This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Horizon 2020: specifiek uitvoeringsprogramma (2014-2020)
Deze samenvatting is gearchiveerd en wordt niet meer bijgewerkt omdat het betrokken document achterhaald of niet meer van kracht is.
Horizon 2020: specifiek uitvoeringsprogramma (2014-2020)
Ter uitvoering van „Horizon 2020” (de follow-up van het zevende kaderprogramma van de Europese Unie voor onderzoek en innovatie), worden in dit besluit de specifieke doelstellingen en uitvoeringsvoorschriften vastgesteld voor steun van de EU voor onderzoek en innovatie, in het kader van Verordening (EU) nr. 1291/2013.
BESLUIT
Besluit nr. 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020” - het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG.
SAMENVATTING
Het programma is vastgesteld voor de periode van 1 januari 2014 tot en met 31 december 2020. Het bestaat uit de volgende onderdelen:
Onderdeel I „Excellente wetenschap” bevordert excellentie in Europees onderzoek door het versterken van:
|
— |
grensverleggend onderzoek (onderzoek en ontwikkeling (O&O) aan en over de grenzen van de huidige kennis), via de Europese Onderzoeksraad („The European Research Council (ERC)”);
|
|
— |
onderzoek in toekomstige en opkomende technologieën („Future and Emerging Technologies (FET)”);
|
|
— |
vaardigheden, opleiding en loopbaanontwikkeling, door de Marie Skłodowska-Curie-acties, in samenhang met andere programma's met gelijkaardige doelstellingen, zoals het „Erasmus+-programma” en de kennis- en innovatiegemeenschappen („Knowledge and Innovation Communities (KIC's)”) van het Europees Instituut voor innovatie en technologie (EIT);
|
|
— |
Europese onderzoeksinfrastructuren (faciliteiten, hulpbronnen en gerelateerde diensten die door de O&O-gemeenschap worden gebruikt).
|
Onderdeel II „Industrieel leiderschap” heeft als doelstellingen:
|
— |
versterking van het industrieel leiderschap van Europa door middel van onderzoek, ontwikkeling en innovatie met betrekking tot de volgende ontsluitende en industriële technologieën: informatie- en communicatietechnologieën (ICT's), nanotechnologieën, geavanceerde materialen, biotechnologie, geavanceerde fabricage- en verwerkingstechnieken en ruimtevaart;
|
|
— |
verbetering van de toegang tot investeringskapitaal;
|
|
— |
stimulering van innovatie in kleine en middelgrote ondernemingen (kmo's).
|
Onderdeel III „Maatschappelijke uitdagingen”: specifieke doelstellingen omvatten:
|
— |
verbetering van gezondheid en welzijn;
|
|
— |
ondersteuning van voedselzekerheid, duurzame land- en bosbouw, marien en maritiem onderzoek en onderzoek inzake binnenwateren, en de bio-economie (bijvoorbeeld de duurzame productie van hernieuwbare hulpbronnen en de omzetting ervan in voedsel, voeders, vezelproducten van biologische oorsprong en bio-energie);
|
|
— |
veilige, schone en efficiënte energie;
|
|
— |
slim, groen en geïntegreerd vervoer;
|
|
— |
klimaatactie, milieu, hulpbronnenefficiëntie en grondstoffen;
|
|
— |
Europa in een veranderende wereld - inclusieve, innovatieve en reflexieve samenlevingen (bijvoorbeeld verminderen van sociale ongelijkheid, nieuwe vormen van innovatie en het doorgeven van Europa's cultureel erfgoed);
|
|
— |
veilige samenlevingen - bescherming van de vrijheid en veiligheid van Europa en zijn burgers (bijvoorbeeld veerkracht ten aanzien van rampen, de strijd tegen misdaad en terrorisme).
|
Onderdeel IV „Excellentie verspreiden en de deelname verbreden”: ten volle het potentieel van het in Europa aanwezige talent benutten en de voordelen van een door innovatie aangestuurde economie voor iedereen optimaliseren. Maatregelen zijn gericht op EU-landen waarvan de prestaties op het gebied van onderzoek en innovatie een extra impuls nodig hebben.
Onderdeel V „Wetenschap met en voor de samenleving”: nieuw talent rekruteren en wetenschappelijke excellentie koppelen aan maatschappelijk bewustzijn en maatschappelijke verantwoordelijkheid. Met maatregelen proberen de kloof te dichten tussen wetenschap en samenleving door te kijken naar de noden en wensen van de burgers (veiligheid, werkgelegenheid, gezondheid en duurzame ontwikkeling).
Onderdeel VI „Niet-nucleaire eigen acties van hetGemeenschappelijkCentrum voor onderzoek (GCO)” : het betreft hier eigen onderzoek van het GCO om klantgerichte wetenschappelijke en technische ondersteuning te verlenen voor beleidsmaatregelen van de EU (inzake landbouw, klimaatverandering, transport, …).
Werkprogramma's
In de Werkprogramma's staan de nagestreefde doelstellingen, de verwachte resultaten, de wijze van uitvoering en de totale financiering. De Commissie stelt gemeenschappelijke of afzonderlijke werkprogramma's vast voor de uitvoering van de onderdelen I tot en met V van het specifieke programma, met uitzondering van de uitvoering van de acties in het kader van de Europese Onderzoeksraad, zoals die door de Wetenschappelijke Raad zijn vastgesteld.
De Commissie stelt een apart meerjarig werkprogramma vast voor onderdeel VI, dat rekening houdt met de standpunten van het GCO.
Begroting
74,3 miljard EUR voor de periode 2014-2020.
REFERENTIES
|
Besluit |
Datum van inwerkingtreding |
Uiterste datum voor omzetting in nationaal recht |
Publicatieblad van de Europese Unie |
|
Besluit 2013/743/EUvan de Raad |
23.12.2013 |
- |
|
|
- |
- |
GERELATEERDE BESLUITEN
Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 - het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104-173).
Verordening (Euratom) nr. 1314/2013 van de Raad van 16 december 2013 tot vaststelling van een programma voor onderzoek en opleiding van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (2014-2018) ter aanvulling van het „Horizon 2020”-kaderprogramma voor onderzoek en innovatie. (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 948-964).
Laatste bijwerking 03.09.2015