91998E0803

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0803/98

van Florus Wijsenbeek (ELDR) aan de Commissie

(26 maart 1998)

Betreft: Verkeersveiligheid met betrekking tot het gebruik van een mobiele telefoon door autobestuurders

Is de Commissie op de hoogte van de studie die werd gemaakt door het Duitse "Bundesanstalt für Strassenwesen" van juli 1995, waardoor werd aangetoond dat de aandacht en het coördinatievermogen van een wagenbestuurder, die een telefoon in de hand houdt, afnemen?

Is de Commissie van plan initiatieven te nemen teneinde de verkeersveiligheid te verzekeren met betrekking tot de méér en méér verspreide gewoonte bij autobestuurders om een mobiele telefoon te gebruiken aan het stuur van hun wagen?

Zo neen, waarom niet?

Zo ja, hoe?

Is de Commissie niet van mening - aangezien er vooral risico's zijn voor de verkeersveiligheid wanneer het gaat over telefoons die niet in de wagen bevestigd zijn en dus één hand van de bestuurder bezig houden - dat het verbod dat van kracht is in Italië, waar een uitzondering gemaakt wordt voor "handen vrij" telefoons, te verkiezen is boven een volledig verbod van het gebruik van een telefoon bij het besturen van een wagen (zoals in Portugal en Denemarken)?

Antwoord van de heer Kinnock namens de Commissie

(28 mei 1998)

De Commissie kent het door het geachte parlementslid genoemde rapport waarvan één van de conclusies was dat het gebruik van een telefoon tijdens het rijden de aandacht van de bestuurder afleidt en een gevaar kan vormen.

De Commissie deelt de bezorgdheid over het gebruik van mobiele telefoon tijdens het rijden. Het probleem komt gedeeltelijk aan de orde in de mededeling van de Commissie inzake de invoering van telematica voor het wegvervoer(1), waarin het ontwerp en de installatie van mens/machineraakvlakken (HMI) voor informatie- en communicatiesystemen in voertuigen wordt behandeld. Voorts worden de werkzaamheden aangaande spraakcommunicatiesystemen voortgezet hetgeen van belang kan zijn voor mobiele telefoons.

Het probleem van mobiele telefoons in voertuigen werd in november 1997 besproken in een vergadering van de groep op hoog niveau van verkeersveiligheidsdeskundigen en de Commissie heeft de lidstaten verzocht hun standpunt aangaande deze kwestie kenbaar te maken.

Wanneer de Commissie alle reacties van de lidstaten binnen heeft, bepaalt zij welke maatregelen op communautair niveau eventueel geschikt zijn.

(1) COM(97) 223 def.