EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Het Europees Parlement

 

SAMENVATTING VAN:

Artikel 14 van het Verdrag betreffende de Europese Unie

De artikelen 223-234 van het Verdrag betreffende de werking van de EU — rol, samenstelling en werking van het Europees Parlement

Akte betreffende de verkiezing van de leden van het Europees Parlement door middel van rechtstreekse algemene verkiezingen

Besluit (EU, Euratom) 2018/994 tot wijziging van de Akte betreffende de verkiezing van de leden van het Europees Parlement door middel van rechtstreekse algemene verkiezingen

WAT IS HET DOEL VAN DE ARTIKELEN VAN DE EU-VERDRAGEN, DE AKTE EN HET BESLUIT?

  • In artikel 14 van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU) en de artikelen 223 tot en met 234 van het Verdrag betreffende de werking van de EU (VWEU) worden de rol, de bevoegdheden, de samenstelling, het mandaat en de verkiezingsprocedure voor het Europees Parlement (hierna het Parlement) beschreven.
  • De verkiezingsakte, die oorspronkelijk dateert uit 1976 en meerdere keren is gewijzigd (met name om rekening te houden met herzieningen van de EU-verdragen en de toetreding van nieuwe EU-lidstaten), bevat regels voor de verkiezing van de leden van het Parlement (MEP’s) door middel van rechtstreekse algemene verkiezingen.
  • Besluit (EU, Euratom) 2018/994 (nog niet in werking getreden) strekt tot bijwerking van de verkiezingsakte van 1976 en heeft tot doel:
    • de opkomst van burgers bij de verkiezingen te bevorderen;
    • de Europese dimensie van verkiezingen te versterken;
    • de kiesdrempels aan te passen; en
    • de organisatie van verkiezingen te verbeteren, met name door alternatieve wijzen van stemmen mogelijk te maken en de samenwerking tussen nationale autoriteiten te stroomlijnen.

KERNPUNTEN

Het Parlement is de enige instelling binnen de Europese Unie (EU) die rechtstreeks door en voor EU-burgers wordt gekozen. Het vertegenwoordigt daarom bijna 450 miljoen EU-burgers en belichaamt in die zin de democratische macht. Het heeft zijn zetel in Straatsburg, Frankrijk. De MEP’s worden (sinds 1979) rechtstreeks voor een periode van vijf jaar via vrije en geheime verkiezingen gekozen, met een vast aantal uit elke lidstaat. Het Parlement zoals we het vandaag de dag kennen, is in feite het resultaat van de samenvoeging van de drie voormalige vergaderingen van de Europese Gemeenschap voor Kool en Staal, de Europese Economische Gemeenschap en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Fusieverdrag van 1965 — zie de samenvatting).

Bevoegdheden

De bevoegdheden van het Parlement hebben zich ontwikkeld door opeenvolgende herzieningen van de EU-verdragen. Dat zijn onder andere de volgende.

  • Beslissingsbevoegdheid (bevoegdheid om te beraadslagen):
  • Controlebevoegdheid over de uitvoerende EU-instellingen (Raad en Commissie), voornamelijk door te zorgen voor politieke controle op de Commissie (door een motie van afkeuring) of door het stellen van mondelinge of schriftelijke vragen aan de Raad. Het Parlement kan ook controle uitoefenen op andere EU-instellingen, zoals de Europese Centrale Bank (artikel 284 VWEU).
  • Bevoegdheid tot benoeming door deel te nemen aan de benoeming van de leden van de Commissie, de leden van de Europese Rekenkamer en de Ombudsman.

Bevoegdheid

Wetgeving

  • Volgens de gewone wetgevingsprocedure (artikel 294 VWEU) staat het Parlement op gelijkwaardig wetgevend niveau met de Raad. Deze procedure wordt gebruikt bij de meeste beleidsdomeinen, waaronder:
    • vervoer
    • milieu
    • landbouw
    • energieveiligheid
    • immigratie
    • justitie
    • volksgezondheid.
  • Het Parlement komt ook tussenbeide bij besluiten die onder bijzondere wetgevingsprocedures zijn aangenomen, door zijn mening (raadplegingsprocedure) of toestemming (goedkeuringsprocedure) te geven.
  • Goedkeuring van het Parlement is vereist voor talrijke soorten overeenkomsten met niet-EU-landen of internationale organisaties, zoals associatieovereenkomsten of overeenkomsten op gebieden die onder de gewone wetgevingsprocedure vallen (bijvoorbeeld handelsovereenkomsten). Het Parlement moet ook voor alle andere soorten internationale overeenkomsten worden geraadpleegd (artikel 218 VWEU).

Begroting

Het Parlement handelt voor de gehele procedure betreffende het aannemen van de jaarlijkse EU-begroting op voet van gelijkheid met de Raad. De begrotingsprocedure bestaat uit een lezing van zowel het Parlement als de Raad, of anders wordt er een bemiddelingscomité bijeengeroepen om overeenstemming te bereiken over een gemeenschappelijke tekst (artikel 314 VWEU).

Uitvoerend toezicht

Het Parlement kan een aantal controles uitoefenen op de Commissie, de uitvoerende macht van de EU:

  • de Commissievoorzitter wordt door het Parlement gekozen ingevolge een voorstel van de Europese Raad, waarbij de resultaten van de verkiezingen van het Europees Parlement in overweging moeten worden genomen;
  • de installatie van de Commissie hangt af van de goedkeuring van het Parlement — deze goedkeuring betreft ook de benoeming van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, die tegelijkertijd vicevoorzitter is van de Commissie;
  • het Parlement kan de Commissie via een motie van afkeuring ertoe dwingen af te treden.

Verdragsherziening

  • Op basis van zijn initiatiefrecht mag het Parlement een herziening van de verdragen voorstellen (artikel 48 VEU).
  • Het Parlement neemt deel aan de conventie die de ontwerpen beoordeelt die zijn voorgelegd voor een standaardherzieningsproces van de verdragen.
  • Het moet worden geraadpleegd om verdragen te wijzigen binnen de vereenvoudigde herzieningsprocedure.

Verkiezingsregels

De EU-verkiezingswet van 1976 is gebaseerd op gemeenschappelijke EU-beginselen, maar erkent ook het belang van nationale regels op het gebied van verkiezingsprocedures.

  • De EU-lidstaten moeten een systeem van evenredige vertegenwoordiging gebruiken, maar zijn vrij om gebruik te maken van een lijstenstelsel of een enkelvoudige overdraagbare stem.
  • Verkiezingen moeten plaatsvinden door middel van rechtstreekse algemene verkiezingen en vrij en geheim zijn. Mensen mogen bij bepaalde verkiezingen voor het Parlement slechts eenmaal stemmen.
  • Elke EU-lidstaat kan een maximum vaststellen voor de uitgaven van de kandidaten in verband met de verkiezingscampagne.
  • De lidstaten kunnen kiesdistricten instellen of voorzien in andere kiesindelingen, op voorwaarde dat geen afbreuk wordt gedaan aan het beginsel van evenredige vertegenwoordiging. Zij mogen ook een drempel voor de verdeling van de zetels vaststellen, die maximaal 5 % mag bedragen.
  • MEP’s brengen hun stem individueel en persoonlijk uit. Zij mogen niet gebonden zijn door instructies en geen bindend mandaat aanvaarden.
  • Sinds de verkiezingen van 2004 mogen MEP’s niet tegelijkertijd lid zijn van hun nationale parlement (op tijdelijke uitzonderingen voor het Verenigd Koninkrijk en Ierland na, die inmiddels zijn verlopen). De hoedanigheid van MEP wordt ook onverenigbaar geacht met die van een lid van de regering van een lidstaat, een lid van de Commissie, een rechter bij het Hof van Justitie van de EU, een lid van de directie van de Europese Centrale Bank of de Europese Investeringsbank, een lid van de Rekenkamer, een lid van het Europees Economisch en Sociaal Comité of van het Europees Comité van de Regio’s, of de Ombudsman.
  • De lidstaten hebben hun eigen procedures om een zetel te doen bezetten wanneer deze vacant wordt door aftreden, overlijden of het vervallen van het mandaat.

Bij Besluit (EU, Euratom) 2018/994 worden, na goedkeuring door elk van de lidstaten overeenkomstig hun respectieve grondwettelijke voorwaarden, de volgende veranderingen ingevoerd:

  • wanneer gebruik wordt gemaakt van het lijstenstelsel moet de betrokken lidstaat een minimumdrempel van tussen de 2 en 5 % van de uitgebrachte geldige stemmen bepalen voor de verdeling van de zetels voor kiesdistricten met meer dan 35 zetels;
  • er is een uiterste datum voor het opstellen van kieslijsten die ten minste drie weken vóór de datum valt die de betrokken lidstaat heeft bepaald voor het houden van verkiezingen voor het Parlement;
  • de lidstaten mogen toestaan dat op stembiljetten de naam of het logo van de Europese politieke partij waarmee de nationale politieke partij of kandidaat is verbonden, wordt vermeld;
  • invoering van de mogelijkheid om elektronisch en per brief te stemmen, alsook van de mogelijkheid voor lidstaten om de nodige maatregelen te nemen zodat EU-burgers die in niet-EU-landen verblijven, hun stem kunnen uitbrengen bij verkiezingen van het Parlement;
  • de sancties voor dubbel stemmen;
  • de aanwijzing van een contactinstantie in elke lidstaat, die verantwoordelijk is voor de uitwisseling van gegevens over kiezers en kandidaten met haar tegenhangers in de overige lidstaten.

Samenstelling

Bij de verdeling van zetels tussen lidstaten wordt rekening gehouden met een aantal factoren:

  • een bevredigende verhouding tussen de zetels die aan de lidstaten worden toegekend en hun bevolkingen;
  • de mogelijkheid voor het Parlement om na te denken over belangrijke politieke zaken, zaken waar ook de minder bevolkte lidstaten mee te maken krijgen;
  • het totale aantal MEP’s mag niet groter zijn dan een bepaald maximumaantal, opdat de efficiënte uitvoering van de werkzaamheden van het Parlement niet wordt beïnvloed.

Op initiatief van het Parlement en met zijn toestemming stelt de Europese Raad unaniem een besluit inzake de samenstelling van het Parlement vast (artikel 14, lid 2, VEU). De verdragen bevatten de basisregels ten aanzien van de samenstelling van het Parlement:

  • het Parlement is samengesteld uit vertegenwoordigers van de EU-burgers;
  • het aantal MEP’s bedraagt maximaal 750, plus de voorzitter van het Parlement;
  • het minimumaantal zetels per lidstaat bedraagt 6;
  • het maximumaantal zetels per lidstaat bedraagt 96;
    • de verdeling van de zetels is gebaseerd op het beginsel van “degressieve evenredigheid”, wat betekent dat hoe groter de bevolking van een lidstaat is, des te meer MEP’s die lidstaat heeft; een MEP in een grotere lidstaat vertegenwoordigt dan echter proportioneel meer burgers dan het geval zou zijn in een kleiner land.

Besluit (EU) 2023/2061 stelt het aantal in iedere lidstaat gekozen vertegenwoordigers in het Europees Parlement vast voor de zittingsperiode 2024-2029. Het totale aantal zetels voor deze periode bedraagt 720.

OVERZICHTSTABEL

Verdrag

Artikelen

Onderwerp

Verdrag betreffende de EU (VEU)

14

Rol en samenstelling van het Parlement

Verdrag betreffende de werking van de EU (VWEU)

223, 224, 225, 226, 227, 228, 229, 230, 231, 232, 233, 234

Werking van het Parlement

ACHTERGROND

Sinds 31 januari 2020, toen het Verenigd Koninkrijk officieel de EU verliet (Brexit), zijn er 705 MEP’s, 46 minder dan daarvoor.

BELANGRIJKSTE DOCUMENTEN

Geconsolideerde versie van het Verdrag betreffende de Europese Unie — Titel III — Bepalingen betreffende de instellingen — Artikel 14 (PB C 202 van 7.6.2016, blz. 22-23).

Geconsolideerde versie van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (PB C 202 van 7.6.2016, blz. 1-388).

Akte betreffende de verkiezing van de vertegenwoordigers in de Vergadering door middel van rechtstreekse algemene verkiezingen (PB L 278 van 8.10.1976, blz. 5-11).

Zie de geconsolideerde versie.

Besluit (EU, Euratom) 2018/994 van de Raad van 13 juli 2018 tot wijziging van de Akte betreffende de verkiezing van de leden van het Europees Parlement door middel van rechtstreekse algemene verkiezingen, gehecht aan Besluit 76/787/EGKS, EEG, Euratom van de Raad van 20 september 1976 (PB L 178 van 16.7.2018, blz. 1-3).

Besluit 76/787/EGKS, EEG, Euratom van de vertegenwoordigers van de Lidstaten in het kader van de Raad bijeen, betreffende de Akte tot verkiezing van de vertegenwoordigers in de Vergadering door middel van rechtstreekse algemene verkiezingen (PB L 278 van 8.10.1976, blz. 1-4).

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Geconsolideerde versie van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie — Protocol (nr. 6) betreffende de plaats van de zetels van de instellingen, van bepaalde instanties, organen, organisaties en diensten van de Europese Unie (PB C 202 van 7.6.2016, blz. 265).

Besluit (EU) 2023/2061 van de Europese Raad van 22 september 2023 inzake de samenstelling van het Europees Parlement (PB L 238 van 27.9.2023, blz. 114-116).

Laatste bijwerking 23.02.2024

Top