This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 31976R1433
Council Regulation (EEC) No 1433/76 of 21 June 1976 laying down conditions for applying protective measures in the market in rice
Verordening (EEG) nr. 1433/76 van de Raad van 21 juni 1976 houdende omschrijving van de wijze van toepassing van vrijwaringsmaatregelen in de sector rijst
Verordening (EEG) nr. 1433/76 van de Raad van 21 juni 1976 houdende omschrijving van de wijze van toepassing van vrijwaringsmaatregelen in de sector rijst
PB L 166 van 25/06/1976, p. 42–44
(DA, DE, EN, FR, IT, NL) Dit document is verschenen in een speciale editie.
(EL, ES, PT, FI, SV)
No longer in force, Date of end of validity: 01/07/1995; opgeheven door 31994R3290
Verordening (EEG) nr. 1433/76 van de Raad van 21 juni 1976 houdende omschrijving van de wijze van toepassing van vrijwaringsmaatregelen in de sector rijst
Publicatieblad Nr. L 166 van 25/06/1976 blz. 0042 - 0044
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 3 Deel 7 blz. 0135
Bijzondere uitgave in het Grieks: Hoofdstuk 03 Deel 15 blz. 0158
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 3 Deel 7 blz. 0135
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 03 Deel 10 blz. 0145
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 03 Deel 10 blz. 0145
++++ VERORDENING ( EEG ) Nr . 1433/76 VAN DE RAAD van 21 juni 1976 houdende omschrijving van de wijze van toepassing van vrijwaringsmaatregelen in de sector rijst DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN , Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap , Gelet op Verordening ( EEG ) nr . 1418/76 van de Raad van 21 juni 1976 houdende een gemeenschappelijke ordening van de rijstmarkt ( 1 ) , inzonderheid op artikel 22 , lid 1 , Gezien het voorstel van de Commissie , Gezien het advies van het Europese Parlement ( 2 ) , Overwegende dat Verordening ( EEG ) nr . 1418/76 in artikel 22 , lid 1 , in de mogelijkheid voorziet , passende maatregelen te nemen als in de Gemeenschap de markt van een of meer van de in artikel 1 bedoelde produkten als gevolg van invoer of uitvoer ernstige verstoringen ondergaat of dreigt te ondergaan , die de doeleinden van artikel 39 van het Verdrag in gevaar kunnen brengen ; dat deze maatregelen betrekking hebben op het handelsverkeer met derde landen en dat het einde van hun toepassing wordt bepaald door de verdwijning van de verstoring of de dreigende verstoring ; Overwegende dat de Raad tot taak heeft de wijze van toepassing van het vorengenoemde artikel 22 , lid 1 , alsmede de gevallen en de grenzen waarbinnen de Lid-Staten conservatoire maatregelen kunnen treffen , te bepalen ; Overwegende dat derhalve de belangrijkste elementen dienen te worden bepaald aan de hand waarvan kan worden beoordeeld of de markt in de Gemeenschap ernstig is of dreigt te worden verstoord ; Overwegende dat het noodzakelijk is , daar het beroep op vrijwaringsmaatregelen afhankelijk is van de invloed , uitgeoefend door het handelsverkeer met de derde landen op de markt van de Gemeenschap , de toestand van deze markt te beoordelen door niet slechts rekening te houden met de elementen die aan deze markt eigen zijn , doch ook met de elementen die betrekking hebben op de ontwikkeling van dit handelsverkeer ; Overwegende dat dient te worden omschreven welke maatregelen kunnen worden getroffen in toepassing van artikel 22 van Verordening ( EEG ) nr . 1418/76 ; dat deze maatregelen van zodanige aard dienen te zijn dat zij ernstige marktverstoringen kunnen verhelpen en dat zij de dreiging van dergelijke verstoringen kunnen doen verdwijnen ; dat zij op de omstandigheden afgestemd dienen te kunnen worden om te vermijden dat ze andere dan de gewenste gevolgen hebben ; Overwegende dat het marktmechanisme in de sector gra * en een stelsel van certificaten en een stelsel van vaststelling vooraf van heffingen en restituties inhoudt ; dat het bestaan van deze stelsels leidt tot het vaststellen van regels aan de hand waarvan , na een beknopt onderzoek van de situatie , conservatoire maatregelen op communautair niveau kunnen worden getroffen ; Overwegende dat het beroep door een Lid-Staat op artikel 22 van Verordening ( EEG ) nr . 1418/76 beperkt dient te worden tot het geval waarin de markt van deze Staat , na beoordeling gegrond op de bovengenoemde elementen , wordt beschouwd als te voldoen aan de voorwaarden van genoemd artikel ; dat de maatregelen die in dit geval kunnen worden genomen van zodanige aard dienen te zijn dat de marktsituatie niet verder verslechtert ; dat zij evenwel een conservatoir karakter moeten bezitten ; dat ingevolge dit conservatoire karakter de toepassing der nationale maatregelen slechts is gerechtvaardigd tot de inwerkingtreding van een communautair besluit ter zake ; Overwegende dat de Commissie tot taak heeft te beschikken ter zake van de gemeenschappelijke vrijwaringsmaatregelen die dienen te worden genomen na een verzoek hiertoe door een Lid-Staat , zulks binnen een tijdvak van 24 uur na de ontvangst van dit verzoek ; dat ten einde de Commissie in staat te stellen de toestand op de markt zo doeltreffend mogelijk te beoordelen , het noodzakelijk is in bepalingen te voorzien , die waarborgen dat zij zo spoedig mogelijk op de hoogte wordt gebracht van het feit dat een Lid-Staat conservatoire maatregelen toepast ; dat derhalve dient te worden bepaald dat de Commissie wordt ingelicht zodra tot het nemen van deze maatregelen is besloten en dat deze kennisgeving dient te worden aangemerkt als een verzoek in de zin van artikel 22 , lid 2 , van Verordening ( EEG ) nr . 1418/76 , HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD : Artikel 1 Bij de beoordeling of in de Gemeenschap de markt voor een of meer der in artikel 1 , lid 1 , van Verordening ( EEG ) nr . 1418/76 bedoelde produkten als gevolg van in - of uitvoer ernstige verstoringen ondergaat of dreigt te ondergaan , die de doeleinden van artikel 39 van het Verdrag in gevaar kunnen brengen , wordt in het bijzonder rekening gehouden : a ) met de hoeveelheden van de produkten waarvoor in - of uitvoercertificaten werden afgegeven of aangevraagd ; b ) met de beschikbare hoeveelheden van de produkten op de markt van de Gemeenschap ; c ) met de prijzen geconstateerd op de markt van de Gemeenschap of met de te verwachten ontwikkeling van deze prijzen , en inzonderheid met hun neiging tot buitensporige stijging of , voor produkten waarvoor geen interventieprijs is vastgesteld , met hun neiging tot buitensporige daling ; d ) met de hoeveelheden produkten waarvoor interventiemaatregelen worden of eventueel moeten worden genomen , indien de in aanhef bedoelde situatie zich voordoet ten gevolge van invoer . Artikel 2 1 . De maatregelen die kunnen worden genomen in toepassing van artikel 22 , leden 2 en 3 , van Verordening ( EEG ) nr . 1418/76 indien de toestand , bedoeld in lid 1 van dit artikel zich voordoet , zijn : a ) gehele of gedeeltelijke schorsing van de vaststelling vooraf van heffingen of restituties , die tot gevolg heeft dat de nieuwe aanvragen niet ontvankelijk zijn ; b ) gehele of gedeeltelijke stopzetting van de afgifte van invoer - of uitvoercertificaten , die tot gevolg heeft dat nieuwe aanvragen niet ontvankelijk zijn ; c ) de gehele of gedeeltelijke afwijzing van de hangende aanvragen voor vaststelling vooraf van de heffingen of restituties en voor de afgifte van certificaten . 2 . Deze maatregelen mogen slechts worden getroffen in de mate en voor de tijdsduur die strikt noodzakelijk zijn . Zij mogen slechts betrekking hebben op produkten van herkomst uit of met bestemming van derde landen . Zij kunnen worden beperkt tot bepaalde herkomsten , oorsprongen , bestemmingen , kwaliteiten of aanbiedingsvormen . Zij kunnen worden beperkt tot de invoer met bestemming van bepaalde gebieden van de Gemeenschap of tot de uitvoer van herkomst uit dergelijke gebieden . 3 . De afwijzing van de in lid 1 bedoelde aanvragen is van toepassing op aanvragen , ingediend gedurende de perioden waarin de opschorting , bedoeld in artikel 3 of artikel 4 , werd toegepast . Indien zich evenwel plotseling omstandigheden voordoen die een zodanige prijswijziging tot gevolg hebben of dreigen te hebben dat duidelijk is dat de heffing of de restitutie niet meer aan zijn doel beantwoordt , kan de afwijzing betrekking hebben op de aanvragen die zijn ingediend vanaf het ogenblik waarop deze omstandigheden zich voordeden . Artikel 3 De Commissie kan , na een beknopt onderzoek van de situatie op basis van de in artikel 1 vermelde elementen , bij besluit constateren dat aan de voorwaarden voor de toepassing van artikel 22 , lid 2 , van Verordening ( EEG ) nr . 1418/76 is voldaan . Zij stelt de Lid-Staten in kennis van haar besluit en maakt het openbaar door aanplakking op de plaats waar zij gevestigd is . Dit besluit brengt voor de betrokken produkten , met ingang van het daartoe vermelde uur , dat later ligt dan de kennisgeving , de voorlopige opschorting mede van de vaststelling vooraf van de heffingen of restituties en voorts van de afgifte der certificaten . Onverminderd het bepaalde in artikel 22 , lid 2 , tweede zin , van Verordening ( EEG ) nr . 1418/76 is dit besluit gedurende ten hoogste 48 uren van toepassing . Artikel 4 1 . Een Lid-Staat kan te conservatoiren titel een of meer maatregelen nemen als hij van mening is , na een beoordeling gegrond op de elementen bedoeld in artikel 1 , dat de toestand bedoeld in artikel 22 , lid 1 , van Verordening ( EEG ) nr . 1418/76 zich op zijn grondgebied voordoet . De conservatoire maatregelen zijn : a ) de gehele of gedeeltelijke opschorting van de vaststelling vooraf van de heffingen of restituties ; b ) de gehele of gedeeltelijke opschorting van de afgifte van invoer - of uitvoercertificaten . De bepalingen van artikel 2 , lid 2 , zijn van toepassing . 2 . De conservatoire maatregelen worden per telexbericht ter kennis van de Commissie gebracht zodra tot het nemen ervan besloten is . Deze kennisgeving geldt als het verzoek , bedoeld in artikel 22 , lid 2 , van Verordening ( EEG ) nr . 1418/76 . Zij zijn slechts van toepassing totdat het op deze grondslag door de Commissie genomen besluit in werking treedt . Artikel 5 1 . Verordening ( EEG ) nr . 2592/69 van de Raad van 18 december 1969 houdende omschrijving van de wijze van toepassing van vrijwaringsmaatregelen in de sector rijst ( 3 ) , wordt ingetrokken . 2 . Verwijzingen naar de krachtens lid 1 ingetrokken verordening moeten worden gelezen als verwijzingen naar de onderhavige verordening . Artikel 6 Deze verordening treedt in werking op 1 juli 1976 . Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat . Gedaan te Luxemburg , 21 juni 1976 . Voor de Raad De Voorzitter J . HAMILIUS ( 1 ) Zie blz . 1 van dit Publikatieblad . ( 2 ) PB nr . C 53 van 8 . 3 . 1976 , blz . 43 . ( 3 ) PB nr . L 324 van 27 . 12 . 1969 , blz . 3 .