Maritieme veiligheid: het minimumopleidingsniveau van zeevarenden

 

SAMENVATTING VAN:

Richtlijn (EU) 2022/993 inzake het minimumopleidingsniveau van zeevarenden

WAT IS HET DOEL VAN DE RICHTLIJN?

Het doel is het niveau van de kennis en vaardigheden van zeevarenden in de Europese Unie (EU) op peil te houden en te verbeteren door hun opleiding en diplomering aan te passen aan internationale voorschriften en technologische vooruitgang.

KERNPUNTEN

Internationaal verdrag

• Door de richtlijn wordt het Internationaal Verdrag betreffende de normen voor zeevarenden inzake opleiding, diplomering en wachtdienst van de Internationale Maritieme Organisatie in het EU-recht opgenomen.
• Alle EU-lidstaten hebben het verdrag ondertekend en het creëren van gemeenschappelijke EU-voorschriften moet ervoor zorgen dat de lidstaten het verdrag op samenhangende wijze uitvoeren.

Toepassingsgebied

De richtlijn is van toepassing op zeevarenden die dienstdoen op zeeschepen die onder de vlag van een lidstaat varen, met uitzondering van:

• oorlogsschepen, hulpschepen voor de marine of andere schepen die eigendom zijn van of geëxploiteerd worden door een lidstaat en die uitsluitend worden gebezigd voor een niet-commerciële overheidsdienst;
• vissersvaartuigen;
• pleziervaartuigen die niet worden ingezet voor handelsdoeleinden;
• houten schepen van primitieve bouw.

Belangrijkste elementen

De richtlijn heeft betrekking op een aantal zaken, waaronder:

• opleidingsvoorschriften en normen inzake bekwaamheid die vereist zijn voor het verkrijgen of vernieuwen van een vaarbevoegdheidsbewijs of bekwaamheidsbewijs om de functies waarop dit bewijs betrekking heeft te kunnen vervullen;
• de verantwoordelijkheid van lidstaten om een instantie aan te wijzen die opleidingen verzorgt, vereiste examens organiseert en/of daarop toezicht houdt, bewijzen afgeeft en dispensaties verleent;
• de verantwoordelijkheid van lidstaten om specifieke maatregelen te nemen en uit te voeren om frauduleuze praktijken in samenhang met vaarbevoegdheids- of bekwaamheidsbewijzen te voorkomen en te bestraffen;
• criteria voor regelmatig toezicht om te controleren of de lidstaten aan de eisen van de richtlijn voldoen;
• maatregelen om communicatie tussen bemanningsleden aan boord van schepen te waarborgen;
• gemeenschappelijke criteria en procedures voor de erkenning door lidstaten van door niet-EU-landen afgegeven bewijzen van beroepsbekwaamheid van zeevarenden, op basis van de opleidings- en diplomeringseisen van het verdrag;
• een efficiënt, gecentraliseerd systeem voor de erkenning van door niet-EU-landen afgegeven bewijzen van beroepsbekwaamheid van zeevarenden en verdere verduidelijking van de wederzijdse erkenning van door lidstaten afgegeven bewijzen van beroepsbekwaamheid van zeevarenden, inclusief medische certificaten;
• het aanknopen van een dialoog met de sociale partners en de lidstaten om initiatieven voor maritieme opleiding te ontwikkelen als aanvulling op het internationaal overeengekomen minimumopleidingsniveau, die lidstaten wederzijds kunnen erkennen als Europese maritieme excellentiediploma’s;
• voorschriften voor minimum rustperioden voor personeel dat wachtdienst doet, ter bevordering van de maritieme veiligheid en het voorkomen van verontreiniging op zee;
• specifieke gronden voor het aanhouden van een schip, wanneer is gebleken dat het een gevaar oplevert voor zaken, personen of het milieu.

VANAF WANNEER ZIJN DE VOORSCHRIFTEN VAN TOEPASSING?

Richtlijn (EU) 2022/993 strekt tot codificatie en intrekking van Richtlijn 2008/106/EG, zoals gewijzigd bij Richtlijn 2012/35/EU en Richtlijn (EU) 2019/1159.

Richtlijn 2012/35/EU moest per 4 juli 2014 in nationaal recht zijn omgezet en Richtlijn (EU) 2019/1159 per 2 augustus 2021.

ACHTERGROND

Het Europees Agentschap voor maritieme veiligheid is verantwoordelijk voor de maritieme veiligheid in de EU.

Zie voor meer informatie:

• Wij zijn het EMSA (Europees Agentschap voor maritieme veiligheid).

BELANGRIJKSTE DOCUMENT

Richtlijn (EU) 2022/993 van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2022 inzake het minimumopleidingsniveau van zeevarenden (PB L 169 van 27.6.2022, blz. 45-90)

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Richtlijn 2009/16/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 betreffende havenstaatcontrole (PB L 131 van 28.5.2009, blz. 57-100)

Achtereenvolgende wijzigingen aan Richtlijn 2009/16/EG werden in de basistekst opgenomen. Deze geconsolideerde versie is enkel van documentaire waarde.

Verordening (EG) nr. 1406/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 27 juni 2002 tot oprichting van een Europees Agentschap voor maritieme veiligheid (PB L 208 van 5.8.2002, blz. 1-9)

Zie de geconsolideerde versie.

Richtlijn 1999/63/EG van de Raad van 21 juni 1999 inzake de overeenkomst betreffende de organisatie van de arbeidstijd van zeevarenden, gesloten door de Associatie van reders van de Europese Gemeenschap (ECSA) en de Federatie van de bonden voor het vervoerspersoneel in de Europese Unie (FST) — Bijlage: Europese overeenkomst betreffende de organisatie van de arbeidstijd van zeevarenden (PB L 167 van 2.7.1999, blz. 33-37)

Zie de geconsolideerde versie.

Laatste bijwerking 12.09.2022