Beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Burundi

KERNPUNTEN

Besluit (GBVB) 2015/1763 en Verordening (EU) 2015/1755 zijn herhaaldelijk gewijzigd. Ze omvatten beperkende maatregelen gericht op degenen die verantwoordelijk zijn voor het ondermijnen van de democratie of het belemmeren van het zoeken naar een politieke oplossing in Burundi, of die betrokken zijn bij het plannen, leiden of bedrijven van handelingen die inbreuk maken op het internationale humanitaire recht of het humanitaire recht, of die ernstige schendingen van de mensenrechten vormen, in Burundi, samen met hun medeplichtigen. Deze beperkende maatregelen omvatten:

• de bevriezing van tegoeden en economische middelen van dergelijke natuurlijke of rechtspersonen¹, bedrijven of lichamen;
• een verbod op het verschaffen van tegoeden en economische middelen aan dergelijke personen, entiteiten of lichamen;
• het beletten van de binnenkomst in of doorreis door EU-grondgebied van dergelijke personen.

Een lijst van de personen op wie deze beperkende maatregelen van toepassing zijn, is opgenomen in de bijlagen bij het besluit en de verordening. De Raad van de Europese Unie beslist over wijzigingen in die lijst.

Uitzonderingen

Zowel het besluit als de verordening staan uitzonderingen op deze maatregelen toe, waaronder:

• de vrijgave van bepaalde bevroren vermogensbestanddelen voor gerechtvaardigde doeleinden;
• reizen voor humanitaire doeleinden.