EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31985R3719

Verordening (EEG) nr. 3719/85 van de Commissie van 27 december 1985 tot vaststelling van bepaalde technische en controlemaatregelen voor de visserijactiviteiten die met vaartuigen die de vlag voeren van een Lid-Staat, met uitzondering van Spanje, in de wateren van Portugal worden uitgeoefend

PB L 360 van 31.12.1985, p. 26–28 (DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (ES, PT, FI, SV, CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL, BG, RO, HR)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1985/3719/oj

31985R3719

Verordening (EEG) nr. 3719/85 van de Commissie van 27 december 1985 tot vaststelling van bepaalde technische en controlemaatregelen voor de visserijactiviteiten die met vaartuigen die de vlag voeren van een Lid-Staat, met uitzondering van Spanje, in de wateren van Portugal worden uitgeoefend

Publicatieblad Nr. L 360 van 31/12/1985 blz. 0026 - 0028
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 4 Deel 2 blz. 0096
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 04 Deel 4 blz. 0121
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 4 Deel 2 blz. 0096
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 04 Deel 4 blz. 0121


*****

VERORDENING (EEG) Nr. 3719/85 VAN DE COMMISSIE

van 27 december 1985

tot vaststelling van bepaalde technische en controlemaatregelen voor de visserijactiviteiten die met vaartuigen die de vlag voeren van een Lid-Staat, met uitzondering van Spanje, in de wateren van Portugal worden uitgeoefend

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE

GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op de Akte van Toetreding van Spanje en Portugal, inzonderheid op artikel 351, lid 5, tweede alinea, en lid 6,

Overwegende dat moet worden overgegaan tot de vaststelling van de technische voorschriften inzake de goedkeuringsprocedure voor en de controle op vaartuigen van de Lid-Staten, met uitzondering van Spanje en Portugal, die gemachtigd zijn hun activiteiten in de wateren van Portugal tegelijkertijd uit te oefenen;

Overwegende dat in de Toetredingsakte is bepaald dat er als aanvulling op de bepalingen van Verordening (EEG) nr. 2057/82 van de Raad van 29 juni 1982 houdende vaststelling van bepaalde maatregelen voor controle op de activiteiten van vissersvaartuigen uit de Lid-Staten (1), gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1729/83 (2), een regeling van lijsten van vaartuigen waaraan toelating is verleend visserijactiviteiten uit te oefenen en een regeling voor het mededelen van de verplaatsingen van de vaartuigen en voor de melding van de vangsten aan de Commissie moeten worden vastgesteld;

Overwegende dat voor de gespecialiseerde visserijactiviteiten als bedoeld in artikel 351, lid 2, tweede alinea, van de Toetredingsakte met ingang van 1 januari 1986 dezelfde controlevoorschriften moeten gelden als voor de Spaanse vaartuigen die gemachtigd zijn hun activiteiten uit te oefenen in de wateren van de Lid-Staten, met uitzondering van Spanje;

Overwegende dat het noodzakelijk is bepaalde technische maatregelen voor de instandhouding van de visbestanden vast te stellen, die onverminderd de bepalingen van Verordening (EEG) nr. 171/83 van de Raad van 25 januari 1983 houdende bepaalde technische maatregelen voor het behoud van de visbestanden (3), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 3625/84 (4), moeten worden toegepast;

Overwegende dat de Instellingen van de Gemeenschappen krachtens artikel 2, lid 3, van het Toetredingsverdrag vóór de toetreding de in artikel 351 van de Akte bedoelde maatregelen kunnen vaststellen, met dien verstande dat die maatregelen slechts in werking treden onder voorbehoud van en op de datum van inwerkingtreding van genoemd Verdrag;

Overwegende dat het Comité van beheer voor de visbestanden geen advies heeft uitgebracht binnen de door zijn voorzitter bepaalde termijn,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING

VASTGESTELD:

Artikel 1

De hierna volgende technische en controlemaatregelen zijn in de wateren die onder de soevereiniteit of jurisdictie van Portugal vallen, van toepassing op de vaartuigen die de vlag voeren van een andere Lid-Staat, met uitzondering van Spanje.

Artikel 2

1. De Lid-Staten, met uitzondering van Spanje en Portugal, dienen bij de Commissie jaarlijks uiterlijk één maand vóór het begin van de periode waarvoor machtiging tot uitoefening van de betrokken visserij wordt verleend, de lijsten in van de vaartuigen die voor de uitoefening van de in artikel 351, lid 2, van de Toetredingsakte bedoelde gespecialiseerde visserijactiviteiten in aanmerking komen.

Voor elk van de volgende soorten visserij moet een aparte lijst worden ingediend voor:

- vaartuigen die alleen met sleephengels op witte tonijn vissen,

- vaartuigen die alleen met de ringzegen op tropische tonijn vissen,

- vaartuigen die alleen met sleephengels op andere tonijnen dan witte tonijn en tropische tonijn vissen.

2. De in lid 1 bedoelde lijsten kunnen worden herzien met ingang van de eerste dag van elke maand; elke wijziging wordt de Commissie uiterlijk de vijftiende van de daaraan voorafgaande maand medegedeeld.

3. Op de in lid 1 bedoelde lijsten worden voor elk vaartuig de volgende gegevens vermeld:

- naam van het vaartuig,

- registratienummer,

- op het vaartuig aangebrachte identificatieletters en -cijfers,

- haven van registratie,

- naam (namen) en adres(sen) van de eigenaar(s) of bevrachter(s), en in het geval van een rechtspersoon of een vereniging de naam (namen) van de vertegenwoordiger(s),

- brutotonnage en lengte over alles,

- motorvermogen,

- roepnaam en radiofrequentie.

Artikel 3

1. De Lid-Staten, met uitzondering van Spanje en Portugal, verstrekken de Commissie voor elke in artikel 2 genoemde soort visserij een ontwerp van periodieke lijst

waarop de vaartuigen zijn vermeld die in aanmerking komen voor een machtiging om hun visserijactiviteiten tegelijkertijd uit te oefenen. Op deze ontwerp-lijsten worden vermeld:

- voor de visserij op witte tonijn, ten hoogste 110 vaartuigen,

- voor de visserij op tropische tonijn en op andere tonijnen, een aantal vaartuigen dat niet groter is dan het maximumaantal dat de Raad jaarlijks vaststelt volgens de in artikel 351, lid 2, van de Toetredingsakte bedoelde procedure.

De ontwerplijsten worden ten minste vijftien werkdagen vóór het begin van het visseizoen bij de Commissie ingediend; de lijst van vaartuigen waarmee op witte tonijn wordt gevist, heeft een geldigheidstermijn van ten minste één kalendermaand en ten hoogste acht weken tussen 1 mei en 31 augustus; de lijsten van de vaartuigen waarmee op tropische tonijn en op andere tonijnen wordt gevist, hebben een geldigheidstermijn van ten minste twee kalendermaanden.

2. Op elk van deze periodieke lijsten worden voor elk vaartuig de volgende gegevens vermeld:

- naam en registratienummer van het vaartuig,

- roepnaam,

- naam (namen) en adres(sen) van de eigenaar(s) of bevrachter(s), en in het geval van een rechtspersoon of een vereniging de naam (namen) van de vertegenwoordiger(s),

- periode waarvoor een machtiging voor de visserij wordt aangevraagd,

- visserijmethode,

- gebied waar zal worden gevist.

3. De Commissie onderzoekt de in lid 1 bedoelde ontwerpen van periodieke lijsten en gaat over tot de vaststelling van de periodieke lijsten, die zij ten minste vier werkdagen vóór het begin van de geldigheidstermijn mededeelt aan de autoriteiten van de betrokken Lid-Staten en aan de bevoegde controle-instanties van Portugal.

4. De autoriteiten van de Lid-Staten, met uitzondering van Spanje en Portugal, kunnen de Commissie verzoeken om een op een periodieke lijst vermeld vaartuig waarvoor de verleende machtiging wegens overmacht niet kan worden gebruikt gedurende de geldigheidstermijn, te vervangen en om, wanneer er op de periodieke lijst minder vaartuigen voorkomen dan het maximumaantal vaartuigen dat gemachtigd is tegelijkertijd te vissen, één of meer vaartuigen toe te voegen, met inachtneming van bedoelde maximumgrens.

De vervangingsvaartuigen en de bijkomende vaartuigen moeten voorkomen op de lijsten bedoeld in artikel 2.

De Commissie brengt elke wijziging in een periodieke lijst zo spoedig mogelijk ter kennis van de bevoegde controle-instanties van Portugal en de bevoegde autoriteiten van de betrokken Lid-Staten.

Met de vervangingsvaartuigen of de bijkomende vaartuigen mag pas worden gevist na de datum die de Commissie in haar kennisgeving heeft vermeld.

Artikel 4

Vaartuigen die gemachtigd zijn om op tonijn te vissen, mogen, met uitzondering van als levend aas te gebruiken ansjovis, geen andere vis dan tonijnachtigen of van tonijnachtigen afkomstige visserijprodukten aan boord houden.

Artikel 5

Kapiteins of, in voorkomend geval, de eigenaars van vaartuigen waarvoor een machtiging om te vissen is verleend, moeten de in de bijlage opgenomen bijzondere voorwaarden in acht nemen.

Artikel 6

Onverminderd Verordening (EEG) nr. 171/83 zijn de volgende technische maatregelen van toepassing op vaartuigen die de vlag voeren van een Lid-Staat, met uitzondering van Spanje en Portugal:

a) het vissen met kieuwnetten is verboden;

b) de vaartuigen mogen slechts het vistuig aan boord hebben dat nodig is voor de uitoefening van visserij waarvoor machtiging is verleend;

c) elk vaartuig dat met de beug vist, mag niet meer dan twee beugen per dag uitzetten; de maximale lengte van elk van deze beugen bedraagt 20 zeemijl; de afstand tussen de haken mag niet minder dan 2,70 m bedragen.

Artikel 7

De Lid-Staten, met uitzondering van Spanje en Portugal, stellen de Commissie vóór de vijftiende van elke maand in kennis van de hoeveelheden die zijn gevangen door elk vaartuig dat op tonijn vist, en van de hoeveelheden die door deze vaartuigen in elke haven in de loop van de voorafgaande maand zijn aangevoerd.

Artikel 8

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 1986 onder voorbehoud van de inwerkingtreding van het Verdrag betreffende de toetreding van Spanje en Portugal.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 27 december 1985.

Voor de Commissie

Frans ANDRIESSEN

Vice-Voorzitter

(1) PB nr. L 220 van 29. 7. 1982, blz. 1.

(2) PB nr. L 169 van 28. 7. 1983, blz. 14.

(3) PB nr. L 24 van 27. 1. 1983, blz, 14.

(4) PB nr. L 335 van 22. 12. 1984, blz. 3.

BIJLAGE

BIJZONDERE VOORWAARDEN VOOR DE VAARTUIGEN VAN DE LID-STATEN, MET UITZONDERING VAN SPANJE EN PORTUGAL, WAARVOOR EEN MACHTIGING IS VERLEEND OM TE VISSEN IN DE WATEREN VAN PORTUGAL

1. Een exemplaar van de tekst met deze bijzondere voorwaarden moet aan boord van het vaartuig zijn.

2. De identificatieletters en -cijfers aan de buitenkant van het vaartuig dat gemachtigd is om te vissen, moeten duidelijk aan beide kanten op de boeg zijn aangebracht en aan beide kanten op de bovenbouw waar ze het best zichtbaar zijn.

De letters en cijfers moeten zijn geschilderd in een kleur die afsteekt tegen de kleur van de romp of van de bovenbouw en mogen niet zijn uitgewist, gewijzigd, bedekt of op enige andere wijze onherkenbaar gemaakt.

Top