This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32010R1236
Toekomstige internationale samenwerking op visserijgebied in het noordoostelijke deel van de Atlantische Oceaan
Toekomstige internationale samenwerking op visserijgebied in het noordoostelijke deel van de Atlantische Oceaan
SAMENVATTING VAN:
Verdrag inzake samenwerking op visserijgebied in het noordoostelijk deel van de Atlantische Oceaan
WAT IS HET DOEL VAN DE VERORDENING?
Deze verordening heeft ten doel om internationale samenwerking inzake de instandhouding, de controle en het goede beheer te bevorderen op visserijgebied in het noordoostelijke gedeelte van de Atlantische Oceaan.
Ze vaardigt het Verdrag inzake toekomstige multilaterale samenwerking op visserijgebied in het noordoostelijk deel van de Atlantische Oceaan uit, waarin de regels zijn uiteengezet voor samenwerking voor de instandhouding en het beheer op visserijgebied.
De verordening implementeert met name de controle- en handhavingsregeling van NEAFC, dat voorziet in
KERNPUNTEN
De regeling voorziet in een nieuw systeem voor havenstaatcontrole dat de Europese havens effectief gesloten houdt voor aanvoer en overlading* van bevroren vis die niet wettelijk is bevonden.
EU-landen moeten:
Kapiteins van vaartuigen moeten:
Kapiteins van vissersvaartuigen die hun vangst verwerken en/of invriezen, dienen hun cumulatieve productie per soort en productvorm te registreren en alle verwerkte vangst zo in het ruim op te slaan dat de plaats van elke soort kan worden achterhaald aan de hand van een aan boord gehouden opslagschema. Alle bevroren vis wordt voorzien van een duidelijk leesbaar etiket of stempel.
Wanneer meer dan tien vissersvaartuigen uit de EU visserijactiviteiten* verrichten in het gereglementeerde gebied, wordt ervoor gezorgd dat er een inspectievaartuig aanwezig is.
Elk EU-land moet gedurende elk rapportagejaar ten minste 5 % van de aanvoer of overlading van verse vis en ten minste 7,5 % van de bevroren vis in de havens inspecteren.
Indien een inspecteur gelooft dat een vissersvaartuig een activiteit heeft verricht die in strijd is met de instandhoudings- en beheersmaatregelen van de NEAFC, moet deze de inbreuk registreren en rapporteren.
Ernstige inbreuken zijn o.a.:
Inspecteurs van EU-landen moeten ook alle ongeoorloofde vaartuigen die zij bij de Commissie aangeven, registreren.
VANAF WANNEER IS DE VERORDENING VAN TOEPASSING?
De verordening is sinds 1 januari 2011 van toepassing.
ACHTERGROND
Het noordoostelijke gedeelte van de Atlantische Oceaan is een van de meest overvloedige visgebieden ter wereld. Het Verdrag inzake toekomstige multilaterale samenwerking op visserijgebied in het noordoostelijk deel van de Atlantische Oceaan trad in november 1982 in werking. De verdragsluitende partijen zijn de EU, de Faeröer, Groenland, IJsland, Noorwegen en de Russische Federatie, en het gebied strekt zich uit tot het zuidelijke punt van Groenland, ten oosten van de Barentszzee en ten zuiden van Portugal.
In 2006 heeft de visserijcommissie voor het noordoostelijke deel van de Atlantische Oceaan (NEAFC) een aanbeveling goedgekeurd ter invoering van een controle- en handhavingsregeling die van toepassing is op vissersvaartuigen die actief zijn in de wateren van het verdragsgebied.
De regeling omvat ook regels voor vaartuigen onder de vlag van een niet-verdragsluitende partij om ervoor te zorgen dat de controle- en handhavingsmaatregelen die door de NEAFC zijn aangenomen, volledig worden nageleefd.
De NEAFC heeft aanbevolen een aantal vaartuigen te schrappen van de lijst van vaartuigen waarvan is bevestigd dat zij illegale, ongemelde en ongereglementeerde visvangst hebben bedreven.
Soortgelijke regels zijn van toepassing in EU-wateren onder het gemeenschappelijk visserijbeleid.
KERNBEGRIPPEN
BELANGRIJKSTE DOCUMENTEN
Verordening (EU) nr. 1236/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 15 december 2010 tot vaststelling van een controle- en handhavingsregeling voor het gebied dat onder het Verdrag inzake toekomstige multilaterale samenwerking op visserijgebied in het noordoostelijke deel van de Atlantische Oceaan valt en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 2791/1999 van de Raad (PB L 348 van 31.12.2010, blz. 17–33)
Achtereenvolgende wijzigingen aan Verordening (EU) nr. 1236/2010 werden in de basistekst opgenomen. Deze geconsolideerde versie is enkel van documentaire waarde.
Verdrag inzake toekomstige multilaterale samenwerking op visserijgebied in het noordoostelijk deel van de Atlantische Oceaan (PB L 227 van 12.8.1981, blz. 22–35)
GERELATEERDE DOCUMENTEN
Verordening (EU) nr. 2018/120 van de Raad van 23 januari 2018 tot vaststelling, voor 2018, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de wateren van de Unie en, voor vissersvaartuigen van de Unie, in bepaalde wateren buiten de Unie van toepassing zijn, en tot wijziging van Verordening (EU) 2017/127 (PB L 27 van 31.1.2018, blz. 1–168)
Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s inzake de externe dimensie van het gemeenschappelijk visserijbeleid (COM(2011) 424 definitief van 13.7.2011)
Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad van 20 november 2009 tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 847/96, (EG) nr. 2371/2002, (EG) nr. 811/2004, (EG) nr. 768/2005, (EG) nr. 2115/2005, (EG) nr. 2166/2005, (EG) nr. 388/2006, (EG) nr. 509/2007, (EG) nr. 676/2007, (EG) nr. 1098/2007, (EG) nr. 1300/2008, (EG) nr. 1342/2008 en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 2847/93, (EG) nr. 1627/94 en (EG) nr. 1966/2006 (PB L 343 van 22.12.2009, blz. 1–50)
Zie de geconsolideerde versie.
Besluit 81/608/EEG van 13 juli 1981 van de Raad betreffende de sluiting van het Verdrag inzake toekomstige multilaterale samenwerking op visserijgebied in het noordoostelijk deel van de Atlantische Oceaan (PB L 227 van 12.8.1981, blz. 21)
Laatste bijwerking 13.03.2018