Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Procedures voor overlevering tussen EU-landen en IJsland en Noorwegen

Juridische status van het document Deze samenvatting is gearchiveerd en wordt niet meer bijgewerkt omdat het betrokken document achterhaald of niet meer van kracht is.

Procedures voor overlevering tussen EU-landen en IJsland en Noorwegen

 

SAMENVATTING VAN:

Besluit 2014/835/EU van de Raad — Overeenkomst betreffende de procedures voor overlevering tussen de EU-landen en IJsland en Noorwegen

WAT DOET DIT BESLUIT?

  • Dit besluit strekt tot goedkeuring van de overeenkomst betreffende de procedures voor overlevering* tussen EU-landen en IJsland en Noorwegen.

KERNPUNTEN

  • De overeenkomst heeft ten doel de justitiële samenwerking te versterken in strafzaken tussen de EU-landen enerzijds en IJsland en Noorwegen anderzijds.
  • In dit besluit wordt met name een systeem voor overlevering vastgesteld om de uitlevering van verdachten en gevangenen te versnellen en om te zorgen voor voldoende controle over de uitvoering van aanhoudingsbevelen.

Toepassingsgebied

  • Het aanhoudingsbevel kan worden afgegeven ofwel voor inbreuken waarop een gevangenisstraf of tot vrijheidsbeneming strekkende straf staat van ten minste twaalf maanden ofwel, indien een vonnis is uitgesproken of een maatregel tot vrijheidsbeneming is opgelegd, voor een gevangenisstraf van ten minste vier maanden.
  • Voor strafbare feiten waarop een gevangenisstraf van ten minste drie jaar staat, kunnen partijen een verklaring afleggen dat zij de voorwaarde van dubbele strafbaarheid niet vereisen*. Deze zijn onder andere:
    • deelname aan een criminele organisatie,
    • terrorisme,
    • mensenhandel,
    • kinderpornografie,
    • illegale handel in menselijke organen,
    • verdovende middelen.

De lijst van strafbare feiten is dezelfde als de lijst die wordt gebruikt door EU-landen voor het Europees aanhoudingsbevel.

Redenen voor niet-tenuitvoerlegging van het aanhoudingsbevel

De gerechtelijke autoriteiten zullen weigeren een aanhoudingsbevel ten uitvoer te leggen indien:

  • het strafbare feit waarop het bevel is gebaseerd, in aanmerking komt voor amnestie;
  • de betrokkene al is veroordeeld voor dezelfde feiten en de straf heeft ondergaan of nog ondergaat;
  • de betrokkene niet strafrechtelijk verantwoordelijk kan worden gesteld vanwege zijn/haar leeftijd.

Anderzijds kunnen de landen in een aantal gevallen weigeren om een aanhoudingsbevel ten uitvoer te leggen, onder meer indien:

  • de feiten waarop het bevel is gebaseerd, geen strafbare feiten vormen in het land waar de verdachte wordt vastgehouden („tenuitvoerleggingsstaat”), behalve als die verband houden met belastingen, accijnzen, douanerechten en deviezen;
  • de betrokkene voor hetzelfde feit wordt vervolgd in de tenuitvoerleggingsstaat;
  • de staat de betrokkene definitief heeft berecht voor dezelfde feiten, waardoor verdere vervolging wordt verhinderd;
  • de autoriteiten in de tenuitvoerleggingsstaat hebben besloten om de betrokkene niet te vervolgen of de gerechtelijke actie hebben stopgezet;
  • de gezochte persoon een onderdaan of ingezetene is van de tenuitvoerleggingsstaat en die staat beoogt om de straf ten uitvoer te leggen;
  • de strafbare feiten zijn gepleegd buiten het grondgebied van het land van afgifte van het bevel („beslissingsstaat”) of indien de wetgeving van de tenuitvoerleggingsstaat geen vervolging van deze strafbare feiten toelaat.

Aanhoudingsbevel

  • Het aanhoudingsbevel bevat de gegevens met betrekking tot de identiteit van de gezochte persoon, de uitgevende instantie, de straf en de aard van het strafbare feit.
  • Het bevel wordt, zodra de gezochte persoon is gevonden, verstuurd en vervolgens doorgestuurd naar het Schengeninformatiesysteem of, indien dat niet mogelijk is, naar Interpol.
  • Als de gezochte persoon toestemming geeft voor overlevering, wordt de eindbeslissing inzake de tenuitvoerlegging van het aanhoudingsbevel binnen tien dagen genomen; in alle andere gevallen moet deze beslissing worden genomen binnen zestig dagen vanaf de aanhouding.
  • Als dit niet mogelijk is, moeten de uitgevende instanties op de hoogte worden gesteld van de reden voor de vertraging en kan de tijdlimiet worden verlengd met dertig dagen.

Procedure voor overlevering

  • Wanneer de persoon is aangehouden, moet deze worden geïnformeerd over het aanhoudingsbevel en de inhoud daarvan, over de mogelijkheid om toestemming te geven voor overlevering aan de uitgevende instantie en over zijn/haar recht op bijstand door een raadsman en door een tolk.
  • De zitting wordt gevoerd in overeenstemming met de wetgeving van de tenuitvoerleggingsstaat en onder in onderling overleg overeengekomen voorwaarden. De betrokkene kan kiezen of deze wel of niet toestemming geeft voor overlevering indien de betrokkene deze keuze uit vrije wil en zich ten volle bewust van de gevolgen formuleert.
  • De betrokkene dient te worden overgeleverd binnen tien dagen vanaf de beslissing om het bevel ten uitvoer te leggen of, indien dat niet mogelijk is, binnen tien dagen vanaf de datum van overlevering zoals overeengekomen tussen de autoriteiten. Indien de betrokkene nog steeds in bewaring is aan het einde van die periode, moet hij/zij worden vrijgelaten.
  • De uitvoerende instantie zal eigendommen die kunnen dienen als bewijs of die zijn verworven door de betrokkene ten gevolge van het strafbare feit, in beslag nemen en overdragen.

Overlevering van de gezochte persoon

De landen die partij zijn bij de overeenkomst, moeten de betrokkene toestaan te worden overgeleverd met doorgang over hun grondgebied, op voorwaarde dat ze informatie hebben gekregen over:

  • de identiteit van de betrokkene,
  • het bestaan van het aanhoudingsbevel,
  • de aard van het strafbare feit, en
  • een beschrijving van de omstandigheden.

VANAF WANNEER IS HET BESLUIT VAN TOEPASSING?

Het besluit is sinds 28 november 2014 van toepassing.

ACHTERGROND

* KERNBEGRIPPEN

Procedure voor overlevering: een procedure die een land de mogelijkheid biedt om een persoon over te leveren aan een ander land met het oog op strafvervolging of tenuitvoerlegging van een vrijheidsstraf of een tot vrijheidsbeneming strekkende maatregel.

Dubbele strafbaarheid: de vereiste dat het strafbare feit in kwestie een misdrijf moet zijn in zowel het land waar de verdachte wordt vastgehouden als het land dat wil dat de verdachte wordt overgeleverd om voor de rechter te verschijnen.

BELANGRIJKSTE DOCUMENT

Besluit 2014/835/EU van de Raad van 27 november 2014 betreffende de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen betreffende de procedures voor overlevering tussen de lidstaten van de Europese Unie en IJsland en Noorwegen (PB L 343 van 28.11.2014, blz. 1-2)

Laatste bijwerking 24.10.2016

Naar boven