This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52013PC0722
Proposal for a DIRECTIVE OF THE EUROPEAN PARLIAMENT AND OF THE COUNCIL amending Directive 2003/87/EC establishing a scheme for greenhouse gas emission allowance trading within the Community, in view of the implementation by 2020 of an international agreement applying a single global market-based measure to international aviation emissions
Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van Richtlijn 2003/87/EG tot vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap, met het oog op de tenuitvoerlegging tegen 2020 van een internationale overeenkomst die op emissies van de internationale luchtvaart wereldwijd één marktgebaseerde maatregel toepast
Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van Richtlijn 2003/87/EG tot vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap, met het oog op de tenuitvoerlegging tegen 2020 van een internationale overeenkomst die op emissies van de internationale luchtvaart wereldwijd één marktgebaseerde maatregel toepast
/* COM/2013/0722 final - 2013/0344 (COD) */
Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van Richtlijn 2003/87/EG tot vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap, met het oog op de tenuitvoerlegging tegen 2020 van een internationale overeenkomst die op emissies van de internationale luchtvaart wereldwijd één marktgebaseerde maatregel toepast /* COM/2013/0722 final - 2013/0344 (COD) */
TOELICHTING 1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL De luchtvaart is één van de snelst groeiende
bronnen van broeikasgasemissies. De luchtvaartsector beschikt slechts over
beperkte technologische mogelijkheden om zijn emissies te reduceren, maar
luchtvaartmaatschappijen kunnen dankzij marktgebaseerde maatregelen
(Market-Based Measures - MBM's) tot de emissiereductie bijdragen door hun snel
toenemende emissies door middel van financiering van emissiereducties in andere
sectoren te compenseren. Dat MBM's geschikt zijn voor de internationale
luchtvaart wordt reeds langer erkend. De vergadering van de Internationale
Burgerluchtvaartorganisatie (ICAO - International Civil Aviation Organization)
van 2001 heeft zich akkoord verklaard met de toepassing van open emissiehandelssystemen
op de internationale luchtvaart. Nadat de ICAO zich in 2004 akkoord had
verklaard met regionale MBM's, heeft de EU het voortouw genomen door de
luchtvaart in haar regeling voor de emissiehandel (EU ETS) op te nemen. Ondanks
de positieve milieueffecten tegen lage economische kosten stuitte de
tenuitvoerlegging van de EU ETS op aanzienlijke internationale weerstand (zoals
beweringen dat de regulering van de emissies van luchtvaartmaatschappijen die
buiten de EU gevestigd zijn, de soevereiniteit van derde landen zou schenden).
Het Europees Hof van Justitie heeft beroepen hieromtrent van buiten de EU
gevestigde luchtvaartmaatschappijen echter verworpen en heeft de wettigheid van
de EU ETS bevestigd[1]. De integratie van de luchtvaart in de EU ETS
was bovendien een doorslaggevende stimulans voor de onderhandelingen in de
ICAO. De intensieve inzet van de EU om de klimaatverandering tegen te gaan, was
van cruciaal belang om in de ICAO een dynamiek te creëren ten gunste van
wereldwijde maatregelen om de luchtvaartemissies aan te pakken. Aangezien de EU
ETS slechts een deel van de emissies van de internationale luchtvaart
bestrijkt, zouden deze emissies wereldwijd in totaal sterk blijven toenemen en
zouden de beoogde emissiereducties een vrome wens blijven indien er wereldwijd
geen MBM wordt toegepast. De 38e ICAO-vergadering van 2013
heeft nu besloten een wereldwijde MBM te ontwikkelen. Deze moet door de
ICAO-vergadering van 2016 worden goedgekeurd en tegen 2020 ten uitvoer worden
gelegd. Er werd geen vooruitgang geboekt met een "kader" voor
nationale/regionale MBM's tot en met 2020, aangezien in de resolutie die de
vergadering heeft goedgekeurd dezelfde bewoordingen worden gebruikt als tijdens
de vergaderingen van 2007 en 2010, en de Europese landen hun standpunt over de
resoluties van de vergaderingen van 2007 en 2010 hebben bevestigd wat het
zogenoemde "wederzijdse akkoord" betreft. In
reactie op deze vooruitgang op het gebied van een wereldwijde MBM en om de
dynamiek verder te bevorderen, acht de Commissie het passend bij wijze
van verdere maatregel waarin Besluit nr. 377/2013/EU reeds voorziet, een
verlaging voor te stellen van het percentage emissies waarop de EU-regeling
voor de emissiehandel tot 2020 van toepassing moet zijn. 2. RESULTATEN VAN DE RAADPLEGING
VAN BELANGHEBBENDE PARTIJEN EN EFFECTBEOORDELING De raadplegingen over de opneming van de luchtvaart in de EU ETS werden
in september 2005 begonnen met de mededeling "Het effect van de luchtvaart
op de klimaatverandering terugdringen", COM(2005) 459, en
resulteerden in december 2006 in een wetgevingsvoorstel. Sindsdien heeft
overleg met derde landen over luchtvaart en emissiehandel plaatsgevonden, zowel
formeel (bv. in het kader van de vergaderingen van het Gemengd Comité EU-VS)
als tijdens bilaterale en multilaterale vergaderingen. Onlangs liep er 12 weken
lang een online raadpleging, namelijk van 21 juni tot 13 september 2013. De
publieke raadpleging vond plaats overeenkomstig de "Algemene beginselen en
minimumnormen voor raadpleging van de betrokken partijen door de
Commissie"; alle belanghebbenden – inclusief overheden van derde landen –
werden er naar hun standpunt gevraagd betreffende het toepassingsgebied van
regionale en wereldwijde MBM's. De Commissie zal
constructieve bilaterale en multilaterale contacten met derde landen blijven
onderhouden. Uit de openbare raadpleging blijkt dat
overheden, ngo's en de luchtvaartmaatschappijen grote voorstanders zijn van
MBM's. Alle respondenten zijn voor MBM's voor de luchtvaartsector; één
vereniging is tegen de invoering van regionale MBM's in afwachting van de
invoering van een wereldwijde MBM. Wat regionale maatregelen betreft, hechten
de luchtvaartmaatschappijen belang aan administratieve eenvoud, politieke
aanvaardbaarheid, milieueffectiviteit en het vermijden van discriminatie op
routes en tussen luchtvaartmaatschappijen. Voor overheden en ngo's is het van
belang dat de maatregelen significante emissies betreffen, alsook
administratief eenvoudig en politiek aanvaardbaar zijn. Uit de effectbeoordeling is gebleken dat de EU
ETS voor de periode tot en met 2020 tegen lage administratieve kosten kan
worden aangepast aan de verwachte MBM-resolutie van de ICAO. Het grootste
voordeel van de beperking van het toepassingsgebied van de EU ETS tot 2020
bestaat erin dat de algemene milieueffectiviteit aanzienlijk groter zal zijn,
aangezien vanaf 2020 een wereldwijde MBM van toepassing zal zijn die de
wereldwijde "emissiekloof" zal dichten, waarbij dubbel zoveel
emissies van de internationale luchtvaart worden bestreken als bij de
EU ETS, wat tot een halvering van de emissies tegen 2050 zal leiden. 3. JURIDISCHE ELEMENTEN VAN HET
VOORSTEL Samenvatting van de voorgestelde maatregel Tijdens de 38e ICAO-vergadering van
september 2013 werd besloten dat er vanaf 2020 voor alle emissies van de
internationale luchtvaart één wereldwijde marktgebaseerde maatregel (MBM) komt.
Gevolg gevend aan deze vooruitgang en om de dynamiek
verder te bevorderen met het oog op de succesvolle invoering van een
wereldwijde MBM, moeten wijzigingen worden aangebracht in de
luchtvaartactiviteiten die onder de EU ETS vallen. Dit voorstel voor een richtlijn vloeit voort
uit Besluit nr. 377/2013/EU, dat werd vastgesteld om vooruitgang inzake
wereldwijde maatregelen in het kader van de ICAO te bevorderen. Net als voor
Besluit nr. 377/2013/EU is het van belang dat het Europees Parlement en de Raad
zo snel mogelijk overeenstemming bereiken over dit voorstel, zodat de maatregel
van kracht is op 30 april 2014, wanneer opnieuw emissierechten moeten worden
ingeleverd. Indien er geen nieuwe herziening wordt goedgekeurd, keert de ETS
terug tot de situatie van vóór Besluit nr. 377/2013/EU. Dit zijn de
belangrijkste kenmerken van de herziene ETS-regeling die uit dit voorstel zou
voortvloeien: –
vluchten tussen luchtvaartterreinen in de EER
blijven onder de regeling vallen, net zoals dat het geval was bij de
oorspronkelijke richtlijn en bij Besluit nr. 377/2013/EU; –
vluchten naar en uit derde landen die geen
industrielanden zijn en die verantwoordelijk zijn voor minder dan 1 % van
de wereldwijde luchtvaartemissies, zouden zijn vrijgesteld. Dit zou op een
niet-discriminerende manier routes naar ongeveer 80 landen uitsluiten; –
vanaf 2014 worden voor vluchten naar en uit derde
landen uitsluitend de emissies in aanmerking genomen die niet buiten de
EER-landen worden uitgestoten. Er wordt een vereenvoudigde procedure
voorgesteld om het passende percentage emissies vast te stellen van een
specifieke vlucht die onder de ETS valt. Er wordt voorgesteld dat exploitanten
tussen benaderingen van de MRV-methodologie (monitoring, rapportage en
verificatie) kunnen kiezen om aan de regeling te voldoen; –
overvluchten van EER-landen zijn vrijgesteld,
evenals emissies van vluchten tussen luchthavens in derde landen en
EER-luchthavens wat Europese onderhorigheden en gebiedsdelen betreft, en
vluchten naar en van EER-luchthavens en die gebiedsdelen. Voor een percentage van de emissies van
vluchten naar en uit derde landen wijkt deze wetgevingshandeling met ingang van
2013 van de ETS-richtlijn af. In 2013 betreft dit
alle emissies van vluchten naar en uit landen buiten de Europese Economische
Ruimte (EER). Voor elk kalenderjaar tussen 2014 en 2020 zijn deze percentages
opgenomen in een bijlage; zij werden berekend door Eurocontrol op basis van het
percentage van de orthodromische afstand tussen de belangrijkste luchthavens in
de EER en in derde landen, die niet meer bedraagt dan 12 mijl buiten het verste
punt van de EER-kustlijn. De percentages zijn lage schattingen van de
werkelijke gevolgen voor de klimaatverandering van het opstijgen van en landen
op luchtvaartterreinen in de Unie aangezien de luchtvaart eveneens gevolgen
heeft voor de klimaatverandering door de uitstoot van stikstofoxiden, waterdamp
en sulfaat- en roetdeeltjes, die naar schatting evenveel gevolgen hebben voor
de klimaatverandering als de kooldioxide‑emissies, maar die niet in
aanmerking werden genomen. De procedure waarbij percentages voor vluchten
naar en uit derde landen worden toegepast, beoogt werkbaar en pragmatisch te
zijn en maakt gebruik van bestaande rapportagecategorieën die sinds 2010 van
toepassing zijn. Aangezien met landenparen wordt gewerkt, moet voor vluchten op
de routes tussen elke lidstaat en derde landen een percentage worden
aangegeven. In geval van vluchten naar verschillende tijdzones in een derde
land, moet voor elk van die tijdzones een percentage worden vermeld. Deze
percentages zijn gebaseerd op de beste beschikbare informatie, onder meer van
Eurocontrol. Een tabel met al deze percentages wordt in de bijlage opgenomen. Om meer flexibiliteit en alternatieve
monitoring, rapportage en verificatie (MRV) te bieden, wordt voorgesteld
exploitanten de keuze te laten. Voor vluchten naar en uit derde landen moet een
exploitant ervoor kunnen kiezen om geverifieerde emissies van die vluchten niet
te rapporteren, maar gebruik te maken van een vaststelling van geschatte
emissies van dergelijke vluchten die niet buiten de EER-landen worden
uitgestoten, die zo nauwkeurig mogelijk is en gebaseerd
is op berekeningen van Eurocontrol van de exacte gevlogen afstand die niet
buiten de EER-landen werd gevlogen. De lidstaten zullen de
toewijzingen voor de jaren 2013-2020 overeenkomstig de in de bijlage
vastgestelde percentages aanpassen. Het aantal emissierechten dat door de
lidstaten wordt geveild, zal dienovereenkomstig worden aangepast. Een voorgestelde extra
vereenvoudiging van de ETS-richtlijn voorziet erin dat
geen maatregelen worden getroffen ten aanzien van niet-commerciële
vliegtuigexploitanten voor emissies van kleine vliegtuigexploitanten die
jaarlijks verantwoordelijk zijn voor minder dan 1 000 ton CO2. Naar verwachting zal het aantal door de lidstaten
gereguleerde vliegtuigexploitanten daardoor met ongeveer 2 200 afnemen.
Deze exploitanten vertegenwoordigen 0,2 % van de emissies. Naast andere
maatregelen die worden genomen om de administratie voor kleine
vliegtuigexploitanten te vereenvoudigen, houdt dit voorstel overeenkomstig de
EU-agenda voor betere regelgeving, voor vliegtuigexploitanten en de bevoegde
autoriteiten in de lidstaten een aanzienlijke beperking van de administratieve
lasten in. Alle andere verplichtingen voor vluchten
blijven ongewijzigd. Deze beperkte aanpak is werkbaar gebleken, zoals ook het
geval was voor Besluit nr. 377/2013/EU. Kosteloze extra toewijzingen voor
exploitanten zouden de emissiereducties die de ETS met zich zal brengen
ondermijnen, en een nieuwe benchmark zou vliegtuigexploitanten en lidstaten
aanzienlijk belasten aangezien de wereldwijde MBM naar verwachting over zeven
jaar van toepassing zal zijn; indien dat niet het geval mocht zijn, zou
overeenkomstig artikel 3 sexies van de ETS-richtlijn in 2018 in ieder geval een
nieuwe benchmark worden vastgesteld. De milieueffectiviteit van dit voorstel berust
op twee essentiële elementen: in de eerste plaats geeft dit voorstel een impuls
aan de wereldwijde MBM die vanaf 2020 voor alle emissies van de internationale
luchtvaart zal gelden. Afhankelijk van het ambitieniveau waarover voor de
wereldwijde MBM overeenstemming wordt bereikt, zullen de emissies van de
internationale luchtvaart op het niveau van 2020 worden geplafonneerd en tegen
2050 zelfs worden gehalveerd en aldus teruggebracht tot onder het niveau van
2005. In de tweede plaats blijft de EU ETS aanzienlijke emissiereducties
realiseren: naar verwachting 250 miljoen ton CO2 in de periode van
2013 tot en met 2020. Er zij ook op gewezen dat
de staten nationale bepalingen zullen moeten vaststellen met het oog op het
beheer van een wereldwijde MBM. Na de ICAO-vergadering van 2016 dient de
ETS-richtlijn dienovereenkomstig te worden gewijzigd om in de tenuitvoerlegging
van deze wereldwijde MBM te voorzien. Wat de erkenning
betreft van vroegtijdige maatregelen waartoe de Internationale
Luchtvaartassociatie (IATA - International Air Transport Association) oproept,
moet de wereldwijde MBM die naar verwachting vanaf 2020 zal gelden, rekening
houden met compensatie van emissies buiten de luchtvaartsector in het kader van
de EU ETS, alsook met emissiereducties in de sector. In punt 26 van
ICAO-resolutie A38/17-2 wordt ertoe opgeroepen deze emissiereducties aan de
ICAO te melden. Dit
voorstel moet begin 2014 door het Europees Parlement en de Raad worden
goedgekeurd, zodat rechtszekerheid en duidelijkheid worden geboden voor
vliegtuigexploitanten die anders, zoals bepaald in Richtlijn 2003/87/EG, op 30
april 2014 voor hun totale emissies naar en uit derde landen emissierechten
zouden moeten inleveren. 2013/0344 (COD) Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN
DE RAAD tot wijziging van Richtlijn 2003/87/EG tot
vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten
binnen de Gemeenschap, met het oog op de tenuitvoerlegging tegen 2020 van een
internationale overeenkomst die op emissies van de internationale luchtvaart
wereldwijd één marktgebaseerde maatregel toepast (Voor de EER relevante tekst) HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN
DE EUROPESE UNIE, Gezien het Verdrag betreffende de werking van
de Europese Unie, en met name artikel 192, lid 1, Gezien het voorstel van de Europese Commissie, Na toezending van het ontwerp van
wetgevingshandeling aan de nationale parlementen, Gezien het advies van het Europees Economisch
en Sociaal Comité[2], Gezien het advies van het Comité van de
Regio's[3],
Handelend volgens de gewone
wetgevingsprocedure, Overwegende hetgeen volgt: (1) De Unie zet zich in voor de
sluiting van een toekomstige internationale overeenkomst om de gevolgen van
broeikasgasemissies van de luchtvaart te beheersen, en beperkt tegelijkertijd
autonoom de gevolgen voor de klimaatverandering van vluchten naar en van
luchtvaartterreinen in de Unie. Om ervoor te zorgen dat deze doelstellingen
elkaar onderling ondersteunen en niet met elkaar botsen, moet rekening worden
gehouden met ontwikkelingen en standpunten die worden ingenomen in internationale
fora, en met name met de op de 38e vergadering van de Internationale
Burgerluchtvaartorganisatie (ICAO - International Civil Aviation Organization)
goedgekeurde resolutie waarin het "Consolidated statement of continuing
ICAO policies and practices related to environmental protection" is
opgenomen. (2) Bijgevolg geniet het de
voorkeur de voorwaarden van Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en
de Raad[4]
tijdelijk als vervuld te beschouwen wanneer wordt voldaan aan de verplichtingen
inzake de naleving van een bepaald percentage van de emissies van vluchten naar
en van luchtvaartterreinen in derde landen. Aldus
benadrukt de Unie dat vereisten kunnen worden toegepast in verband met bepaalde
percentages van emissies van vluchten naar en van luchtvaartterreinen in landen
van de Europese Economische Ruimte (EER), net zoals wettelijke verplichtingen
kunnen worden ingesteld voor een groter deel van de emissies van vluchten naar
en van dergelijke luchtvaartterreinen. (3) De toepassing van Richtlijn
2003/87/EG blijft gebaseerd op de aankomst op of het vertrek van
luchtvaartterreinen in de Unie, maar om ervoor te zorgen dat dit een eenvoudige
en werkbare manier zou zijn om de toepassing van regionale marktgebaseerde
maatregelen te beperken voor de zeven jaar tot een wereldwijde marktgebaseerde
maatregel operationeel wordt, heeft Eurocontrol de percentages berekend op
basis van het deel van de orthodromische afstand tussen de belangrijkste
luchthavens in de EER en in derde landen dat niet verder dan 12 mijl buiten het
verste punt van de EER-kustlijn ligt. Aangezien volgens de Unie aan een
wereldwijde marktgebaseerde maatregel geen feitelijke luchtruimoverwegingen ten
grondslag horen te liggen, zoals het geval is voor de aankomst op en het
vertrek van luchtvaartterreinen, is het belang van de percentages bijgevolg
beperkt tot de periode tot en met 2020. (4) De
afwijkingen waarin deze richtlijn voorziet, houden rekening met de resultaten
van de bilaterale en multilaterale contacten met derde landen, die de Commissie
namens de Unie zal voortzetten. (5) Om concurrentieverstoring te
voorkomen, is het van belang dat alle vluchten op dezelfde route op dezelfde
manier worden behandeld. (6) Om een percentage van
geverifieerde emissies vast te stellen voor vluchten naar en van
luchtvaartterreinen in derde landen, moeten de emissies voor de hele vlucht
bekend zijn. Er wordt echter geen rekening gehouden met de emissies die niet
onder dat percentage vallen. (7) Bovendien moet een exploitant
er voor vluchten naar en uit derde landen voor kunnen kiezen om geverifieerde
emissies van die vluchten niet te rapporteren, maar gebruik te maken van een zo
nauwkeurig mogelijke vaststelling van geschatte emissies van dergelijke
vluchten die niet buiten de EER-landen worden uitgestoten. (8) Bij
wijze van vereenvoudiging en om de administratieve taken voor de kleinste
vliegtuigexploitanten te verlichten, dienen niet-commerciële
vliegtuigexploitanten die per jaar minder dan 1 000 ton CO2
uitstoten, te worden geacht de voorschriften van de richtlijn na te leven, en
dienen extra maatregelen van de bevoegde autoriteiten
in de lidstaten te worden bevorderd om de administratie voor kleine
vliegtuigexploitanten te vereenvoudigen. (9) De toepassing van een
percentage op geverifieerde emissies voor vluchten naar en van
luchtvaartterreinen in derde landen, of de toepassing van een alternatieve
benadering door exploitanten, moet betrekking hebben op emissies vanaf 2014 om
exploitanten de tijd te bieden om inzicht te krijgen in deze benaderingen voor
het plannen van hun vliegactiviteiten. (10) Onverminderd
de wereldwijde marktgebaseerde maatregel die vanaf 2020 zal gelden, dienen
emissies van vluchten naar en uit ontwikkelingslanden met een aandeel, uitgedrukt in tonkilometer, van de
internationale burgerluchtvaartactiviteiten van minder dan 1 % voor de
periode van 2014 tot en met 2020 te worden vrijgesteld. Landen die voor de
toepassing van dit voorstel als ontwikkelingslanden worden beschouwd, dienen de
landen te zijn die bij de goedkeuring van dit voorstel overeenkomstig
Verordening (EU) nr. 978/2012 van het Europees Parlement en de Raad
preferentiële toegang tot de markt van de Unie genieten, dit wil zeggen
de landen die door de Wereldbank in 2013 niet als hoge-inkomenslanden of
hogere-middeninkomenslanden werden gerangschikt. (11) Om vliegtuigexploitanten en
nationale autoriteiten rechtszekerheid te bieden, is het passend de termijnen
voor het inleveren en rapporteren van emissies voor 2013 tot 2015 te verlengen. (12) Na de ICAO-vergadering van
2016 zou de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een verslag moeten
indienen om te garanderen dat rekening kan worden gehouden met internationale
ontwikkelingen en dat eventuele problemen met de toepassing van de afwijking
kunnen worden aangepakt. (13) Richtlijn 2003/87/EG moet
dienovereenkomstig worden gewijzigd, HEBBEN DE VOLGENDE RICHTLIJN
VASTGESTELD: Artikel 1 Richtlijn 2003/87/EG wordt hierbij als volgt
gewijzigd: 1) Na artikel 28 wordt het
volgende artikel 28 bis ingevoegd: "Artikel 28 bis
Afwijkingen die gelden in
afwachting van de tenuitvoerlegging tegen 2020 van een internationale
overeenkomst die wereldwijd één marktgebaseerde maatregel toepast 1. In afwijking van artikel 12,
lid 2 bis, en artikel 14, lid 3, beschouwen de lidstaten de in
die leden vastgestelde voorwaarden als vervuld wat betreft: a) alle emissies van vluchten naar en uit
landen buiten de Europese Economische Ruimte in 2013; b) emissies van vluchten naar en van landen
buiten de Europese Economische Ruimte (EER) in elk kalenderjaar tot 2020
wanneer de exploitant van dergelijke vluchten emissierechten heeft ingeleverd
voor het percentage van de geverifieerde emissies van die vluchten, opgenomen
overeenkomstig bijlage II quater, dan wel berekend overeenkomstig lid 6; c) emissies van vluchten die worden
geëxploiteerd door een niet-commerciële vliegtuigexploitant in elk kalenderjaar
tussen 2013 en 2020 wanneer die vliegtuigexploitant in het kalenderjaar
verantwoordelijk is voor een uitstoot van minder dan 1 000 ton; d) de inlevering van emissierechten voor
geverifieerde emissies van vluchten tussen landen in de EER voor 2013, die
uiterlijk 30 april 2015 in plaats van uiterlijk 30 april 2014 plaatsgrijpt, en geverifieerde emissies voor 2013 van die vluchten, die
uiterlijk 31 maart 2015 in plaats van uiterlijk 31 maart 2014 worden
gerapporteerd. De in lid 1, onder b), bedoelde geverifieerde
emissies die overeenkomstig bijlage II quater zijn berekend, worden
beschouwd als geverifieerde emissies van de vliegtuigexploitant voor de toepassing
van de artikelen 11 bis, 12 en 14. 2. In afwijking van artikel 3
sexies, lid 5, en artikel 3 septies, worden aan vliegtuigexploitanten voor wie
de afwijkingen gelden waarin in lid 1, onder a) tot en met c), wordt voorzien,
een aantal kosteloze emissierechten toegewezen die zijn gereduceerd in
verhouding tot de reductie van de verplichting om emissierechten in te leveren
waarin in lid 1, onder a) tot en met c), is voorzien. Wat de activiteiten tijdens de jaren 2013 tot en
met 2020 betreft, publiceren de lidstaten uiterlijk [OP: insert a date 4
months after the entry into force of this Directive] het aantal kosteloze
luchtvaartemissierechten die zij aan elke exploitant hebben toegewezen. 3. In afwijking van artikel 3
quinquies veilen de lidstaten een aantal luchtvaartemissierechten dat
gereduceerd is in verhouding tot de reductie van het totale aantal toegewezen
emissierechten. 4. In afwijking van artikel 3
quinquies, lid 3, wordt het aantal emissierechten dat elke lidstaat elk jaar
veilt voor de periode van 2013 tot en met 2020 gereduceerd, zodat het
overeenstemt met het aandeel van de toegewezen emissierechten ingevolge de
toepassing van artikel 28, onder a) tot en met c). 5. In afwijking
van de artikelen 3 octies, 12, 15 en 18 bis, worden de emissies van een
vliegtuigexploitant met totale jaarlijkse emissies van minder dan
25 000 ton beschouwd als geverifieerde emissies
indien deze werden vastgesteld met gebruikmaking van een instrument voor kleine
emittenten dat door de Commissie is goedgekeurd en door Eurocontrol werd
voorzien van gegevens uit zijn ETS‑ondersteuningsfaciliteit, en
mogen lidstaten voor niet-commerciële vliegtuigexploitanten vereenvoudigde
procedures toepassen op voorwaarde dat deze niet minder nauwkeurig zijn dan een
dergelijk instrument. 6. In afwijking van artikel 12,
lid 2 bis, en artikel 14, lid 3, kan een vliegtuigexploitant er
voor vluchten naar en uit landen buiten de EER voor kiezen de emissiegegevens
niet te rapporteren met gebruikmaking van de percentages in bijlage II quater,
zodat deze emissies door de bevoegde autoriteit worden berekend. Bij deze
berekeningen worden cijfers in aanmerking genomen uit het instrument voor
kleine emittenten dat door de Commissie is goedgekeurd en door Eurocontrol werd
voorzien van gegevens uit zijn ETS‑ondersteuningsfaciliteit. De bevoegde
autoriteit rapporteert al deze berekeningen aan de Commissie. Berekeningen van
in deze omstandigheden uitgestoten emissies worden voor de toepassing van de
artikelen 11 bis, 12, 14 en 28 bis beschouwd als geverifieerde emissies
van de vliegtuigexploitant. 7. Na de ICAO-vergadering van
2016 brengt de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad verslag uit over
de maatregelen met het oog op de tenuitvoerlegging van de wereldwijde
marktgebaseerde maatregel die naar verwachting vanaf 2020 van toepassing zal
zijn op emissies, en dient zij de nodige voorstellen in. Indien de wereldwijde maatregel niet van
toepassing wordt vanaf 2020, wordt in dat verslag overwogen wat het geschikte
toepassingsgebied is voor emissies van activiteit naar en van landen buiten de
EER vanaf 2020 zolang er nog geen wereldwijde maatregel is. In dat verslag
overweegt de Commissie eveneens oplossingen voor andere problemen die kunnen
ontstaan bij de toepassing van de leden 1 tot en met 4, terwijl voor alle
vluchten op dezelfde route voor alle exploitanten een gelijke behandeling
gewaarborgd blijft." 2) De bijlagen worden gewijzigd zoals
aangegeven in de bijlage bij deze richtlijn. Artikel 2 1. De lidstaten dienen uiterlijk
op [OP: please insert concrete date – last day of 3rd month from
the date of entry into force] de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke
bepalingen vast te stellen en bekend te maken om aan deze richtlijn te voldoen.
Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onverwijld mede. Zij passen die bepalingen toe vanaf [OP: please
insert concrete date: transposition + 1 day]. Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen,
wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking ervan naar deze
richtlijn verwezen. De regels voor die verwijzing worden vastgesteld door de
lidstaten. 2. De lidstaten delen de
Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mede die
zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen. Artikel 3 Deze richtlijn treedt in
werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van
de Europese Unie. Artikel 4 Deze richtlijn
is gericht tot de lidstaten. Gedaan te Brussel, Voor het Europees Parlement Voor
de Raad De voorzitter De
voorzitter BIJLAGE Na bijlage II ter bij Richtlijn 2003/87/EG
wordt de volgende bijlage II quater ingevoegd: "BIJLAGE II quater TABEL
MET PERCENTAGES DIE VAN TOEPASSING ZIJN OP AFWIJKINGEN OVEREENKOMSTIG ARTIKEL
28 bis [Het in artikel 28 bis
bedoelde percentage emissies voor vluchten naar en uit een land ("derde
land") buiten de EER-lidstaten ("EER-lidstaten") wordt berekend
overeenkomstig de onderstaande tabel waarin vóór de vaststelling ervan de
percentages zullen worden ingevuld die werden berekend volgens de op de beste beschikbare gegevens gebaseerde en met de ondersteuning van
Eurocontrol vastgestelde formule: X = (Y ÷ Z) x 100 waarbij Z = de totale orthodromische afstand van een
vlucht van het luchtvaartterrein in elk van de desbetreffende EER-lidstaten met
het hoogste aantal vluchten naar en van alle bestemmingen in derde landen in
2012 ("het referentieluchtvaartterrein voor EER-lidstaten") naar het
luchtvaartterrein in het desbetreffende derde land met
het hoogste aantal vluchten naar en van alle bestemmingen in de EER-lidstaten
in 2012 ("het referentieluchtvaartterrein voor derde landen"). Y = het deel van de in Z gedefinieerde
orthodromische afstand van de vlucht tussen het referentieluchtvaartterrein
voor EER-lidstaten en het eerste punt op die route dat 12 zeemijl verwijderd is
van het laatste punt in een EER-lidstaat, met
uitzondering van gebieden van derde landen en van zeegebied van meer dan 400
zeemijl tussen EER-lidstaten. In geval van vluchten naar verschillende
tijdzones in een derde land, moet voor elk van die tijdzones een percentage
worden vermeld. Er wordt geen rekening
gehouden met afstanden naar en van de onderhorigheden en gebiedsdelen van
EER-lidstaten, dan wel boven die onderhorigheden en gebiedsdelen. Onverminderd de wereldwijde marktgebaseerde
maatregel die vanaf 2020 zal gelden, is het percentage dat van toepassing is op
vluchten tussen EER-lidstaten en ontwikkelingslanden met een aandeel,
uitgedrukt in tonkilometer, van de internationale burgerluchtvaartactiviteiten
van minder dan 1 % voor de periode 2014 tot en met 2020 gelijk aan nul. Landen die voor de toepassing van dit voorstel als
ontwikkelingslanden worden beschouwd, zijn de landen die bij de goedkeuring van
dit voorstel overeenkomstig Verordening (EU) nr. 978/2012 van het Europees
Parlement en de Raad preferentiële toegang tot de markt van de Unie genieten,
dit wil zeggen de landen die door de Wereldbank in 2013 niet als
hoge-inkomenslanden of hogere-middeninkomenslanden werden gerangschikt. [the above formula is intended to be
deleted from the final text and replaced by the corresponding table completed
with percentages calculated by Eurocontrol.] || || AT || BE || BG || CZ || CY || DK || DE || EE || EL || ES || FI || FR || HR || HU || IE || IT || LT || LU || LV || MT || NL || PL || PT || RO || SE || SI || SK || UK AF || AFGHANISTAN || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || AL || ALBANIË || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || DZ || ALGERIJE || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || AO || ANGOLA || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || AG || ANTIGUA EN BARBUDA || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || AR || ARGENTINIË || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || AM || ARMENIË || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || AZ || AZERBEIDZJAN || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || BS || BAHAMA'S || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || BH || BAHREIN || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || BD || BANGLADESH || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || BB || BARBADOS || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || BY || BELARUS || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || BZ || BELIZE || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || BJ || BENIN || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || BT || BHUTAN || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || BO || PLURINATIONALE STAAT BOLIVIA || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || BA || BOSNIË EN HERZEGOVINA || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || BW || BOTSWANA || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || BR || BRAZILIË UTC/GMT -3 || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || BR || BRAZILIË UTC/GMT -4 || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || BN || BRUNEI DARUSSALAM || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || BF || BURKINA FASO || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || BI || BURUNDI || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || KH || CAMBODJA || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || CM || KAMEROEN || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || CA || CANADA Newfoundland Standard Time Zone || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || CA || CANADA Atlantic Time Zone || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || CA || CANADA Eastern Time Zone || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || CA || CANADA Central Time Zone || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || CA || CANADA Mountain Time Zone || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || CA || CANADA Pacific Time Zone || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || CV || KAAPVERDIË || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || CF || CENTRAAL-AFRIKAANSE REPUBLIEK || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || TD || TSJAAD || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || CL || CHILI || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || CN || CHINA met inbegrip van HONGKONG, MACAO en TAIWAN || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || CO || COLOMBIA || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || KM || COMOREN || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || CG || CONGO || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || CD || CONGO, DEMOCRATISCHE REPUBLIEK Eastern Time Zone || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || CD || CONGO, DEMOCRATISCHE REPUBLIEK Western time zone || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || CR || COSTA RICA || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || CI || IVOORKUST || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || CU || CUBA || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || DJ || DJIBOUTI || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || DM || DOMINICA || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || DO || DOMINICAANSE REPUBLIEK || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || EC || ECUADOR || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || EG || EGYPTE || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || SV || EL SALVADOR || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || GQ || EQUATORIAAL-GUINEA || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || ER || ERITREA || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || ET || ETHIOPIË || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || GA || GABON || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || GM || GAMBIA || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || GE || GEORGIË || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || GH || GHANA || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || GD || GRENADA || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || GT || GUATEMALA || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || GN || GUINEA || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || GW || GUINEE-BISSAU || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || GY || GUYANA || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || HT || HAÏTI || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || HN || HONDURAS || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || IN || INDIA || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || ID || INDONESIË Indonesia Western Time || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || ID || INDONESIË Indonesia Central Time || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || ID || INDONESIË Indonesia Eastern Time || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || IR || IRAN, ISLAMITISCHE REPUBLIEK || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || IQ || IRAK || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || IL || ISRAËL || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || JM || JAMAICA || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || JP || JAPAN || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || JO || JORDANIË || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || KZ || KAZACHSTAN tijdzone 1 || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || KZ || KAZACHSTAN tijdzone 2 || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || KE || KENIA || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || KP || KOREA, DEMOCRATISCHE VOLKSREPUBLIEK || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || KR || KOREA, REPUBLIEK || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || KW || KOEWEIT || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || KG || KIRGIZSTAN || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || LA || DEMOCRATISCHE VOLKSREPUBLIEK LAOS || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || LB || LIBANON || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || LS || LESOTHO || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || LR || LIBERIA || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || LY || LIBIË || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || MK || VOORMALIGE JOEGOSLAVISCHE REPUBLIEK MACEDONIË || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || MG || MADAGASKAR || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || MW || MALAWI || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || MY || MALEISIË || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || MV || MALEDIVEN || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || ML || MALI || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || MR || MAURITANIË || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || MU || MAURITIUS || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || MX || MEXICO Central Zone || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || MX || MEXICO Pacific Zone || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || MX || MEXICO Northwest Zone || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || MD || MOLDAVIË, REPUBLIEK || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || MN || MONGOLIË tijdzone 1 || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || MN || MONGOLIË tijdzone 2 || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || ME || MONTENEGRO || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || MA || MAROKKO || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || MZ || MOZAMBIQUE || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || MM || MYANMAR || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || NA || NAMIBIË || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || NP || NEPAL || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || NI || NICARAGUA || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || NE || NIGER || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || NG || NIGERIA || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || OM || OMAN || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || PK || PAKISTAN || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || PA || PANAMA || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || PG || PAPOEA-NIEUW-GUINEA || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || PY || PARAGUAY || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || PE || PERU || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || PH || FILIPIJNEN || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || PR || PUERTO RICO || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || QA || QATAR || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || RU || RUSSISCHE FEDERATIE Moskoutijd || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || RU || RUSSISCHE FEDERATIE Jekaterinenburgtijd || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || RU || RUSSISCHE FEDERATIE Omsktijd || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || RU || RUSSISCHE FEDERATIE Krasnojarsktijd || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || RU || RUSSISCHE FEDERATIE Irkoetsktijd || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || RU || RUSSISCHE FEDERATIE Jakoetsktijd || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || RU || RUSSISCHE FEDERATIE Vladivostoktijd || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || RU || RUSSISCHE FEDERATIE Magadantijd || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || RW || RWANDA || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || KN || SAINT KITTS EN NEVIS || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || LC || SAINT LUCIA || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || VC || SAINT VINCENT EN DE GRENADINES || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || ST || SAO TOMÉ EN PRINCIPE || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || SA || SAUDI-ARABIË || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || SN || SENEGAL || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || RS || SERVIË || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || SC || SEYCHELLEN || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || SL || SIERRA LEONE || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || SG || SINGAPORE || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || SO || SOMALIË || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || ZA || ZUID-AFRIKA || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || SS || ZUID-SUDAN || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || LK || SRI LANKA || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || SD || SUDAN || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || SR || SURINAME || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || SZ || SWAZILAND || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || CH || ZWITSERLAND || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || SY || ARABISCHE REPUBLIEK SYRIË || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || TJ || TADZJIKISTAN || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || TZ || TANZANIA, VERENIGDE REPUBLIEK || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || TH || THAILAND || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || TL || OOST-TIMOR || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || TG || TOGO || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || TT || TRINIDAD EN TOBAGO || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || TN || TUNESIË || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || TR || TURKIJE || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || TM || TURKMENISTAN || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || UG || OEGANDA || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || UA || OEKRAÏNE || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || AE || VERENIGDE ARABISCHE EMIRATEN || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || US || VERENIGDE STATEN Eastern time zone || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || US || VERENIGDE STATEN Central time zone || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || US || VERENIGDE STATEN Mountain time zone || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || US || VERENIGDE STATEN Pacific time zone || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || US || VERENIGDE STATEN Alaska time zone || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || UY || URUGUAY || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || UZ || OEZBEKISTAN || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || VE || VENEZUELA, BOLIVARIAANSE REPUBLIEK || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || VN || VIETNAM || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || EH || WESTELIJKE SAHARA || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || YE || YEMEN || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || ZM || ZAMBIA || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || ZW || ZIMBABWE || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || Onverminderd het
bovenstaande is het percentage dat van toepassing is op vluchten
tussen de ultraperifere gebieden van de Unie zoals gedefinieerd in artikel 349
van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en landen buiten de
Unie nul. [1] Zie het arrest van het Europees Hof van Justitie van 21
december 2011 in Zaak C-366/2010. [2] PB C [] van [], blz. []. [3] PB C [] van [], blz. []. [4] Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en
de Raad van 13 oktober 2003 tot vaststelling van een regeling voor de handel in
broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap en tot wijziging van
Richtlijn 96/61/EG van de Raad (PB L 275 van 25.10.2003, blz. 32).