This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (in het bijzonder artikel 72), dat in 2009 van kracht werd, legde samen met het Handvest van de grondrechten de fundamenten voor de ontwikkeling van een EU-veiligheidsbeleid gebaseerd op de rechtsstaat, respect voor fundamentele rechten en solidariteit.
Na goedkeuring van het programma van Stockholm (het EU-programma voor justitie en binnenlandse zaken voor de periode 2010-2014), heeft de EU in 2010 haar interne veiligheidsstrategie aangenomen. Daar veel veiligheidsproblemen (computercriminaliteit, terrorisme, illegale immigratie en georganiseerde misdaad) grens- en sectoroverschrijdend zijn, is geen enkele EU-lidstaat alleen in staat om effectief op deze bedreigingen te reageren. Daarnaast moest de EU zijn veerkracht tegenover crisissen en rampen vergroten. De interne veiligheidsstrategie was de gemeenschappelijke agenda van de EU om alle beschikbare hulpbronnen en deskundigheid in te zetten voor het aanpakken van deze problemen.
In 2015 werd deze strategie opgevolgd door de Europese Veiligheidsagenda 2015-2020, waarin, kort na de aanval op Charlie Hebdo in Parijs dat jaar, grote nadruk werd gelegd op het aanpakken van terrorisme en radicalisering, internationale georganiseerde misdaad en cybercriminaliteit.
In 2020 bepaalde de EU de hoofdprioriteiten voor de periode 2020-2025 in de EU-strategie voor de veiligheidsunie. In die strategie worden vier strategische prioriteiten op EU-niveau gesteld:
ZIE OOK