wil zeggen de vier grootste ondernemingen, die ongeveer 80 % van de markt van het Verenigd Koninkrijk in handen hebben) hun marktpositie doeltreffender verdedigen dan wanneer zij niet over de gedetailleerde gegevens betreffende de detailverkoop van hun rivalen en elke wijziging daarvan zouden beschikken. Doordat zij een groter deel van de markt bestrijken en een hogere omzet realiseren, hebben deze ondernemingen en dealers reeds het voordeel de markt beter te kennen, hetgeen nog wordt versterkt door het feit dat zij doeltreffender op een toename van de verkoop van de kleinere concurrenten op de markt kunnen reageren. Dit wordt bevestigd door de vaststelling dat de vier grootste leveranciers tijdens hun deelneming aan de Exchange hun gezamenlijke marktaandeel ten opzichte van de andere leden van de Exchange op de markt van het Verenigd Koninkrijk in essentie hebben gehandhaafd.

(43) Zonder de Exchange zouden de ondernemingen moeten concurreren op een markt waar het tot op zekere hoogte onzeker is waar juist, in welke mate en met welke middelen rivalen een aanval ondernemen. Deze onzekerheid vormt een normaal concurrentierisico dat tot intensieve concurrentie leidt, omdat reacties en prijsverlagingen niet kunnen worden beperkt tot het strikte minimum dat noodzakelijk is om een gevestigde positie veilig te stellen. Onzekerheid zou ertoe leiden dat de ondernemingen elkaar sterker beconcurreren dan wanneer zij precies weten hoe ver zij in hun reactie moeten gaan om de concurrentie het hoofd te bieden. Zij zouden verder moeten gaan dan een minimale reactie, bij voorbeeld door voordeliger kortingen aan te bieden om hun voorraad te doen rouleren, of door voor meer produkten en meer gebieden kortingen aan te bieden. De Exchange vermindert de onzekerheid, omdat hij de acties en reacties van alle deelnemende concurrenten, die 87 à 88 % van de markt van het Verenigd Koninkrijk voor hun rekening nemen, aan het licht brengt. De Exchange leidt derhalve noodzakelijkerwijs tot verhindering van verdoken concurrentie.

b) Het de toegang tot de markt voor niet-leden sterker bemoeilijken

(44) De Exchange vermindert niet alleen de concurrentie tussen de leden en tussen hun dealers, maar beperkt ook de concurrentie tussen de leden enerzijds en de niet-leden anderzijds, ook al staat het systeem voor de gegevensuitwisseling in beginsel voor iedere producent of importeur open.

(45) Indien een leverancier verkiest geen lid van de Exchange te worden, wordt hij benadeeld door het feit dat hij geen toegang heeft tot de gedetailleerde en accurate marktinformatie betreffende andere leveranciers, waarover de leden kunnen beschikken. Doordat zij in bijzonderheden inzicht verkrijgen in het verloop van de handel in trekkers op de markt van het Verenigd Koninkrijk, zijn de leden beter bij machte hun positie tegenover niet-leden te verdedigen.

(46) Beslist een leverancier lid van de Exchange te worden, dan moet hij zijn exacte detailverkoopcijfers per produkt en voor een klein geografisch gebied opgeven, zodat, wanneer een nieuwkomer de markt betreedt, de gevestigde leveranciers met een aanzienlijk marktaandeel en een uitgebreid dealernet daarvan dank zij de Exchange op de hoogte zijn en onmiddellijk kunnen nagaan in hoeverre een nieuw lid op de markt doordringt. Op basis van deze marktinformatie over een nieuw lid kunnen de gevestigde leveranciers hun verworven positie vrijwaren door middel van selectieve acties die erop zijn gericht het nieuwe lid in toom te houden.

(47) Bijgevolg is noch toetreding tot de Exchange, noch afwijziging ervan voordelig voor een kleine leverancier. In beide gevallen bevoordeelt de Exchange de grote leveranciers die al lid ervan zijn. Het feit dat de kleinere leveranciers aan de Exchange meedoen, toont aan dat deze leveranciers niet erin zijn geslaagd de vier grootste leveranciers - Ford, Case, Massey-Ferguson en John Deere - hun positie te betwisten en dat uitbreiding van de markt alleen mogelijk is door overname, zoals de recente overname van Ford door Fiat. Het lidmaatschap van de vier kleinere leveranciers kan bijgevolg alleen hierin zijn verklaring vinden dat de Exchange van het Verenigd Koninkrijk is opgenomen in een netwerk waarvan gelijkaardige systemen voor de gegevensuitwisseling in andere landen van de Gemeenschap deel uitmaken, en dat de acht leveranciers op basis van wederkerigheid aan verschillende systemen deelnemen. Deze andere systemen voor de gegevensuitwisseling worden op het ogenblik onderzocht.

(48) Een en ander leidt tot de conclusie dat de Exchange het de leden mogelijk maakt op doeltreffende wijze nieuwkomers te weren en de expansie van andere leveranciers op de markt van het Verenigd Koninkrijk, die geen lid zijn, binnen de perken te houden. Dit vormt een ernstige beperking van de ontwikkeling van nieuwe concurrentie op een markt met een hoge concentratiegraad die reeds door moeilijke toegankelijkheid wordt gekenmerkt; het gevolg hiervan is dat de leden van de Exchange gezamenlijk hun winst maximaal kunnen vergroten, ten nadele van de landbouwers. Deze beperking treft vooral de kleinere leveranciers in andere landen van de Gemeenschap, die niet in staat zullen zijn op de markt van het Verenigd Koninkrijk door te dringen, mochten zij daar wensen te verkopen of hun verkoop te doen toenemen.

c) Voornaamste, door de partijen aangevoerde argumenten

(49) De partijen hebben betoogd dat de gegevensuitwisseling op inschrijvingsgegevens berust die door het Ministerie van Verkeer van het Verenigd Koninkrijk ter beschikking van het bedrijfsleven worden gesteld, en dat die gegevens geen zakengeheim vormen. Dit argument kan niet worden aanvaard. Ten eerste gaat het bij de Exchange niet louter om ramingen, maar om volledig accurate gegevens over de omzet en het marktaandeel van elk deelnemend lid en zijn dealers. Dergelijke informatie wordt normaal beschouwd als een zakengeheim dat gerechtvaardigde concurrentievoordelen verschaft en derhalve niet mag worden onthuld of met concurrenten gedeeld (Hof van Justitie, zaak 236/81, Celanese Chemical Company Inc. (4); zaak T-30/89, Hilti (5); zevende verslag over het mededingingsbeleid, hoofdstuk I, paragraaf 2, punten 5 tot 8; Beschikkingen van de Commissie: 87/1/EEG (Vetzuren) (6), 77/592/EEG (Cobelpa/NVP) (7), 79/90/EEG (Loodwit) (8). In tegenstelling tot prijzen of andere verkoopvoorwaarden, die telefonisch of via klanten kunnen worden achterhaald, vormen de exacte verkoopcijfers en marktaandelen die marktinformatie welke het moeilijkste te verkrijgen is, en de enige betrouwbare indicator voor het verloop van de handel op een markt en de wijzigingen die daarin optreden.

Ten tweede hebben de partijen zelf informatie over de exacte omvang van de verkoop en het marktaandeel van individuele concurrenten als gevoelige en vertrouwelijke gegevens bestempeld die slechts op basis van wederkerigheid en met de uitdrukkelijke toestemming van de ondernemingen waarvan de cijfers worden onthuld, kan worden meegedeeld (zie overweging 22).

Ten derde zouden, gesteld al dat elke producent op individuele basis over de inschrijvingsgegevens van het Ministerie van Verkeer van het Verenigd Koninkrijk had kunnen beschikken, de gegevens niet in dezelfde mate kunnen zijn benut als in het kader van de Exchange het geval is. De Exchange verstrekt gedetailleerde informatie over de detailverkoop en het marktaandeel van alle leden, uitgesplitst naar produkt, geografisch gebied en tijdvak, zodat de producenten op de voet kunnen volgen hoe de marktpositie van elk lid evolueert.

Bovendien zijn alle leden overeengekomen hun respectieve dealergebieden op basis van de met vijf tekens aangeduide postcodezones te organiseren, hetgeen een noodzakelijke voorwaarde is om de volledige, gedetailleerde informatie over de individuele leden en hun dealers te kunnen vergelijken. Voorts hebben de dealers zich ertoe verbonden om voor verkochte trekkers die niet worden ingeschreven, de ingevulde formulieren V55 terug te sturen naar de producent, die deze aan SIL toezendt om er te worden verwerkt. Bijgevolg zouden de inschrijvingen, zelfs al waren zij op individuele basis verkrijgbaar, zonder de Exchangeovereenkomst niet bruikbaar zijn.

Ten slotte staat het feit dat een ministerie in plaats van globale gegevens waarin geen individuele ondernemingen met name worden genoemd, inschrijvingsgegevens waaruit de omzet van individuele concurrenten op een bepaalde markt blijkt, ter beschikking van het bedrijfsleven stelt, niet eraan in de weg dat artikel 85 van het Verdrag op de gedragingen van de betrokken ondernemingen wordt toegepast. Het betekent integendeel slechts dat de overheidsinstantie zich onder bepaalde omstandigheden ook zelf blootstelt aan een beschuldiging van inbreuk, in dit geval inbreuk op artikel 5 van het Verdrag, aangezien uit artikel 85 in samenhang met artikel 3, onder f), en met artikel 5, tweede alinea, van het Verdrag volgt dat nationale rechtsvoorschriften of nationale administratieve praktijken geen afbreuk mogen doen aan de volledige toepassing van de communautaire mededingingsregels (Hof van Justitie, zaak 45/85, Verband der Sachversicherer (9), rechtsoverweging 20).

(50) De partijen hebben voorts aangevoerd dat de informatie uitsluitend betrekking heeft op transacties die in het verleden zijn geschied, en niet op acties die voor de toekomst worden gepland. Daarom gaat het volgens hen om historische informatie, die geen invloed heeft op de concurrentie op de betrokken markt. Dit argument kan evenmin worden aanvaard.

Op een markt met een stabiele of afnemende vraag, zoals die voor landbouwtrekkers in het Verenigd Koninkrijk, kunnen prognoses met betrekking tot de toekomstige handelwijze van concurrenten voor een groot deel uit transacties uit het verleden worden afgeleid. Alle hierboven beschreven concurrentiebeperkende gevolgen van de Exchange vloeien voort uit het observeren van de acties en resultaten van concurrenten die in het verleden liggen. Hoe accurater en recenter de gegevens over omzet en marktaandelen zijn, des te meer invloed heeft die informatie op het toekomstige marktgedrag van de ondernemingen (Hof van Justitie, zaak 172/80, Zuechner (10), rechtsoverweging 21).

De Commissie is het evenwel ermee eens dat vanaf een bepaald tijdstip marktinformatie over voorbije transacties een werkelijk historisch karakter verkrijgt en niet langer een echte invloed heeft op toekomstig gedrag. In het onderhavige geval is de Commissie van oordeel dat een jaarlijkse uitwisseling van één jaar oude verkoopcijfers van individuele concurrenten op het niveau van het Verenigd Koninkrijk, de MAFF-regio en ruimtelijke-ordening-indelingen, uitgesplitst naar model, kunnen worden beschouwd als commerciële gegevens die niet tot een noemenswaardige vervalsing van de concurrentie tussen de producenten of tussen de dealers op de markt van het Verenigd Koninkrijk voor trekkers leiden.

(51) De partijen hebben eveneens gesteld dat de Commissie niet het bewijs levert dat de Exchange daadwerkelijk tot concurrentiebeperkingen leidt en dat integendeel een analyse van de resultaten die ondernemingen op de markt van het Verenigd Koninkrijk in het verleden hebben geboekt, veranderingen in de marktaandelen aan het licht brengt die niet in overeenstemming zijn te brengen met de concurrentiebeperkende gevolgen die de Commissie in de mededeling van punten van bezwaar aan de Exchange toeschrijft. Ook dit argument moet worden verworpen.

De uitgewisselde gegevens zijn van dien aard en zodanig gedetailleerd dat deze op een markt met een hoge concentratiegraad, die tegen externe concurrentie is afgeschermd (moeilijke toegankelijkheid, geen invoer van betekenis uit derde landen), in die mate voor transparantie zorgt dat de mededinging tussen de concurrenten op die markt noodzakelijkerwijs wordt verminderd.

Bovendien moeten niet alleen de onmiddellijk zichtbare, maar ook de potentiële gevolgen van een overeenkomst in aanmerking worden genomen, en moet rekening worden gehouden met het feit dat een overeenkomst een structuur in het leven kan roepen die waarschijnlijk zal worden gebruikt om de concurrentie te beperken.

Artikel 85, lid 1, moet aldus worden uitgelegd dat het ook op potentiële concurrentiebeperkende gevolgen betrekking heeft, omdat deze bepaling tot doel heeft een werkzame mededingingsstructuur in de zin van artikel 3, onder f), van het Verdrag in stand te houden. Dit is van bijzonder groot belang op een markt met een hoge concentratiegraad, waar een systeem voor de uitwisseling van informatie tot structurele transparantie leidt, waardoor verdoken concurrentie wordt verhinderd en de toegang tot de markt voor niet-leden wordt bemoeilijkt.

Wat de veranderingen in de marktaandelen betreft, zij er eerst en vooral op gewezen dat, zolang de Exchange bestaat, het totale marktaandeel van elke deelnemende onderneming in het Verenigd Koninkrijk betrekkelijk stabiel is gebleven. Er hebben zich evenwel op nationaal en lokaal niveau schommelingen in de marktaandelen voorgedaan. Deze fluctuaties sluiten op zich niet uit dat ten gevolge van de gegevensuitwisseling de concurrentie op de markt van het Verenigd Koninkrijk voor trekkers is afgenomen. De Exchange behoeft noch voor een absolute stabiliteit van de marktaandelen te zorgen noch zelfs heftige concurrentie in bepaalde gebieden uit te sluiten, om concurrentiebeperkend te zijn. In het onderhavige geval is het concurrentiebeperkende effect van de Exchange hierin gelegen dat om de hierboven uiteengezette redenen met voldoende zekerheid kan worden gesteld dat de marktaandelen en marktposities van de leden zonder de Exchange anders zouden zijn geweest en, indien er een einde aan de Exchange komt, waarschijnlijk in de toekomst anders zullen zijn. In de praktijk kan echter onmogelijk het bewijs van daadwerkelijke verschillen worden geleverd. In het onderhavige geval leiden de economische context, de marktstructuur en de aard van de uitgewisselde informatie te zamen tot de conclusie dat de Exchange onvermijdelijk tot een vermindering van de concurrentie voert.

(52) De partijen betogen ten slotte dat er op de markt voor trekkers ingevolge het heterogene karakter van de produkten een sterke concurrentie ten aanzien van andere factoren dan de prijs (kwaliteitsconcurrentie) bestaat, omdat, ten einde bij de klant in de gunst te komen, elke fabrikant zijn produkten anders tracht te maken dan die van zijn concurrenten.

Dit argument gaat voorbij aan het feit dat voor een landbouwer de aankoop van een trekker een zeer aanzienlijke financiële investering betekent. Daarom blijft in de uiteindelijke keuze van de landbouwer de prijs van de trekker een belangrijk element, zeker wanneer in aanmerking wordt genomen dat alle trekkers van de leden van de Exchange, hoe verschillend ook, voor dezelfde doeleinden kunnen worden gebruikt en compatibel zijn met alle andere landbouwmachines die zijn bestemd om aan een trekker te worden gekoppeld. Betrouwbaarheid en merkgetrouwheid zijn bijgevolg niet de enige elementen die de beslissing van de landbouwer bepalen. Prijsconcurrentie blijft op deze markt een belangrijke rol spelen. Er is dus gelegenheid voor de producenten en dealers om de onderlinge concurrentie minder scherp te maken door een prijzenslag, waardoor hun winstmarge zou worden aangetast, te vermijden. Door op een markt met een hoge concentratiegraad voor een grotere transparantie te zorgen en door bij wege van geregelde, geheime contacten de cohesie tussen de belangrijkste leveranciers te versterken, kan op die markt - ondanks de prijsverschillen tussen de diverse aangeboden produkten - een hoog algemeen prijsniveau worden gehandhaafd.

Gegevens betreffende de verkoop van de dealers van de eigen onderneming

(53) De Exchange verstrekt elke individuele producent ook gedetailleerde informatie over de detailomzet van zijn eigen dealers. Op zich bestaat hiertegen geen bezwaar, mits die informatie de omzet van concurrenten niet aan het licht brengt noch bemoeienis met de detailverkoop van dealers of nevenimporteurs mogelijk maakt.

(54) Wat de mogelijkheid betreft dat de omzet van individuele concurrenten aan het licht komt, bestaat dit risico wanneer de verkoopcijfers voor de bedrijfstak zodanig volgens gebied, produkt of tijdvak worden uitgesplitst dat deze voor een bepaald gebied, produkt of tijdvak betrekking hebben op minder dan tien verkochte eenheden. In dergelijke gevallen kan een vergelijking tussen de verkoopcijfers voor de bedrijfstak en de verkoopcijfers van de eigen onderneming het gemakkelijker maken rechtstreeks of door middel van deductie de exacte omzet van individuele concurrenten of dealers van concurrenten vast te stellen of te achterhalen.

(55) Wat de mogelijkheid van bemoeienis met de detailverkoop van dealers of nevenimporteurs betreft, heeft de Exchange de volgende potentiële concurrentiebeperkende gevolgen:

- de analyses betreffende in- en uitvoer door dealers geven voor elk dealergebied nauwkeurig aan hoeveel eenheden in dat gebied zowel door de plaatselijke dealer als door andere, tot hetzelfde distributienet behorende dealers aan klanten worden verkocht. Voorts tonen deze analyses aan in welke dealergebieden buiten zijn eigen gebied een dealer verkoopt. De Exchange brengt aldus de juiste bestemming van elke trekker en de uitvoer door elke dealer naarde gebieden van andere dealers in het Verenigd Koninkrijk aan het licht. Door op deze wijze de afzet van dealers buiten het hun toegewezen gebied in het oog te houden, kunnen de producenten druk uitoefenen op dealers die zich al te zeer met uitvoer blijken bezig te houden. Dergelijke rapporten geven naar hun aard aanleiding tot misbruik, meestal zonder dat zulks achteraf kan worden vastgesteld (een producent zou bij voorbeeld de leveranties aan een dealer die teveel trekkers in het gebied van andere dealers verkoopt, kunnen beperken). Het is dus zeer waarschijnlijk dat de invoer- en uitvoeranalyses de concurrentie binnen het merk beperken, zodat de dealers zowel voor hen zelf als voor de producenten hogere winstmarges kunnen handhaven;

- tot september 1988 ontvingen de leden van de Exchange van SIL eveneens kopieën van alle inschrijvingsformulieren V55, aan de hand waarvan de producenten neveninvoer van trekkers op het spoor kunnen komen en de oorsprong van de langs parallelle weg ingevoerde trekkers kunnen achterhalen (zie overwegingen 27 tot en met 30). Uit de in overweging 30 genoemde documenten blijkt dat de ter beschikking van elk lid gestelde gegevens zijn gebruikt om een einde te maken aan de neveninvoer van trekkers vanuit andere Lid-Staten in het Verenigd Koninkrijk. De Exchange vormde bijgevolg een mechanisme dat bemoeienis met neveninvoer, die tot concurrentiedruk op de dealers in het Verenigd Koninkrijk leidde, vergemakkelijkte.

(56) Wat de beperking van neveninvoer betreft, heeft de onderhavige beschikking slechts betrekking op de Exchange in zoverre hij een mechanisme vormt dat bemoeienis met neveninvoer vergemakkelijkt. Het gebruik dat sommige leden daadwerkelijk van de Exchange hebben gemaakt met het doel door middel van dit mechanisme een einde te maken aan neveninvoer, zal het voorwerp vormen van afzonderlijke procedures.

Gevolgen voor de handel tussen Lid-Staten

(57) Een uitwisseling van informatie zoals de Exchange, die tot in de kleinste bijzonderheden de exacte detailverkoopcijfers en marktaandelen van 88 % van de leveranciers op de nationale markt, onder wie al de belangrijkste importeurs uit andere Lid-Staten, aan het licht brengt, die op een markt met een hoge concentratiegraad verdoken concurrentie verhindert en die de toegang tot de markt voor niet-leden bemoeilijkt, is van dien aard dat de handel tussen Lid-Staten daardoor in aanzienlijke mate ongunstig wordt beïnvloed, omdat de verzwakking van de concurrentie, die het gevolg van die uitwisseling is, onvermijdelijk een effect heeft op de omvang van de invoer in het Verenigd Koninkrijk.

Het verloop van de handel tussen het Verenigd Koninkrijk en de rest van de gemeenschappelijke markt zal anders zijn dan zonder deze gegevensuitwisseling. Bovendien is de Exchange gebruikt of kan hij in de toekomst worden gebruikt om neveninvoer in het Verenigd Koninkrijk te belemmeren.

(58) Het is des te waarschijnlijker dat zich merkbare gevolgen voor de handel tussen Lid-Staten zullen voordoen, omdat de gegevensuitwisseling niet tot twee of drie grote marktdeelnemers beperkt blijft, maar het een uitwisselingsregel betreft die nagenoeg een volledige bedrijfstak en bijna negen tiende van een markt die op zich een belangrijke markt in de Gemeenschap vormt, bestrijkt. Evenzo maakt het informatiesysteem het niet slechts voor één of twee ondernemingen, maar voor vrijwel alle leveranciers op de markt van het Verenigd Koninkrijk gemakkelijker zich met neveninvoer te bemoeien. Ten slotte neemt, doordat het mogelijk is zich door misbruik van de analyses betreffende de in- en uitvoer door dealers met de detailverkoop van de dealers te bemoeien, de concurrentie binnen het merk op de markt van het Verenigd Koninkrijk, die een wezenlijk onderdeel van de gemeenschappelijke markt vormt, af. Als resultaat van al deze gevolgen valt te verwachten dat de in het Verenigd Koninkrijk voor landbouwtrekkers aangerekende prijzen op een hoger niveau dan bij vrije concurrentie kunnen worden gehandhaafd, terwijl andere invoer van trekkers door niet-leden op de markt van het Verenigd Koninkrijk door de betere marktkennis waarover de grote leveranciers in het Verenigd Koninkrijk beschikken, wordt bemoeilijkt.

B. Juridische beoordeling op grond van artikel 85, lid 3, met betrekking tot de Exchange zoals hij vóór de aanmelding in praktijk werd gebracht en op 4 januari 1988 is aangemeld

(59) De UK Agricultural Tractor Registration Exchange bestaat sinds 1975 en werd eerst op 4 januari 1988 aangemeld, nadat verschillende onderzoeken het bestaan en de aard van dit op het niveau van de bedrijfstak opgezette systeem voor de gegevensuitwisseling aan het licht hadden doen komen. De partijen hebben dus de Exchange meer dan twaalf jaar lang toegepast zonder deze bij de Commissie aan te melden. De partijen kunnen zich niet op artikel 4, lid 2, punt 1, van Verordening nr. 17 beroepen, omdat de Exchange ook betrekking heeft op de invoer van trekkers in het Verenigd Koninkrijk.

Aangezien de Exchange eerst op 4 januari 1988 overeenkomstig artikel 4, lid 1, van Verordening nr. 17 is aangemeld, komt hij voor wat de periode vóór die aanmelding betreft niet voor een ontheffing op grond van artikel 85, lid 3, in aanmerking.

(60) De partijen hebben in hun aanmelding van 4 januari 1988 en in hun latere opmerkingen betoogd dat zij van de gedetailleerde gegevens over de verkoop van elk lid gebruik maken met het oog op een snellere ontwikkeling van produkten, een betere produktieplanning en een beter toezicht op de dealers. De Commissie is van oordeel dat de nadelen die de hierboven beschreven concurrentiebeperkingen met zich brengen, zwaarder wegen dan deze beweerde voordelen.

In elk geval hebben de partijen niet het bewijs geleverd dat gegevens waardoor de bedrijfsresultaten van individuele producenten en individuele dealers aan het licht worden gebracht, voor het bereiken van de beweerde voordelen onmisbaar zijn. De Commissie is van mening dat voor het bereiken van deze voordelen informatie over de eigen onderneming en globale informatie over de bedrijfstak volstaan.

(61) De Commissie heeft geen bezwaar tegen de uitwisseling van globale informatie over de bedrijfstak, uitgesplitst volgens geografisch gebied (het Verenigd Koninkrijk, de MAFF-regio, de ruimtelijke-ordening-indeling, de county, het dealergebied en zelfs de postcodezone) en volgens produkt (pk-klasse of aandrijvingssysteem), zolang elk rapport maar betrekking heeft op ten minste tien verkochte trekkers. De Commissie heeft evenmin bezwaar tegen het vrijgeven van gegevens over de eigen onderneming, behalve wat bepaalde rapporten met duidelijk concurrentiebeperkende gevolgen betreft.

Bijgevolg mogen de partijen toegang hebben tot gedetailleerde en bijgewerkte cijfers over de bedrijfstak en over hun eigen onderneming. Voorts heeft de Commissie op deze specifieke markt geen bezwaar tegen de jaarlijkse uitwisseling van één jaar oude cijfers over de omzet en het marktaandeel van individuele concurrenten op het niveau van het Verenigd Koninkrijk, de MAFF-regio en de ruimtelijke-ordening-indeling, en met een uitsplitsing volgens model.

Met behulp van al deze informatie kan elk lid nagaan welke algemene markttrends en wijzigingen in de vraag zich binnen de bedrijfstak voordoen, en eveneens de produktiebehoeften voorspellen, streefcijfers voor de verkoop door hun dealers vaststellen en een toereikende voorraad trekkers en vervangingsonderdelen aanhouden. Aan de hand van deze informatie kan elk lid beoordelen hoe succesvol zijn produkten zijn en hoe goed zijn dealers presteren in verhouding tot de bedrijfstak in zijn geheel.

(62) Na de hoorzitting in deze zaak hebben drie leden van de Exchange - Watveare (namens Deutz), Case en Massey-Ferguson - de Commissie laten weten dat zij bereid zijn een systeem te aanvaarden en toe passen waarbij uitsluitend zuiver statistische gegevens worden uitgewisseld waarin niet voor kortere perioden dan één jaar de omzet en het marktaandeel van concurrerende producenten worden aangegeven. Dit bevestigt slechts de conclusie van de Commissie dat, om op de markt voor landbouwtrekkers te opereren, gegevens over de eigen onderneming en globale gegevens over de bedrijfstak volstaan.

(63) Wat de gegevens over de omzet van de dealers van de eigen onderneming betreft, die het de producenten mogelijk maken zich met de detailverkoop van dealers of nevenimporteurs te bemoeien (analyses betreffende de in- en uitvoer door dealers, doorzending aan de producenten van kopieën van de inschrijvingsformulieren V55/5), komen noch afspraken over de uitwisseling van dergelijke gegevens, noch praktijken van dien aard voor ontheffing in aanmerking. Het valt moeilijk in te zien hoe zou kunnen worden gesteld dat de uitwisseling van dergelijke gegevens of praktijken van dien aard onmisbaar zijn met het oog op een betere produktie en distributie van trekkers. De prestaties van een dealer kunnen aan de hand van zijn totale omzet worden beoordeeld, zonder dat de juiste bestemming van elke verkochte trekker behoeft te worden nagetrokken.

(64) Zonder dat behoeft te worden onderzocht of aan elk der vier voorwaarden van artikel 85, lid 3, is voldaan, kan worden geconcludeerd dat in elk geval de voorwaarde inzake de onmisbaarheid niet is vervuld, noch wat de gegevens over de omzet van individuele concurrenten betreft, noch wat de gegevens over de omzet van de dealers van de eigen onderneming, die bemoeienis met de detailverkoop van dealers of nevenimporteurs mogelijk maken, betreft. Mitsdien komt de aangemelde Exchange niet voor een ontheffing op grond van artikel 85, lid 3, van het Verdrag in aanmerking.

C. Juridische beoordeling op grond van artikel 85, leden 1 en 3, met betrekking tot de gewijzigde aanmelding van 12 maart 1990

(65) Bovenstaande redenering met betrekking tot artikel 85, leden 1 en 3, is overeenkomstig van toepassing op de gewijzigde aanmelding van 12 maart 1990. Slechts vier ondernemingen - Ford, Fiat, John Deere en Renault - hebben deze tweede aanmelding verricht, maar de Commissie neemt aan dat de overige vier partijen bij de oorspronkelijke Exchange stellig tot verdere samenwerking met deze vier ondernemingen bereid zouden zijn, indien de gewijzigde aanmelding voor de Commissie uit het oogpunt van artikel 85 van het Verdrag aanvaardbaar was. De gewijzigde aanmelding gaat echter veel verder dan wat de Commissie op de betrokken markt aanvaardbaar acht, met name omdat nog steeds in het verstrekken van gegevens op maandbasis over de omzet en het marktaandeel van de leden en van gedetailleerde gegevens over het chassisnummer en de inschrijvingsdatum van elke verkochte trekker wordt voorzien. Deze laatste informatie maakt het, net zoals de formulieren V55/5, mogelijk de oorsprong en bestemming van elke trekker te achterhalen. Mocht deze informatie absoluut noodzakelijk zijn in verband met aanspraken inzake garantie of kortingen (zoals de partijen beweren), dan zou deze in plaats van voor alle trekkers enkel in welbepaalde gevallen kunnen worden verstrekt,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

De UK Agricultural Tractor Registration Exchange, zoals sinds november 1975 in praktijk gebracht en op 4 januari 1988 aangemeld, met inbegrip van de daarin op 12 maart 1990 aangebrachte wijziging, maakt inbreuk op artikel 85, lid 1, van het Verdrag, in zoverre hij leidt tot uitwisseling van gegevens over de omzet van individuele concurrenten en van gegevens over de omzet van de dealers en de invoer van eigen produkten.

Artikel 2

De UK Agricultural Tractor Registration Exchange, zoals op 4 januari 1988 aangemeld, met inbegrip van de daarin op 12 maart 1990 aangebrachte wijziging, voldoet niet aan de voorwaarden voor een ontheffing op grond van artikel 85, lid 3, van het Verdrag. Mitsdien wordt het verzoek om ontheffing afgewezen.

Artikel 3

De AEA en de acht leden van de Exchange zijn gehouden de in artikel 1 vastgestelde inbreuk onverwijld te beëindigen, in zoverre zij daaraan nog geen einde hebben gesteld, en zij dienen zich in de toekomst te onthouden van deelneming aan een overeenkomst of een onderling afgestemde feitelijke gedraging, die hetzelfde of geen gelijkaardig doel, respectievelijk gevolg kan hebben.

Artikel 4

Deze beschikking is gericht tot:

1. The Agricultural Engineers Association,

Samuelson House,

Paxton Road,

Orton Centre,

UK-Peterborough,

Cambridgeshire PE2 0LT;

2. Ford New Holland Ltd,

Cranes Farm Road,

UK-Basildon,

Essex SS14 3AD;

3. Massey-Ferguson (United Kingdom) Ltd,

Stareton,

UK-Kenilworth,

Warwickshire CV8 2LJ;

4. J. I. Case Europe Ltd,

PO Box 121,

Wheatley Hall Road,

UK-South Yorkshire DN2 4PN;

5. John Deere Ltd,

Langar,

UK-Nottingham NG13 8HT;

6. Renault Agriculture Ltd,

Shipston House,

Darlingscote Road,

UK-Shipston-on-Stour,

Warwickshire CV36 4D7;

7. Watveare Ltd,

Headquarters Road,

West Wilts Trading Estate,

UK-Westbury,

Wiltshire BA13 4JY;

8. Fiatagri UK Ltd,

Newmarket Road,

UK-Bury St Edmunds,

Suffolk IP33 3YA;

9. Same-Lamborghini (UK) Ltd,

Barby,

UK-Rugby,

Warwickshire CV23 8FA. Gedaan te Brussel, 17 februari 1992. Voor de Commissie

Leon BRITTAN

Vice-Voorzitter

(1) PB nr. 13 van 21. 2. 1962, blz. 204/62. (2) PB nr. 127 van 20. 8. 1963, blz. 2268/63. (3) De tegenwoordige tijd wordt hier gebruikt, omdat de aanmelding van 4 januari 1988 niet is ingetrokken naar aanleiding van de gewijzigde aanmelding op 12 maart 1990. (4) Jurispr. 1982, blz. 1183. (5) Jurispr. 1990, II, blz. 163. (6) PB nr. L 3 van 6. 1. 1987, blz. 17. (7) PB nr. L 242 van 21. 9. 1977, blz. 10. (8) PB nr. L 21 van 30. 1. 1979, blz. 16. (9) Jurispr. 1987, blz. 405. (10) Jurispr. 1981, blz. 2021.

Top