This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32019R0251
Commission Implementing Regulation (EU) 2019/251 of 12 February 2019 concerning the definitive anti-dumping duties imposed on imports from Hubei Xinyegang Steel Co., Ltd and amending Implementing Regulation (EU) 2015/2272 imposing a definitive anti-dumping duty on imports of certain seamless pipes and tubes of iron or steel originating in the People's Republic of China
Uitvoeringsverordening (EU) 2019/251 van de Commissie van 12 februari 2019 betreffende de definitieve antidumpingrechten op producten van Hubei Xinyegang Steel Co., Ltd en tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2272 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op bepaalde naadloze buizen en pijpen, van ijzer of van staal, van oorsprong uit de Volksrepubliek China
Uitvoeringsverordening (EU) 2019/251 van de Commissie van 12 februari 2019 betreffende de definitieve antidumpingrechten op producten van Hubei Xinyegang Steel Co., Ltd en tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2272 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op bepaalde naadloze buizen en pijpen, van ijzer of van staal, van oorsprong uit de Volksrepubliek China
C/2019/874
PB L 42 van 13.2.2019, pp. 25–28
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
No longer in force, Date of end of validity: 08/12/2020
|
13.2.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 42/25 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2019/251 VAN DE COMMISSIE
van 12 februari 2019
betreffende de definitieve antidumpingrechten op producten van Hubei Xinyegang Steel Co., Ltd en tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2272 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op bepaalde naadloze buizen en pijpen, van ijzer of van staal, van oorsprong uit de Volksrepubliek China
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 266,
Gezien Verordening (EU) 2016/1036 van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2016 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Unie („de basisverordening”) (1), en met name en artikel 11, lid 2,
Overwegende hetgeen volgt:
ACHTERGROND EN ARRESTEN VAN HET GERECHT EN HET HOF
|
(1) |
Bij Verordening (EG) nr. 926/2009 van de Raad (2) is een definitief antidumpingrecht ingesteld op bepaalde naadloze buizen en pijpen, van ijzer of van staal, van oorsprong uit de Volksrepubliek China („VRC”). |
|
(2) |
In december 2009 heeft Hubei Xinyegang Steel Co., Ltd („Hubei”), een van de producenten-exporteurs van naadloze buizen en pijpen in de VRC, bij het Gerecht beroep ingesteld tot nietigverklaring van Verordening (EG) nr. 926/2009. Bij arrest van 29 januari 2014 in zaak T-528/09 (3) heeft het Gerecht Verordening (EG) nr. 926/2009 nietig verklaard voor zover daarbij antidumpingrechten worden ingesteld op de uitvoer van de door Hubei vervaardigde naadloze buizen en pijpen en de op deze uitvoer ingestelde voorlopige rechten worden geïnd. |
|
(3) |
In april 2014 heeft een aantal producenten van naadloze buizen en pijpen in de Unie in de zaken C-186/14 P en C-193/14 P bij het Hof van Justitie van de Europese Unie hogere voorziening ingesteld tegen dat arrest (4). |
|
(4) |
Op 7 december 2015 had de Commissie naar aanleiding van een verzoek om een nieuw onderzoek in verband met het vervallen van de maatregelen overeenkomstig artikel 11, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad (5) bij Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2272 (6) de rechten op de invoer van naadloze buizen en pijpen uit de VRC, waaronder die welke van toepassing waren op door Hubei geproduceerde naadloze buizen en pijpen, verlengd. |
|
(5) |
Op 7 april 2016 heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie bij arrest in de gevoegde zaken C-186/14 P en C-193/14 P de hogere voorzieningen tegen het arrest van het Gerecht in zaak T-528/09 afgewezen, zodat de uitspraak van het Gerecht bevestigd werd. |
|
(6) |
Op 3 juni 2016 hebben de diensten van de Commissie Hubei in uitvoering van de bovengenoemde arresten verwijderd uit de groep van ondernemingen die onder de aanvullende Taric-code A 950 vallen en Hubei apart ingedeeld onder aanvullende Taric-code C 129 (het zogenoemde „besluit van de Commissie van 3 juni 2016”). Die wijziging van de Taric-code weerspiegelde de nietigverklaring van de antidumpingrechten op de door Hubei geproduceerde naadloze buizen en pijpen door het Gerecht. |
PROCEDURE BIJ HET GERECHT IN ZAAK T-364/16
|
(7) |
Op 7 juni 2016 heeft een aantal producenten van naadloze buizen en pijpen in de Unie bij het Gerecht beroep ingesteld tot nietigverklaring van de wijzigingen in de Taric-databank. Bij arrest van 18 oktober 2018 in zaak T-364/16 (7) heeft het Gerecht het zogenoemde besluit van de Commissie van 3 juni 2016 waarbij Hubei is verwijderd uit de lijst van ondernemingen die onder de aanvullende Taric-code A 950 vallen en is ingedeeld onder aanvullende Taric-code C 129, nietig verklaard. |
|
(8) |
In het arrest in zaak T-364/16 bevestigde het Gerecht dat de Commissie ervan mocht uitgaan dat de uitvoering van de arresten van 7 april 2016 en 29 januari 2014 op grond van artikel 266 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie inhield dat de in Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2272 voorziene antidumpingrechten op de door Hubei vervaardigde producten niet langer konden worden geïnd (8). |
|
(9) |
Het Gerecht overwoog evenwel dat de nietigverklaring van Verordening (EG) nr. 926/2009, voor zover deze betrekking heeft op Hubei, niet automatisch kan leiden tot het verdwijnen uit de rechtsorde van de Unie van de bepalingen van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2272 die door de rechter van de Unie niet nietig zijn verklaard (9). Aangezien Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2272 een vermoeden van rechtmatigheid geniet, had de Commissie deze uitvoeringsverordening moeten wijzigen of intrekken bij wege van een verordening (10). |
WIJZIGING VAN DE ANTIDUMPINGMAATREGELEN
|
(10) |
In het licht van de bevindingen van het Gerecht in zaak T-364/16 en overeenkomstig de regel van parallellisme van vormen moet Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2272 worden gewijzigd om Hubei met terugwerkende kracht tot de datum van inwerkingtreding van die verordening te verwijderen uit het toepassingsgebied van de antidumpingmaatregelen die van toepassing zijn ten aanzien van de invoer van naadloze buizen en pijpen uit de VRC. |
|
(11) |
De terugbetaling of kwijtschelding dient overeenkomstig de toepasselijke douanewetgeving bij de nationale douaneautoriteiten te worden aangevraagd. |
|
(12) |
Gezien de recente rechtspraak van het Hof van Justitie (11) is het passend te voorzien in een percentage voor de in geval van terugbetaling van definitieve rechten te betalen moratoire interest. Dat is een gevolg van het feit dat de relevante geldende bepalingen inzake douanerechten niet voorzien in een dergelijke rentevoet en de toepassing van nationale voorschriften zou leiden tot onnodige verstoringen tussen de marktdeelnemers, afhankelijk van welke lidstaat voor de douaneafhandeling wordt gekozen. |
|
(13) |
Op 13 december 2018 heeft de Commissie aan de belanghebbenden haar voornemen kenbaar gemaakt om Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2272 te wijzigen en Hubei te verwijderen uit de lijst van de ondernemingen op wier producten antidumpingrechten zijn ingesteld, en heeft zij de motivering van die wijziging meegedeeld. Er zijn geen opmerkingen ontvangen. |
|
(14) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 15, lid 1, van Verordening (EU) 2016/1036 opgerichte comité, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
1. De definitieve antidumpingrechten die op grond van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2272 zijn opgelegd bij de invoer van het betrokken product van Hubei Xinyegang Steel Co., Ltd in de Unie worden terugbetaald of kwijtgescholden. De terugbetaling of kwijtschelding wordt overeenkomstig de toepasselijke douanewetgeving bij de nationale douaneautoriteiten aangevraagd.
2. De moratoire interest die moet worden betaald in geval van terugbetaling waaruit een recht op betaling van moratoire interest voortvloeit, is de op de eerste kalenderdag van de maand van de vervaldag door de Europese Centrale Bank voor haar basisherfinancieringstransacties toegepaste rentevoet zoals bekendgemaakt in de C-reeks van het Publicatieblad van de Europese Unie, verhoogd met één procentpunt.
Artikel 2
Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2272 wordt als volgt gewijzigd:
|
1) |
Artikel 1, lid 2, wordt vervangen door: „2. De definitieve antidumpingrechten, die van toepassing zijn op de nettoprijs, franco grens Unie, vóór inklaring, van de in lid 1 omschreven producten, vervaardigd door onderstaande ondernemingen, zijn als volgt:
Op de in lid 1 omschreven producten, vervaardigd door Hubei Xinyegang Steel Co., Ltd, is geen antidumpingrecht van toepassing. De aanvullende Taric-code voor Hubei Xinyegang Steel Co., Ltd is C129.”. |
|
2) |
De tabel in de bijlage wordt vervangen door:
|
Artikel 3
Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Artikel 2 is van toepassing vanaf 9 december 2015.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 12 februari 2019.
Voor de Commissie
De voorzitter
Jean-Claude JUNCKER
(1) PB L 176 van 30.6.2016, blz. 21.
(2) Verordening (EG) nr. 926/2009 van de Raad van 24 september 2009 tot instelling van een definitief antidumpingrecht en tot definitieve inning van het voorlopige recht op bepaalde naadloze buizen en pijpen, van ijzer of van staal, van oorsprong uit de Volksrepubliek China (PB L 262 van 6.10.2009, blz. 19).
(3) Arrest van het Gerecht (Tweede kamer) van 29 januari 2014, Hubei Xinyegang Steel Co. Ltd/Raad, T-528/09, ECLI:EU:T:2014:35.
(4) Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 7 april 2016, ArcelorMittal Tubular Products Ostrava a.s. e.a./Hubei Xinyegang Steel Co. Ltd en Raad/Hubei Xinyegang Steel Co. Ltd, C-186/14 P en C-193/14 P, ECLI:EU:C:2016:209.
(5) Verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad van 30 november 2009 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap (PB L 343 van 22.12.2009, blz. 51).
(6) Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2272 van de Commissie van 7 december 2015 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op bepaalde naadloze buizen en pijpen, van ijzer of van staal, van oorsprong uit de Volksrepubliek China, naar aanleiding van een nieuw onderzoek in verband met het vervallen van de maatregelen op grond van artikel 11, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad (PB L 322 van 8.12.2015, blz. 21).
(7) Arrest van het Gerecht (Zevende kamer) van 18 oktober 2018, ArcelorMittal Tubular Products Ostrava a.s. e.a./Commissie, T-364/16, ECLI:EU:T:2018:696.
(8) Zaak T-364/16, punt 67.
(9) Zaak T-364/16, punt 65.
(10) Zaak T-364/16, punt 68.
(11) Arrest van het Hof (Derde kamer) van 18 januari 2017, Wortmann/Hauptzollamt Bielefeld, C-365/15, EU:C:2017:19, punten 35 tot en met 39.