This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32024D1341
Council Implementing Decision (EU) 2024/1341 of 29 April 2024 on the suspension of certain provisions of Regulation (EC) No 810/2009 of the European Parliament and of the Council in respect of Ethiopia
Uitvoeringsbesluit (EU) 2024/1341 van de Raad van 29 april 2024 tot schorsing van een aantal bepalingen van Verordening (EG) nr. 810/2009 van het Europees Parlement en de Raad ten aanzien van Ethiopië
Uitvoeringsbesluit (EU) 2024/1341 van de Raad van 29 april 2024 tot schorsing van een aantal bepalingen van Verordening (EG) nr. 810/2009 van het Europees Parlement en de Raad ten aanzien van Ethiopië
ST/8312/2024/INIT
PB L, 2024/1341, 14.5.2024, ELI: http://data.europa.eu/eli/dec_impl/2024/1341/oj (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
In force
Publicatieblad |
NL L-serie |
2024/1341 |
14.5.2024 |
UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2024/1341 VAN DE RAAD
van 29 april 2024
tot schorsing van een aantal bepalingen van Verordening (EG) nr. 810/2009 van het Europees Parlement en de Raad ten aanzien van Ethiopië
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 810/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 tot vaststelling van een gemeenschappelijke visumcode (Visumcode) (1), en met name artikel 25 bis, lid 5, punt a),
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Na een beoordeling op grond van artikel 25 bis, lid 2, van Verordening (EG) nr. 810/2009 is de Commissie van oordeel dat de samenwerking met Ethiopië op het gebied van overname onvoldoende is. De samenwerking moet bij alle stappen van het overnameproces aanzienlijk worden verbeterd, onder meer om ervoor te zorgen dat Ethiopië tijdig en op voorspelbare wijze doeltreffend met alle lidstaten samenwerkt op het gebied van identificatie, afgifte van reisdocumenten en terugkeeroperaties. |
(2) |
Er zijn aanhoudende moeilijkheden bij de identificatie van Ethiopische onderdanen die illegaal op het grondgebied van de lidstaten verblijven. Die moeilijkheden zijn het gevolg van het uitblijven van een reactie van de Ethiopische autoriteiten op de overnameverzoeken, problemen in verband met de afgifte van nood-reisdocumenten die over het algemeen niet worden verstrekt, ook al is de nationaliteit eerder bevestigd, en problemen in verband met de organisatie van terugkeeroperaties voor vrijwillige en gedwongen terugkeer met lijn- en chartervluchten. |
(3) |
Gezien de verschillende stappen die de Commissie tot dusver heeft ondernomen om de samenwerking met Ethiopië en de algemene betrekkingen van de Unie met Ethiopië te verbeteren, geldt de medewerking die Ethiopië de Unie verleent op het gebied van overname als onvoldoende en dienen dus maatregelen te worden genomen. |
(4) |
Derhalve dient de toepassing van een aantal bepalingen van Verordening (EG) nr. 810/2009 tijdelijk te worden geschorst voor onderdanen van Ethiopië die krachtens Verordening (EU) 2018/1806 van het Europees Parlement en de Raad visumplichtig zijn (2). Dit moet de Ethiopische autoriteiten ertoe bewegen de nodige maatregelen te nemen ter verbetering van de medewerking op het gebied van overname. |
(5) |
Bij de tijdelijk schorsen bepalingen moet het om de in artikel 25 bis, lid 5, punt a), van Verordening (EG) nr. 810/2009 genoemde bepalingen gaan, namelijk: de mogelijkheid om de in artikel 14, lid 6, van die verordening bedoelde aanvragers vrijstelling te verlenen van de eisen inzake de door hen te verstrekken bewijsstukken; de facultatieve vrijstelling van betaling van visumleges voor houders van diplomatieke en dienstpaspoorten overeenkomstig artikel 16, lid 5, punt b), van die verordening; de in artikel 23, lid 1, van die verordening bedoelde algemene behandelingstermijn van 15 kalenderdagen van, de schorsing waarvan tevens de toepassing uitsluit van de regel die enkel in individuele gevallen de verlenging van die periode tot ten hoogste 45 kalenderdagen toelaat, hetgeen betekent dat de algemene behandelingstermijn 45 kalenderdagen wordt; en de afgifte van meervoudige inreisvisa overeenkomstig artikel 24, leden 2 en 2 quater, van die verordening. |
(6) |
Dit besluit mag geen afbreuk doen aan de toepassing van Richtlijn 2004/38/EG van het Europees Parlement en de Raad (3), waarbij het recht van vrij verkeer wordt uitgebreid tot familieleden, ongeacht hun nationaliteit, die een burger van de Unie begeleiden of zich bij hem voegen. Dit besluit mag derhalve niet van toepassing zijn op familieleden van een burger van de Unie op wie Richtlijn 2004/38/EG van toepassing is, en evenmin op familieleden van een onderdaan van een derde land die een recht van vrij verkeer geniet dat gelijkwaardig is aan dat van de burgers van de Unie uit hoofde van een overeenkomst tussen de Unie en een derde land. |
(7) |
De in dit besluit vervatte maatregelen mogen geen afbreuk doen aan de verplichtingen van de lidstaten uit hoofde van het internationaal recht, onder meer als gastlanden van internationale intergouvernementele organisaties of van internationale conferenties die door de Verenigde Naties of andere in de lidstaten gevestigde internationale intergouvernementele organisaties bijeen worden geroepen. De tijdelijke schorsing mag derhalve niet gelden voor onderdanen van Ethiopië die een visum aanvragen louter omdat de lidstaten dit vereisen om aan hun verplichtingen als gastlanden van dergelijke organisaties of van dergelijke conferenties te voldoen. |
(8) |
Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van Protocol nr. 22 betreffende de positie van Denemarken, gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, neemt Denemarken niet deel aan de vaststelling van dit besluit en is dit niet bindend voor, noch van toepassing op Denemarken. Aangezien dit besluit voortbouwt op het Schengenacquis, beslist Denemarken overeenkomstig artikel 4 van dat protocol binnen een termijn van zes maanden nadat de Raad heeft beslist over dit besluit of het dit in zijn interne recht zal omzetten. |
(9) |
Dit besluit vormt een ontwikkeling van de bepalingen van het Schengenacquis waaraan Ierland niet deelneemt, overeenkomstig Besluit 2002/192/EG van de Raad (4). Ierland neemt derhalve niet deel aan de vaststelling van dit besluit en dit is niet bindend voor, noch van toepassing op Ierland. |
(10) |
Wat IJsland en Noorwegen betreft, vormt dit besluit een ontwikkeling van de bepalingen van het Schengenacquis in de zin van de Overeenkomst tussen de Raad van de Europese Unie en de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen inzake de wijze waarop IJsland en Noorwegen worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (5) die vallen onder het gebied bedoeld in artikel 1, punt B, van Besluit 1999/437/EG van de Raad (6). |
(11) |
Wat Zwitserland betreft, vormt dit besluit een ontwikkeling van de bepalingen van het Schengenacquis in de zin van de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (7) die vallen onder het gebied bedoeld in artikel 1, punt B, van Besluit 1999/437/EG in samenhang met artikel 3 van Besluit 2008/146/EG van de Raad (8). |
(12) |
Wat Liechtenstein betreft, vormt dit besluit een ontwikkeling van de bepalingen van het Schengenacquis in de zin van het Protocol tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (9) die vallen onder het gebied bedoeld in artikel 1, punt B, van Besluit 1999/437/EG, in samenhang met artikel 3 van Besluit 2011/350/EU van de Raad (10). |
(13) |
Dit besluit vormt een handeling die op het Schengenacquis voortbouwt of anderszins daaraan is gerelateerd in de zin van artikel 3, lid 2, van de Toetredingsakte van 2003, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
1. Dit besluit is van toepassing op onderdanen van Ethiopië die op grond van Verordening (EU) 2018/1806 visumplichtig zijn.
2. Dit besluit is niet van toepassing op onderdanen van Ethiopië die uit hoofde van artikel 4 of 6 van Verordening (EU) 2018/1806 van de visumplicht zijn vrijgesteld.
3. Dit besluit is niet van toepassing op onderdanen van Ethiopië die een visum aanvragen en familielid zijn van een burger van de Unie op wie Richtlijn 2004/38/EG van toepassing is of familieleden van een onderdaan van een derde land die een recht van vrij verkeer geniet dat gelijkwaardig is aan dat van de burgers van de Unie op grond van een overeenkomst tussen de Unie en een derde land.
4. Dit besluit laat de gevallen onverlet waarin een lidstaat gebonden is aan een volkenrechtelijke verplichting, en wel:
a) |
als gastland van een internationale intergouvernementele organisatie; |
b) |
als gastland van een internationale conferentie die wordt bijeengeroepen door of plaatsvindt onder auspiciën van de Verenigde Naties of andere internationale intergouvernementele organisaties waarvoor een lidstaat als gastheer optreedt; |
c) |
krachtens een multilaterale overeenkomst die voorrechten en immuniteiten verleent; |
d) |
op grond van het Concordaat (Verdrag van Lateranen) van 1929 dat werd gesloten tussen de Heilige Stoel (Vaticaanstad) en Italië, zoals laatstelijk gewijzigd. |
Artikel 2
De toepassing van de volgende bepalingen van Verordening (EG) nr. 810/2009 wordt tijdelijk geschorst ten aanzien van Ethiopië:
a) |
artikel 14, lid 6; |
b) |
artikel 16, lid 5, punt b); |
c) |
artikel 23, lid 1; |
d) |
artikel 24, leden 2 en 2 quater. |
Artikel 3
Dit besluit wordt van kracht op de datum van de bekendmaking ervan.
Artikel 4
Dit besluit is gericht tot het Koninkrijk België, de Republiek Bulgarije, de Tsjechische Republiek, de Bondsrepubliek Duitsland, de Republiek Estland, de Helleense Republiek, het Koninkrijk Spanje, de Franse Republiek, de Republiek Kroatië, de Italiaanse Republiek, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, het Groothertogdom Luxemburg, Hongarije, Malta, het Koninkrijk der Nederlanden, de Republiek Oostenrijk, de Republiek Polen, de Portugese Republiek, Roemenië, de Republiek Slovenië, de Slowaakse Republiek, de Republiek Finland en het Koninkrijk Zweden.
Gedaan te Luxemburg, 29 april 2024.
Voor de Raad
De voorzitter
D. CLARINVAL
(1) PB L 243 van 15.9.2009, blz. 1.
(2) Verordening (EU) 2018/1806 van het Europees Parlement en de Raad van 14 november 2018 tot vaststelling van de lijst van derde landen waarvan de onderdanen bij overschrijding van de buitengrenzen in het bezit moeten zijn van een visum en de lijst van derde landen waarvan de onderdanen van die plicht zijn vrijgesteld (PB L 303 van 28.11.2018, blz. 39).
(3) Richtlijn 2004/38/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende het recht van vrij verkeer en verblijf op het grondgebied van de lidstaten voor de burgers van de Unie en hun familieleden, tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1612/68 en tot intrekking van de Richtlijnen 64/221/EEG, 68/360/EEG, 72/194/EEG, 73/148/EEG, 75/34/EEG, 75/35/EEG, 90/364/EEG, 90/365/EEG en 93/96/EEG (PB L 158 van 30.4.2004, blz. 77).
(4) Besluit 2002/192/EG van de Raad van 28 februari 2002 betreffende het verzoek van Ierland deel te mogen nemen aan bepalingen van het Schengenacquis (PB L 64 van 7.3.2002, blz. 20).
(5) PB L 176 van 10.7.1999, blz. 36.
(6) Besluit 1999/437/EG van de Raad van 17 mei 1999 inzake bepaalde toepassingsbepalingen van de door de Raad van de Europese Unie, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen gesloten overeenkomst inzake de wijze waarop deze twee staten worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 176 van 10.7.1999, blz. 31).
(7) PB L 53 van 27.2.2008, blz. 52.
(8) Besluit 2008/146/EG van de Raad van 28 januari 2008 betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 53 van 27.2.2008, blz. 1).
(9) PB L 160 van 18.6.2011, blz. 21.
(10) Besluit 2011/350/EU van de Raad van 7 maart 2011 betreffende de sluiting namens de Europese Unie van het Protocol tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis betreffende de afschaffing van controles aan de binnengrenzen en het verkeer van personen (PB L 160 van 18.6.2011, blz. 19).
ELI: http://data.europa.eu/eli/dec_impl/2024/1341/oj
ISSN 1977-0758 (electronic edition)