Kies de experimentele functies die u wilt uitproberen

Dit document is overgenomen van EUR-Lex

Regels op het gebied van burgerluchtvaart en het Agentschap van de Europese Unie voor de veiligheid van de luchtvaart

SAMENVATTING VAN:

Verordening (EU) 2018/1139 inzake gemeenschappelijke regels op het gebied van burgerluchtvaart en tot oprichting van een Agentschap van de Europese Unie voor veiligheid van de luchtvaart

WAT IS HET DOEL VAN DE VERORDENING?

  • De verordening heeft tot doel een hoog en uniform niveau van veiligheid in de burgerluchtvaart tot stand te brengen en tegelijkertijd het milieu te beschermen.
  • De verordening is een actualisering van de wetgeving inzake de veiligheid van de luchtvaart en omvat:

KERNPUNTEN

De verordening bestrijkt alle belangrijke aspecten van de luchtvaart, waaronder:

  • luchtwaardigheid
  • bemanning
  • luchtvaartterreinen
  • vluchtuitvoeringen en
  • luchtvaartnavigatiediensten.

De verordening:

Belangrijkste wijzigingen en aanvullingen

  • Met deze verordening wordt de EU-veiligheidswetgeving voor de luchtvaartsector geactualiseerd. Er worden essentiële vereisten vastgesteld voor luchtvaartuigen met betrekking tot hun luchtwaardigheid en milieuverenigbaarheid. Fabrikanten worden geacht luchtwaardigheidscertificaten af te geven in overeenstemming met de technische vereisten.
  • Er worden op risico en prestatie gebaseerde regels geïntroduceerd met bijbehorende doelstellingen, waarbij enige flexibiliteit wordt geboden wat betreft de wijze waarop deze doelstellingen mogen worden behaald. De verordening stimuleert tevens het nemen van niet-bindende maatregelen (zoals veiligheidsbevorderende maatregelen), waar mogelijk.
  • De verordening bevat een herziening van het toepassingsgebied van bepaalde regels, door het uitsluiten van kleine heteluchtballonnen voor één persoon, het aanpassen van de gewichtslimieten voor zweefvliegtuigen en het toevoegen van lichte elektrische vliegtuigen. De verordening voert hervormingen in met betrekking tot:
    • de omgang met de groei van het luchtverkeer;
    • het vergroten van de veiligheid;
    • kostenbesparingen, vertragingen en de invloed van het luchtverkeer op het milieu.
  • Cabinepersoneel dat betrokken is bij commercieel luchtvervoer wordt onderworpen aan certificering en moet houder zijn van een attest. De Europese Commissie heeft gedetailleerde regels en procedures vastgesteld voor de kwalificatie van het cabinepersoneel.
  • De verordening bevat ook essentiële vereisten voor veilige grondafhandelingsdiensten, die voortaan onder het toepassingsgebied van de verordening vallen, en pakt tevens een aantal andere veiligheidsrisico’s aan.
  • Er is ook een nieuw hoofdstuk over het beheer van de luchtvaartveiligheid, waarin het Europese plan voor de veiligheid van de luchtvaart wordt vastgesteld, dat het hele systeem voor de veiligheid van de luchtvaart omvat.

Civiele drones

  • In de verordening worden essentiële vereisten voor drones vastgesteld. De regels behoren evenredig te zijn aan het risico van de specifieke vlucht of het type vlucht en stellen dat de drone veilig bestuurbaar en manoeuvreerbaar moet zijn. De drone moet worden ontworpen overeenkomstig de functie en de beoogde vluchttypen, en de bescherming van privacy en persoonsgegevens moeten standaard worden ingebouwd in het ontwerp en de standaardinstellingen. Het moet ook mogelijk zijn de drone en de aard en het doel van de vlucht te identificeren.
  • De exploitant van de drone wordt verantwoordelijk gehouden voor het functioneren van de drone en moet over de toepasselijke kennis en vaardigheden beschikken om de drone veilig te kunnen besturen. Organisaties die betrokken zijn bij het ontwerp, de productie, het onderhoud en de besturing van drones en daarmee verband houdende diensten en opleidingen, moeten een systeem voor de melding van veiligheidsincidenten opzetten.
  • In de verordening wordt de registratiedrempel gespecificeerd die van toepassing is op exploitanten van drones: de exploitanten dienen te zijn geregistreerd wanneer zij drones besturen die een kinetische energie van meer dan 80 joule kunnen overdragen wanneer zij in botsing komen met een persoon. Deze drempel kan in de toekomst zonder langdurige procedures worden bijgesteld, om rekening te houden met ontwikkelingen op dit gebied.
  • Afhankelijk van de aard en het risico van de activiteit in kwestie, de operationele kenmerken van het luchtvaartuig en de kenmerken van het gebied voor de vluchtuitvoering, kan er een certificaat worden vereist voor het ontwerp, de productie, het onderhoud en de uitvoering van vluchten, en voor het personeel, onder wie piloten op afstand.
  • Overeenkomstig de verordening heeft de Commissie, met hulp van het EASA, Verordening (EU) 2019/947 opgesteld, waarin gedetailleerde regels voor drones en voor de exploitatie van drones worden vastgesteld (zie samenvatting).
  • Een gedelegeerde handeling, Gedelegeerde Verordening (EU) 2024/1107, bevat de regels inzake de permanente luchtwaardigheid van gecertificeerde onbemande luchtvaartuigsystemen en componenten daarvan, en inzake de erkenning van organisaties en personeelsleden die bij deze taken zijn betrokken.
  • Een uitvoeringshandeling, Uitvoeringsverordening (EU) 2024/1109, die van toepassing is vanaf , bevat regels met betrekking tot de eisen van bevoegde autoriteiten en administratieve procedures voor de certificering van, het toezicht op en de handhaving van de permanente luchtwaardigheid van gecertificeerde drones.

Door niet-EU-landen afgegeven bewijzen van bevoegdheid als piloot

  • In Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/723 zijn de procedures vastgesteld, en met name het mogelijke opleidingskrediet waarop een piloot die in een niet-EU-land een vliegbrevet heeft behaald en dit wil omzetten in een EU-licentie, aanspraak kan maken.
  • Het zorgt ervoor dat deze piloten nog steeds opleiding krijgen over de onderwerpen die specifiek zijn voor het luchtruim van de EU, of anderszins niet vereist zijn in niet-EU-landen, en dat zij zich niet buitensporig hoeven bij te scholen voor aspecten die al eerder aan bod zijn gekomen.
  • Verordening (EU) 2020/723 maakte voorheen deel uit van een uitvoeringshandeling, Verordening (EU) 1178/2011 (zie samenvatting), maar moest worden gescheiden in een gedelegeerde handeling vanwege de vereisten van Verordening (EU) 2018/1139.

Milieubescherming

Met betrekking tot lawaai en emissies moeten luchtvaartuigen die geen onbemande luchtvaartuigen zijn en hun motoren, propellers, onderdelen en niet-geïnstalleerde apparatuur met ingang van voldoen aan de milieubeschermingsvoorschriften van bijlage 16 van het Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart.

Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart

  • De verordening breidt het toepassingsgebied van het EASA uit om veiligheidsgerelateerde aspecten van beveiliging op te nemen, zoals cyberbeveiliging en milieubescherming.
  • Het EASA voorziet in een mechanisme voor het bijeenbrengen en uitwisselen van luchtvaartinspecteurs en andere technische bijstand om de EU-lidstaten te ondersteunen bij hun certificerings-, toezichts- en handhavingstaken.
  • Het elektronisch register van informatie dat door EASA is opgezet om een doeltreffende samenwerking tussen EASA en de betrokken nationale autoriteiten te garanderen, bevat informatie over de overdracht van verantwoordelijkheden met betrekking tot certificering, toezicht en handhaving door een EU-lidstaat aan een andere EU-lidstaat of aan EASA, alsook maatregelen met betrekking tot vluchten boven conflictgebieden.
  • EASA en de nationale bevoegde autoriteiten kunnen hun taken in verband met certificering en toezicht krachtens deze verordening toekennen aan bevoegde instanties die zijn geaccrediteerd. Uitvoeringsverordening (EU) 2024/1403, die op in werking is getreden, bevat de voorwaarden en procedures voor de accreditatie van deze entiteiten.

Risico’s voor de informatiebeveiliging met mogelijke gevolgen voor de luchtvaartveiligheid

  • Gedelegeerde Verordening (EU) 2022/1645, die vanaf van toepassing is, bevat de eisen waaraan moet worden voldaan om de risico’s voor de informatiebeveiliging met mogelijke gevolgen voor de luchtvaartveiligheid van de voor organisaties te identificeren en te beheren.
  • Deze eisen bestrijken een breed scala aan luchtvaartdomeinen en hun interfaces, omdat de luchtvaart een sterk onderling gekoppeld systeem van systemen is, en zijn van toepassing op alle organisaties die al een beheerssysteem nodig hebben op grond van EU-wetgeving inzake luchtvaartveiligheid.
  • Tot de organisaties behoren productie- en ontwerporganisaties, exploitanten van de luchtvaart, onderhoudsorganisaties, organisaties voor luchtwaardigheidsbeheer, opleidingsorganisaties, exploitanten van vluchtnabootsers, verleners van luchtverkeersbeheers-/luchtvaartnavigatiediensten, exploitanten van luchtvaartterreinen en platformbeheersdiensten1.
  • Uitvoeringsverordening (EU) 2023/203 bevat de blauwdruk voor de cyberbeveiliging van het luchtvaartsysteem van de EU, waarin de regels zijn vastgesteld voor het identificeren en beheren van beveiligingsrisico’s die van invloed kunnen zijn op informatie- en communicatietechnologiesystemen en gegevens die worden gebruikt voor burgerluchtvaartdoeleinden in luchtvaartorganisaties waarop de Verordeningen (EU) nr. 1321/2014, nr. 965/2012 en nr. 1178/2011 en (EU) 2015/340 van de Commissie en de Uitvoeringsverordeningen (EU) 2017/373 en 2021/664 van de Commissie van toepassing zijn en voor bevoegde autoriteiten (waaronder EASA) waarop de Verordeningen (EU) nr. 748/2012, nr. 1321/2014, nr. 965/2012, nr. 1178/2011 en nr. 139/2014 en (EU) 2015/340 van de Commissie en de Uitvoeringsverordeningen (EU) 2017/373 en 2021/664 van de Commissie van toepassing zijn, en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1178/2011, nr. 748/2012, nr. 965/2012, nr. 139/2014 en nr. 1321/2014 en (EU) 2015/340 van de Commissie en de Uitvoeringsverordeningen (EU) 2017/373 en 2021/664 van de Commissie. Uitvoeringsverordening (EU) 2023/203, die vanaf van toepassing is, bevat de vereisten voor de opsporing van informatiebeveiligingsvoorvallen, de identificatie van de voorvallen die worden beschouwd als informatiebeveiligingsincidenten, en de reactie op en het herstel van dergelijke incidenten op het gebied van informatiebeveiliging op een niveau dat in verhouding staat tot de gevolgen ervan voor de luchtvaartveiligheid.
  • Om veiligheidsrisico’s die voortvloeien uit bedreigingen voor de informatiebeveiliging te beheersen, strekt Uitvoeringsverordening (EU) 2024/1109 (zie hierboven) tot wijziging van Verordening (EU) 2023/203 teneinde de bevoegde autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor de permanente luchtwaardigheid van gecertificeerde drones en de componenten daarvan op te nemen zodat de vereisten met betrekking tot deze risico’s worden toegepast.

VANAF WANNEER IS DE VERORDENING VAN TOEPASSING?

De verordening is sinds van toepassing.

ACHTERGROND

Zie voor meer informatie:

KERNBEGRIPPEN

  1. Platformbeheersdiensten. Een dienst die wordt verleend om de activiteiten en bewegingen van vliegtuigen en voertuigen te beheren op een platform. Het platform is het luchthavengebied dat is bestemd is om passagiers, post of vracht aan of van boord van vliegtuigen te brengen, brandstof te tanken of vliegtuigen te parkeren of te onderhouden.

BELANGRIJKSTE DOCUMENT

Verordening (EU) 2018/1139 van het Europees Parlement en de Raad van inzake gemeenschappelijke regels op het gebied van burgerluchtvaart en tot oprichting van een Agentschap van de Europese Unie voor de veiligheid van de luchtvaart, en tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 2111/2005, (EG) nr. 1008/2008, (EU) nr. 996/2010, (EU) nr. 376/2014 en de Richtlijnen 2014/30/EU en 2014/53/EU van het Europees Parlement en de Raad, en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 552/2004 en (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (EEG) nr. 3922/91 van de Raad (PB L 212 van , blz. 1-122).

Achtereenvolgende wijzigingen in Verordening (EU) 2018/1139 werden in de basistekst opgenomen. Deze geconsolideerde versie is enkel van documentaire waarde.

laatste bijwerking

Naar boven