EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32024R0792

Verordening (EU) 2024/792 van het Europees Parlement en de Raad van 29 februari 2024 tot instelling van de faciliteit voor Oekraïne

PE/10/2024/REV/1

PB L, 2024/792, 29.2.2024, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2024/792/oj (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2024/792/oj

European flag

Publicatieblad
van de Europese Unie

NL

Serie L


2024/792

29.2.2024

VERORDENING (EU) 2024/792 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 29 februari 2024

tot instelling van de faciliteit voor Oekraïne

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 212 en artikel 322, lid 1,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Gezien het advies van de Europese Rekenkamer (1),

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (2),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Sinds het begin van de niet-uitgelokte en ongerechtvaardigde aanvalsoorlog van Rusland tegen Oekraïne op 24 februari 2022 hebben de Unie, de lidstaten en Europese financiële instellingen ongekend omvangrijke steun ter beschikking gesteld ten behoeve van de economische, sociale en financiële veerkracht van Oekraïne. Die steun is een combinatie van steun uit de Uniebegroting, met inbegrip van buitengewone macrofinanciële bijstand en steun van de Europese Investeringsbank (EIB) en de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (EBWO) met een volledige of gedeeltelijke garantie door de Uniebegroting, alsook om verdere financiële steun van lidstaten.

(2)

De Europese Raad heeft tijdens zijn bijeenkomst op 23 juni 2022 besloten de status van kandidaat-lidstaat toe te kennen aan Oekraïne, dat heeft aangegeven vastbesloten te zijn om zijn wederopbouw te koppelen aan hervormingen op zijn Europese traject. Voortdurende krachtige steun voor Oekraïne is een centrale prioriteit voor de Unie en een passende reactie op de sterke politieke toezegging van de Unie om Oekraïne zo lang als nodig te steunen.

(3)

De door de Unie verleende macrofinanciële bijstand van maximaal 18 miljard EUR voor 2023 op grond van Verordening (EU) 2022/2463 van het Europees Parlement en de Raad (3) werd beschouwd als een passend antwoord op het financieringstekort van Oekraïne voor 2023 en heeft aanzienlijke financiering van andere donoren en internationale financiële instellingen helpen vrijmaken. Dit heeft op een kritiek moment in belangrijke mate bijgedragen tot de macro-economische en financiële veerkracht van Oekraïne.

(4)

De Unie heeft ook aanzienlijke financiële steun geboden door middel van een aanvullend pakket dat middelen uit het instrument voor nabuurschapsbeleid, ontwikkeling en internationale samenwerking – Europa als wereldspeler (NDICI — Europa als wereldspeler), vastgesteld bij Verordening (EU) 2021/947 van het Europees Parlement en de Raad (4), combineert met leningen van de EIB. Daarnaast verlenen de autoriteiten, gemeenschappen, ngo’s en vrijwilligersgroepen van de lidstaten niet-aflatende steun.

(5)

Daarnaast heeft de Raad besloten tot steunmaatregelen buiten de begroting om ten behoeve van de Oekraïense strijdkrachten in het kader van de Europese Vredesfaciliteit, vastgesteld bij Besluit (GBVB) 2021509 van de Raad (5), ten belope van 6,1 miljard EUR, en heeft bij Besluit (GBVB) 2022/1968 van de Raad (6) een militaire bijstandsmissie aan Oekraïne opgericht met 0,1 miljard EUR voor de gemeenschappelijke kosten. De Unie en de lidstaten zijn via het Uniemechanisme voor civiele bescherming vastgesteld bij Besluit nr. 1313/2013/EU van het Europees Parlement en de Raad (7), ook met een ongeziene noodrespons in natura gekomen, die de grootste noodoperatie was sinds dat mechanisme werd ingesteld.

(6)

Daarnaast hebben de in mei 2022 opgerichte solidariteitscorridors tussen de EU en Oekraïne bijgedragen tot het genereren van een geschatte exportwaarde van 31 miljard EUR voor de Oekraïense economie tot eind mei 2023.

(7)

De Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne heeft Oekraïne sinds 24 februari 2023 meer dan 270 miljard EUR aan schade berokkend — en de wederopbouwkosten worden geschat op 384 miljard EUR — en geleid tot een verlies aan toegang tot financiële markten en een aanzienlijke daling van de overheidsontvangsten, terwijl de overheidsuitgaven om de humanitaire situatie aan te pakken en de continuïteit van de openbare diensten te handhaven, aanzienlijk zijn gestegen. Die schattingen, de analytische informatie uit alle andere geschikte en latere bronnen, alsook regionale en sectorale overwegingen vormen een relevante basis voor het vaststellen van de respectieve financieringsbehoeften voor de komende jaren.

(8)

Op 30 maart 2023 heeft het Internationaal Monetair Fonds (IMF) het tekort aan overheidsfinanciering tot 2027 op 75,1 miljard EUR geraamd en is het met Oekraïne een vierjarenprogramma van 14,4 miljard EUR overeengekomen om beleid te verankeren dat de begrotings-, externe, prijs- en financiële stabiliteit en het economisch herstel ondersteunt, terwijl het bestuur wordt verbeterd en de instellingen worden versterkt om de groei op lange termijn te bevorderen in het kader van de naoorlogse wederopbouw en het proces van Oekraïne op weg naar toetreding tot de Unie.

(9)

Gezien de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne kunnen de financieringsbehoeften van Oekraïne nog niet volledig worden vervuld. Daarom is aanzienlijke en flexibele steun aan de Oekraïense regering nodig zodat zij kan blijven functioneren, openbare diensten kan verlenen en het herstel, de wederopbouw en de modernisering van het land kan ondersteunen.

(10)

Gezien de schade aan de Oekraïense economie, samenleving en infrastructuur als gevolg van de Russische aanvalsoorlog zal Oekraïne aanzienlijke steun en institutionele capaciteit nodig hebben om te kunnen blijven functioneren, evenals hulp op korte termijn en bijstand ten behoeve van een snel herstel, de wederopbouw en modernisering van het land. Oekraïne zal alomvattende steun nodig hebben voor een “betere wederopbouw” (“build back better”) met een herstel waarin mensen centraal staan en dat de basis legt voor een vrij, cultureel vitaal en welvarend land met een veerkrachtige economie die goed geïntegreerd is in de Europese en de mondiale economie, verankerd is in waarden van de Unie, en vooruitgang boekt op de weg naar toetreding tot de Unie.

(11)

In dit verband is het nodig om één buitengewoon middellangetermijninstrument op te zetten dat de bilaterale steun van de Unie aan Oekraïne bundelt en zorgt voor coördinatie en efficiëntie. Daartoe moet een faciliteit voor Oekraïne (de “faciliteit”) voor de periode 2024 tot en met 2027 worden opgezet, die een evenwicht biedt tussen flexibiliteit en programmeerbaarheid van de respons van de Unie om het financieringstekort en de herstel-, wederopbouw- en moderniseringsbehoeften van Oekraïne aan te pakken en tegelijkertijd de hervormingsinspanningen van Oekraïne te ondersteunen als onderdeel van zijn toetredingstraject tot de Unie.

(12)

Gezien het uitzonderlijke karakter van de faciliteit is het van belang dat deze wordt geschraagd door een samenhangend en prioritair plan voor de wederopbouw van Oekraïne (het “Oekraïneplan”), dat door de regering van Oekraïne moet worden opgesteld met de nodige betrokkenheid van het Oekraïense parlement (“Verchovna Rada”) en vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties, en een gestructureerd en voorspelbaar kader biedt voor het herstel, de wederopbouw en de modernisering van Oekraïne, met duidelijke vermelding van de toetredingsvereisten tot de Unie.

(13)

De steun van de Unie aan Oekraïne van 2024 tot en met 2027 moet in de eerste plaats en voornamelijk in het kader van de faciliteit worden verleend, waarbij mogelijke overlappingen met andere programma’s en met name het instrument voor pretoetredingssteun vastgesteld bij Verordening (EU) 2021/1529 van het Europees Parlement en de Raad (8) worden vermeden en wordt gezorgd voor een consistente aanpak via een uniform instrument, door activiteiten in het kader van de bestaande instrumenten te vervangen of, waar passend, aan te vullen. De steun in het kader van de faciliteit loopt niet vooruit op toekomstige bijstand aan Oekraïne en zijn mogelijkheid om deel te nemen aan programma’s van de Unie uit hoofde het meerjarig financieel kader na 2027.

(14)

In dit verband moet de steun van de Unie in het kader van de faciliteit de bilaterale steun vervangen die wordt verleend op grond van het NDICI-Europa als wereldspeler. Het is niettemin belangrijk ervoor te zorgen dat Oekraïne kan blijven profiteren van regionale, thematische, snelle respons en andere vormen van steun in het kader van NDICI-Europa als wereldspeler, in het bijzonder programma’s voor grensoverschrijdende samenwerking, en meer in het algemeen zijn regionale, macroregionale en grensoverschrijdende samenwerking en territoriale ontwikkeling kan voortzetten, onder meer door de uitvoering van macroregionale strategieën van de Unie.

(15)

In humanitaire hulp en anderszins steun aan, of de verdediging van lidstaten die bescherming bieden aan mensen die de oorlog in Oekraïne ontvluchten, moet op passende en consequente wijze buiten de faciliteit om worden voorzien. Oekraïne kan blijven profiteren van relevante bestaande programma’s van de Unie binnen de begroting van de Unie, zoals NDICI-Europa als wereldspeler voor activiteiten als bedoeld in overweging 14, het Europees instrument voor internationale samenwerking inzake nucleaire veiligheid, vastgesteld bij Verordening (Euratom) 2021/948 van de Raad (9), humanitaire hulp in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 1257/96 van de Raad (10), en activiteiten in het kader van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid, alsook maatregelen in het kader van de Europese Vredesfaciliteit buiten de begroting van de Unie om.

Voorts kunnen Oekraïense entiteiten deelnemen aan programma’s van de Unie voor intern beleid, zoals Horizon Europa vastgesteld bij Verordening (EU) 2021/695 van het Europees Parlement en de Raad (11), het programma voor onderzoek en opleiding van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie vastgesteld bij Verordening (Euratom) 2021/765 van de Raad (12), Digitaal Europa opgericht bij Verordening (EU) 2021/694 van het Europees Parlement en de Raad (13), het Fiscalis-programma voor samenwerking op het gebied van belastingen vastgesteld bij Verordening (EU) 2021/847 van het Europees Parlement en de Raad (14),

het programma voor douanesamenwerking vastgesteld bij Verordening (EU) 2021/444 van het Europees Parlement en de Raad (15), Erasmus+ vastgesteld bij Verordening (EU) 2021/817 van het Europees Parlement en de Raad (16), het EU4Health-programma vastgesteld bij Verordening (EU) 2021/522 van het Europees Parlement en de Raad (17), het programma Creatief Europa vastgesteld bij Verordening (EU) 2021/818 van het Europees Parlement en de Raad (18),

het programma voor het milieu en klimaatactie (LIFE) vastgesteld bij Verordening (EU) 2021/783 van het Europees Parlement en de Raad (19), het programma voor de interne markt vastgesteld bij Verordening (EU) 2021/690 van het Europees Parlement en de Raad (20), het Uniemechanisme voor civiele bescherming, de Connecting Europe Facility vastgesteld bij Verordening (EU) 2021/1153 van het Europees Parlement en de Raad (21) en het fraudebestrijdingsprogramma van de Unie vastgesteld bij Verordening (EU) 2021/785 van het Europees Parlement en de Raad (22), alsook andere relevante programma’s overeenkomstig hun respectieve regels, doelstellingen en de desbetreffende associatieovereenkomsten.

(16)

De faciliteit moet bijdragen tot het dichten van de financieringskloof van Oekraïne tot 2027, door op voorspelbare, continue, ordelijke en tijdige wijze niet-terugbetaalbare steun en zeer gunstige leningen te verstrekken. De steun in het kader van de faciliteit moet worden verleend om de macrofinanciële stabiliteit in Oekraïne te helpen handhaven en om de problemen te verlichten die Oekraïne ondervindt met betrekking tot externe financiering.

(17)

Het is belangrijk dat investeringen in het duurzame herstel, de duurzame wederopbouw en de duurzame modernisering van Oekraïne in het kader van de faciliteit met spoed beginnen om de Oekraïense bevolking behoorlijke levensomstandigheden te helpen bieden en kritieke infrastructuur waar mogelijk weer op te bouwen, werkgelegenheid en inkomsten te genereren en de hoeveelheid internationale hulp die nodig is geleidelijk te verminderen, alsook om milieuschade te beperken, voor zover dat mogelijk is in een door oorlog verscheurd land, en Oekraïne te ondersteunen bij de groene transitie.

(18)

Het middellangetermijnperspectief dat het Oekraïneplan via één enkel instrument biedt, moet Oekraïne ook stimuleren om investeringen en hervormingen te kanaliseren in de richting van de transitie naar een groene, duurzame, digitale en inclusieve economie, en moet ertoe bijdragen dat gelijkgestemde donoren, ook uit de particuliere sector, worden gemobiliseerd voor meerjarige bijdragen ter ondersteuning van Oekraïne. De investeringen moeten zo veel mogelijk afgestemd worden op het acquis van de Unie op het gebied van klimaat en milieu, en stroken met de uitvoering van het nationale energie- en klimaatplan van Oekraïne.

(19)

De inspanningen op het gebied van herstel, wederopbouw en modernisering moeten gebaseerd zijn op ownership van Oekraïne, nauwe samenwerking en coördinatie met de ondersteunende landen en organisaties, en het proces van Oekraïne op weg naar toetreding tot de Unie. Ook van de Oekraïense lokale en regionale overheden en van de Oekraïense maatschappelijke organisaties wordt verwacht dat zij een belangrijke rol zullen spelen in dit proces door deel te nemen aan het ontwerp daarvan en de controle daarop. Intercollegiale samenwerking en programma’s die zijn ingebed in partnerschappen tussen steden en regio’s van de Unie enerzijds en Oekraïne anderzijds hebben al bijgedragen aan de verlening van humanitaire hulp, en andere vormen van bijstand, aan Oekraïne en bieden derhalve een basis om het proces van herstel, wederopbouw en modernisering te verrijken en te versnellen.

(20)

De Unie moet ook nauw overleg en samenwerking bevorderen tussen lokale en regionale overheden, die een grote verscheidenheid aan subnationale bestuurlijke niveaus omvatten, waaronder regio’s, gemeenten, districten (rajon) en grotere gemeenten (hromada) en hun verenigingen, evenals de intensieve raadpleging en participatie van Oekraïense maatschappelijke organisaties en deskundigen. De Unie moet hun zinvolle deelname aanmoedigen aan het herstel, de wederopbouw en de modernisering van Oekraïne, op basis van duurzame ontwikkeling en door de verwezenlijking van de duurzameontwikkelingsdoelstellingen op lokaal en regionaal niveau. De Unie moet de veelzijdige rollen erkennen en steunen die lokale en regionale overheden spelen als pleitbezorger van een inclusieve territoriale aanpak van lokale ontwikkeling, onder meer met betrekking tot decentralisatieprocessen, participatie van maatschappelijke organisaties en lokale gemeenschappen, transparantie en verantwoordingsplicht, en moet haar steun voor de capaciteitsopbouw van lokale en regionale overheden, onder meer voor de uitvoering van projecten in het kader van de faciliteit, verder opvoeren, conform het beginsel van lokaal zelfbestuur zoals gedefinieerd in het Europees Handvest inzake lokale autonomie, waarbij Oekraïne partij is.

(21)

De Unie moet, op basis van de ervaringen van de lidstaten, de transitie van Oekraïne naar de toetreding ondersteunen. Die steun moet met name gericht zijn op het delen van de ervaringen die de lidstaten tijdens hun eigen hervormingsprocessen hebben opgedaan.

(22)

De steun in het kader van de faciliteit moet ook voortbouwen op synergieën met belangrijke organisaties die de hervormingen en wederopbouw van Oekraïne ondersteunen, zoals de EIB-groep, internationale financiële instellingen, waaronder de Wereldbank, de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling, en het IMF; Europese multilaterale financiële instellingen, waaronder de EBRD en de Ontwikkelingsbank van de Raad van Europa; en bilaterale financiële instellingen zoals ontwikkelingsbanken en exportkredietinstellingen, en moet deze synergieën maximaal benutten.

(23)

Gezien de onzekerheden in verband met de oorlog is het passend dat de faciliteit Oekraïne kan ondersteunen in naar behoren gemotiveerde uitzonderlijke omstandigheden, met name in het geval van een aanzienlijke verergering van de oorlog, en om zijn macrofinanciële stabiliteit in stand te houden en de doelstellingen van de faciliteit te kunnen verwezenlijken. Dergelijke uitzonderlijke financiering moet worden verstrekt voor afzonderlijke termijnen van maximaal drie maanden en mag alleen worden verleend door middel van een uitvoeringsbesluit van de Raad op voorstel van de Commissie indien wordt geconcludeerd dat het voor Oekraïne onmogelijk is de voorwaarden van de vormen van steun in het kader van de faciliteit na te komen, wanneer het de begunstigde van de steun is, en moet worden beëindigd zodra die voorwaarden weer kunnen worden vervuld. Een dergelijke uitzonderlijke financiering mag geen afbreuk doen aan de financiering uit andere specifieke instrumenten van de Unie die moeten worden ingezet bij natuurrampen of andere humanitaire noodsituaties of noodsituaties op het gebied van civiele bescherming. Indien nodig kan er vóór de goedkeuring van het Oekraïneplan en de sluiting van de kaderovereenkomst uitzonderlijke financiering in het kader van de faciliteit beschikbaar zijn. Dit kan in voorkomend geval een aanvulling vormen op uitzonderlijke overbruggingsfinanciering.

(24)

Het algemene beleidskader voor de uitvoering van deze verordening wordt gevormd door het door de Europese Raad en de Raad vastgestelde beleidskader voor de uitbreiding, de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en Oekraïne, anderzijds (23) (“de Associatieovereenkomst”), met inbegrip van een diepe en brede vrijhandelsruimte, multilaterale overeenkomsten waarbij de Unie partij is en andere overeenkomsten die een juridisch bindende relatie met Oekraïne tot stand brengen, alsmede resoluties van het Europees Parlement, mededelingen van de Commissie en gezamenlijke mededelingen van de Commissie en de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid. De Commissie moet zorgen voor samenhang tussen de steun in het kader van de faciliteit en het beleidskader voor de uitbreiding.

(25)

In artikel 49 van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU) wordt bepaald dat elke Europese staat die de waarden van eerbied voor de menselijke waardigheid, vrijheid, democratie, gelijkheid, de rechtsstaat en eerbiediging van de rechten van de mens, waaronder de rechten van personen die tot minderheden behoren, eerbiedigt, en die zich inzet om deze waarden te bevorderen, kan verzoeken lid te worden van de Unie. Die waarden hebben de lidstaten gemeen in een samenleving die wordt gekenmerkt door inclusiviteit, pluralisme, non-discriminatie, verdraagzaamheid, rechtvaardigheid, solidariteit en gendergelijkheid.

(26)

Een Europese staat die het lidmaatschap van de Unie heeft aangevraagd, kan alleen lid worden van de Unie als vaststaat dat hij volledig voldoet aan de toetredingscriteria die de Europese Raad van Kopenhagen in juni 1993 heeft vastgesteld (de “criteria van Kopenhagen”) en op voorwaarde dat de Unie het vermogen heeft het nieuwe lid op te nemen. De criteria van Kopenhagen hebben betrekking op stabiele instellingen die de democratie, de rechtsstaat, de mensenrechten en het respect voor en de bescherming van minderheden, het bestaan van een functionerende markteconomie, de capaciteit om de concurrentiedruk en de marktkrachten binnen de Unie het hoofd te bieden, garanderen en op het vermogen om niet alleen de rechten maar ook de plichten die uit de Verdragen voortvloeien, op zich te nemen, zoals het nastreven van de doelstellingen van een politieke, economische en monetaire unie.

(27)

Het is in het algemeen belang van de Unie en van Oekraïne dat de inspanningen van Oekraïne om hervormingen in zijn politieke, zijn juridische en zijn economische systeem door te voeren met het oog op het lidmaatschap van de Unie, worden ondersteund. Het verlenen van de status van kandidaat-lidstaat aan Oekraïne is een geostrategische investering van de Unie in vrede, veiligheid, stabiliteit en welvaart in Europa, en brengt de Unie in een betere positie om mondiale uitdagingen het hoofd te bieden. Dit leidt ook tot grotere economische en handelsmogelijkheden, tot wederzijds voordeel van de Unie en Oekraïne, en is tegelijkertijd bevorderlijk voor een geleidelijke transformatie van het land. Het vooruitzicht van het lidmaatschap van de Unie sorteert een krachtig transformatief effect en leidt tot positieve democratische, politieke, economische en maatschappelijke veranderingen.

(28)

De kernwaarden van de Unie omarmen en er zich op vastleggen is een keuze, en is essentieel voor het streven van Oekraïne om tot de Unie toe te treden. Het is belangrijk dat Oekraïne bijgevolg zijn verantwoordelijkheid neemt en zich ten volle hecht aan de waarden van de Unie, alsmede de handhaving van een op regels en waarden gebaseerde wereldorde voorstaan en zich krachtig blijven inzetten voor de noodzakelijke hervormingen in het belang van zijn bevolking.

(29)

Wederopbouw na de schade veroorzaakt door de Russische aanvalsoorlog kan niet beperkt blijven tot herstel van de verwoestingen waarbij de situatie wordt teruggebracht naar hoe het was vóór de oorlog. De wederopbouw biedt een kans om Oekraïne te ondersteunen bij zijn integratieproces in de interne markt en bij het versnellen van zijn duurzame duale groene en digitale transitie, in overeenstemming met het beleid van de Unie, en daarbij zijn economische integratie in de Unie, zijn sociaal-economische ontwikkeling en de grensoverschrijdende samenwerking te bevorderen. Derhalve moet de faciliteit de wederopbouw bevorderen op een manier die de economie van Oekraïne moderniseert en verbetert, voortbouwend op de regels en normen van de Unie, door te investeren in de transitie van Oekraïne naar een duurzame, groene, digitale en inclusieve economie, hetgeen de samenleving als geheel ten goede komt, met bijzondere aandacht voor de behoeften van kwetsbare groepen. De wederopbouw van cultureel erfgoed moet gebaseerd zijn op nationale, internationale en Europese praktijken, op normatieve teksten, beginselen (zoals het Nieuw Europees Bauhaus) en ervaringslessen, en moet stroken met de Europese kwaliteitsbeginselen voor door de Unie gefinancierde acties met mogelijk gevolg voor het cultureel erfgoed. Er moet bijzondere aandacht worden besteed aan het waarborgen van de duurzaamheid en adequate bescherming van de in het kader van de faciliteit gefinancierde activiteiten, een en ander in het licht van de cyberbeveiligingsrisico’s en het algehele dreigingslandschap.

(30)

In lijn met de noodzaak het herstel en de wederopbouw van Oekraïne op een duurzame en toekomstbestendige manier te ondersteunen, mag de faciliteit geen activiteiten of maatregelen ondersteunen die investeringen in fossiele brandstoffen bevorderen of die het beginsel “geen ernstige afbreuk doen aan” met betrekking tot onder andere biodiversiteit of het klimaat niet eerbiedigen, tenzij dergelijke activiteiten of maatregelen strikt noodzakelijk zijn om de doelstellingen van de faciliteit te verwezenlijken, voor zover mogelijk in een door oorlog verscheurd land. Bij dergelijke activiteiten of maatregelen zou het bijvoorbeeld de voortzetting van economische activiteiten kunnen betreffen, of het lenigen van dringende behoeften op het gebied van herstel en wederopbouw. Er moet rekening worden gehouden met de noodzaak om de infrastructuur te herstellen en te moderniseren en de door de oorlog beschadigde natuurlijke omgeving op een veerkrachtige manier te herstellen. Deze activiteiten of maatregelen moeten in voorkomend geval gepaard gaan met passende maatregelen om schadelijke effecten te vermijden, te voorkomen of te verminderen en indien mogelijk te compenseren.

(31)

De faciliteit moet bijdragen tot de naleving van het VN-Raamverdrag inzake klimaatverandering (24) en de Overeenkomst van Parijs die in het kader van het verdrag is aangenomen (25) (de “Overeenkomst van Parijs”), het VN-Verdrag inzake biologische diversiteit (26) en het VN-Verdrag ter bestrijding van woestijnvorming in die landen die te kampen hebben met ernstige droogte en/of woestijnvorming, in het bijzonder in Afrika (27), en mag niet bijdragen tot aantasting van het milieu noch schade toebrengen aan het milieu of het klimaat. De in het kader van de faciliteit toegekende financiële middelen moeten stroken met de doelstelling op lange termijn om de gemiddelde mondiale temperatuurstijging ruim onder 2 °C te houden ten opzichte van het pre-industriële niveau en om ernaar te streven die stijging te beperken tot 1,5 °C boven het pre-industriële niveau. Zij moeten tevens stroken met de doelstelling om het vermogen tot aanpassing aan de negatieve gevolgen van de klimaatverandering te versterken en klimaatbestendigheid te bevorderen, en met de ondersteuning van het behoud van de biodiversiteit, de circulaire economie en nulvervuiling. Er moet bijzondere aandacht worden besteed aan activiteiten die positieve neveneffecten opleveren en aan meerdere doelstellingen voldoen, onder meer op het gebied van klimaat, biodiversiteit en milieu. In het licht van de enorme milieuschade die door de Russische aanvalsoorlog is ontstaan, zou de faciliteit kunnen bijdragen tot het aanpakken van de daaruit voortvloeiende uitdagingen. De faciliteit moet, voor zover mogelijk, bijdragen tot matiging van en aanpassing aan de klimaatverandering, tot milieubescherming, met inbegrip van het behoud van de biodiversiteit, en tot de groene transitie, of tot het aanpakken van de daaruit voortvloeiende uitdagingen. Die bijdrage moet, voor zover dat mogelijk is in een door oorlog verscheurd land, ten minste 20 % vertegenwoordigen van het totale bedrag van de steun in het kader van het investeringskader voor Oekraïne en investeringen in het kader van het Oekraïneplan. Dat bedrag moet worden berekend op basis van, voor zover van toepassing en passend, coëfficiënten die worden gebruikt in bestaande methodologieën voor klimaat en biodiversiteit, zoals met name in bijlage VI bij Verordening (EU) 2021/241 van het Europees Parlement en de Raad (28) en extra steunverleningsgebieden, zoals aangepast in het kader van de faciliteit.

(32)

De faciliteit moet ernaar streven het bewustzijn omtrent en de bestrijding van milieucriminaliteit in Oekraïne te verbeteren door de uitvoering van het Protocol van Kyiv betreffende registers inzake de uitstoot en overbrenging van verontreinigende stoffen te ondersteunen en te zorgen voor de naleving van de wetgeving inzake milieubescherming.

(33)

Maatregelen die in het kader van de faciliteit worden gefinancierd, moeten, voor zover mogelijk in een door oorlog verscheurd land, stroken met de klimaat- en milieunormen van de EU. In deze maatregelen moeten klimaatmitigatie en klimaatadaptatie, de bescherming van het milieu, mensenrechten, vrede, democratie, gendergelijkheid en non-discriminatie en, waar nodig, de beperking van het risico op rampen, en vooruitgang richting de doelstellingen voor duurzame ontwikkeling worden geïntegreerd. De in het kader van de faciliteit verleende steun moet tevens worden geleid door het beginsel dat “niemand aan zijn lot mag worden overgelaten” en streven naar een evenwichtige en op behoeften gebaseerde toewijzing en aanwending van de middelen.

(34)

Bij de uitvoering van deze verordening moeten de beginselen van gelijkheid, inclusiviteit en non-discriminatie, zoals uiteengezet in de strategieën voor een Unie van gelijkheid, richtinggevend zijn. Daarbij moeten geweld tegen vrouwen, gendergerelateerd geweld en huiselijk geweld worden voorkomen. Daarbij moet een zinvolle participatie van vrouwen in besluitvormingsprocessen worden aangemoedigd, moeten gendergelijkheid en de versterking van de positie van vrouwen en meisjes worden bevorderd, en moeten hun rechten worden beschermd en bevorderd, daarbij rekening houdend met de genderactieplannen van de EU en de desbetreffende conclusies van de Raad en internationale verdragen. De faciliteit moet helpen de uitdagingen op het gebied van sociale gezondheid aan te pakken, met inbegrip van geestelijke gezondheid, als een noodzaak voor een gezonde naoorlogse samenleving en met bijzondere aandacht voor kinderen. De uitvoering van de faciliteit moet in overeenstemming zijn met het VN-Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap (29) en moet zorgen voor de deelname van relevante belanghebbenden aan de besluitvormingsprocessen, alsook voor toegankelijkheid van haar investeringen en technische bijstand. De faciliteit moet ook in overeenstemming zijn met het VN-Verdrag inzake de rechten van het kind, en moet kinderen en jongeren als belangrijke aanjagers van verandering en als contribuanten aan de verwezenlijking van de Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling ondersteunen.

(35)

Het versterken van de rechtsstaat, waaronder de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht, ondersteuning van de inspanningen op het gebied van de-oligarchisatie en de bestrijding van corruptie en met name corruptie op hoog niveau, witwassen, belastingontwijking, belastingontduiking, belastingfraude en georganiseerde criminaliteit, versterking van de transparantie, met inbegrip van de toegang van het publiek tot informatie, goed bestuur op alle niveaus en de deelname van maatschappelijke organisaties, waaronder mensenrechtenorganisaties, bescherming van vrije en pluralistische media, en hervorming van het openbaar bestuur, onder meer op het gebied van overheidsopdrachten, mededinging en staatssteun blijven belangrijke uitdagingen die voor Oekraïne van wezenlijk belang zijn om dichter bij de Unie te komen en zich voor te bereiden op het volledig nakomen van de verplichtingen van het lidmaatschap van de Unie. Gezien het langetermijnkarakter van de hervormingen op die gebieden en de noodzaak om een staat van dienst op te bouwen, moet de steun uit hoofde van de faciliteit gebruikt worden om die kwesties zo spoedig mogelijk aan te pakken.

(36)

Volgens het beginsel van de participatieve democratie en met het oog op het versterken van controles en waarborgen moet de Unie de versterking van de parlementaire capaciteiten, het parlementair toezicht, democratische procedures en eerlijke vertegenwoordiging in Oekraïne aanmoedigen, evenals de zinvolle participatie door regio’s, gemeenten, en het maatschappelijk middenveld in alle fasen van het democratisch proces, waardoor een betere democratische controle mogelijk wordt. Het Oekraïneplan moet aantonen dat de zinvolle participatie van belanghebbenden is gepland en uitgevoerd door middel van raadplegingen, met voldoende redelijke termijnen, transparantie en duidelijke follow-upprocedures voor de geleverde input. In overeenstemming met de grondwettelijke orde van Oekraïne moet de Verchovna Rada in alle fasen van de levenscyclus van de faciliteit worden geïnformeerd en geraadpleegd. Er moet rekening worden gehouden met de resultaten van de door de Verchovna Rada over het Oekraïneplan gehouden debatten of uitgebrachte adviezen.

(37)

Betere strategische en operationele samenwerking op het gebied van veiligheid tussen de Unie en Oekraïne is van cruciaal belang voor een doeltreffende en doelmatige aanpak van bedreigingen voor de veiligheid, waaronder hybride dreigingen, zoals cyberdreigingen, evenals de weerbaarheid tegen desinformatie, buitenlandse informatiemanipulatie en inmenging, georganiseerde criminaliteit en terrorisme.

(38)

Activiteiten in het kader van de faciliteit moeten ook, in lijn met artikel 21, lid 2, punt c), VEU en in overeenstemming met de doelstellingen en beginselen van het Handvest van de Verenigde Naties, waar passend, steun verlenen aan vertrouwenwekkende maatregelen en processen ter bevordering van gerechtigheid, waarheidsvinding, alomvattende rehabilitatie na het conflict met het oog op een inclusieve, vreedzame samenleving, en herstel en waarborgen ter voorkoming van herhaling, evenals het verzamelen van bewijsmateriaal van tijdens de oorlog gepleegde misdaden en het beschikbaar stellen van de relevante bevindingen, naargelang het geval. Bijzondere aandacht moet uitgaan naar het ondersteunen van formele, informele en niet-formele vredeseducatie.

(39)

De steun in het kader van de faciliteit moet beschikbaar worden gesteld onder de voorwaarde dat Oekraïne doeltreffende democratische mechanismen en instellingen, waaronder een parlementair meerpartijenstelsel, en de rechtsstaat blijft eerbiedigen, en de eerbiediging van de mensenrechten, met inbegrip van de rechten van personen die tot minderheden behoren, blijft waarborgen.

(40)

De steun in het kader van de faciliteit, onder meer voor het proces van Oekraïne op weg naar toetreding, moet worden verleend om, op basis van vastgestelde criteria en met duidelijke voorwaarden, algemene en specifieke doelstellingen te bereiken.

(41)

De faciliteit moet onder meer als algemene doelstellingen hebben om Oekraïne te helpen de sociale, economische, psychologische en ecologische gevolgen van de oorlog aan te pakken; om bij te dragen aan de wederopbouw, met inbegrip van het vreedzaam herstel, en de vreedzame wederopbouw, reconstructie en modernisering, van het land; om sociale en territoriale cohesie, democratische, economische en ecologische veerkracht, en geleidelijke integratie in de economie en markten van de Unie en de wereld, alsmede een opwaartse economische, sociale en ecologische convergentie naar de normen van de Unie, te bevorderen, en om Oekraïne voor te bereiden op het toekomstige lidmaatschap van de Unie door het toetredingsproces te ondersteunen. Deze doelstellingen moeten worden nagestreefd op een wederzijds versterkende manier.

(42)

In overeenstemming met de Europese pijler van sociale rechten moet de faciliteit solidariteit, integratie en sociale rechtvaardigheid ondersteunen met het oog op het scheppen en handhaven van hoogwaardige werkgelegenheid en duurzame en inclusieve groei, het waarborgen van gelijkheid van en toegang tot kansen, onderwijs en sociale bescherming, het beschermen van groepen in kwetsbare situaties en het verbeteren van de levensstandaard. De faciliteit moet ook bijdragen tot de bestrijding van armoede en werkloosheid, hoogwaardige banen opleveren en tot de inclusie en integratie van kansarme groepen leiden. De faciliteit moet kansen voorzien om te investeren in vaardigheden, onder meer door middel van beroepsonderwijs en -opleiding, met als doel de beroepsbevolking voor te bereiden op de duale digitale en groene transitie. Bovendien moet de faciliteit het versterken van de sociale dialoog, infrastructuur en diensten mogelijk maken.

(43)

De faciliteit moet zorgen voor samenhang en complementariteit met de algemene doelstellingen van het externe optreden van de Unie als vastgesteld in artikel 21 VEU, met inbegrip van de eerbiediging van de grondrechten en -beginselen en de bescherming en bevordering van de mensenrechten, de democratie en de grondbeginselen van de rechtsstaat, onder meer op het gebied van corruptiebestrijding, justitie, openbaar bestuur, goed bestuur en transparantie en verantwoordingsplicht.

(44)

Gezien de onzekerheden in verband met de Russische aanvalsoorlog moet de faciliteit een flexibel instrument zijn waarmee de Unie aan de behoeften van Oekraïne kan voldoen door middel van een gediversifieerd instrumentarium dat voorziet in financiering van de Oekraïense staat, ondersteuning voor herstel- en wederopbouwprioriteiten op korte termijn, ondersteuning voor investeringen en toegang tot financiering, evenals technische bijstand en capaciteitsopbouw en andere relevante activiteiten.

(45)

De steun van de Unie moet worden opgebouwd rond drie pijlers, namelijk een pijler voor financiële steun aan Oekraïne voor de uitvoering van hervormingen en investeringen, alsook voor het behoud van de macrofinanciële stabiliteit van het land, zoals uiteengezet in het Oekraïneplan; een pijler van een investeringskader voor Oekraïne om investeringen aan te trekken en de toegang tot financiering te verbeteren, en een pijler voor toetredingsbijstand om technische expertise en capaciteitsopbouw te mobiliseren.

(46)

Aangezien de behoeften op het gebied van herstel, wederopbouw en modernisering van Oekraïne aanzienlijk zijn en daarin niet alleen met de begroting van de Unie kan worden voorzien, moeten zowel openbare als particuliere investeringen een rol spelen bij het aanpakken van deze behoeften. De faciliteit moet het aantrekken van zowel openbare als particuliere investeringen tijdig mogelijk maken de mogelijkheid te bieden om de steun voor investeringen in wederopbouw op lange termijn op te voeren wanneer de omstandigheden dit toelaten, rekening houdend met het uitvoerings- en opnamevermogen van Oekraïne. Het aantrekken van particuliere investeringen via de faciliteit moet bijdragen tot het concurrentie- en innovatievermogen van Oekraïne op de lange termijn.

(47)

Rusland moet volledig ter verantwoording worden geroepen en moet betalen voor de enorme schade die is veroorzaakt door zijn aanvalsoorlog tegen Oekraïne, die een flagrante schending van het Handvest van de Verenigde Naties is. De Unie en haar lidstaten moeten, in nauwe samenwerking met andere internationale partners, blijven ijveren voor dit doel, in overeenstemming met het recht van de Unie en het internationaal recht, rekening houdend met de ernstige schending door Rusland van het verbod op het gebruik van geweld zoals vastgelegd in artikel 2, lid 4, van het Handvest van de Verenigde Naties en het beginsel inzake staatsverantwoordelijkheid voor internationaal onrechtmatige daden, met inbegrip van de verplichting om de veroorzaakte financieel te beoordelen schade te vergoeden. Het is belangrijk dat, onder meer, in overleg met de internationale partners, vooruitgang wordt geboekt met de wijze waarop uitzonderlijke opbrengsten in handen van particuliere entiteiten die rechtstreeks voortkomen uit de geïmmobiliseerde Russische tegoeden kunnen worden bestemd ter ondersteuning van Oekraïne en het herstel en de wederopbouw van het land, op een wijze die strookt met de toepasselijke contractuele verplichtingen en in overeenstemming met het Unie- en het internationaal recht.

(48)

Het totale maximumbedrag van steun van de Unie in het kader van de faciliteit moet 50 miljard EUR in lopende prijzen bedragen voor de periode van 2024 tot en met 2027 voor alle soorten steun. Gezien de veranderende omstandigheden en de doelstellingen van de faciliteit zelf moet bij de steun van de Unie worden gezorgd voor een evenwicht tussen flexibiliteit en programmeerbaarheid.

(49)

Wat de steun van de Unie betreft, anders dan in de vorm van leningen, moet deze verordening worden gefinancierd door en van toepassing zijn op een wijze die strookt met de reserve voor Oekraïne, als bepaald in Verordening (EU, Euratom) 2020/2093 (30) van de Raad, tot een maximumbedrag van 17 miljard EUR voor de periode 2024 tot en met 2027. Dat maximumbedrag vormt voor het Europees Parlement en de Raad in de loop van de jaarlijkse begrotingsprocedure niet het voornaamste referentiebedrag in de zin van punt 18 van het Interinstitutioneel Akkoord van 16 december 2020 tussen het Europees Parlement, de Raad van de Europese Unie en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer, alsmede betreffende nieuwe eigen middelen, met inbegrip van een routekaart voor de invoering van nieuwe eigen middelen (31). Er kunnen potentiële ontvangsten worden gegenereerd op grond van de toepasselijke rechtshandelingen betreffende het gebruik van uitzonderlijke opbrengsten in handen van particuliere entiteiten die rechtstreeks voortkomen uit geïmmobiliseerde tegoeden van de centrale bank van Rusland.

(50)

Overeenkomstig artikel 10 ter van Verordening (EU, Euratom) 2020/2093 van de Raad moet de beschikbaarstelling van de reserve voor Oekraïne het mogelijk maken om een jaarlijks maximumbedrag voor steun, anders dan in de vorm van leningen, van 5 miljard EUR te verstrekken. Het ongebruikte deel van het jaarlijkse maximumbedrag van de steun, anders dan in de vorm van leningen, moet beschikbaar blijven voor het resterende deel van de periode waarvoor de faciliteit is opgericht.

(51)

In het kader van de beperkende maatregelen van de Unie die op grond van artikel 29 VEU en artikel 215, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) zijn vastgesteld, mogen direct noch indirect fondsen of economische middelen beschikbaar worden gesteld aan of ten behoeve van aangewezen rechtspersonen, entiteiten of organen. Dergelijke aangewezen rechtspersonen, entiteiten of organen, en rechtspersonen, entiteiten of organen die daarvan eigendom zijn of onder hun zeggenschap staan, kunnen bijgevolg geen steun uit de faciliteit ontvangen.

(52)

De vastleggingskredieten en de overeenkomstige betalingskredieten uit de reserve voor Oekraïne moeten jaarlijks in de begroting worden vrijgemaakt boven de maxima van het meerjarig financieel kader.

(53)

Voor het deel van de steun in het kader de faciliteit dat in de vorm van leningen wordt verstrekt, is het passend de garantie van de Uniebegroting uit te breiden tot de financiële bijstand die aan Oekraïne ter beschikking wordt gesteld en die is toegestaan overeenkomstig artikel 220, lid 1, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad (32). Bijgevolg worden met Verordening (EU, Euratom) 2020/2093 van de Raad de nodige kredieten in de begroting van de Unie ter beschikking gesteld boven de maxima van het meerjarig financieel kader voor financiële bijstand aan Oekraïne die beschikbaar is tot en met eind 2027.

(54)

Met inachtneming van het jaarperiodiciteitsbeginsel van de begroting van de Unie, moet worden voorzien dat de flexibiliteitsmaatregelen waarin Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 voorziet, kunnen worden toegepast op ander beleid, met name voor overdrachten en nieuwe vastleggingen van middelen, teneinde de middelen van de Unie efficiënt te gebruiken en waardoor optimaal gebruik wordt gemaakt van de in het kader van de faciliteit beschikbare middelen van de Unie.

(55)

Beperkingen met betrekking tot de subsidiabiliteit in gunningsprocedures in het kader van de faciliteit moeten worden voorzien wanneer dat passend is gezien de specifieke aard van de activiteit of wanneer de activiteit de veiligheid of de openbare orde schaadt.

(56)

Om de efficiënte uitvoering van de faciliteit te waarborgen, is het nodig dat Oekraïne openbare toegang verstrekt tot de informatie over de financieringsmogelijkheden in het kader van de faciliteit en zorgen voor vrije en eerlijke mededinging bij aanbestedingsprocedures en toekenningprocedures van subsidies op grond van de faciliteit. De faciliteit moet bijdragen tot het vergemakkelijken van de integratie van Oekraïne in de Europese waardeketens, moeten alle in het kader van de faciliteit gefinancierde en aangekochte leveringen en materialen afkomstig zijn uit de lidstaten, Oekraïne, de partners van de Westelijke Balkan, Georgië en Moldavië, partijen bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en landen die Oekraïne een niveau van steun verlenen dat vergelijkbaar is met dat van de Unie, rekening houdend met de omvang van hun economie, en waarvoor wederzijdse toegang tot externe bijstand in Oekraïne is vastgesteld door de Commissie, tenzij de leveringen en materialen in geen van die landen tegen redelijke voorwaarden kunnen worden ingekocht. In dat laatste geval moet de Commissie de Raad daarvan op de hoogte houden.

(57)

De Unie moet ervoor zorgen dat de beschikbare middelen zo efficiënt mogelijk worden gebruikt, zodat haar externe optreden optimaal effect sorteert. Dat moet worden bereikt door middel van samenhang, overeenstemming en complementariteit met de overige externe financieringsinstrumenten van de Unie, en door middel van synergieën met andere beleidsmaatregelen en programma’s van de Unie. Met het oog op een maximaal effect van gecombineerde steunmaatregelen ten behoeve van een gemeenschappelijk doel moet de faciliteit bijdragen aan activiteiten in het kader van andere programma’s, zonder dat dit leidt tot overlapping van steunmaatregelen.

(58)

De Unie moet een multilaterale, op regels en waarden gebaseerde benadering van mondiale goederen en uitdagingen bevorderen en in dat verband samenwerken met de lidstaten, partnerlanden, internationale organisaties en andere donoren.

(59)

Gezien de noodzaak om de internationale steun voor het herstel, de wederopbouw en de modernisering van Oekraïne te coördineren, moeten de lidstaten, derde landen, internationale organisaties, internationale financiële instellingen of andere bronnen aan de uitvoering van de faciliteit kunnen bijdragen. Dergelijke bijdragen moeten volgens dezelfde regels en voorwaarden worden uitgevoerd en moeten externe bestemmingsontvangsten vormen in de zin van artikel 21, lid 2, punt a), ii), punt d) en punt e), van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046. De steun in het kader van de faciliteit moet, voor zover mogelijk, worden ingebed in de internationale inspanningen voor een algemene financiële architectuur voor het herstel van Oekraïne en worden gecoördineerd met de betrokken donoren en internationale financiële instellingen.

(60)

De Commissie en de lidstaten moeten zorgen voor de samenhang, consistentie, complementariteit en transparantie van hun steun, met name door met de belanghebbenden regelmatig overleg te plegen en frequent informatie uit te wisselen in de verschillende fasen van de steuncyclus, ook op lokaal en regionaal niveau. Gezien de aanwezigheid van diverse internationale donoren moeten de noodzakelijke maatregelen worden genomen om de coördinatie en de complementariteit met andere donoren te verbeteren, onder meer door regelmatig overleg en strategische contacten. In dit verband moet het multi-institutioneel donorcoördinatieplatform voor Oekraïne worden gebruikt als een reeds opgericht forum voor dergelijke uitwisseling.

(61)

Op deze verordening dienen de horizontale financiële regels die het Europees Parlement en de Raad op basis van artikel 322 VWEU hebben vastgesteld, van toepassing te zijn. Die regels zijn neergelegd in Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 en bepalen met name de procedures voor het opstellen en uitvoeren van de begroting van de Unie door middel van subsidies, aanbestedingen, prijzen, indirect beheer, financieringsinstrumenten, begrotingsgaranties, financiële bijstand en de vergoeding van externe deskundigen, en voorzien in controles op de verantwoordelijkheid van financiële actoren.

(62)

De financieringsvormen en uitvoeringswijzen uit hoofde van deze verordening moeten worden gekozen op basis van hun vermogen om de doelstellingen van de faciliteit te verwezenlijken en resultaten te boeken, waarbij met name rekening moet worden gehouden met de kosten van controles, administratieve lasten en het verwachte risico van niet-naleving. Daarbij moet het gebruik van vaste bedragen, financiering volgens een vast percentage en eenheidskosten worden overwogen, alsmede niet aan de kosten gekoppelde financiering als bedoeld in artikel 125, lid 1, punt a); van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046.

(63)

Er moet een kaderovereenkomst met Oekraïne worden gesloten om de beginselen van de financiële samenwerking tussen de Unie en Oekraïne vast te leggen, met inbegrip van de nodige mechanismen om de uitgaven in de hand te houden en te controleren, en om ervoor te zorgen dat Oekraïne een hoog niveau van bescherming van de financiële belangen van de Unie bereikt dat vergelijkbaar is met dat van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 en andere daarmee verband houdende wetgeving van de Unie (de “kaderovereenkomst”). Daarnaast moeten er financierings- en leningsovereenkomsten met Oekraïne worden gesloten, in voorkomend geval afhankelijk van de betrokken pijler, om de voorwaarden voor het vrijmaken van middelen vast te stellen.

(64)

In afwijking van artikel 209, lid 3, eerste, tweede en vierde alinea, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 is het passend dat terugbetalingen en inkomsten die gegenereerd worden door een financieringsinstrument dat krachtens deze verordening wordt ondersteund, interne bestemmingsontvangsten vormen voor de faciliteit of het vervolgprogramma ervan.

(65)

In afwijking van artikel 213, lid 4, punt a), van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 is het passend dat een overschot van de voorziening voor de garantie voor Oekraïne interne bestemmingsontvangsten vormen voor de faciliteit of het vervolgprogramma ervan.

(66)

In het kader van pijler I van de faciliteit moet financiering worden verstrekt ter ondersteuning van de uitvoering van het Oekraïneplan waarin de hervormings- en investeringsagenda van Oekraïne wordt uiteengezet met het oog op de verwezenlijking van de algemene en specifieke doelstellingen van de faciliteit, die ook in een economisch en fiscaal beleidskader moet worden geïntegreerd. Financiering in het kader van pijler I moet worden verstrekt wanneer naar tevredenheid is voldaan aan de voorwaarden die in het Oekraïneplan zijn uiteengezet.

(67)

Oekraïne moet het Oekraïneplan opstellen als een samenhangende, alomvattende en voldoende evenwichtige oplossing voor de wederopbouw en modernisering van Oekraïne, ter ondersteuning van zijn economisch, sociaal en ecologisch herstel, zijn duurzame ontwikkeling en zijn vorderingen op weg naar toetreding tot de Unie. Het Oekraïneplan zou als zodanig ook een basis bieden voor andere donoren om de prioritaire financieringsgebieden voor de wederopbouw van Oekraïne in kaart te brengen en de verantwoordelijkheid, samenhang en aanvullende bijdragen daartoe te bevorderen. Met het oog daarop moet Oekraïne ervoor zorgen dat het opgestelde Oekraïneplan op geïntegreerde wijze aan zijn behoeften op het gebied van herstel, wederopbouw en modernisering voldoet, en aangeven in welke mate de maatregelen van het Oekraïneplan naar verwachting door de Unie via de faciliteit zullen worden gefinancierd. Bij de voorbereiding van het Oekraïneplan moet Oekraïne rekening houden met de steun die wordt verleend in het kader van andere programma’s van de Unie, evenals met de steun van andere donoren. Bij de ontwikkeling van zijn Oekraïneplan dient Oekraïne ervoor te zorgen dat andere donoren kunnen bijdragen aan de ondersteuning van de maatregelen van het Oekraïneplan, onder meer door de in het kader van de faciliteit beschikbare middelen te verhogen. Het Oekraïneplan moet zorgen voor een goede coördinatie en complementariteit met de betrokken donoren en internationale financiële instellingen.

(68)

Hoewel het Oekraïneplan de basis moet vormen voor de in het kader van pijler I van de faciliteit verstrekte steun, moet het ook een referentie zijn voor de in het kader van pijlers II en III van de faciliteit verstrekte steun. De maatregelen die in het kader van de pijlers II en III worden gefinancierd, moeten de doelstellingen en de uitvoering van het Oekraïneplan ondersteunen.

(69)

Het Oekraïneplan moet hervormings- en investeringsmaatregelen bevatten, samen met de kwalitatieve en kwantitatieve stappen die een bevredigende uitvoering van die maatregelen bereiken, en een indicatief tijdschema voor de uitvoering ervan. Maatregelen die vanaf 1 januari 2023 zijn ingegaan, moeten bij wijze van uitzondering in aanmerking komen.

(70)

Het Oekraïneplan moet voorwaarden bevatten die de verwachte vooruitgang in de uitvoering van de daarin opgenomen maatregelen weergeven. Deze voorwaarden moeten de vorm aannemen van kwalitatieve of kwantitatieve stappen. Deze stappen moeten uiterlijk op 31 december 2027 worden uitgevoerd, hoewel het mogelijk moet zijn dat de algehele voltooiing van de maatregelen waarop dergelijke stappen betrekking hebben, zich tot na 2027 uitstrekt. Gezien de noodzaak om de macrofinanciële stabiliteit van Oekraïne te waarborgen en tegelijkertijd zijn herstel-, wederopbouw- en moderniseringsinspanningen met het oog op de toetreding tot de Unie te ondersteunen, moet het Oekraïneplan met name voorwaarden bevatten die verband houden met essentiële vereisten, zoals macrofinanciële stabiliteit, begrotingstoezicht en beheer van de overheidsfinanciën, die zo kunnen worden gedefinieerd dat ze bevredigende vooruitgang op weg naar verwezenlijking weerspiegelen, en sectorale en structurele hervormingen en investeringen. Betalingen moeten dienovereenkomstig worden gestructureerd op basis van dergelijke categorieën voorwaarden, die de doelstellingen van de faciliteit weergeven.

(71)

Bij de voorbereiding en uitvoering door Oekraïne van het Oekraïneplan moet met name rekening worden gehouden met de situatie in de regio’s en gemeenten van Oekraïne, met het oog op hun specifieke behoeften op het gebied van herstel en wederopbouw, hervorming, modernisering en decentralisatie, een en ander in zinvol overleg met regionale, lokale, stedelijke en andere overheidsinstanties alsook maatschappelijke organisaties, in overeenstemming met het beginsel van meerlagig bestuur en rekening houdend met een bottom-upbenadering. Indien deze voorhanden zijn, moet rekening worden gehouden met lokale herstelplannen. In dit verband moet het Oekraïneplan met name de economische, sociale, ecologische en territoriale ontwikkeling van de regio’s en gemeenten van Oekraïne bevorderen en de decentralisatiehervorming in heel Oekraïne en de convergentie met de normen van de Unie ondersteunen. Het Oekraïneplan moet er ook voor zorgen dat subnationale overheden, met name gemeenten, worden betrokken bij de besluitvorming over het gebruik van steun in het wederopbouwproces op lokaal niveau, en dat de door deze overheden geselecteerde en uitgevoerde wederopbouwprojecten een voldoende substantieel deel van de steun uitmaken.

(72)

De voltooiing van een decentraliseringshervorming als duurzaam en onomkeerbaar element van meerlagig bestuur in Oekraïne is een belangrijke prioriteit. Die hervorming moet een duidelijke afbakening van de bevoegdheden tussen het centrale en het lokale niveau omvatten, passende interne structuren voor gemeentelijke overheden en een evenredig kader voor toezicht op lokale overheden in overeenstemming met het Europees Handvest inzake lokale autonomie, alsook de voortzetting van de werkzaamheden voor het verlenen van rechtspersoonlijkheid aan gemeenten op grond van het publiekrecht, op basis van de Europese praktijk en in lijn met de grondwettelijke orde van Oekraïne.

(73)

Het Oekraïneplan moet ook een gedetailleerde toelichting bevatten op het systeem en de geplande maatregelen van Oekraïne om onregelmatigheden, corruptie en in het bijzonder fraude, alle vormen van corruptie, met inbegrip van corruptie op hoog niveau of andere onwettige activiteiten die de financiële belangen van de Unie schaden en belangenconflicten doeltreffend te voorkomen, op te sporen en te corrigeren, een gedetailleerde toelichting van het systeem en de geplande maatregelen om strafbare feiten met negatieve gevolgen voor de in het kader van de faciliteit verstrekte middelen doeltreffend te onderzoeken en vervolgen, en een gedetailleerde toelichting van de regelingen om dubbele financiering van dezelfde uitgaven uit de faciliteit en uit andere Unieprogramma’s of door andere donoren te voorkomen. De maatregelen in het kader van het Oekraïneplan moeten, in voorkomend geval, bijdragen tot een doeltreffend en transparant beheers- en controlesysteem. Dergelijke maatregelen moeten door Oekraïne worden uitgevoerd vóór een indicatieve datum die, naargelang de maatregel, gedurende de looptijd van de faciliteit kan worden vastgesteld.

(74)

De Commissie moet het Oekraïneplan beoordelen op basis van de in deze verordening uiteengezette lijst van criteria. Bij een positieve beoordeling van het Oekraïneplan dient de Commissie een voorstel in ter goedkeuring van het Oekraïneplan door de Raad.

(75)

Gezien de onzekerheden en de behoefte aan flexibiliteit bij de uitvoering van de faciliteit moet Oekraïne bij de Commissie een met redenen omkleed verzoek kunnen indienen om een voorstel tot wijziging van het uitvoeringsbesluit van de Raad tot goedkeuring van de beoordeling van het Oekraïneplan in te dienen, wanneer het Oekraïneplan, met inbegrip van de relevante kwalitatieve en kwantitatieve stappen, vanwege objectieve omstandigheden, geheel of gedeeltelijk niet meer haalbaar is voor Oekraïne. De Commissie moet, in overleg met Oekraïne, ook een voorstel kunnen indienen tot wijziging van het uitvoeringsbesluit van de Raad, met name om rekening te houden met veranderingen in de omstandigheden die een verhoging van de ambitie rechtvaardigen of een wijziging van de beschikbare bedragen. Oekraïne moet ook een met redenen omkleed verzoek tot wijziging van het Oekraïneplan kunnen indienen, onder meer door indien nodig aanvullingen voor te stellen, om rekening te houden met aanvullende financiering, ter beschikking gesteld door andere donoren of uit andere bronnen.

(76)

Financiële steun voor het Oekraïneplan moet mogelijk zijn in de vorm van een lening. Gezien de dringende financieringsbehoeften van Oekraïne is het passend financiële bijstand te organiseren in het kader van de gediversifieerde financieringsstrategie van artikel 220 bis van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046, die daarin als één enkele financieringsmethode is vastgelegd en waarvan verwacht wordt dat zij zal zorgen voor een grotere liquiditeit van obligaties van de Unie en de uitgiften van de Unie aantrekkelijker en kostenefficiënter zal maken.

(77)

Gezien de situatie van Oekraïne als gevolg van de Russische aanvalsoorlog, en om het land te ondersteunen op zijn traject naar stabiliteit op lange termijn, is het passend om Oekraïne leningen tegen zeer gunstige voorwaarden te verstrekken met een maximale looptijd van 35 jaar, waarvan de aflossing van de hoofdsom niet vóór 2034 begint. Het is tevens passend af te wijken van artikel 220, lid 5, punt e), van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 en de Unie de mogelijkheid te geven om, voor de periode van 1 januari 2024 tot en met 31 december 2027, de rentekosten (financieringskosten en kosten van liquiditeitsbeheer) te dekken en de administratieve kosten (algemene beheerskosten) die anders door Oekraïne zouden worden gedragen, kwijt te schelden. De subsidie voor financieringskosten moet worden verleend als een instrument dat passend wordt geacht om de doeltreffendheid van de steun in het kader van de faciliteit te garanderen in de zin van artikel 220, lid 1, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046.

(78)

Oekraïne moet elk jaar om rentesubsidie en kwijtschelding van administratieve kosten kunnen verzoeken.

(79)

In afwijking van artikel 31, lid 3, van Verordening (EU) 2021/947 mogen de financiële verplichtingen die voortvloeien uit de krachtens deze verordening verstrekte leningen niet worden gedragen door de garantie voor extern optreden, vastgesteld bij die verordening. Steun in de vorm van leningen in het kader van de faciliteit moet financiële bijstand vormen in de zin van artikel 220, lid 1, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046. Met het oog op de financiële risico’s en de budgettaire dekking mogen geen voorzieningen worden gevormd voor de steun in de vorm van leningen in het kader van de faciliteit, die boven de maxima moet worden gegarandeerd, en mag, in afwijking van artikel 211, lid 1, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046, geen voorzieningspercentage worden vastgesteld.

(80)

Het is belangrijk zowel flexibiliteit en programmeerbaarheid als stabiliteit te garanderen bij het verlenen van steun van de Unie aan Oekraïne. Daartoe moeten betalingen in het kader van de faciliteit plaatsvinden volgens een vast kwartaalschema, afhankelijk van de beschikbaarheid van financiering, op basis van een door Oekraïne ingediend betalingsverzoek en nadat de Commissie heeft beoordeeld of naar behoren aan desbetreffende voorwaarden is voldaan. Indien deze beoordeling positief is, moet de Commissie onverwijld een voorstel indienen voor een uitvoeringsbesluit van de Raad waarbij wordt vastgesteld dat op bevredigende wijze aan de betalingsvoorwaarden is voldaan. Op basis van dat uitvoeringsbesluit van de Raad moet de Commissie dan een besluit vaststellen waarbij de uitbetaling wordt goedgekeurd. Indien aan een voorwaarde niet is voldaan overeenkomstig het indicatieve tijdschema dat is vastgesteld bij het besluit tot goedkeuring van het Oekraïneplan, moet de Commissie op de betaling een bedrag in mindering brengen dat overeenkomt met die voorwaarden, volgens een methodiek voor gevallen van gedeeltelijke nakoming. De uitbetaling van de overeenkomstige ingehouden middelen zou kunnen plaatsvinden tijdens de volgende betaalperiode en tot twaalf maanden na de oorspronkelijke uiterste termijn die in het indicatieve tijdschema is vastgelegd, mits aan de voorwaarden is voldaan.

(81)

Om ervoor te zorgen dat Oekraïne toegang heeft tot voldoende financiering om te voorzien in zijn behoeften aan macrofinanciële stabiliteit en om het herstel, de wederopbouw en de modernisering van het land op gang te brengen, moet Oekraïne toegang hebben tot maximaal 7 % van de leningsteun in de vorm van voorfinanciering, afhankelijk van de beschikbaarheid van financiering en de naleving van de voorwaarde voor steun aan Oekraïne in het kader van de faciliteit.

(82)

In afwijking van artikel 116, leden 2 en 5, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 is het passend om de betalingstermijn vast te stellen vanaf de datum van mededeling van het besluit waarmee de uitbetaling aan Oekraïne wordt goedgekeurd en om de betaling van vertragingsrente door de Commissie aan Oekraïne uit te sluiten.

(83)

Gezien de noodzaak om de macrofinanciële stabiliteit van Oekraïne te blijven garanderen, is het passend dat, indien de kaderovereenkomst niet wordt ondertekend of het Oekraïneplan niet wordt aangenomen, aan Oekraïne voor een periode van maximaal zes maanden, met ingang van 1 januari 2024, uitzonderlijke steun wordt verleend. Als voorwaarde voor die steun moet gelden dat Oekraïne voldoende vooruitgang heeft geboekt bij de opstelling van het Oekraïneplan en dat wordt voldaan aan de voorwaarden van een tussen de Commissie en Oekraïne overeen te komen memorandum van overeenstemming (MoU). In het MoU moeten met name de beleidsvoorwaarden, de indicatieve financiële planning en de rapportagevereisten worden vastgelegd, een en ander in verhouding tot de duur van de financiering. De beleidsvoorwaarden moeten de naleving van de beginselen van goed financieel beheer, met bijzondere aandacht voor corruptiebestrijding en de bestrijding van witwassen, omvatten, alsmede maatregelen om het beheer van de inkomsten te verbeteren, en moeten voortbouwen op de maatregelen die Oekraïne reeds in het kader van eerdere programma’s voor macrofinanciële bijstand heeft uitgevoerd.

(84)

Transparantie bij de uitvoering van de faciliteit is een belangrijke vereiste van de steun van de Unie. Oekraïne moet tweemaal per jaar gegevens publiceren over personen en entiteiten die financieringsbedragen ontvangen van in totaal meer dan 100 000 EUR voor de uitvoering van hervormingen en investeringen die in het Oekraïneplan zijn gespecificeerd. Die gegevens mogen, mits dit naar behoren wordt gemotiveerd, niet worden gepubliceerd wanneer bekendmaking afbreuk dreigt te doen aan de rechten en vrijheden van de betrokken personen of entiteiten of de commerciële belangen van ontvangers dreigt te schaden. De kaderovereenkomst moet nauwkeurige regels en een tijdschema bevatten voor de verzameling van gegevens door Oekraïne, voor de vorm van die gegevens en voor de toegang van de Commissie, het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF), de Europese Rekenkamer en, indien van toepassing, het Europees Openbaar Ministerie (“het EOM”) tot die gegevens.

(85)

In het kader van pijler II van de faciliteit moet een investeringskader worden opgezet ter ondersteuning van investeringen in herstel en wederopbouw door Oekraïense autoriteiten, bedrijven uit de particuliere sector, gemeenten, staatsbedrijven of andere actoren (het “investeringskader voor Oekraïne”). In het investeringskader voor Oekraïne moeten de in het Oekraïneplan vastgelegde prioriteiten aan bod komen, en de doelstellingen en de uitvoering ervan worden ondersteund. Het investeringskader voor Oekraïne moet de Oekraïense autoriteiten in voorkomend geval bij het beheer ervan betrekken.

(86)

Het investeringskader voor Oekraïne moet een geïntegreerd financieringspakket vormen dat voorziet in financieringscapaciteit in de vorm van financieringsinstrumenten, begrotingsgaranties en blendingverrichtingen in Oekraïne. De steun uit hoofde van het investeringskader voor Oekraïne moet in via indirect beheer worden uitgevoerd, waarbij met name gebruik moet worden gemaakt van de financiële en technische capaciteit van internationale financiële instellingen, Europese instellingen voor ontwikkelingsfinanciering, bilaterale Europese financiële instellingen en exportkredietinstellingen, met inbegrip van hun deelname aan het risico van investeringen met eigen middelen. Gezien de omvang van de investeringen in herstel en wederopbouw in Oekraïne die risicodeling vereisen, is het noodzakelijk dat de Unie een speciale garantiecapaciteit tot stand brengt (de “garantie voor Oekraïne”). Door de garantie voor Oekraïne gedekte verrichtingen worden uitgevoerd overeenkomstig artikel 208, lid 4, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046. Exportkredietinstellingen en andere financiële instellingen die handelsbevorderende ondersteuning bieden, kunnen optreden als financiële intermediairs. Bij de uitvoering en het beheer van de garantie voor Oekraïne moet de Commissie zorgen voor nauwe coördinatie met de steun die wordt verleend in het kader van het Europees Fonds voor duurzame ontwikkeling + , vastgesteld bij Verordening (EU) 2021/947. De garantie voor Oekraïne moet ten goede komen aan statelijke, substatelijke, niet-commerciële en commerciële entiteiten en de particuliere sector.

(87)

Gezien haar rol uit hoofde van de Verdragen moet de EIB een partner zijn bij de uitvoering van verrichtingen in het kader van de garantie voor Oekraïne. Daarom moet de EIB-groep tot en met 31 december 2025 worden belast met de implementatie van een specifiek indicatief minimumbedrag van 25 % van de garantie voor Oekraïne voor verrichtingen met statelijke en niet-commerciële substatelijke tegenpartijen. Na die datum moet het ongebruikte deel van de specifieke bedragen beschikbaar komen voor alle in aanmerking komende tegenpartijen en voor alle soorten verrichtingen teneinde te waarborgen dat de garantie voor Oekraïne volledig wordt benut.

(88)

De in aanmerking komende tegenpartijen moeten de Commissie op verzoek alle aanvullende informatie verstrekken die nodig is om aan de verplichtingen van de Commissie krachtens deze verordening te voldoen, samen met informatie over de eerbiediging van de mensenrechten en sociale, arbeids- en milieunormen.

(89)

Alle in aanmerking komende tegenpartijen en in aanmerking komende, met de uitvoering belaste entiteiten moeten zich tot het uiterste inspannen om corrupte praktijken, favoritisme of onbehoorlijke regionale of sectorale concentratie van de toewijzing of het gebruik van middelen te voorkomen, te melden en tegen te gaan, en moeten, in voorkomend, geval specifieke rapportage en controles met betrekking tot die aspecten voorschrijven.

(90)

De flexibiliteit van de steun in het kader van de faciliteit moet worden vergroot door te voorzien in een flexibele uitvoering van de garantie voor Oekraïne, die geleidelijk kan worden verstrekt. Het is passend af te wijken van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 om het mogelijk te maken dat het bedrag van de opgebouwde voorziening tot en met 31 december 2027 gelijk is aan het bedrag van de voorziening dat overeenkomt met de toegekende garantie in plaats van aan het bedrag van de totale voorziening. Als onderdeel van de afwijking moet het ook mogelijk zijn de voorziening geleidelijk op te bouwen om de voortgang bij de selectie en uitvoering van de financierings- en investeringsverrichtingen ter ondersteuning van de doelstellingen van de faciliteit weer te geven.

(91)

Om de middelen in het kader van pijler II efficiënt te gebruiken, moet aan de Commissie de bevoegdheid worden overgedragen om overeenkomstig artikel 290 VWEU handelingen vast te stellen ten aanzien van de wijziging van het voorzieningspercentage voor de garantie voor Oekraïne. Het is van bijzonder belang dat de Commissie tijdens haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadpleging overgaat, onder meer op deskundigenniveau, en dat die raadplegingen gebeuren in overeenstemming met de beginselen die zijn vastgelegd in het Interinstitutioneel Akkoord over beter wetgeven van 13 april 2016 (33). Met name om te zorgen voor gelijke deelname aan de voorbereiding van gedelegeerde handelingen ontvangen het Europees Parlement en de Raad alle documenten op hetzelfde tijdstip als de deskundigen van de lidstaten, en hebben hun deskundigen systematisch toegang tot de vergaderingen van de deskundigengroepen van de Commissie die zich bezighouden met de voorbereiding van de gedelegeerde handelingen.

(92)

Om particuliere investeringen en de ontwikkeling van kleine en middelgrote ondernemingen te vergemakkelijken, moet minstens 15 % van de door de garantie voor Oekraïne verstrekte garanties worden bestemd voor micro, kleine en middelgrote ondernemingen (kmo’s), zoals gedefinieerd in artikel 2 van de bijlage bij Aanbeveling 2003/361/EG van de Commissie (34), met inbegrip van startende ondernemingen, en moet de toewijzing van dat deel van de middelen worden gevolgd en moet hierover worden gerapporteerd.

(93)

In het kader van pijler III van de faciliteit moet de steun voornamelijk gericht zijn op geleidelijke aanpassing aan de regels, normen, beleidsmaatregelen en praktijken van de Unie (“acquis”) met het oog op het toekomstige lidmaatschap van de Unie, en zo bijdragen tot de uitvoering van het Oekraïneplan. Bij dit proces moet ook rekening worden gehouden met relevante aanbevelingen van internationale organen, zoals de Raad van Europa en de Commissie van Venetië. De steun moet ook gericht zijn op het versterken van democratische en rechterlijke instanties, waaronder de rechtbanken, en van de capaciteit van belanghebbenden, waaronder de lokale en regionale overheden, sociale partners en maatschappelijke organisaties, ook met betrekking tot hun rol inzake het uitoefenen van publieke controle.

(94)

Middelen uit pijler III moeten ook worden gebruikt om de financieringskosten van de faciliteit te financieren, evenals de vastgestelde financieringskosten en voorzieningen voor begrotingsgaranties die voortvloeien uit eerdere steun voor Oekraïne.

(95)

Overeenkomstig Verordening (EU, Euratom) nr. 883/2013 van het Europees Parlement en de Raad (35),Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 en de Verordeningen (EG, Euratom) nr. 2988/95 (36), (Euratom, EG) nr. 2185/96 (37) en (EU) 2017/1939 (38) van de Raad moeten de financiële belangen van de Unie worden beschermd door middel van doeltreffende maatregelen, waaronder maatregelen die verband houden met preventie, opsporing, correctie en onderzoek van onregelmatigheden, fraude, corruptie, belangenconflict, dubbele financiering en met de terugvordering van verloren gegane, ten onrechte betaalde of onjuist bestede financiële middelen, en maatregelen om strafbare feiten met betrekking tot de in het kader van de faciliteit verstrekte middelen op doeltreffende wijze te onderzoeken, vervolgen en voor de rechter te brengen. Het EOM is overeenkomstig Verordening (EU) 2017/1939 bevoegd tot het instellen van onderzoek naar en het vervolgen van strafbare feiten die de financiële belangen van de Unie schaden. De bevoegde Oekraïense autoriteiten moeten verzoeken om wederzijdse rechtshulp en uitleveringsverzoeken van het EOM en de bevoegde autoriteiten van de lidstaten betreffende strafbare feiten met betrekking tot de in het kader van de faciliteit verstrekte middelen onverwijld behandelen.

(96)

Met name moet OLAF overeenkomstig Verordeningen (Euratom, EG) nr. 2185/96 en (EU, Euratom) nr. 883/2013 de bevoegdheid hebben om administratieve onderzoeken uit te voeren, met inbegrip van controles en verificaties ter plaatse, om na te gaan en vast te stellen of er sprake is van fraude, corruptie of andere onwettige activiteiten die de financiële belangen van de Unie schaden en alle strafbare handelingen te melden aan het EOM, overeenkomstig artikel 24, lid 1, van Verordening (EU) 2017/1939.

(97)

De Commissie moet ernaar streven Oekraïne één geïntegreerd en interoperabel informatie- en monitoringsysteem ter beschikking te stellen, met inbegrip van één instrument voor datamining en risicoscores voor toegang tot en analyse van de relevante gegevens, met naleving van de beginselen van de Unie voor gegevensbescherming en van de toepasselijke regels voor gegevensbescherming. Indien een dergelijk systeem beschikbaar is, moet Oekraïne de relevante gegevens gebruiken en deze in het systeem invoeren, onder meer met gebruikmaking van steun in het kader van pijler III. De gegevens moeten de Commissie en de betrokken Oekraïense autoriteiten die belast zijn met de uitvoering en controle van de middelen, in staat stellen risico’s te beoordelen en onregelmatigheden te voorkomen.

(98)

Overeenkomstig Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 moeten de nodige rechten en toegang worden verleend aan de Commissie, OLAF, de Europese Rekenkamer en, indien van toepassing, het EOM, ook door derden die betrokken zijn bij de uitvoering van middelen van de Unie. Oekraïne moet ook onregelmatigheden met betrekking tot het gebruik van de middelen aan de Commissie melden.

(99)

De versterking van de internecontrolesystemen, met inbegrip van controles vooraf, de bestrijding van alle vormen van corruptie, vriendjespolitiek of fraude, de bevordering van transparantie, robuust, verantwoordingsplichtig en transparant bestuur en een doeltreffend beheer van de overheidsmiddelen zijn belangrijke hervormingsprioriteiten voor Oekraïne en moeten door de faciliteit worden ondersteund.

(100)

De Commissie moet ervoor zorgen dat de financiële belangen van de Unie in het kader van de faciliteit doeltreffend worden beschermd. Daartoe moet een onafhankelijke controlecommissie worden ingesteld om de Commissie informatie te verstrekken over het mogelijk wanbeheer van middelen. Die informatie moet ter beschikking worden gesteld van OLAF en, in voorkomend geval, van de betrokken Oekraïense autoriteiten. De Commissie moet, met de hulp van de delegatie van de Unie, bevoegd zijn regelmatige controles uit te voeren op de wijze waarop Oekraïne de middelen gedurende de gehele levenscyclus van het project uitvoert. Het auditcomité moet zorgen voor een regelmatige dialoog en samenwerking met de Europese Rekenkamer en met de rekenkamer van Oekraïne.

(101)

Hoewel het in de eerste plaats de verantwoordelijkheid van Oekraïne is om ervoor te zorgen dat de faciliteit wordt uitgevoerd met naleving van de toepasselijke normen, rekening houdend met het evenredigheidsbeginsel en de specifieke voorwaarden voor de faciliteit, moet de Commissie in dat opzicht voldoende zekerheid van Oekraïne kunnen krijgen. Daartoe moet Oekraïne zich er in het Oekraïneplan toe verbinden dat het zijn huidige beheers- en controlesysteem verbetert en verkeerd gebruikte bedragen terugvordert. Oekraïne moet een monitoringsysteem opzetten dat input levert voor een jaarlijks voortgangsverslag. Oekraïne moet gegevens en informatie verzamelen om onregelmatigheden, fraude, corruptie en belangenconflicten in verband met de door de faciliteit ondersteunde maatregelen te voorkomen, op te sporen en te corrigeren. In de kaderovereenkomst en de financierings- en leningovereenkomsten moeten de verplichtingen van Oekraïne worden opgenomen om, met naleving van de beginselen van de Unie voor gegevensbescherming en van de toepasselijke regels voor gegevensbescherming, te zorgen voor de verzameling van en toegang tot voldoende gegevens over personen en entiteiten die financiering, met inbegrip van informatie over uiteindelijk belang, ontvangen voor de uitvoering van de maatregelen van het Oekraïneplan.

(102)

De financiële belangen van de Unie moeten ook worden beschermd wanneer de fondsen worden uitgevoerd in direct beheer door middel van subsidies en aanbestedingen en in indirect beheer met onder pijlerbeoordelingen vallende entiteiten, met name in het kader van pijlers II en III van de faciliteit. Alleen onder pijlerbeoordelingen vallende entiteiten mogen worden geselecteerd om in indirect beheer Uniefinanciering in het kader van de faciliteit uit te voeren.

(103)

Steun in het kader van de faciliteit moet worden uitgevoerd door middel van werkprogramma’s als bedoeld in artikel 110 van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046.

(104)

De communicatiecapaciteiten van Oekraïne moeten worden versterkt om te zorgen voor publieke steun voor en begrip van de waarden van de Unie en de voordelen en verplichtingen van lidmaatschap van de Unie, terwijl tegelijkertijd desinformatie en buitenlandse inmenging worden aangepakt en de sterke en vrije pluralistische media worden beschermd. Er moet ook worden gezorgd voor zichtbaarheid van de financiering van de Unie.

(105)

De Commissie moet voorzien in duidelijke toezichts- en evaluatiemechanismen om voor een effectieve verantwoordingsplicht en transparantie te zorgen bij de uitvoering van de begroting van de Unie, en om te zorgen voor een doeltreffende beoordeling van de vooruitgang bij de verwezenlijking van de doelstellingen van deze verordening.

(106)

De Commissie moet elk jaar de uitvoering van de steun in het kader van de faciliteit beoordelen. Zij moet het bij deze verordening ingestelde comité in staat stellen om over voldoende informatie te beschikken om de Commissie bij te staan. Voor een doeltreffend toezicht op de uitvoering moet Oekraïne eenmaal per jaar verslag uitbrengen in een jaarlijks voortgangsverslag over de uitvoering. Dat verslag moet ook beschikbaar worden gesteld aan het Europees Parlement en de Raad. Dergelijke door de regering van Oekraïne opgestelde verslagen moeten naar behoren in het Oekraïneplan worden weerspiegeld. Aan de ontvangers van Uniefinanciering in het kader van pijlers II en III van de faciliteit moeten evenredige rapportagevereisten worden opgelegd.

(107)

Om eenvormige voorwaarden te waarborgen voor de uitvoering van deze verordening, moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend. Die bevoegdheden moeten worden uitgeoefend in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad (39).

(108)

Gezien het belang van de financiële gevolgen van de in het kader van de faciliteit aan Oekraïne verleende steun en de gevolgen van bepaalde besluiten die voor de uitvoering van de faciliteit in het licht van de specifieke situatie van Oekraïne moeten worden genomen, moeten in de bij deze verordening vastgestelde gevallen bij wijze van uitzondering aan de Raad uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend.

(109)

De Commissie moet naar behoren rekening houden met Besluit 2010/427/EU van de Raad (40) en de rol van de Europese Dienst voor extern optreden waar passend, met name bij het toezicht op de vervulling van de voorwaarde voor steun van de Unie, bij haar beoordeling van het Oekraïneplan en bij het inwinnen van advies over het investeringskader voor Oekraïne.

(110)

Daar de doelstellingen van deze verordening niet voldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt, maar beter op EU-niveau kunnen worden verwezenlijkt, kan de EU, overeenkomstig het in artikel 5 VEU neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan nodig is om die doelstellingen te verwezenlijken.

(111)

Ter waarborging van de continuïteit van steunverlening op het gegeven beleidsterrein moet deze verordening met spoed in werking treden op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie,

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

HOOFDSTUK I

ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1

Onderwerp

1.   Bij deze verordening wordt de faciliteit voor Oekraïne ingesteld (“de faciliteit”) voor de periode 2024-2027.

Zij stelt de doelstellingen van de faciliteit vast, de financiering ervan en de begroting voor de periode 2024 tot en met 2027, de vormen van Uniefinanciering uit hoofde ervan en de regels voor het verlenen van dergelijke financiering.

2.   De faciliteit verleent steun aan Oekraïne in het kader van de volgende drie pijlers:

a)

pijler I: financiële steun aan Oekraïne voor de uitvoering van hervormingen en investeringen om het Oekraïneplan uit te voeren alsook de macrofinanciële stabiliteit van het land in stand te houden, zoals beschreven in hoofdstuk III;

b)

pijler II: een specifiek investeringskader voor Oekraïne om investeringen te ondersteunen en toegang tot financiering te bieden, zoals beschreven in hoofdstuk IV;

c)

pijler III: technische bijstand en bijbehorende steun aan Oekraïne om hervormingen in verband met de toetreding tot de Unie uit te werken en door te voeren en om de bestuurlijke capaciteit van Oekraïne, subsidies voor financieringskosten en voorzieningen te bevorderen, evenals andere relevante activiteiten, zoals beschreven in hoofdstuk V.

Artikel 2

Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

1)

“maatregelen”: hervormingen en investeringen in het kader van het Oekraïneplan;

2)

“voorwaarden”: kwalitatieve of kwantitatieve stappen met betrekking tot het waarborgen van de instandhouding van de economische en financiële stabiliteit of met betrekking tot de uitvoering van de hervormingen en investeringen die zijn beschreven in het Oekraïneplan;

3)

“blendingverrichting”: een door de begroting van de Unie ondersteunde verrichting, waarbij niet-terugbetaalbare vormen van steun, terugbetaalbare vormen van steun, of beide, uit de begroting van de Unie worden gecombineerd met terugbetaalbare vormen van steun van instellingen voor ontwikkelingsfinanciering of andere openbare of commerciële financiële instellingen, met inbegrip van exportkredietinstellingen, of van investeerders.

Artikel 3

Doelstellingen van de faciliteit

1.   De algemene doelstellingen van de faciliteit zijn Oekraïne te ondersteunen bij:

a)

het aanpakken van de sociale, economische en ecologische gevolgen van de Russische aanvalsoorlog en zo bijdragen aan het vreedzame herstel, de wederopbouw, de reconstructie en de modernisering van het land, alsook aan het naoorlogse herstel van de Oekraïense samenleving, onder meer door voor intern ontheemde en onder tijdelijke bescherming geplaatste personen de sociale en economische voorwaarden voor terugkeer te creëren;

b)

het bevorderen van sociale en territoriale cohesie, democratische, economische en ecologische veerkracht en geleidelijke integratie in de economie en markten van de Unie en de wereld, alsook opwaartse economische, sociale en ecologische convergentie naar normen van de Unie;

c)

de vaststelling en tenuitvoerlegging van de politieke, institutionele, juridische, administratieve, sociale en economische hervormingen die vereist zijn om in overeenstemming te zijn met de waarden van de Unie en het zich geleidelijk aanpassen aan de regels, de normen, het beleid en de praktijken (“acquis”) van de Unie, met het oog op het toekomstig lidmaatschap van de Unie, en zo bijdragen tot wederzijdse stabiliteit, veiligheid, vrede, welvaart en duurzaamheid.

2.   De specifieke doelstellingen van de faciliteit zijn onder meer:

a)

helpen de macrofinanciële stabiliteit van het land in stand te houden en de problemen van Oekraïne inzake externe en interne financiering te verlichten teneinde de continuïteit van de Oekraïense staat te waarborgen;

b)

herbouwen en moderniseren van door de oorlog beschadigde infrastructuur, zoals energie-infrastructuur, watersystemen, interne en grensoverschrijdende vervoersnetwerken, waaronder spoorwegen, wegen en bruggen en grensovergangen, en infrastructuur voor onderwijs en cultuur, en bevorderen van moderne, verbeterde en veerkrachtige infrastructuur;

c)

bijdragen aan ontmijnings- en andere mijnbestrijdingsinspanningen; herstellen van de voedselproductiecapaciteit; helpen aanpakken van sociale en gezondheidsuitdagingen, onder meer op het gebied van de geestelijke gezondheid, en helpen verbeteren en versterken van de stelsels voor sociale zorg en de toegankelijkheid daarvan, met name voor specifieke groepen, zoals oorlogsveteranen, intern ontheemden, alleenstaande ouders, oorlogsweduwen en -weduwnaars, kinderen, met name kinderen zonder ouderlijke zorg, personen met een handicap, minderheden, jongeren en ouderen, en andere personen in kwetsbare situaties;

d)

versterken van de beveiliging tegen hybride dreigingen, zoals cyberdreigingen, evenals versterken van de weerbaarheid tegen desinformatie en buitenlandse informatiemanipulatie en inmenging;

e)

bevorderen van de transitie naar een duurzame, klimaatneutrale en inclusieve economie en een stabiel investeringsklimaat;

f)

ondersteunen van de integratie van Oekraïne in de interne markt; repareren, herbouwen, beschermen en verbeteren van sociale infrastructuur, zoals huisvesting, sociale en sportvoorzieningen, faciliteiten voor jongeren, gezondheidszorgfaciliteiten, scholen en instellingen voor hoger onderwijs; versterken van de economische en sociale ontwikkeling en inclusie, met bijzondere aandacht voor vrouwen, alsook jongeren, onder meer door middel van kwalitatief hoogwaardig onderwijs, opleiding, om- en bijscholing, en werkgelegenheidsbeleid, ook voor onderzoekers;

g)

bevorderen van wetenschap en onderzoek; ondersteunen van de creatieve sector en de onafhankelijke media; ondersteunen van cultuur en cultureel erfgoed, met inbegrip van culturele infrastructuur; versterken van strategische economische sectoren; bevorderen van een institutioneel kader voor investeringen en concurrentie om particulieren en bedrijven, met bijzondere aandacht voor kmo’s en innovatie, onder andere door gelijke kansen te bevorderen om toegang te krijgen tot financiering ongeacht de bedrijfsomvang, in staat te stellen moderne, concurrerende en duurzame producten en diensten te ontwikkelen; steun voor duurzame landbouw en plattelandsontwikkeling, aquacultuur en visserij, waaronder de afstemming op normen van de Unie en controlesystemen op het gebied van voedselveiligheid, dier- en plantgezondheid en dierenwelzijn; hervormen van de financiële en banksector van Oekraïne, door de toegang tot leningen en verzekeringen te verbeteren;

h)

verder versterken van de rechtsstaat, de democratie, de eerbiediging van de mensenrechten en fundamentele vrijheden, onder meer door het versterken van democratische instellingen, in het bijzonder de Verchovna Rada, alsook van regionale en gemeentelijke vertegenwoordigende instanties en van hun controle- en toezichtsbevoegdheden met betrekking tot de verdeling van en de toegang tot publieke middelen; bevorderen van een onafhankelijke rechterlijke macht om de inspanningen op het gebied van de-oligarchisatie te ondersteunen, de strijd tegen fraude, alle vormen van corruptie, waaronder corruptie op hoog niveau, georganiseerde misdaad, belastingontduiking en belastingfraude, belastingontwijking en de illegale handel in vuurwapens en cultuurgoederen te versterken; versterken van de naleving van het internationaal recht;

i)

bevorderen van de mediavrijheid en -onafhankelijkheid, artistieke en academische vrijheid en een gunstig klimaat voor het maatschappelijk middenveld; bevorderen van sociale dialoog en betrokkenheid van het maatschappelijk middenveld; bevorderen van non-discriminatie om te zorgen voor de eerbiediging van de rechten van personen die tot alle minderheden behoren, en de bevordering van gendergelijkheid, de algehele empowerment van vrouwen en meisjes alsook van de rechten van kinderen en personen met een handicap; doeltreffender maken van het openbaar bestuur; aanmoedigen van toegang tot informatie en de deelname van het maatschappelijk middenveld aan besluitvormingsprocessen en publieke toetsing, en ondersteunen van transparantie, structurele hervormingen en goed bestuur op alle niveaus, ook wat betreft het beheer van overheidsmiddelen, overheidsopdrachten, mededinging en staatssteun; ondersteunen van initiatieven en instanties en organisaties die betrokken zijn bij de ondersteuning en handhaving van democratie, internationale gerechtigheid en de bestrijding van corruptie in Oekraïne;

j)

ontwikkelen en versterken van milieubescherming, een duurzame en rechtvaardige groene transitie in alle economische sectoren, met inbegrip van de transitie van Oekraïne naar klimaatneutraliteit, in overeenstemming met de Overeenkomst van Parijs; vergroten van het bewustzijn omtrent en de bestrijding van milieucriminaliteit; bevorderen van de digitale transformatie als een stimulans voor duurzame ontwikkeling en inclusieve groei; ondersteunen van ecologisch herstel na de milieuschade die door militaire operaties is aangericht en bijdragen aan sanering, de verwijdering van landmijnen en het opruimen van andere ontplofbare oorlogsresten en door militaire activiteit veroorzaakte verontreiniging;

k)

ondersteunen van politieke en bestuurlijke decentralisatie en lokale ontwikkeling, met name door het ondersteunen van een zinvolle raadpleging van en gelijk speelveld voor alle bestuursniveaus bij de toegang tot middelen via open, eerlijke, neutrale en transparante procedures;

l)

ondersteunen van grensoverschrijdende samenwerking met de lidstaten die aan Oekraïne grenzen, op gebieden als handel, milieubescherming en bestrijding van internationale criminaliteit, op voorwaarde dat Oekraïne de enige begunstigde van de financiering blijft.

Artikel 4

Algemene beginselen

1.   De samenwerking in het kader van de faciliteit wordt gebaseerd op, en bevordert, voor zover toepasselijk, de beginselen inzake doeltreffendheid van ontwikkelingshulp, in alle samenwerkingsvormen, te weten eigen verantwoordelijkheid van Oekraïne voor de ontwikkelingsprioriteiten, resultaatgerichtheid, inclusieve ontwikkelingspartnerschappen, transparantie en wederzijdse verantwoordingsplicht. De faciliteit streeft naar een evenwichtige en op behoeften gebaseerde toewijzing en aanwending van middelen en een passend geografisch evenwicht van de projecten.

2.   De steun in het kader van de faciliteit vormt een aanvulling op de in het kader van andere programma’s en instrumenten van de Unie verstrekte steun. Activiteiten die in aanmerking komen voor financiering uit hoofde van deze verordening kunnen steun ontvangen uit andere programma’s en instrumenten van de Unie, mits die steun niet dezelfde kosten dekt.

3.   Om de complementariteit, samenhang en doeltreffendheid van hun optreden en initiatieven te bevorderen, werken de Commissie en de lidstaten samen en streven zij ernaar overlapping te vermijden tussen de steun op grond van deze verordening en andere steun van de Unie, de lidstaten, derde landen, multilaterale en regionale organisaties en entiteiten, zoals internationale organisaties en betrokken internationale financiële instellingen, agentschappen en donoren buiten de Unie, overeenkomstig de beginselen voor de versterking van de operationele coördinatie op het gebied van externe bijstand, onder meer via verbeterde coördinatie met de lidstaten op lokaal niveau, en via de harmonisering van beleid en procedures, in het bijzonder de internationale beginselen inzake doeltreffende ontwikkeling. Om dubbele steun te voorkomen, de eigen verantwoordelijkheid van de Oekraïense autoriteiten te vergroten en de administratieve werkzaamheden te vereenvoudigen, wordt de steun in het kader van de faciliteit zoveel mogelijk geïntegreerd in internationale inspanningen op het gebied van een financiële architectuur voor het herstel van Oekraïne en gecoördineerd met de betrokken donoren en internationale financiële instellingen.

4.   De activiteiten in het kader van de faciliteit voldoen, voor zover mogelijk in een door oorlog verscheurd land, aan de klimaat- en milieunormen van de Unie. In deze activiteiten worden klimaatmitigatie en klimaatadaptatie, milieubescherming en behoud van biodiversiteit, mensenrechten, democratie, gendergelijkheid, non-discriminatie en, waar nodig, de beperking van het risico op rampen en de beveiliging van de energie-infrastructuur geïntegreerd, en wordt vooruitgang richting de doelstellingen voor duurzame ontwikkeling van de Verenigde Naties ondersteund, waarbij geïntegreerde activiteiten worden bevorderd die nevenvoordelen kunnen opleveren en waarmee meerdere doelstellingen op coherente wijze kunnen worden bereikt, teneinde aldus bij te dragen tot armoedereductie en vreedzame en inclusieve samenlevingen te bevorderen. Deze activiteiten vermijden, voor zover mogelijk, gestrande activa, zijn verenigbaar met het beginsel van “geen afbreuk doen aan’ mag worden berokkend, evenals met de mainstreaming van duurzaamheid die ten grondslag ligt aan de Europese Green Deal, en worden eveneens geleid door het beginsel dat niemand aan zijn lot mag worden overgelaten.

5.   De faciliteit ondersteunt geen activiteiten of maatregelen die onverenigbaar zijn met het nationale energie- en klimaatplan van Oekraïne, indien beschikbaar, of met de nationaal vastgestelde bijdrage van Oekraïne in het kader van de Overeenkomst van Parijs, die investeringen in fossiele brandstoffen bevorderen of aanzienlijke nadelige gevolgen hebben voor het milieu of het klimaat of de biodiversiteit, tenzij dergelijke activiteiten of maatregelen strikt noodzakelijk zijn om de doelstellingen van de faciliteit te verwezenlijken, rekening houdend met de noodzaak om de infrastructuur te herstellen en te moderniseren en de door de oorlog beschadigde natuurlijke omgeving op een veerkrachtige manier te herstellen, en die, in voorkomend geval, gepaard gaan met passende maatregelen om die nadelige gevolgen te vermijden, te voorkomen of te verminderen en indien mogelijk te compenseren.

6.   Conform het beginsel van inclusief partnerschap zorgt de Commissie in voorkomend geval voor democratisch toezicht in de vorm van een raadpleging door de Oekraïense regering van de Verchovna Rada, in overeenstemming met de grondwettelijke orde van Oekraïne, alsook van belanghebbenden, met inbegrip van lokale en regionale overheden, sociale partners en maatschappelijke organisaties, waaronder kwetsbare groepen, zodat zij een rol kunnen spelen bij de vormgeving en de uitvoering van in het kader van de faciliteit voor financiering in aanmerking komende activiteiten en, indien van toepassing, bij de daarmee verband houdende monitoring en controle- en evaluatieprocessen. Bij die raadpleging wordt gestreefd naar een afspiegeling van de pluriformiteit van de Oekraïense samenleving en zakelijke gemeenschap, en de inclusie van verschillende gemeenschappen in Oekraïne. Bij alle raadplegingen wordt er terdege rekening gehouden met de deelname van vrouwen. De Commissie moedigt samenwerking tussen de belanghebbenden aan en draagt bij aan de versterking van de capaciteit van maatschappelijke organisaties. Daarnaast zorgt de Commissie ervoor dat het maatschappelijk middenveld in Oekraïne, waaronder niet-gouvernementele organisaties, via passende permanente kanalen rechtstreeks aan de Commissie kan rapporteren welke onregelmatigheden er zijn opgespoord en de Commissie adviezen kan toezenden over de uitvoering van het Oekraïneplan en de evaluatie van de maatregelen ervan door de regering van Oekraïne.

7.   De Commissie ziet in nauw overleg met de lidstaten en Oekraïne toe op het verwezenlijken van de inspanningen van de Unie voor grotere transparantie en verantwoording bij de verstrekking van steun, mede door de uitvoering en versterking van internecontrolesystemen en fraudebestrijdingsbeleid te bevorderen. De Commissie maakt informatie over het volume en de toewijzing van de steun openbaar via één webportaal en zorgt ervoor dat gegevens actueel, gemakkelijk toegankelijk en beschikbaar zijn in een machineleesbaar formaat.

Artikel 5

Voorwaarde voor steun in het kader van de faciliteit

1.   Een voorwaarde voor de steun aan Oekraïne in het kader van de faciliteit is dat Oekraïne de instandhouding en eerbiediging van doeltreffende democratische mechanismen, waaronder een parlementair meerpartijenstelsel en de rechtsstaat, voortzet en dat het de eerbiediging van de mensenrechten blijft garanderen, met inbegrip van de rechten van personen die tot minderheden behoren.

2.   De Commissie monitort de vervulling van de in lid 1 vermelde voorwaarde voordat in het kader van de faciliteit betalingen aan Oekraïne worden verricht en gedurende de gehele duur van de steun die in het kader van de faciliteit wordt verleend, waarbij naar behoren rekening wordt gehouden met het periodieke uitbreidingsverslag van de Commissie. De Commissie houdt bij dit proces rekening met relevante aanbevelingen van internationale organen, zoals de Raad van Europa en de Commissie van Venetië ervan. De Commissie stelt de Raad vóór uitbetalingen aan Oekraïne in kennis van de vervulling van de in lid 1 genoemde voorwaarde. Indien de Commissie van mening is dat niet of niet langer aan de voorwaarde wordt voldaan, dient zij bij de Raad een voorstel tot een uitvoeringsbesluit in om de in artikel 26 bedoelde betalingen op te schorten, ongeacht of aan de in artikel 16, lid 2, bedoelde voorwaarden is voldaan. Bij haar beoordeling zal de Commissie tevens rekening houden met de omstandigheden in Oekraïne en met de gevolgen van de toepassing van de krijgswet in Oekraïne. De beoordeling van de Commissie wordt gelijktijdig aan het Europees Parlement en aan de Raad toegezonden. Indien de Commissie op verzoek van Oekraïne of op eigen initiatief van oordeel is dat opnieuw aan de voorwaarde is voldaan, dient zij bij de Raad een voorstel in voor een uitvoeringsbesluit tot opheffing van de opschorting van betalingen. In de gevallen waarop dit lid van toepassing is, zal de Raad, in de regel, binnen een maand na de ontvangst van het voorstel van de Commissie besluiten.

HOOFDSTUK II

FINANCIERING EN UITVOERING

Artikel 6

Begroting

1.   De middelen voor de uitvoering van de faciliteit zijn beschikbaar via de reserve voor Oekraïne die moet worden ter beschikking gesteld in het kader van de jaarlijkse begrotingsprocedure overeenkomstig artikel 10 ter van Verordening (EU, Euratom) 2020/2093, met de volgende indicatieve verdeling:

a)

31 % in de vorm van niet-terugbetaalbare financiële steun op grond van hoofdstuk III;

b)

41 % voor uitgaven op grond van hoofdstuk IV;

c)

26 % voor uitgaven op grond van hoofdstuk V;

d)

2 % voor de uitgaven op grond van lid 5, welk percentage in uitzonderlijke omstandigheden kan worden verhoogd, maar in geen geval meer dan 2,5 % mag bedragen.

De totale middelen die op grond van de eerste alinea beschikbaar worden gesteld, voor een bedrag van maximaal 17 000 000 000 EUR.

Bij de toewijzing van de beschikbare middelen uit hoofde van lid 1, eerste alinea van dit artikel wordt met name rekening gehouden met de noodzaak om de uitgaven overeenkomstig artikel 23 te dekken.

2.   De financiële steun op grond van hoofdstuk III in de vorm van een lening is beschikbaar voor een bedrag van maximaal 33 000 000 000 EUR voor de periode van 1 januari 2024 tot en met 31 december 2027.

3.   De som van de op grond van de leden 1 en 2 ter beschikking gestelde middelen bedraagtvoor de periode 2024 tot en met2027 niet meer dan 50 000 000 000 EUR.

4.   Aanvullende bijdragen voor de financiering van de in lid 1 van dit artikel bedoelde steun kunnen overeenkomstig artikel 7 worden verstrekt.

5.   De in lid 1, eerste alinea, punt d), en lid 4 bedoelde middelen kunnen worden gebruikt voor technische en administratieve bijstand bij de uitvoering van de faciliteit, zoals voorbereidende activiteiten en activiteiten op het gebied van monitoring, controle, audit en evaluatie, die nodig zijn voor het beheer van de faciliteit en de verwezenlijking van de doelstellingen ervan, met name voor studies, vergaderingen van deskundigen, het overleg met de Oekraïense autoriteiten, conferenties, raadpleging van belanghebbenden, informatie- en communicatieactiviteiten, waaronder inclusieve voorlichtingsactiviteiten, en institutionele communicatie over de politieke prioriteiten van de Unie, voor zover zij verband houden met de doelstellingen van deze verordening, uitgaven in verband met IT-netwerken voor informatieverwerking en -uitwisseling, institutionele informatietechnologie-instrumenten alsmede alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand die de Commissie verricht met het oog op het beheer en de kosten van de faciliteit op het hoofdkantoor en in de delegaties van de Unie. De uitgaven kunnen ook de kosten van andere ondersteunende activiteiten zoals kwaliteitscontrole en monitoring van projecten ter plaatse alsmede de kosten van collegiale advisering en van deskundigen voor de evaluatie en de uitvoering van hervormingen en investeringen omvatten.

6.   De middelen die niet zijn toegewezen of gebruikt voor uitgaven uit hoofde van lid 1, eerste alinea, punt d), van dit artikel en uit hoofde van artikel 23, worden ter beschikking gesteld voor andere beleidsuitgaven uit hoofde van lid 1 van dit artikel, onverminderd de prerogatieven van de begrotingsautoriteit en met inachtneming van het bepaalde in lid 1, derde alinea, van dit artikel.

Artikel 7

Aanvullende financiële middelen voor de faciliteit

1.   Lidstaten, derde landen, internationale organisaties, internationale financiële instellingen of andere bronnen kunnen aanvullende financiële bijdragen aan de faciliteit leveren zonder te zijn gebonden aan de in artikel 6, lid 1, bedoelde indicatieve verdeling. Dergelijke bijdragen vormen externe bestemmingsontvangsten in de zin van artikel 21, lid 2, punt a), ii), punt d) en punt e), van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046.

Aanvullende bedragen die zijn ontvangen als externe bestemmingsontvangsten in de zin van artikel 21, lid 5, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 op grond van de desbetreffende rechtshandelingen van de Unie worden toegevoegd aan de in artikel 6 van deze verordening bedoelde middelen.

2.   De in lid 1 van dit artikel bedoelde bijdragen worden uitgevoerd volgens dezelfde regels en voorwaarden als het in artikel 6, lid 1, bedoelde bedrag.

3.   De bijdragen aan de garantie voor Oekraïne en aan de financieringsinstrumenten uit hoofde van hoofdstuk IV worden in overeenstemming met artikel 29 uitgevoerd.

Artikel 8

Uitvoering en vormen van Uniefinanciering

1.   De faciliteit wordt uitgevoerd in overeenstemming met Verordening (EU, Euratom) 2018/1046, hetzij in direct beheer, hetzij in indirect beheer met een van de entiteiten bedoeld in artikel 62, lid 1, eerste alinea, punt c), van die Verordening.

2.   Uniefinanciering kan worden verstrekt in een van de in Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 vastgelegde vormen, met name subsidies, prijzen, aanbestedingen, begrotingssteun, financieringsinstrumenten, begrotingsgaranties, blendingverrichtingen en financiële bijstand.

3.   Financieringsinstrumenten, begrotingsgaranties en blendingverrichtingen waarbij steun uit financieringsinstrumenten of begrotingsgaranties in het kader van de faciliteit wordt gecombineerd, worden uitgevoerd overeenkomstig de beginselen die zijn vastgelegd in titel X, en met name overeenkomstig artikel 208 en artikel 209, leden 1, 2 en 4, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046. Afhankelijk van de vereiste operationele en financiële capaciteit kan de tegenpartij van de begrotingsgarantie, of de entiteit waaraan de uitvoering van financieringsinstrumenten is toevertrouwd, de EIB-groep zijn, een multilaterale Europese financiële instelling, zoals de EBWO, of een bilaterale Europese financiële instelling, zoals ontwikkelingsbanken of de Wereldbankgroep. Waar mogelijk kunnen niet-Europese multilaterale financiële instellingen aan de faciliteit deelnemen via gezamenlijke verrichtingen met Europese financiële instellingen. De uitvoering van financieringsinstrumenten, begrotingsgaranties en blendingverrichtingen in het kader van de faciliteit kan worden aangevuld met aanvullende vormen van financiële steun, hetzij van de lidstaten, hetzij van derden.

Artikel 9

Kaderovereenkomst

1.   De Commissie sluit een kaderovereenkomst met Oekraïne (de “kaderovereenkomst”) voor de uitvoering van de faciliteit, waarin specifieke regelingen worden vastgelegd voor het beheer van, de controle, de supervisie en het toezicht op en de evaluatie, de rapportage en de audit van middelen in het kader van de faciliteit, met inbegrip van het voorkomen van dubbele financiering, alsook voor het voorkomen, opsporen, onderzoeken en corrigeren van onregelmatigheden, fraude, corruptie of andere onwettige activiteiten die de financiële belangen van de Unie schaden en belangenconflicten, met inbegrip van het doeltreffend onderzoeken en vervolgen van strafbare feiten die negatieve gevolgen hebben voor de in het kader van de faciliteit verstrekte middelen. De kaderovereenkomst wordt aangevuld met financieringsovereenkomsten zoals bedoeld in artikel 10 en een leningsovereenkomst zoals bedoeld in artikel 22, met specifieke bepalingen voor het beheer en de uitvoering van financiering in het kader van de faciliteit. De kaderovereenkomst, met inbegrip van eventuele gerelateerde documentatie, wordt, op verzoek, gelijktijdig en onverwijld aan het Europees Parlement en de Raad beschikbaar gesteld.

2.   Met uitzondering van de in artikel 25 bedoelde overbruggingsfinanciering wordt aan Oekraïne pas financiering verleend nadat de kaderovereenkomst en de toepasselijke financierings- en leningsovereenkomsten in werking zijn getreden.

3.   De kaderovereenkomst, de financieringsovereenkomsten en de leningsovereenkomst die met Oekraïne zijn gesloten, als geheel genomen, en de contracten en overeenkomsten die zijn ondertekend met personen of entiteiten die middelen van de Unie ontvangen, waarborgen dat de verplichtingen van artikel 129 van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 kunnen worden vervuld.

4.   In de kaderovereenkomst wordt gewaarborgd dat Oekraïne zich ertoe verbindt een hoog niveau van bescherming van de financiële belangen van de Unie te bereiken en worden gedetailleerde bepalingen vastgesteld betreffende met name:

a)

de toezegging van Oekraïne om doorslaggevende vooruitgang te boeken in de richting van een solide kader voor de bestrijding van fraude, en om efficiëntere en doeltreffendere internecontrolesystemen op te zetten, met inbegrip van passende mechanismen ter bescherming van klokkenluiders en passende mechanismen en maatregelen om onregelmatigheden, fraude, corruptie en belangenconflicten doeltreffend te voorkomen, op te sporen en te corrigeren, alsmede om de inspanningen op het gebied van de-oligarchisatie te ondersteunen en de strijd tegen het witwassen van geld, georganiseerde criminaliteit, misbruik van overheidsgelden, de financiering van terrorisme, belastingontwijking, belastingfraude of belastingontduiking, en andere illegale activiteiten die negatieve gevolgen hebben voor de middelen die in het kader van de faciliteit worden verstrekt, op te voeren;

b)

de activiteiten in verband met controle, supervisie en toezicht op en evaluatie, rapportage en audit van de Uniefinanciering in het kader van de faciliteit, alsmede met opsporingen, onderzoeken, vervolgingen, fraudebestrijdingsmaatregelen en samenwerking op het gebied van fraudebestrijding, met inbegrip van wederzijdse rechtshulp in strafzaken en uitlevering;

c)

controlevereisten voor het vrijgeven van financiering in het kader van de faciliteit aan Oekraïne;

d)

regels inzake belastingen, rechten en heffingen overeenkomstig artikel 27, leden 9 en 10, van Verordening (EU) 2021/947;

e)

de erkenning van de verantwoordelijkheden van het in artikel 36 bedoelde auditcomité en de wijze waarop Oekraïne ermee samenwerkt;

f)

de verplichting voor personen of entiteiten die middelen van de Unie in het kader van de faciliteit uitvoeren om het auditcomité, de Commissie, OLAF en, indien van toepassing, het EOM, onverwijld in kennis te stellen van vermoedelijke of feitelijke gevallen van onregelmatigheden, fraude, corruptie en belangenconflicten en andere illegale activiteiten die negatieve gevolgen hebben voor de middelen die in het kader van de faciliteit worden verstrekt, en de follow-up ervan;

g)

het recht van de Commissie om, gedurende de hele projectcyclus, toezicht te houden op de activiteiten in het kader van de faciliteit die door de Oekraïense autoriteiten worden uitgevoerd, met inbegrip van onder meer de selectie- en gunningsprocedures voor projecten, waaronder voor overheidsopdrachten, om in voorkomend geval aan dergelijke activiteiten deel te nemen als waarnemer en om aanbevelingen te doen ter verbetering van dergelijke activiteiten, en de toezegging van de Oekraïense autoriteiten om hun uiterste best te doen dergelijke aanbevelingen van de Commissie uit te voeren en over die uitvoering verslag uit te brengen;

h)

de in artikel 35, lid 2, bedoelde verplichtingen, met inbegrip van de nauwkeurige regels en een tijdschema voor het verzamelen van gegevens door Oekraïne en toegang voor de Commissie, OLAF, de Europese Rekenkamer en, indien van toepassing, het EOM;

i)

de verplichting voor Oekraïne om de in artikel 27 bedoelde gegevens langs elektronische weg aan de Commissie te verstrekken;

j)

de in artikel 43, lid 2, bedoelde verplichtingen inzake communicatieactiviteiten en de zichtbaarheid van de Uniefinanciering.

Artikel 10

Financieringsovereenkomsten

1.   Voor de hoofdstukken III en V worden financieringsovereenkomsten gesloten. Hierin worden de verantwoordelijkheden en verplichtingen van Oekraïne bij de uitvoering van middelen van de Unie vastgelegd, met inbegrip van de verplichtingen die zijn vastgelegd in artikel 129 van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046. Hierin worden tevens de voorwaarden vastgesteld voor de betaling van de niet-terugbetaalbare financiële steun, onder meer met betrekking tot de uitvoering van de kaderovereenkomst, met inbegrip van de internecontrolesystemen als bedoeld in artikel 9, lid 4, punten a) en c). In de financieringsovereenkomsten worden ook de rechten en plichten van de Unie vastgelegd. Zij worden, op verzoek, gelijktijdig ter beschikking gesteld van het Europees Parlement en de Raad.

2.   De financieringsovereenkomsten omvatten regels voor de verslaglegging aan de Commissie over de wijze waarop de activiteiten worden uitgevoerd en over de vraag of aan de in artikel 16, lid 2, bedoelde voorwaarden is voldaan.

Artikel 11

Regels inzake de subsidiabiliteit van personen en entiteiten, inzake de oorsprong van leveringen en inzake materialen en beperkingen in het kader van de faciliteit

1.   Deelname aan aanbestedingen en de toekenning van subsidies en prijzen voor in het kader van de faciliteit gefinancierde activiteiten staat open voor internationale en regionale organisaties en voor alle natuurlijke personen die onderdaan zijn van, of rechtspersonen die daadwerkelijk gevestigd zijn in:

a)

de lidstaten, Oekraïne, de partners van de Westelijke Balkan, Georgië en Moldavië en landen die partij zijn bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte;

b)

landen die Oekraïne een niveau van steun verlenen dat vergelijkbaar is met dat van de Unie, rekening houdend met de omvang van hun economie en ten aanzien waarvan de Commissie wederzijdse toegang tot externe bijstand in Oekraïne heeft vastgesteld.

2.   De in lid 1, punt b), bedoelde wederzijdse toegang kan voor een beperkte periode van ten minste één jaar worden toegekend telkens wanneer een land bevestigt dat entiteiten van de Unie en entiteiten uit landen die in het kader van de faciliteit in aanmerking komen, op gelijke voorwaarden in aanmerking komen.

De Commissie besluit door middel van uitvoeringshandelingen over de wederzijdse toegang na raadpleging van Oekraïne. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 42 bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

3.   Alle in het kader van de faciliteit gefinancierde en aangekochte leveringen en materialen zijn afkomstig uit de in lid 1, punten a) en b), bedoelde landen, tenzij die leveringen en materialen niet onder redelijke voorwaarden in een van die landen kunnen worden verkregen. Daarnaast zijn de regels inzake beperkingen in lid 7 van toepassing. De Commissie neemt in het in artikel 36, lid 4, bedoelde jaarverslag informatie op over de uitvoering van dit lid.

4.   De subsidiabiliteitsregels die zijn opgenomen in dit artikel zijn niet van toepassing op en leiden niet tot nationaliteitsbeperkingen voor natuurlijke personen die bij een voor steun in aanmerking komende contractant of, in voorkomend geval, subcontractant in dienst zijn of anderszins door deze wettig zijn aangeworven, behalve wanneer de nationaliteitsbeperkingen gebaseerd zijn op de in lid 7 bepaalde regels.

5.   Voor activiteiten die medegefinancierd worden door een entiteit of uitgevoerd worden in direct of indirect beheer met in artikel 62, lid 1, eerste alinea, punt c), van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 bedoelde entiteiten of voor activiteiten uitgevoerd door Oekraïense entiteiten krachtens hoofdstuk III van deze verordening, zijn de subsidiabiliteitsregels van die entiteiten of van Oekraïne ook van toepassing, naast de regels die zijn vastgesteld krachtens dit artikel, met inbegrip van, indien van toepassing, de beperkingen van lid 7 van dit artikel en die naar behoren zijn weergegeven in de met die entiteiten ondertekende financieringsovereenkomsten en contractuele documenten.

6.   Wanneer overeenkomstig artikel 7 aanvullende bijdragen worden verstrekt via externe bestemmingsontvangsten, zijn de subsidiabiliteitsregels in de overeenkomst met de persoon die de aanvullende bijdrage levert, samen met de regels inzake beperkingen van lid 7 van dit artikel, van toepassing.

7.   De in de leden 1 en 3 opgenomen regels inzake subsidiabiliteit en de regels inzake de oorsprong van leveringen en materialen, en de in de lid 4 opgenomen nationaliteitsregels kunnen, wat betreft de nationaliteit, geografische ligging of aard van de aan de aanbestedingsprocedures deelnemende rechtspersonen, en tevens wat betreft de geografische oorsprong van leveringen en materialen, worden beperkt in de volgende gevallen:

a)

indien dergelijke beperkingen vereist zijn vanwege de specifieke aard of doelstellingen van de activiteit of specifieke gunningsprocedure of wanneer die beperkingen noodzakelijk zijn voor de doeltreffende uitvoering van de activiteit;

b)

indien de activiteit of specifieke gunningsprocedure gevolgen heeft voor de veiligheid of de openbare orde, met name wat betreft strategische activa en belangen van de Unie, haar lidstaten, of Oekraïne, met inbegrip van de bescherming van de integriteit van digitale infrastructuur, communicatie- en informatiesystemen en gerelateerde toeleveringsketens.

8.   Inschrijvers, aanvragers en gegadigden uit niet in aanmerking komende landen kunnen worden aanvaard in geval van urgentie of indien diensten niet beschikbaar zijn op de markten van de betrokken landen of gebieden, of in andere naar behoren gemotiveerde gevallen waarin de toepassing van de subsidiabiliteitsregels de uitvoering van een activiteit onmogelijk of uiterst moeilijk zou maken.

Artikel 12

Overdrachten, jaarlijkse tranches, vastleggingskredieten, overschotten uit de begrotingsgarantie, terugbetalingen en door financieringsinstrumenten gegenereerde ontvangsten

1.   In afwijking van artikel 12, lid 4, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 worden ongebruikte vastleggings- en betalingskredieten in het kader van de faciliteit automatisch overgedragen en kunnen zij worden vastgelegd respectievelijk gebruikt tot en met 31 december van het volgende begrotingsjaar. Het overgedragen bedrag wordt in het volgende begrotingsjaar als eerste gebruikt.

2.   De Commissie dient bij het Europees Parlement en de Raad informatie in over overgedragen vastleggingskredieten, met inbegrip van de betrokken bedragen, overeenkomstig artikel 12, lid 6, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046.

3.   In afwijking van artikel 15 van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 worden vastleggingskredieten die overeenkomen met het bedrag van vrijmakingen die zijn verricht wegens gehele of gedeeltelijke niet-uitvoering van een activiteit in het kader van de faciliteit, wederopgevoerd ten gunste van het oorspronkelijke begrotingsonderdeel.

4.   In afwijking van artikel 209, lid 3, eerste, tweede en vierde alinea, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 vormen alle ontvangsten en terugbetalingen van financieringsinstrumenten die op grond van deze verordening zijn vastgesteld interne bestemmingsontvangsten in de zin van artikel 21, lid 5, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 voor de faciliteit of het vervolgprogramma ervan.

5.   In afwijking van artikel 213, lid 4, punt a), van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 vormen alle overschotten van de voorzieningen voor de garantie voor Oekraïne interne bestemmingsontvangsten in de zin van artikel 21, lid 5, van die voor de faciliteit of het vervolgprogramma ervan.

6.   Vastleggingen in de begroting voor activiteiten waarvan de uitvoering zich over meer dan één begrotingsjaar uitstrekt, kunnen over verschillende jaren in jaarlijkse tranches worden opgedeeld, in overeenstemming met artikel 112, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046.

Artikel 114, lid 2, derde alinea, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 is niet van toepassing op de in de eerste alinea van dit lid bedoelde activiteiten.

Artikel 13

Uitzonderlijke financiering

1.   In naar behoren gemotiveerde uitzonderlijke omstandigheden, met name wanneer een aanzienlijke verslechtering van de oorlog het voor Oekraïne onmogelijk maakt om te voldoen aan de voorwaarden die zijn verbonden aan de vormen van steun uit hoofde van deze verordening, kan de faciliteit uitzonderlijke financiering verstrekken aan Oekraïne om zijn macrofinanciële stabiliteit in stand te houden en om de verwezenlijking van de in artikel 3 opgenomen doelstellingen te bevorderen. Deze uitzonderlijke financiering wordt toegekend voor individuele termijnen van maximaal drie maanden en stopt zodra het weer mogelijk wordt om aan de voorwaarden te voldoen. Financiering uit hoofde van dit artikel kan worden toegekend in aanvulling op en gedurende dezelfde periode van de uitzonderlijke overbruggingsfinanciering die uit hoofde van artikel 25 wordt toegekend.

2.   Voor de toepassing van lid 1 kan de Commissie, indien zij tot de bevinding komt dat het voor Oekraïne onmogelijk is om te voldoen aan de voorwaarden die zijn verbonden aan de uit hoofde van deze verordening verleende steun, vanwege dergelijke naar behoren gemotiveerde uitzonderlijke omstandigheden, bij de Raad een voorstel indienen voor een uitvoeringsbesluit tot toekenning van uitzonderlijke financiering aan Oekraïne in het kader van de faciliteit. In de regel zal de Raad binnen een maand na de ontvangst van het voorstel van de Commissie besluiten.

3.   De uitzonderlijke financiering is onderworpen aan de in artikel 5, lid 1, gestelde voorwaarde en wordt gefinancierd uit de middelen bedoeld in artikel 6, lid 1, eerste alinea, punt a), en lid 2.

4.   In het in lid 2 bedoelde uitvoeringsbesluit worden de regels inzake audit, controle, monitoring en rapportage vastgelegd, alsmede de voorwaarden en modaliteiten voor de uitzonderlijke financiering.

HOOFDSTUK III

PIJLER I: OEKRAÏNEPLAN

Artikel 14

Voorbereiding en indiening van het Oekraïneplan

1.   Om steun in het kader van de faciliteit te ontvangen, stelt Oekraïne een Oekraïneplan (het “Oekraïneplan”) op en dient dit in bij de Commissie.

2.   Het Oekraïneplan wordt opgesteld door regering van Oekraïne met de nodige betrokkenheid van de Verchovna Rada, in overeenstemming met de grondwettelijke orde van Oekraïne. Oekraïne streeft ernaar het Oekraïneplan uiterlijk op 2 mei 2024 bij de Commissie in te dienen. Oekraïne kan een ontwerp van het Oekraïneplan bij de Commissie indienen. De Commissie deelt dat ontwerp gelijktijdig met het Europees Parlement en de Raad.

3.   Bij het opstellen van het Oekraïneplan overeenkomstig artikel 17 houdt Oekraïne in het bijzonder rekening met de situatie in zijn regionale, lokale en stedelijke gebieden, als het gaat om hun specifieke behoeften op het gebied van herstel en wederopbouw, hervorming, modernisering en decentralisatie.

4.   De voorbereiding en uitvoering van het Oekraïneplan vinden plaats in overleg met regionale, lokale, stedelijke en andere overheidsinstanties, alsook met sociale partners en maatschappelijke organisaties, in overeenstemming met het beginsel van meerlagig bestuur en rekening houdend met een bottom-upbenadering. Daarnaast zorgt Oekraïne, er overeenkomstig zijn nationale rechtskader, voor dat de Verchovna Rada zijn rol bij de uitvoering van het Oekraïneplan vervult op naar behoren geïnformeerde wijze, in overeenstemming met zijn prerogatieven, waaronder zijn bevoegdheid om wetgeving op te stellen, de staatsbegroting goed te keuren en toezicht te houden op de uitvoering ervan, alsook toezicht te houden op de uitvoerende macht.

Artikel 15

Verband tussen het Oekraïneplan en de pijlers van de faciliteit

1.   Het Oekraïneplan voorziet in een overkoepelend kader om de doelstellingen van artikel 3 te verwezenlijken.

2.   Het Oekraïneplan vormt de basis voor de steun die wordt verleend in het kader van pijler I van de faciliteit, zoals uiteengezet in artikel 1, lid 2, punt a), en waarnaar wordt verwezen in dit hoofdstuk. De steun die wordt verleend in het kader van pijlers II en III van de faciliteit is coherent en vermijdt overlappingen met de onder het Oekraïneplan vallende in het kader van pijler I verleende steun, en wordt met name geleid door de beginselen van artikel 16.

Artikel 16

Beginselen voor financiering in het kader van het Oekraïneplan

1.   Het Oekraïneplan bevat de hervormings- en investeringsagenda van Oekraïne, geïntegreerd in een economisch en fiscaal beleidskader, om de in artikel 3 opgenomen algemene en specifieke doelstellingen te bereiken. Het Oekraïneplan omvat maatregelen voor de uitvoering van hervormingen en overheidsinvesteringen via een alomvattend en samenhangend pakket, dat ook overheidsregelingen kan omvatten die gericht zijn op het stimuleren van particuliere investeringen. In het Oekraïneplan worden de kwalitatieve en kwantitatieve stappen als bedoeld in lid 2 van dit artikel vastgelegd, die in het geval van hervormingen en investeringen meetbaar moeten zijn.

2.   De faciliteit verstrekt financiering uit hoofde van dit hoofdstuk zodra naar tevredenheid is voldaan aan de in artikel 5, lid 1, gestelde voorwaarde, alsook aan de voorwaarden die, in de vorm van kwalitatieve of kwantitatieve stappen, in het Oekraïneplan zijn vastgesteld. Dergelijke voorwaarden weerspiegelen de verschillende doelstellingen van de faciliteit, zoals opgenomen in artikel 3, en omvatten voorwaarden met betrekking tot essentiële vereisten, zoals het behoud van economische en financiële stabiliteit, begrotingstoezicht en beheer van de overheidsfinanciën, en voorwaarden met betrekking tot de uitvoering van de in het Oekraïneplan uiteengezette hervormingen en investeringen.

3.   De in lid 2 van dit artikel bedoelde voorwaarden weerspiegelen de in artikel 6, lid 1, eerste alinea, punt a) en lid 2, bedoelde bedragen en relevante bijdragen uit hoofde van lid 4 van dat artikel.

4.   Een bedrag gelijk aan ten minste 20 % van de in artikel 6, lid 1, eerste alinea, punt a), bedoelde niet-terugbetaalbare financiële steun wordt toegewezen aan de herstel-, wederopbouw- en moderniseringsbehoeften van de subnationale autoriteiten, met name het lokaal zelfbestuur, van Oekraïne in lijn met artikel 17.

5.   Bij wijze van uitzondering komen maatregelen die vanaf 1 januari 2023 van start zijn gegaan, in aanmerking op voorwaarde dat zij voldoen aan de vereisten van deze verordening. Die maatregelen moeten naar behoren worden gemotiveerd en afdoende worden gedocumenteerd.

6.   Het Oekraïneplan draagt bij aan en strookt met de relevante hervormingsprioriteiten die zijn vastgesteld in het kader van het toetredingstraject van Oekraïne, zoals geschetst in het advies van de Commissie over het verzoek van Oekraïne tot lidmaatschap van de Unie (het “advies van de Commissie”) en het daaropvolgende analytisch verslag (het “analytische verslag”), het periodieke uitbreidingsverslag van de Commissie en de daaropvolgende conclusies van de Raad, en de associatieovereenkomst, met inbegrip van een diepe en brede vrijhandelsruimte. Het plan draagt tevens bij aan en strookt met de nationaal vastgestelde bijdrage van Oekraïne in het kader van de Overeenkomst van Parijs, de verplichtingen van Oekraïne in het kader van het VN-Verdrag inzake biologische diversiteit en, indien beschikbaar, het nationale energie- en klimaatplan van Oekraïne.

7.   In het Oekraïneplan worden de algemene beginselen van artikel 4 in acht genomen.

Artikel 17

Inhoud van het Oekraïneplan

1.   Het Oekraïneplan bevat met name de volgende elementen, die deugdelijk gemotiveerd en onderbouwd worden:

a)

maatregelen die een op de behoeften afgestemd, samenhangend, alomvattend en voldoende evenwichtig antwoord vormen op de doelstellingen van artikel 3, met inbegrip van structurele hervormingen en maatregelen ter bevordering van de convergentie met de Unie om de rechtsstaat, democratie en de eerbiediging van de mensenrechten en fundamentele vrijheden, alsmede de toepassing van de voorwaarden bedoeld in artikel 16, lid 2, te versterken zodat het Oekraïneplan in zijn geheel de groei van de Oekraïense economie doet toenemen, economische en sociale ongelijkheden doet afnemen en ervoor zorgt dat Oekraïne vooruitgang boekt op weg naar verwezenlijking van de sociale, economische en milieunormen van de Unie;

b)

een toelichting bij de wijze waarop het Oekraïneplan bijdraagt aan en strookt met de aanpak van de relevante uitdagingen die zijn vastgesteld in het kader van het toetredingstraject van Oekraïne, zoals geschetst in het advies van de Commissie en het analytisch verslag, en de associatieovereenkomst, met inbegrip van een diepe en brede vrijhandelsruimte;

c)

een toelichting op de wijze waarop het Oekraïneplan en de hierin opgenomen maatregelen strookt met de algemene beginselen zoals bedoeld in artikel 4, alsook met de vereisten, plannen en programma’s zoals bedoeld in artikel 16;

d)

een indicatief tijdschema en de beoogde kwalitatieve en kwantitatieve stappen, die in het geval van hervormingen en investeringen meetbaar moeten zijn, die uiterlijk op 31 december 2027 moeten worden uitgevoerd;

e)

de regelingen voor de doeltreffende uitvoering en monitoring van en rapportage over het Oekraïneplan door Oekraïne, met inbegrip van de voorgestelde kwalitatieve en kwantitatieve stappen, die in het geval van hervormingen en investeringen meetbaar moeten zijn, en de bijbehorende indicatoren, alsook voor de nodige betrokkenheid van de Verchovna Rada;

f)

een toelichting bij de wijze waarop het Oekraïneplan beantwoordt aan de herstel-, restauratie-, wederopbouw- en moderniseringsbehoeften in de regio’s en gemeenten van Oekraïne die voortvloeien uit de Russische aanvalsoorlog, en aldus hun inclusieve en duurzame economische, sociale, ecologische en territoriale ontwikkeling bevordert, de sociale cohesie versterkt, de decentralisatiehervorming in Oekraïne en de convergentie met de normen van de Unie ondersteunt; in die toelichting wordt rekening gehouden met de bevoegdheden, taken en verantwoordelijkheden die zijn toegekend aan de verschillende bestuursniveaus;

g)

een toelichting op de methode en processen die voor de selectie en uitvoering van projecten zijn gebruikt, en de mechanismen om subnationale overheden, met name gemeenten, alsmede maatschappelijke organisaties, bij de besluitvorming over de inzet van steun in het wederopbouwproces op lokaal niveau en bij het proces van democratische controle te betrekken, in het bijzonder wat betreft de tijdige en gelijkwaardige toegang tot informatie en middelen voor de relevante subnationale overheden, met inbegrip van de methode die wordt gebruikt om gerelateerde uitgaven te volgen;

h)

een toelichting bij de wijze waarop het Oekraïneplan ervoor zorgt dat de door de subnationale overheden geselecteerde en uitgevoerde wederopbouwprojecten een voldoende substantieel deel van de steun uitmaken; in die toelichting wordt in voorkomend geval ook ingegaan op twinning en partnerschappen tussen steden, evenals op intercollegiale samenwerking en programma’s die zijn ingebed in partnerschappen tussen steden en regio’s in de Unie en in Oekraïne;

i)

met betrekking tot de voorbereiding en de uitvoering van het Oekraïneplan, een gedetailleerde uitleg van het proces van raadpleging, uitgevoerd in overeenstemming met het nationale rechtskader, en van de tijdens de uitvoering geplande betrokkenheid en raadplegingen van de Verchovna Rada, alsook van belanghebbenden, met inbegrip van lokale en regionale vertegenwoordigende instanties en overheden, sociale partners en maatschappelijke organisaties, en van de wijze waarop de inbreng van die belanghebbenden wordt weerspiegeld in het Oekraïneplan;

j)

een toelichting op de mate waarin de maatregelen uit het Oekraïneplan naar verwachting zullen bijdragen aan:

i)

klimaat- en milieudoelstellingen, met inbegrip van het behoud van biodiversiteit, met name de maatregelen in verband met relevante initiatieven en hervormingen, en de wijze waarop de verenigbaarheid met het beginsel “geen ernstige afbreuk doen aan” voor zover mogelijk wordt gewaarborgd in een context van herstel en wederopbouw tijdens of na de oorlog;

ii)

de bevordering van de rechtsstaat;

iii)

sociale doelstellingen, met inbegrip van de inclusie van groepen in kwetsbare situaties, en het waarborgen van de belangen van kinderen; en

iv)

gendergelijkheid en de empowerment van vrouwen en meisjes, en bevordering van de rechten van vrouwen en meisjes;

k)

een gedetailleerde toelichting op het systeem en de geplande maatregelen van Oekraïne om onregelmatigheden, fraude, alle vormen van corruptie, met inbegrip van corruptie op hoog niveau, of andere onwettige activiteiten die de financiële belangen van de Unie schaden en belangenconflicten doeltreffend te voorkomen, op te sporen en te corrigeren, alsook strafbare feiten met negatieve gevolgen voor de in het kader van de faciliteit verstrekte middelen doeltreffend te onderzoeken en vervolgen, en een gedetailleerde toelichting op de regelingen om dubbele financiering van dezelfde uitgaven uit de faciliteit en uit andere Unieprogramma’s of door andere donoren te voorkomen en om snelle justitiële samenwerking met de bevoegde autoriteiten van de Unie en haar lidstaten te waarborgen;

l)

een toelichting op de wijze waarop het Oekraïneplan waarborgt dat andere donoren kunnen bijdragen aan de ondersteuning van de maatregelen ervan;

m)

eventueel andere relevante informatie.

2.   Het Oekraïneplan is resultaat- en effectgericht en bevat meetbare indicatoren, zoals, in voorkomend geval, kernprestatie-indicatoren, voor het beoordelen van de vorderingen bij de verwezenlijking van de in artikel 3 bedoelde algemene en specifieke doelstellingen.

Artikel 18

Beoordeling door de Commissie van het Oekraïneplan

1.   De Commissie beoordeelt onverwijld de relevantie, volledigheid en geschiktheid van het Oekraïneplan of, indien van toepassing, de wijziging van het Oekraïneplan als bedoeld in artikel 20, en dient overeenkomstig artikel 19, lid 1, een voorstel voor een uitvoeringsbesluit van de Raad in. Bij het uitvoeren van die beoordeling werkt de Commissie nauw samen met Oekraïne en de internationale partners die aan de uitvoering bijdragen. De Commissie kan opmerkingen maken, aanvullende informatie inwinnen of Oekraïne verzoeken het in artikel 14, lid 2, bedoelde ontwerp van het Oekraïneplan te wijzigen.

2.   Bij de beoordeling van het Oekraïneplan en bij de vaststelling van het aan Oekraïne toe te wijzen bedrag, houdt de Commissie rekening met de relevante beschikbare analytische informatie over Oekraïne, met inbegrip van zijn macro-economische situatie en schuldhoudbaarheid, de op grond van artikel 17, lid 1, bedoelde motivering en door Oekraïne verstrekte elementen, alsmede met alle andere relevante informatie, zoals met name de in artikel 16, lid 6, vermelde informatie.

3.   Bij haar beoordeling houdt de Commissie rekening met de volgende criteria:

a)

of het Oekraïneplan een op de behoeften afgestemd, samenhangend, alomvattend en voldoende evenwichtig antwoord vormt op de doelstellingen van artikel 3, met inbegrip van structurele hervormingen en maatregelen ter bevordering van de convergentie met de Unie om de rechtsstaat, democratie, de eerbiediging van de mensenrechten en fundamentele vrijheden en de toepassing van de voorwaarden als bedoeld in artikel 16, lid 2, te versterken zodat het Oekraïneplan in zijn geheel de groei van de Oekraïense economie doet toenemen, economische en sociale ongelijkheden doet afnemen en vooruitgang van Oekraïne waarborgt op weg naar verwezenlijking van de sociale, economische en milieunormen van de Unie;

b)

of het Oekraïneplan bijdraagt aan en strookt met de aanpak van de relevante uitdagingen die zijn vastgesteld in het kader van het toetredingstraject van Oekraïne, zoals geschetst in het advies van de Commissie en het analytisch verslag, en de associatieovereenkomst, met inbegrip van een diepe en brede vrijhandelsruimte;

c)

of het Oekraïneplan en de hierin opgenomen maatregelen stroken met de algemene beginselen zoals bedoeld in artikel 4, alsook met de vereisten, plannen en programma’s zoals bedoeld in artikel 16;

d)

of het Oekraïneplan beantwoordt aan de herstel-, restauratie-, wederopbouw- en moderniseringsbehoeften die voortvloeien uit de Russische aanvalsoorlog in de regio’s en gemeenten van Oekraïne, en aldus hun inclusieve en duurzame economische, sociale, ecologische en territoriale ontwikkeling bevordert, de sociale cohesie versterkt, en de decentralisatiehervorming in Oekraïne en de convergentie met de normen van de Unie ondersteunt; of er in het plan rekening wordt gehouden met de bevoegdheden, taken en verantwoordelijkheden die zijn toegekend aan de verschillende bestuursniveaus; of de methode en processen die voor de selectie en uitvoering van projecten zijn gebruikt, en de mechanismen om subnationale overheden, met name gemeenten alsmede maatschappelijke organisaties, bij de besluitvorming over de inzet van steun in het wederopbouwproces op lokaal niveau en bij het proces van democratische controle te betrekken, in het bijzonder wat betreft tijdige en gelijkwaardige toegang tot informatie en middelen voor de betrokken subnationale overheden, geschikt zijn; of de methode die wordt gebruikt om gerelateerde uitgaven voor de door de subnationale overheden geselecteerde en uitgevoerde wederopbouwprojecten te volgen, geschikt is en of dergelijke projecten een voldoende substantieel deel van de steun uitmaken;

e)

of de in het Oekraïneplan opgenomen maatregelen naar verwachting zullen bijdragen aan klimaatmitigatie en -adaptatie, milieubescherming, met inbegrip van behoud van biodiversiteit, en aan de groene transitie, dan wel aan de aanpak van de daaruit voortvloeiende uitdagingen; of de in het Oekraïneplan opgenomen maatregelen in overeenstemming zijn met het beginsel “geen ernstige afbreuk doen aan”, voor zover mogelijk in een context van herstel en wederopbouw tijdens of na de oorlog;

f)

of de in het Oekraïneplan opgenomen maatregelen naar verwachting zullen bijdragen aan de bevordering van de rechtsstaat;

g)

of de maatregelen in het Oekraïneplan naar verwachting zullen bijdragen aan sociale doelstellingen, waaronder de inclusie van groepen in kwetsbare situaties, en de belangen van kinderen zullen waarborgen;

h)

of de maatregelen in het Oekraïneplan naar verwachting de gendergelijkheid en de empowerment van vrouwen en meisjes zullen bevorderen;

i)

of de door Oekraïne voorgestelde regelingen naar verwachting zullen zorgen voor een doeltreffende uitvoering en monitoring van en rapportage over het Oekraïneplan en eventuele actualiseringen daarvan, met name de nodige betrokkenheid van de Verchovna Rada, met inbegrip van de meetbare kwalitatieve en kwantitatieve stappen en de bijbehorende indicatoren;

j)

of de door Oekraïne voorgestelde regelingen naar verwachting op doeltreffende wijze een passend niveau van bescherming van de financiële belangen van de Unie kunnen garanderen, met name door onregelmatigheden, fraude, alle vormen van corruptie, met inbegrip van corruptie op hoog niveau, belangenconflicten of andere onwettige activiteiten die de financiële belangen van de Unie schaden, te voorkomen, op te sporen en te corrigeren; of de door Oekraïne voorgestelde regelingen naar verwachting het doeltreffend onderzoeken en vervolgen van strafbare feiten met negatieve gevolgen voor de in het kader van de faciliteit verstrekte middelen ondersteunen en een snelle justitiële samenwerking met de bevoegde autoriteiten van de Unie en haar lidstaten waarborgen; of de door Oekraïne voorgestelde regelingen naar verwachting dubbele financiering van dezelfde uitgaven uit de faciliteit en uit andere Unieprogramma’s en van andere donoren kunnen voorkomen;

k)

of de Verchovna Rada naar behoren is geraadpleegd en of in het Oekraïneplan, in voorkomend geval, rekening wordt gehouden met de inbreng van belanghebbenden, waaronder lokale en regionale vertegenwoordigende instanties en overheden, sociale partners en maatschappelijke organisaties, in overeenstemming met het nationale rechtskader;

l)

of het Oekraïneplan waarborgt dat andere donoren in staat zijn de doelstellingen te ondersteunen.

4.   Voor de beoordeling van het door Oekraïne ingediende Oekraïneplan kan de Commissie worden bijgestaan door deskundigen.

Artikel 19

Uitvoeringsbesluit van de Raad

1.   In het geval van een positieve beoordeling keurt de Raad op voorstel van de Commissie bij een uitvoeringsbesluit de beoordeling goed van het door Oekraïne overeenkomstig artikel 14, lid 2, ingediende Oekraïneplan of, in voorkomend geval, van de overeenkomstig artikel 20, lid 1 of 2, ingediende wijziging ervan. In de regel besluit de Raad binnen een maand na de ontvangst van het voorstel van de Commissie. De Raad kan het voorstel van de Commissie met gekwalificeerde meerderheid wijzigen en het aldus gewijzigde voorstel door middel van een uitvoeringsbesluit vaststellen.

2.   In het voorstel van de Commissie voor een uitvoeringsbesluit van de Raad wordt voor het door de faciliteit te financieren deel, het volgende uiteengezet:

a)

de door Oekraïne uit te voeren hervormingen en investeringen, de voorwaarden die zijn vastgelegd in het Oekraïneplan, met inbegrip van die in de vorm van meetbare kwalitatieve en kwantitatieve stappen die overeenstemmen met de bijbehorende hervormingen en investeringen, zoals bedoeld in artikel 16, lid 2, met inbegrip van het indicatieve tijdschema;

b)

de totale en jaarlijkse maximumbedragen van de niet-terugbetaalbare financiële steun en de totale en jaarlijkse indicatieve maximumbedragen van de leningsteun bedoeld in artikel 6, lid 1, eerste alinea, punt a), en lid 2, en relevante bijdragen uit hoofde van lid 4 van dat artikel;

c)

de tranches, gestructureerd overeenkomstig artikel 16, lid 2, en punt b) van dit lid, die betaald moeten worden zodra Oekraïne de relevante kwalitatieve en kwantitatieve stappen die in verband met de uitvoering van het Oekraïneplan zijn vastgesteld, op bevredigende wijze heeft voltooid;

d)

het voorgestelde tijdschema voor de uitbetaling van de steun en het betalingsschema ervan;

e)

het bedrag van de leningsteun die moet worden betaald in de vorm van een voorfinanciering overeenkomstig artikel 24;

f)

de termijn, die uiterlijk op 31 december 2027 vervalt, waarbinnen de laatste kwalitatieve en kwantitatieve stappen voor zowel investeringsprojecten als hervormingen moeten zijn voltooid;

g)

de regelingen en het tijdschema voor de monitoring en uitvoering van het Oekraïneplan, met inbegrip van een passende betrokkenheid van de Verchovna Rada en, in voorkomend geval, van de maatregelen die nodig zijn om aan artikel 35 te voldoen;

h)

de indicatoren voor de beoordeling van de vooruitgang bij de verwezenlijking van de in artikel 3 genoemde algemene en specifieke doelstellingen;

i)

de regelingen voor volledige toegang van de Commissie tot de relevante onderliggende gegevens;

j)

informatie over de feitelijke en geplande bijdragen van andere donoren en een toelichting over de coördinatiemaatregelen bij de ontwikkeling en uitvoering van het Oekraïneplan die ervoor moeten zorgen dat de doelstellingen ervan worden verwezenlijkt;

k)

een analyse van het effect van het Oekraïneplan op de macro-economische situatie, rekening houdend met de schuldhoudbaarheid van Oekraïne.

Artikel 20

Wijzigingen van het Oekraïneplan

1.   Indien het Oekraïneplan, met inbegrip van de relevante kwalitatieve en kwantitatieve stappen, op grond van objectieve omstandigheden deels of in zijn geheel niet langer door Oekraïne te verwezenlijken is, kunnen de Oekraïense autoriteiten, na overleg met de Verchovna Rada, waar relevant, wijzigingen van het Oekraïneplan voorstellen.

2.   De Commissie kan, in overleg met Oekraïne, een voorstel indienen tot wijziging van het in artikel 19, lid 1, bedoelde uitvoeringsbesluit van de Raad, met name om rekening te houden met veranderingen in de omstandigheden waardoor een verhoging van de ambitie mogelijk is of een wijziging van de beschikbare bedragen, hoofdzakelijk als gevolg van aanvullende bijdragen van de lidstaten of uit andere bronnen als bedoeld in artikel 6, lid 4. De Raad kan de Commissie verzoeken na te gaan of aan de voorwaarden van dit lid is voldaan en, in voorkomend geval, het desbetreffende voorstel in te dienen.

3.   Indien de Commissie van mening is dat de door Oekraïne aangevoerde redenen een wijziging van het Oekraïneplan rechtvaardigen, beoordeelt de Commissie het gewijzigde Oekraïneplan overeenkomstig artikel 18 en dient zij onverwijld een voorstel in tot wijziging van het in artikel 19, lid 1, bedoelde uitvoeringsbesluit van de Raad. In de regel besluit de Raad binnen een maand na de ontvangst van het voorstel van de Commissie. De Raad kan het voorstel van de Commissie met gekwalificeerde meerderheid wijzigen en het aldus gewijzigde voorstel door middel van een uitvoeringsbesluit vaststellen.

Artikel 21

Scorebord voor het Oekraïneplan

1.   De Commissie stelt een scorebord voor het Oekraïneplan op (het “scorebord”), dat de voortgang bij de uitvoering van het Oekraïneplan weergeeft.

2.   De Commissie is overeenkomstig artikel 41 bevoegd een gedelegeerde handeling vast te stellen ter aanvulling van deze verordening door de elementen van het scorebord tot in detail te bepalen, zodat de in lid 1 van dit artikel bedoelde stand van de voortgang bij de uitvoering van het Oekraïneplan inzichtelijk wordt gemaakt.

3.   Het scorebord wordt uiterlijk op 1 januari 2025 in werking gesteld en wordt tweemaal per jaar door de Commissie bijgewerkt. Het scorebord wordt online openbaar gemaakt.

Artikel 22

Leningsovereenkomst en opgenomen en verstrekte leningen

1.   Voor de financiering van steun in het kader van de faciliteit in de vorm van leningen wordt de Commissie gemachtigd om, namens de Unie, de nodige financiële middelen op de kapitaalmarkten of bij financiële instellingen te lenen overeenkomstig artikel 220 bis van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046.

2.   Na goedkeuring van het uitvoeringsbesluit van de Raad als bedoeld in artikel 19, lid 1, sluit de Commissie een leningsovereenkomst met Oekraïne voor het in artikel 6, lid 2, bedoelde bedrag. In de leningsovereenkomst worden de beschikbaarheidsperiode en de gedetailleerde voorwaarden van de steun in het kader van de faciliteit in de vorm van leningen vastgelegd, onder meer met betrekking tot de internecontrolesystemen als bedoeld in artikel 9, lid 4, punten a) en c). De leningen hebben een maximale looptijd van 35 jaar. Naast de in artikel 220, lid 5, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 vastgelegde elementen bevat de leningsovereenkomst het bedrag van de voorfinanciering en regels voor de verrekening van voorfinanciering.

3.   In afwijking van artikel 31, lid 3, van Verordening (EU) 2021/947 wordt de financiële bijstand die in het kader van de faciliteit in de vorm van leningen aan Oekraïne wordt verstrekt, niet gedragen door de garantie voor extern optreden.

4.   Voor de leningen op grond van deze verordening worden geen voorzieningen gevormd en, in afwijking van artikel 211, lid 1, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046, wordt geen voorzieningspercentage vastgesteld als een percentage van het in artikel 6, lid 2, van deze verordening genoemde bedrag.

5.   De leningsovereenkomst wordt op verzoek gelijktijdig ter beschikking gesteld van het Europees Parlement en de Raad.

Artikel 23

Subsidie voor financieringskosten

1.   In afwijking van artikel 220, lid 5, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 en onder voorbehoud van de beschikbare middelen kan de faciliteit financieringskosten, kosten van liquiditeitsbeheer en algemene beheerskosten in verband met opgenomen en verstrekte leningen (“subsidie voor financieringskosten”) dragen, met uitzondering van kosten in verband met een vervroegde aflossing van de lening. Voor de periode van 1 januari 2024 tot en met 31 december 2027 valt de subsidie voor financieringskosten onder hoofdstuk V.

2.   Oekraïne kan de in lid 1 bedoelde subsidie voor financieringskosten elk jaar aanvragen. De Commissie kan de subsidie voor financieringskosten toekennen voor een bedrag dat de grenzen van de in de jaarlijkse begroting beschikbare kredieten niet overschrijdt.

Artikel 24

Voorfinanciering

1.   Onder voorbehoud van de vaststelling door de Raad van het in artikel 19, lid 1, bedoelde uitvoeringsbesluit kan Oekraïne, als onderdeel van het Oekraïneplan, verzoeken om een voorfinanciering van maximaal 7 % van de leningsteun die krachtens hoofdstuk III wordt verstrekt.

2.   De Commissie kan de voorfinanciering betalen na de goedkeuring van het in artikel 19 bedoelde Oekraïneplan en de inwerkingtreding van de in artikel 22 bedoelde leningsovereenkomst. De betalingen worden verricht onder voorbehoud van de beschikbare financiering op de kapitaalmarkten als bedoeld in artikel 22, lid 1, en van de naleving van de in artikel 5, lid 1, gestelde voorwaarde.

3.   De Commissie stelt het tijdschema vast voor de betaling van de voorfinanciering, die in een of meer tranches kan plaatsvinden.

Artikel 25

Uitzonderlijke overbruggingsfinanciering

1.   Indien de kaderovereenkomst niet is ondertekend of het Oekraïneplan niet uiterlijk op 2 maart 2024 is goedgekeurd, kan de Commissie, onverminderd artikel 24, besluiten Oekraïne beperkte, uitzonderlijke steun te verlenen in de vorm van leningen voor een periode van maximaal zes maanden vanaf 1 januari 2024, onder voorbehoud van voldoende vooruitgang bij de voorbereiding van het Oekraïneplan om de macrofinanciële stabiliteit van het land te ondersteunen, onder voorbehoud van in een memorandum van overeenstemming (MoU) tussen de Commissie en Oekraïne overeen te komen voorwaarden, van de eerbiediging van de in artikel 5, lid 1, gestelde voorwaarde, van de naleving van artikel 6 en van de beschikbare financiering.

2.   In het MoU worden met name de beleidsvoorwaarden, de indicatieve financiële planning en de rapportagevereisten vastgelegd, evenredig met de duur van de financiering. De beleidsvoorwaarden omvatten de naleving van de beginselen van goed financieel beheer, met bijzondere aandacht voor corruptiebestrijding en de bestrijding van witwassen, alsmede maatregelen om het beheer van de inkomsten te verbeteren.

Het MoU wordt door middel van uitvoeringshandelingen vastgesteld en gewijzigd. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 42 bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

3.   Het bedrag van de in lid 1 bedoelde steun is niet meer dan 1 500 000 000 EUR op maandbasis. De Commissie sluit een leningsovereenkomst met Oekraïne, die naargelang het geval voldoet aan artikel 22 en artikel 23.

Artikel 26

Regels voor betalingen, inhouding en vermindering van niet-terugbetaalbare financiële steun en leningen

1.   Betalingen van de niet-terugbetaalbare financiële steun en van de leningen aan Oekraïne krachtens dit artikel worden gedaan in overeenstemming met de begrotingskredieten en onder voorbehoud van de beschikbare middelen. De betalingen worden verricht in tranches. Een tranche kan in een of meer deeltranches worden uitbetaald.

2.   Elk kwartaal dient Oekraïne een naar behoren gemotiveerd verzoek om betaling van de niet-terugbetaalbare financiële steun en van de leningsteun in, zodat de Commissie die niet-terugbetaalbare financiële steun en leningsteun betaalt op basis van de in lid 3 beschreven beoordeling.

3.   De Commissie beoordeelt onverwijld of Oekraïne aan de in artikel 5, lid 1, gestelde voorwaarde heeft voldaan en op bevredigende wijze heeft voldaan aan de kwalitatieve en kwantitatieve stappen die zijn uiteengezet in het in artikel 19, lid 1, bedoelde uitvoeringsbesluit van de Raad. De bevredigende uitvoering van de kwalitatieve en kwantitatieve stappen veronderstelt dat maatregelen met betrekking tot de stappen waarvoor Oekraïne bevredigende uitvoering had bereikt, niet door Oekraïne zijn teruggedraaid. De Commissie kan zich bij de uitvoering van haar beoordeling laten bijstaan door deskundigen.

4.   Wanneer de Commissie een positieve beoordeling afgeeft over de bevredigende uitvoering van de kwalitatieve en kwantitatieve stappen, dient zij onverwijld bij de Raad een voorstel in voor een uitvoeringsbesluit van de Raad waarin wordt vastgesteld dat aan de in lid 3 bedoelde voorwaarden voor uitbetaling op bevredigende wijze is voldaan. Doorgaans zal de Raad dit binnen drie weken na de ontvangst van dat voorstel doen. De Raad kan het voorstel van de Commissie met gekwalificeerde meerderheid wijzigen en het aldus gewijzigde voorstel door middel van een uitvoeringsbesluit vaststellen. Op basis van het uitvoeringsbesluit van de Raad stelt de Commissie een besluit vast waarmee de uitbetaling van het deel van de niet-terugbetaalbare financiële steun en van de lening dat overeenkomt met die stappen wordt goedgekeurd.

5.   Wanneer de Commissie een negatieve beoordeling afgeeft van de uitvoering van de kwalitatieve en kwantitatieve stappen volgens het indicatieve tijdschema, stelt zij de Raad en het Parlement daarvan onverwijld in kennis en wordt de betaling van de niet-terugbetaalbare financiële steun en van de lening die overeenkomt met dergelijke stappen ingehouden. De ingehouden betaling wordt, in overeenstemming met lid 4, pas uitbetaald op het moment dat Oekraïne, als onderdeel van een volgend betalingsverzoek, naar behoren heeft gemotiveerd dat het de nodige maatregelen heeft genomen om op bevredigende wijze aan de kwalitatieve en kwantitatieve stappen te voldoen. De Commissie ontwikkelt als leidraad een methode voor de aanpak van gedeeltelijk uitgevoerde stappen.

6.   Indien de Commissie van mening is dat Oekraïne de nodige maatregelen niet heeft genomen binnen een termijn van twaalf maanden na de in lid 5 bedoelde eerste negatieve beoordeling, stelt zij Oekraïne daarvan in kennis. Oekraïne kan binnen twee maanden na de mededeling van de kennisgeving van de Commissie zijn opmerkingen indienen. Indien de Commissie tot de conclusie komt dat Oekraïne de nodige maatregelen niet heeft genomen, dient zij een voorstel in voor een besluit van de Raad tot verlaging van het bedrag van de niet-terugbetaalbare financiële steun en van de lening evenredig met het deel dat overeenkomt met de desbetreffende kwalitatieve en kwantitatieve stappen. In de regel besluit de Raad binnen een maand na de ontvangst van het voorstel van de Commissie. De Raad kan het voorstel van de Commissie met gekwalificeerde meerderheid wijzigen en het aldus gewijzigde voorstel door middel van een uitvoeringsbesluit vaststellen.

7.   In vastgestelde gevallen van of bij ernstige zorgen met betrekking tot onregelmatigheden, fraude, corruptie en belangenconflicten die de financiële belangen van de Unie schaden en die niet door Oekraïne zijn gecorrigeerd, of bij een ernstige inbreuk op een verplichting die voortvloeit uit de in de artikelen 9, 10 en 21 van deze verordening bedoelde overeenkomsten, onder meer op basis van de in artikel 34 van deze verordening bedoelde verslagen van het auditcomité of van door OLAF verstrekte informatie, mag de Commissie het bedrag van de niet-terugbetaalbare financiële steun verlagen en aan de Uniebegroting verschuldigde bedragen terugvorderen, onder meer door verrekening in lijn met artikel 102 van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046, of de in lid 4 van dit artikel bedoelde lening die aan Oekraïne moet worden uitbetaald verlagen, dan wel verzoeken om vervroegde aflossing van de lening.

8.   In afwijking van artikel 116, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 begint de betalingstermijn als bedoeld in artikel 116, lid 1, punt a), van die verordening te lopen vanaf de datum van de mededeling van het besluit tot goedkeuring van de uitbetaling aan Oekraïne op grond van lid 4 van dit artikel.

9.   Artikel 116, lid 5, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 is niet van toepassing op betalingen verricht op grond van dit artikel en artikel 24 van deze verordening.

Artikel 27

Transparantie met betrekking tot personen en entiteiten die financiering ontvangen voor de uitvoering van het Oekraïneplan

1.   Oekraïne publiceert actuele gegevens over personen en entiteiten, waaronder contractanten, die over een periode van vier jaar financieringsbedragen ontvangen van cumulatief meer dan 100 000 EUR voor de uitvoering van hervormingen en investeringen gespecificeerd in het Oekraïneplan.

2.   Met betrekking tot de in lid 1 bedoelde personen en entiteiten wordt de volgende informatie in machineleesbaar formaat en in volgorde van de omvang van het totale ontvangen bedrag op een webpagina bekendgemaakt met inachtneming van de vereisten inzake geheimhouding en beveiliging, met name inzake de bescherming van persoonsgegevens:

a)

in het geval van een rechtspersoon, de volledige officiële naam en het btw- of fiscaal identificatienummer van de ontvanger, indien beschikbaar, of een ander uniek identificatiemiddel op nationaal niveau;

b)

in het geval van een natuurlijke persoon, de voor- en achterna(a)m(en) van de ontvanger;

c)

het door de ontvanger ontvangen bedrag, en de hervormingen en investeringen in het kader van het Oekraïneplan die mede met dit bedrag worden uitgevoerd.

3.   De in lid 2 bedoelde informatie wordt niet gepubliceerd indien bekendmaking afbreuk dreigt te doen aan de rechten en vrijheden van de betrokken personen of entiteiten of de commerciële belangen van ontvangers ernstig dreigt te schaden. Deze informatie wordt ter beschikking gesteld van de Commissie en het auditcomité.

4.   Oekraïne verstrekt de Commissie ten minste eenmaal per jaar langs elektronische weg de gegevens over de in lid 1 van dit artikel bedoelde personen en entiteiten, in een in de kaderovereenkomst vast te leggen machineleesbaar formaat, zoals bedoeld in artikel 9, lid 4, punt i).

HOOFDSTUK IV

PIJLER II: INVESTERINGSKADER VOOR OEKRAÏNE

Artikel 28

Werkingssfeer en structuur

1.   Krachtens het investeringskader voor Oekraïne verleent de Commissie steun van de Unie aan Oekraïne in de vorm van financieringsinstrumenten, begrotingsgaranties, of blendingverrichtingen, met inbegrip van technische ondersteuning in verband met de uitvoering van pijler II.

2.   De Commissie wordt bij de uitvoering van het investeringskader voor Oekraïne bijgestaan door een stuurcomité (het “stuurcomité”). Het stuurcomité stelt zijn reglement van orde vast.

3.   Het stuurcomité bestaat uit vertegenwoordigers van de Commissie en van elke lidstaat. De Oekraïense autoriteiten worden, in voorkomend geval, uitgenodigd om de vergaderingen van het stuurcomité bij te wonen. Het Europees Parlement en de Verchovna Rada hebben de status van waarnemer. Tegenpartijen die de door het investeringskader van Oekraïne ondersteunde garantie voor Oekraïne en financieringsinstrumenten uitvoeren, kunnen de status van waarnemer krijgen. De Commissie is voorzitter van het stuurcomité.

4.   Het stuurcomité geeft de Commissie strategische en operationele richtsnoeren en steun op verschillende gebieden, waaronder risicoprofielen, de vorm van steun, het ontwerp van de te gebruiken financiële producten, en niet in aanmerking komende sectoren. Het stuurcomité stelt adviezen op over het gebruik van de steun van de Unie via de garantie voor Oekraïne, financieringsinstrumenten en blendingverrichtingen, met inbegrip van de concessionaliteitsniveaus, rekening houdend met de desbetreffende risicobeoordelingen. Het stuurcomité neemt, indien mogelijk, adviezen bij consensus aan.

5.   De Commissie zorgt ervoor dat de steun van de Unie in het kader van het investeringskader voor Oekraïne consistent is met het Oekraïneplan, bijdraagt tot de uitvoering ervan, en een aanvulling vormt op de steun van de Unie aan Oekraïne in het kader van andere programma’s en instrumenten van de Unie, rekening houdend met de bevordering van maatschappelijk verantwoord ondernemen en verantwoord ondernemerschap, met name door de eerbiediging van internationaal overeengekomen richtsnoeren, beginselen en conventies inzake investeringen.

6.   Van de garanties die worden verstrekt in het kader van het investeringskader voor Oekraïne wordt ten minste 15 % gebruikt om ondersteuning te bieden aan micro-, kleine en middelgrote ondernemingen zoals gedefinieerd in artikel 2 van de bijlage bij Aanbeveling 2003/361/EG, met inbegrip van startende ondernemingen, onder meer via financiële instrumenten waarmee wordt beoogd het risico dat gepaard gaat met de verstrekking van leningen door Oekraïense banken te beperken.

7.   Voor de toepassing van artikel 209, lid 2, punt h), van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 wordt aan het vereiste inzake ex-ante-evaluaties van financieringsinstrumenten en begrotingsgaranties voldaan middels de positieve beoordelingen van het Oekraïneplan door de Commissie, bedoeld in artikel 19, lid 1, van deze verordening.

8.   De steun in het kader van het investeringskader voor Oekraïne dient met name voor de uitvoering van het Oekraïneplan en vormt een aanvulling op de financieringsbronnen die bij deze verordening worden vastgelegd.

9.   Ten minste 20 % van het totale bedrag dat overeenkomt met steun in het kader van het investeringskader voor Oekraïne en investeringen in het kader van het Oekraïneplan, draagt, voor zover dat mogelijk is in een door oorlog verscheurd land, bij tot matiging van en aanpassing aan de klimaatverandering, tot milieubescherming, met inbegrip van het behoud van de biodiversiteit, en tot de groene transitie.

10.   De Commissie brengt overeenkomstig artikel 41, leden 4 en 5, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 jaarlijks verslag uit over de uitvoering van de steun in het kader van het investeringskader voor Oekraïne. Daartoe verstrekt elke tegenpartij van de garantie voor Oekraïne en elke met de uitvoering belaste entiteit die financieringsinstrumenten uitvoert, jaarlijks de informatie die de Commissie nodig heeft om aan haar rapportageverplichtingen te voldoen.

Artikel 29

Aanvullende bijdragen aan de garantie voor Oekraïne en aan financieringsinstrumenten

1.   De lidstaten, derde landen en derden kunnen bijdragen aan de garantie voor Oekraïne en aan de financieringsinstrumenten die in het kader van het investeringskader voor Oekraïne zijn opgezet. De bijdragen aan de garantie voor Oekraïne worden overeenkomstig artikel 218, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 betaald.

2.   Met de bijdragen aan de garantie voor Oekraïne wordt het bedrag van de garantie voor Oekraïne verhoogd zonder dat dit leidt tot aanvullende voorwaardelijke verplichtingen voor de Unie.

3.   Voor alle in lid 1 bedoelde bijdragen wordt een bijdrageovereenkomst gesloten tussen de Commissie, namens de Unie, en de contribuant. In deze overeenkomst zijn met name bepalingen betreffende de betalingsvoorwaarden opgenomen. De Commissie stelt het Europees Parlement en de Raad gelijktijdig en onverwijld in kennis van de gesloten bijdrageovereenkomsten.

Artikel 30

Uitvoering van de garantie voor Oekraïne en financieringsinstrumenten

1.   De krachtens het investeringskader voor Oekraïne ondersteunde garantie voor Oekraïne en financieringsinstrumenten worden op grond van artikel 62, lid 1, eerste alinea, punt c), van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 uitgevoerd in indirect beheer.

2.   De voor de garantie voor Oekraïne in aanmerking komende tegenpartijen en de voor de financieringsinstrumenten in aanmerking komende, met de uitvoering belaste entiteiten zijn bepaald in artikel 208, lid 4, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046, en omvatten ook derde landen die bijdragen aan de garantie voor Oekraïne overeenkomstig artikel 29 van deze verordening. Daarnaast kunnen, in afwijking van artikel 62, lid 1, eerste alinea, punt c), van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046, privaatrechtelijke organen van een lidstaat, of een derde land dat heeft bijgedragen aan de garantie voor Oekraïne in overeenstemming met artikel 29 van deze verordening, en die voldoende zekerheid bieden over hun financiële en operationele capaciteit, in aanmerking komen voor de garantie voor Oekraïne.

3.   De Commissie zorgt met een inclusieve benadering voor een doeltreffend, efficiënt, op behoeften gebaseerd en billijk gebruik van de beschikbare middelen onder de in aanmerking komende tegenpartijen en, indien van toepassing, in aanmerking komende, met de uitvoering belaste entiteiten, waarbij zij hun onderlinge samenwerking bevordert en terdege rekening houdt met hun capaciteiten, toegevoegde waarde, ervaringen en risicodragende capaciteit.

4.   De Commissie ziet erop toe dat alle in aanmerking komende tegenpartijen en in aanmerking komende, met de uitvoering belaste entiteiten op eerlijke en transparante wijze worden behandeld en dat belangenconflicten worden vermeden gedurende de gehele uitvoeringstermijn van het investeringskader voor Oekraïne. Om complementariteit te waarborgen, kan de Commissie bij voor de garantie voor Oekraïne in aanmerking komende tegenpartijen of bij voor financieringsinstrumenten in aanmerking komende, met de uitvoering belaste entiteiten relevante informatie over hun niet door de EU ondersteunde verrichtingen opvragen.

Artikel 31

Garantie voor Oekraïne

1.   De garantie voor Oekraïne van 7 800 000 000 EUR in lopende prijzen wordt ingesteld om verrichtingen ter ondersteuning van de doelstellingen van de faciliteit te garanderen. De garantie voor Oekraïne is onafhankelijk en autonoom van de ingestelde garantie voor extern optreden en wordt verleend als een onherroepelijke, onvoorwaardelijke en afroepbare garantie in overeenstemming met artikel 219, lid 1, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046.

2.   De garantie voor Oekraïne wordt gebruikt om risico’s te dekken van de volgende soorten verrichtingen ter ondersteuning van statelijke, substatelijke, niet-commerciële en commerciële entiteiten en de particuliere sector:

a)

leningen, met inbegrip van leningen in lokale valuta;

b)

garanties;

c)

tegengaranties;

d)

kapitaalmarktinstrumenten;

e)

andere vormen van financierings- of kredietverbeteringsinstrumenten, verzekeringen, en investeringen in eigen vermogen of quasi-eigenvermogen.

3.   Namens de Unie sluit de Commissie tot en met 31 december 2027 met in aanmerking komende tegenpartijen overeenkomsten met betrekking tot de garantie voor Oekraïne. De garantie voor Oekraïne kan geleidelijk worden verleend.

De Commissie verstrekt in de in artikel 28, lid 10, bedoelde verslagen informatie over de ondertekening van elke overeenkomst met betrekking tot de garantie voor Oekraïne. Op hun verzoek worden die overeenkomsten onverwijld aan het Europees Parlement en de Raad beschikbaar gesteld, waarbij wordt gelet op de bescherming van vertrouwelijke en commercieel gevoelige informatie.

4.   Bij het sluiten van overeenkomsten met betrekking tot de garantie voor Oekraïne houdt de Commissie terdege rekening met het advies en de richtsnoeren van de in artikel 33, lid 8, van Verordening (EU) 2021/947 bedoelde technische risicobeoordelingsgroep en van het stuurcomité.

5.   De overeenkomsten met betrekking tot de garantie voor Oekraïne bevatten met name:

a)

nadere bepalingen inzake de dekking van de garantie voor Oekraïne, de geraamde jaarlijkse investeringen, de vereisten, de subsidiabiliteit en de procedures;

b)

nadere bepalingen inzake de voorziening van de garantie voor Oekraïne, waaronder de dekkingsregelingen en de vastgestelde dekking van portefeuilles en van projecten van specifieke soorten instrumenten, alsmede een risicoanalyse van de projecten en de projectportefeuilles, ook op sectoraal, regionaal en nationaal niveau;

c)

een vermelding van de doelstellingen van de faciliteit, een beoordeling van de behoeften en een indicatie van de verwachte resultaten;

d)

de vergoeding voor de garantie voor Oekraïne, die wordt vastgesteld tegen gunstige voorwaarden die de specifieke situatie van het door oorlog verscheurde Oekraïne weerspiegelen, rekening houdend met de respectieve risicoprofielen van de investeringsprogramma’s om een gelijk speelveld te waarborgen;

e)

voorschriften betreffende het gebruik van de garantie voor Oekraïne, waaronder de betalingsvoorwaarden, zoals specifieke termijnen, de op verschuldigde bedragen te betalen rente, uitgaven en invorderingskosten en de eventuele vereiste liquiditeitsregelingen;

f)

procedures in verband met vorderingen, met inbegrip van, maar niet beperkt tot, de triggergebeurtenissen en wachttermijnen, en procedures met betrekking tot de invordering van schuldvorderingen;

g)

verplichtingen inzake monitoring, rapportage, transparantie en evaluatie;

h)

duidelijke en toegankelijke klachtenprocedures voor derden die nadelige gevolgen zouden kunnen ondervinden van de uitvoering van met de garantie voor Oekraïne ondersteunde projecten.

6.   De EIB-groep voert verrichtingen in Oekraïne uit ter ondersteuning van Oekraïense statelijke entiteiten en niet-commerciële substatelijke entiteiten, die gedekt zijn door een indicatief specifiek minimumbedrag van de garantie voor Oekraïne van 25 % van het in lid 1 bedoelde bedrag, dat wordt toegekend overeenkomstig de in deze verordening vastgelegde procedures.

7.   Het in lid 6 bedoelde specifieke bedrag van de garantie voor Oekraïne is beschikbaar voor de ondersteuning van verrichtingen van de EIB-groep die uiterlijk op 31 december 2025 door de desbetreffende raad van bestuur van de EIB-groep zijn goedgekeurd. Na die datum is het resterende specifieke bedrag van de garantie voor Oekraïne beschikbaar voor alle soorten verrichtingen als bedoeld in lid 6 voor alle in aanmerking komende tegenpartijen die onder lid 3, vallen.

8.   De Commissie kan tot 30 % van het in lid 1 van dit artikel bedoelde bedrag gebruiken om de bedragen te verhogen van de garantie die wordt verleend via op grond van artikel 38 van Verordening (EU) 2021/947 gesloten overeenkomsten met betrekking tot de garantie voor extern optreden, onder voorbehoud van het volgende:

a)

voor de toepassing van dit lid wordt de garantie voor Oekraïne uitgevoerd door middel van een wijziging van of een addendum bij overeenkomsten die op grond van artikel 38 van Verordening (EU) 2021/947 zijn gesloten met de op grond van artikel 35 van die verordening geselecteerde in aanmerking komende tegenpartijen, ter verhoging van het garantiebedrag in het kader van die overeenkomsten, te ondertekenen binnen vier maanden na de inwerkingtreding van deze verordening;

b)

de in aanmerking komende tegenpartijen gebruiken de garantie voor Oekraïne op grond van dit lid uitsluitend ter ondersteuning van de uitvoering van de verrichtingen in Oekraïne en alleen garantieopvragingen van verrichtingen in Oekraïne komen in aanmerking voor dekking door de garantie voor Oekraïne krachtens dit lid;

c)

in afwijking van artikel 36, lid 1, tweede alinea, van Verordening (EU) 2021/947 vormen de op grond van dit lid door de garantie voor Oekraïne gedekte verrichtingen een afzonderlijke portefeuille van de garantie voor Oekraïne en worden deze niet in aanmerking genomen voor het berekenen van de dekking van 65 % bedoeld in artikel 36, lid 1, van Verordening (EU) 2021/947;

d)

de risicodeling in de afzonderlijke portefeuille van de garantie voor Oekraïne zorgt voor een afstemming van de belangen tussen de Commissie en de in aanmerking komende tegenpartij overeenkomstig artikel 209, lid 2, punt e), van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046, en de tegenpartij draagt met haar eigen middelen bij aan deze portefeuille overeenkomstig artikel 219, lid 4, van die verordening;

e)

tegenpartijen stellen krachtens dit lid een afzonderlijke boekhouding en rapportage op voor de uitvoering van de garantie voor Oekraïne;

f)

Artikel 32 van deze verordening is van toepassing op de voorziening van de garantie voor Oekraïne krachtens dit lid, die uitsluitend wordt gebruikt voor de dekking van verliezen in het kader van de garantie voor Oekraïne; de krachtens artikel 31, lid 5, van Verordening (EU) 2021/947 aangelegde voorziening wordt niet gebruikt voor de dekking van de verrichtingen in het kader van de garantie voor Oekraïne.

9.   De in aanmerking komende tegenpartij keurt financierings- en investeringsverrichtingen goed overeenkomstig haar eigen regels en procedures en met naleving van de overeenkomst met betrekking tot de garantie voor Oekraïne.

10.   De maximale termijn die in aanmerking komende tegenpartijen wordt toegestaan om contracten met financiële intermediairs of eindontvangers te ondertekenen, is drie jaar na de sluiting van de desbetreffende overeenkomst met betrekking tot de garantie voor Oekraïne, met mogelijke verlengingen wanneer een aanvullend garantiebedrag wordt verleend en de overeenkomst met betrekking tot de garantie voor Oekraïne wordt gewijzigd.

11.   De garantie voor Oekraïne kan betrekking hebben op:

a)

wat betreft schuldinstrumenten: de hoofdsom en alle rente en de bedragen die aan de geselecteerde in aanmerking komende tegenpartij zijn verschuldigd, maar niet overeenkomstig de voorwaarden van de financieringsverrichtingen door haar zijn ontvangen nadat zich een wanbetaling heeft voorgedaan;

b)

wat betreft aandeleninstrumenten: de geïnvesteerde bedragen en de eraan verbonden financieringskosten;

c)

wat betreft andere in lid 2 bedoelde financierings- en investeringsverrichtingen: de gebruikte bedragen en de eraan verbonden financieringskosten;

d)

alle relevante uitgaven en invorderingskosten die verband houden met een wanbetaling, tenzij die in mindering worden gebracht op de opbrengst van de invordering.

12.   Met het oog op de financiële verslaggeving door de Commissie en haar jaarlijkse verslaglegging aan het Europees Parlement en de Raad over de door de garantie voor Oekraïne gedekte risico’s, en overeenkomstig artikel 209, lid 4, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046, verstrekken de in aanmerking komende tegenpartijen waarmee een overeenkomst met betrekking tot de garantie voor Oekraïne is gesloten, aan de Commissie en de Europese Rekenkamer jaarlijks de financiële overzichten, gecontroleerd door een onafhankelijke externe auditor, die onder meer informatie bevatten over:

a)

de risicobeoordeling van de financierings- en investeringsverrichtingen van de in aanmerking komende tegenpartijen, inclusief informatie over de verplichtingen van de Unie gemeten met naleving van de in artikel 80 van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 bedoelde boekhoudregels en de internationale standaarden voor overheidsboekhouding;

b)

de uitstaande financiële verplichting van de Unie als gevolg van de garantie voor Oekraïne die is verleend aan de in aanmerking komende tegenpartijen en hun financierings- en investeringsverrichtingen, uitgesplitst naar individuele verrichting.

13.   De voorwaarde van artikel 219, lid 4, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 betreffende bijdragen met eigen middelen is van toepassing op elke in aanmerking komende tegenpartij die op grond van het investeringskader voor Oekraïne op portefeuillebasis een begrotingsgarantie heeft gekregen.

14.   Het in artikel 33, lid 7, van Verordening (EU) 2021/947 bedoelde kader voor risicobeheer van het Europees Fonds voor duurzame ontwikkeling + (EFDO+), met inbegrip van de in artikel 33, lid 8, van die verordening bedoelde technische risicobeoordelingsgroep, zijn op de garantie voor Oekraïne van toepassing, rekening houdend met de doelstellingen en beginselen van de faciliteit. De risicobeoordelingen voor de garantie voor Oekraïne staan los van de risicobeoordelingen van het EFDO + . Het algemene risicoprofiel van door de garantie voor Oekraïne gedekte verrichtingen kan verschillen van het algemene risicoprofiel van de garantie voor extern optreden. De Commissie zorgt ervoor dat het risico van de gegarandeerde verrichtingen niet groter is dan de capaciteit van de begroting van de Unie om die risico’s te dragen, zoals bepaald door de beschikbare begrotingsmiddelen en het voorzieningspercentage bedoeld in artikel 32, lid 1, van deze verordening. In het kader van de in artikel 28, lid 10, bedoelde rapportage brengt de Commissie jaarlijks verslag uit aan het Europees Parlement en de Raad over de in dit verband genomen maatregelen.

Artikel 32

Voorzieningen

1.   Het voorzieningspercentage voor de garantie voor Oekraïne bedraagt aanvankelijk 70 %.

In afwijking van artikel 211, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 met betrekking tot de periode waarvoor de globale voorziening wordt gevormd, wordt de voorziening opgebouwd tot 31 december 2027 en is deze gelijk aan het bedrag van de voorziening dat overeenkomt met de verleende garantie voor Oekraïne, en kan deze geleidelijk worden opgebouwd om de voortgang weer te geven bij de selectie en uitvoering van de financierings- en investeringsverrichtingen ter ondersteuning van de doelstellingen van de faciliteit.

2.   Het voorzieningspercentage wordt na de inwerkingtreding van deze verordening ten minste eenmaal per jaar geëvalueerd. De Commissie stelt het Europees Parlement en de Raad in kennis van de resultaten van die evaluatie.

3.   De Commissie is bevoegd om overeenkomstig artikel 41 van deze verordening een gedelegeerde handeling vast te stellen om het voorzieningspercentage te wijzigen met toepassing van de criteria van artikel 211, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046, en, waar relevant, om het in artikel 31, lid 1, van deze verordening bedoelde maximumbedrag van de garantie voor Oekraïne met maximaal 30 % te verhogen of te verlagen. De Commissie kan het maximumbedrag van de garantie voor Oekraïne alleen verhogen als het voorzieningspercentage wordt verlaagd. Onverminderd artikel 31, lid 3, van deze verordening kan de Commissie bepalen dat het verhoogde bedrag van de garantie voor Oekraïne geleidelijk over een periode van drie jaar beschikbaar wordt gesteld voor de ondertekening van garantieovereenkomsten.

4.   In afwijking van artikel 213 van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 is het effectieve voorzieningspercentage niet van toepassing op de voorzieningen die in het gemeenschappelijk voorzieningsfonds zijn gereserveerd met betrekking tot de garantie voor Oekraïne.

Artikel 33

Klachten- en verhaalmechanisme

1.   Met het oog op mogelijke klachten van derden, zoals gemeenschappen en personen die nadeel ondervinden van door de garantie voor Oekraïne ondersteunde projecten, publiceren de Commissie en de delegatie van de Unie in Oekraïne op hun website rechtstreekse verwijzingen naar de klachtenregelingen van de betrokken tegenpartijen die garantieovereenkomsten voor Oekraïne hebben gesloten met de Commissie. De Commissie voorziet ook in de mogelijkheid om rechtstreeks klachten te ontvangen in verband met de behandeling van klachten door in aanmerking komende tegenpartijen. De Commissie neemt de via klachtenmechanismen ontvangen informatie in aanmerking met het oog op toekomstige samenwerking met die tegenpartijen.

2.   Waar mogelijk en rekening houdend met de bescherming van vertrouwelijke en commercieel gevoelige informatie, publiceert de Commissie informatie op haar webportaal over de financierings- en investeringsverrichtingen en de essentiële onderdelen van de overeenkomsten met betrekking tot de garantie voor Oekraïne, met inbegrip van informatie over de juridische identiteit van in aanmerking komende tegenpartijen, verwachte ontwikkelingsvoordelen en klachtenprocedures.

3.   In overeenstemming met hun transparantiebeleid en de voorschriften van de Unie inzake gegevensbescherming en de toegang tot documenten en informatie, maken de in aanmerking komende tegenpartijen op hun websites informatie bekend over alle financierings- en investeringsverrichtingen die door de garantie voor Oekraïne worden gedekt, en in het bijzonder over de wijze waarop die verrichtingen bijdragen aan de verwezenlijking van de doelstellingen en vereisten van deze verordening. Indien mogelijk wordt die informatie uitgesplitst op projectniveau. Bij deze informatieverstrekking wordt gelet op de bescherming van vertrouwelijke en commercieel gevoelige informatie. In aanmerking komende tegenpartijen vermelden ook de steun van de Unie in alle informatie die zij bekendmaken over financierings- en investeringsverrichtingen die overeenkomstig deze verordening door de garantie voor Oekraïne worden gedekt.

HOOFDSTUK V

PIJLER III: BIJSTAND EN BIJBEHORENDE ONDERSTEUNENDE MAATREGELEN BIJ TOETREDING TOT DE UNIE

Artikel 34

Bijstand en bijbehorende ondersteunende maatregelen bij toetreding tot de Unie

1.   Bijstand op grond van dit hoofdstuk helpt Oekraïne bij het verwezenlijken van de doelstellingen van artikel 3. De bijstand op grond van dit hoofdstuk is met name gericht op ondersteuning van de geleidelijke aanpassing van Oekraïne aan het acquis van de Unie met het oog op een toekomstig lidmaatschap van de Unie, en draagt zo bij tot wederzijdse stabiliteit, veiligheid, vrede en welvaart. Deze steun omvat de versterking van de rechtsstaat, met inbegrip van de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht, de democratie, de eerbiediging van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden, de bestrijding van corruptie, de versterking van de doeltreffendheid van het openbaar bestuur, institutionele capaciteiten, decentralisatie, de ondersteuning van transparantie, structurele hervormingen, sectoraal beleid en goed bestuur op alle niveaus, en de bijdrage tot de uitvoering van het Oekraïneplan.

2.   Bijstand op grond van dit hoofdstuk wordt ook verleend om ervoor te zorgen dat de capaciteiten van belanghebbenden, waaronder de sociale partners, maatschappelijke organisaties en lokale en regionale overheden, worden versterkt, onder meer via twinning en stedenbanden, alsook door de bevordering van intercollegiale samenwerking en programma’s die zijn ingebed in partnerschappen tussen steden en regio’s in de Unie en in Oekraïne, in voorkomend geval.

3.   Bijstand op grond van dit hoofdstuk moet ook het vermogen inzake conflictpreventie en vredesopbouw versterken en pre- en postcrisissituaties aanpakken, onder meer door middel van vertrouwenwekkende maatregelen en processen ter bevordering van gerechtigheid, waarheidsvinding, alomvattende rehabilitatie na een conflict met het oog op een inclusieve, vreedzame samenleving en het verzamelen van bewijsmateriaal van tijdens de oorlog gepleegde misdaden. Op grond van dit hoofdstuk kan financiering worden verstrekt voor initiatieven en organen die betrokken zijn bij de ondersteuning en handhaving van internationale gerechtigheid in Oekraïne.

4.   Bijstand op grond van dit hoofdstuk ondersteunt de oprichting en versterking van de Oekraïense autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor het waarborgen van een passend gebruik van middelen, audit en voor een doeltreffende bestrijding van wanbeheer van overheidsfinanciering, met name fraude, alle vormen van corruptie, waaronder corruptie op hoog niveau, belangenconflicten en onregelmatigheden met betrekking tot bedragen die zijn uitgegeven om de doelstellingen van de faciliteit te verwezenlijken, alsook om de de-oligarchisatie-inspanningen te ondersteunen.

5.   De in artikel 23 bedoelde subsidie voor financieringskosten wordt gefinancierd krachtens dit hoofdstuk.

6.   Voor de jaren 2024 tot en met 2027, financiert de steun krachtens dit hoofdstuk:

a)

de voorzieningen voor begrotingsgaranties, die niet wordt gedekt door de in artikel 50 van Verordening (EU) 2021/947 bedoelde financiële middelen overeenkomstig de regels van artikel 31, lid 8, van die verordening, voor de financiële verplichtingen in Oekraïne in het kader van het gedekte mandaat voor externe leningen krachtens artikel 12, lid 1, van Besluit (EU) 2022/1628 van het Europees Parlement en de Raad (41) in verband met na 15 juli 2022 uitbetaalde leningen van maximaal 1 586 miljard EUR;

b)

de rentesubsidie voor macrofinanciële-bijstandsleningen in het kader van

i)

Besluit (EU) 2022/1201 van het Europees Parlement en de Raad (42), in afwijking van artikel 1, lid 3, van dat besluit;

ii)

Besluit (EU) 2022/1628, in afwijking van artikel 6, lid 3, van dat besluit;

c)

in afwijking van artikel 31, lid 1, van Verordening (EU) 2021/947, de gestorte voorzieningen van 9 % voor financiële bijstand die eind 2023 nog niet zijn vastgelegd, als bedoeld in artikel 11, lid 1, van Besluit (EU) 2022/1628.

HOOFDSTUK VI

BESCHERMING VAN DE FINANCIËLE BELANGEN VAN DE UNIE

Artikel 35

Bescherming van de financiële belangen van de Unie

1.   Bij de uitvoering van de faciliteit nemen de Commissie en Oekraïne alle passende maatregelen om de financiële belangen van de Unie te beschermen, rekening houdend met het evenredigheidsbeginsel en de specifieke voorwaarden waaronder de faciliteit zal functioneren, met de in artikel 5, lid 1, gestelde voorwaarde en met de in de kaderovereenkomst en specifieke financierings- of leningsovereenkomsten uiteengezette voorwaarden, in het bijzonder met betrekking tot het voorkomen, opsporen en corrigeren van fraude, corruptie, of andere onwettige activiteiten die de financiële belangen van de Unie schaden, belangenconflicten en onregelmatigheden, alsook het onderzoeken en vervolgen van strafbare feiten met betrekking tot de in het kader van de faciliteit verstrekte middelen. Oekraïne verbindt zich ertoe vorderingen te maken met doeltreffende en efficiënte internecontrolesystemen en ervoor te zorgen dat ten onrechte betaalde of ten onrechte bestede bedragen kunnen worden teruggevorderd. Oekraïne verbindt zich er tevens toe te waarborgen dat de bevoegde Oekraïense autoriteiten verzoeken om wederzijdse rechtshulp en uitleveringsverzoeken van het EOM en de bevoegde autoriteiten van de lidstaten betreffende strafbare feiten met betrekking tot de in het kader van de faciliteit verstrekte middelen onverwijld behandelen.

2.   De in de artikelen 9, 10 en 22 genoemde overeenkomsten voorzien in de verplichting van Oekraïne:

a)

om regelmatig te controleren of de verstrekte financiering naar behoren is gebruikt overeenkomstig de toepasselijke voorschriften, met name wat betreft het voorkomen, opsporen en corrigeren van fraude, corruptie, belangenconflicten en onregelmatigheden of andere onwettige activiteiten die de financiële belangen van de Unie schaden;

b)

om klokkenluiders te beschermen;

c)

om passende maatregelen te nemen om fraude, corruptie, belangenconflicten en onregelmatigheden te voorkomen, op te sporen en te corrigeren, alsook strafbare feiten die de financiële belangen van de Unie schaden te onderzoeken en te vervolgen, om dubbele financiering op te sporen en te voorkomen en juridische stappen te ondernemen om middelen waaraan geen wettige bestemming is gegeven terug te vorderen, onder meer in verband met maatregelen voor de uitvoering van hervormingen en investeringsprojecten in het kader van het Oekraïneplan, en passende maatregelen te nemen om verzoeken om wederzijdse rechtshulp van het EOM en de bevoegde autoriteiten van de lidstaten betreffende strafbare feiten met betrekking tot de in het kader van de faciliteit verstrekte middelen onverwijld te behandelen;

d)

om een betalingsverzoek als bedoeld in hoofdstuk III vergezeld te laten gaan van een betrouwbaarheidsverklaring dat de middelen zijn gebruikt in overeenstemming met het beginsel van goed financieel beheer en voor het beoogde doel en op passende wijze zijn beheerd, met name in overeenstemming met Oekraïense voorschriften aangevuld met internationale normen, inzake het voorkomen, opsporen en corrigeren van onregelmatigheden, fraude, corruptie en belangenconflicten;

e)

voor de toepassing van lid 1, met name voor controles op het gebruik van middelen met betrekking tot de uitvoering van hervormingen en investeringen in het kader van het Oekraïneplan, te zorgen, met naleving van de beginselen van de Unie voor gegevensbescherming en van de toepasselijke regels voor gegevensbescherming, voor de verzameling van en toegang tot voldoende gegevens over personen en entiteiten die financiering, met inbegrip van informatie over uiteindelijk belang, ontvangen voor de uitvoering van maatregelen van het Oekraïneplan;

f)

om de Commissie, OLAF en de Europese Rekenkamer expliciet toe te staan hun in artikel 129, lid 1, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 vastgelegde rechten uit te oefenen, bij toepassing van het evenredigheidsbeginsel;

g)

ervoor te zorgen dat de bevoegde Oekraïense autoriteiten aan het EOM elke criminele gedraging met betrekking tot de in het kader van de faciliteit verstrekte middelen die onder zijn bevoegdheid kan vallen, melden.

3.   De Commissie streeft ernaar Oekraïne een geïntegreerd en interoperabel informatie- en monitoringsysteem ter beschikking te stellen, met inbegrip van één instrument voor datamining en risicoscores voor toegang tot en analyse van de relevante gegevens, met naleving van de beginselen van de Unie voor gegevensbescherming en van de toepasselijke regels voor gegevensbescherming, met inbegrip van de in lid 2, punt d), vermelde gegevens. Indien een dergelijk systeem beschikbaar is, gebruikt Oekraïne de relevante gegevens en voert het deze in het systeem in, onder meer met de krachtens hoofdstuk V verleende bijstand.

4.   In de in de artikelen 9, 10 en 22 bedoelde overeenkomsten wordt tevens bepaald dat de Commissie het recht heeft om de steun in het kader van de faciliteit evenredig te verminderen en elk bedrag dat is besteed aan de verwezenlijking van de doelstellingen van de faciliteit terug te vorderen of om een vervroegde terugbetaling van de lening te vragen in geval van onregelmatigheden, fraude, corruptie of belangenconflicten die de financiële belangen van de Unie schaden en die niet door Oekraïne zijn gecorrigeerd, of in geval van een ernstige schending van een verplichting die voortvloeit uit dergelijke overeenkomsten. Bij het nemen van een besluit over het bedrag van de terugvordering en de vermindering of het vervroegd terug te betalen bedrag neemt de Commissie het evenredigheidsbeginsel in acht en houdt zij rekening met de ernst van de onregelmatigheid, fraude, corruptie of belangenconflicten die de financiële belangen van de Unie schaden, of van een schending van een verplichting. Oekraïne krijgt de gelegenheid opmerkingen te maken voordat tot de vermindering wordt besloten of voordat om vroegtijdige terugbetaling wordt verzocht.

5.   Personen en entiteiten die in het kader van de faciliteit verstrekte middelen uitvoeren, melden alle vermoedelijke of feitelijke gevallen van fraude, corruptie, belangenconflicten en onregelmatigheden of andere onwettige activiteiten die de financiële belangen van de Unie schaden, onverwijld aan het in artikel 36 bedoelde auditcomité, de Commissie, OLAF en, in voorkomend geval, het EOM. Die personen en entiteiten moeten deze gevallen op doeltreffende wijze via passende kanalen kunnen melden.

Artikel 36

Auditcomité

1.   De Commissie stelt een auditcomité in voordat Oekraïne het eerste betalingsverzoek indient.

2.   Het auditcomité bestaat uit onafhankelijke leden die door de Commissie worden benoemd. Vertegenwoordigers van de lidstaten en andere donoren kunnen door de Commissie worden uitgenodigd om deel te nemen aan de activiteiten van het auditcomité. Andere donoren die aan de faciliteit bijdragen, kunnen door de Commissie worden uitgenodigd om waarnemers in het auditcomité aan te wijzen.

3.   Het auditcomité oefent zijn taken volledig objectief uit en handelt met naleving van de best toepasselijke internationale praktijken en normen. Het comité handelt onverminderd de bevoegdheden van de Commissie, OLAF, de Europese Rekenkamer v en het EOM.

4.   Het auditcomité zorgt voor een regelmatige dialoog en samenwerking met de Europese Rekenkamer en met de Rekenkamer van Oekraïne of, in voorkomend geval, met andere instellingen.

5.   Bij de uitoefening van hun taken vragen noch aanvaarden het auditcomité, zijn leden of personeelsleden instructies van de Oekraïense regering of van welk(e) instelling, orgaan, instantie of agentschap dan ook. Er gelden sterke onafhankelijkheidswaarborgen voor de selectie van zijn personeel, beheer en begroting.

6.   Het auditcomité staat de Commissie bij in de strijd tegen wanbeheer van Uniefinanciering in het kader van de faciliteit, en met name tegen fraude, corruptie, belangenconflicten en onregelmatigheden met betrekking tot bedragen die zijn uitgegeven om de doelstellingen van de faciliteit te verwezenlijken.

7.   Daartoe brengt het auditcomité regelmatig verslag uit aan de Commissie en verstrekt het de Commissie onverwijld alle informatie die het verkrijgt of waarvan zij op de hoogte is gebracht, aangaande vastgestelde gevallen van of ernstige zorgen over wanbeheer van overheidsfinanciering in verband met elk bedrag dat wordt uitgegeven om de doelstellingen van de faciliteit te verwezenlijken. De Commissie stelt het Europees Parlement en de Raad tijdig op de hoogte van de bevindingen en aanbevelingen van het auditcomité.

Bovendien doet het auditcomité aanbevelingen aan Oekraïne over alle gevallen waarin de bevoegde Oekraïense autoriteiten naar zijn mening niet de nodige maatregelen hebben genomen ter voorkoming, opsporing en correctie van fraude, corruptie, belangenconflicten en onregelmatigheden die het goed financieel beheer van de in het kader van de faciliteit gefinancierde uitgaven hebben geschaad of ernstig in het gedrang dreigen te brengen, en in alle gevallen waarin tekortkomingen worden vastgesteld die het ontwerp en de werking van het door de Oekraïense autoriteiten ingevoerde controlesysteem schaden. Oekraïne voert dergelijke aanbevelingen onverwijld uit of geeft een motivering waarom het dit niet heeft gedaan.

De verslagen en informatie van het auditcomité worden eveneens toegezonden aan OLAF en kunnen worden gedeeld met de betrokken Oekraïense autoriteiten, met name wanneer die autoriteiten maatregelen moeten nemen om fraude, corruptie, belangenconflicten, onregelmatigheden of andere onwettige activiteiten die de financiële belangen van de Unie schaden, te voorkomen, op te sporen en te corrigeren, alsook om strafbare feiten die de financiële belangen van de Unie schaden, te onderzoeken en te vervolgen.

8.   Het auditcomité heeft toegang tot alle informatie, databanken en registers die nodig zijn voor de uitvoering van zijn taken. De kaderovereenkomst voorziet in voorschriften en nadere gegevens voor de toegang tot relevante informatie door het auditcomité en voor de verstrekking van relevante informatie door Oekraïne aan het auditcomité.

9.   De werking van het auditcomité wordt gefinancierd volgens hoofdstuk V.

Artikel 37

Dialoog over de faciliteit voor Oekraïne

1.   De Commissie houdt ten minste om de vier maanden indien nodig een dialoog met de bevoegde parlementaire commissies om het volgende te bespreken:

a)

de voortgang bij de uitvoering van de faciliteit, met name het Oekraïneplan en de daarmee verband houdende investeringen en hervormingen, met inbegrip van hervormingen ter ondersteuning van de geleidelijke aanpassing van Oekraïne aan de regels, waarden, normen, beleidsmaatregelen en praktijken van de Unie (“acquis”);

b)

de beoordeling van het Oekraïneplan, met inbegrip van een mogelijke negatieve beoordeling;

c)

de belangrijkste bevindingen van de in artikel 36, lid 7, bedoelde verslagen;

d)

de belangrijkste bevindingen van het in artikel 39, lid 4, bedoelde verslag;

e)

de betalings-, inhoudings- en verminderingsprocedures, indien van toepassing, met inbegrip van eventuele opmerkingen die worden ingediend om te waarborgen dat naar tevredenheid aan de voorwaarden wordt voldaan; en

f)

alle overige relevante informatie die door de Commissie aan het Europees Parlement wordt verstrekt met betrekking tot de uitvoering van de faciliteit.

2.   Het Europees Parlement kan zijn standpunten ten aanzien van de in lid 1 bedoelde kwesties kenbaar maken in resoluties.

3.   De Commissie houdt rekening met alle elementen die naar voren komen in de door middel van de dialoog over de faciliteit voor Oekraïne kenbaar gemaakte standpunten, waaronder, indien relevant, de resoluties van het Europees Parlement.

HOOFDSTUK VII

WERKPROGRAMMA’S, MONITORING, RAPPORTAGE EN EVALUATIE

Artikel 38

Werkprogramma’s

1.   De steun in het kader van de faciliteit wordt uitgevoerd door middel van werkprogramma’s als bedoeld in artikel 110 van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046. Werkprogramma’s worden door middel van uitvoeringshandelingen vastgesteld. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 42 van deze verordening bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld, met uitzondering van verrichtingen op grond van artikel 23, lid 2, en artikel 34, lid 6, van deze verordening.

2.   De bijstand op grond van hoofdstuk V kan ook worden uitgevoerd door middel van specifieke werkprogramma’s wanneer het voor de uitvoering van die bijstand niet is vereist dat de in de artikelen 9 en 10 bedoelde overeenkomsten zijn gesloten.

Artikel 39

Monitoring en rapportage

1.   De Commissie monitort de uitvoering van de faciliteit en beoordeelt de verwezenlijking van de in artikel 3 genoemde doelstellingen. De monitoring van die uitvoering is gericht op en evenredig met de activiteiten die in het kader van de faciliteit worden uitgevoerd.

2.   In de in artikel 10 bedoelde financieringsovereenkomsten en in de in artikel 22 bedoelde leningsovereenkomsten worden regels en procedures voor Oekraïne uiteengezet om aan de Commissie verslag uit te brengen voor de toepassing van lid 1 van dit artikel. Voor die verslaglegging zouden de bevoegde autoriteiten van Oekraïne moeten gebruikmaken van regelmatig overleg met de Verchovna Rada en andere belanghebbenden, waaronder regionale, lokale, stedelijke en andere overheidsinstanties, alsook met de sociale partners en maatschappelijke organisaties als beschreven in artikel 14.

3.   De steun van de Unie die in het kader van het investeringskader voor Oekraïne wordt verleend, wordt overeenkomstig artikel 28, lid 10, gerapporteerd.

4.   De Commissie brengt gelijktijdig jaarlijks verslag uit aan het Europees Parlement en de Raad over de voortgang bij de verwezenlijking van de doelstellingen van deze verordening, aangevuld met driemaandelijkse presentaties over de stand van zaken met betrekking tot de uitvoering van de faciliteit.

5.   De Commissie legt het in lid 4 van dit artikel bedoelde verslag voor aan het in artikel 42 bedoelde comité.

Artikel 40

Evaluatie van de faciliteit

1.   De Commissie verstrekt aan het Europees Parlement en de Raad uiterlijk op 31 december 2026 een onafhankelijk tussentijds evaluatieverslag over de uitvoering van de faciliteit, en uiterlijk op 31 december 2031 een onafhankelijk ex-postevaluatieverslag.

2.   In de in lid 1 bedoelde evaluatieverslagen wordt met name beoordeeld in hoeverre de doelstellingen van de faciliteit zijn bereikt, of de in het kader van de faciliteit verstrekt middelen efficiënt zijn gebruikt, of de financiële belangen van de Unie worden beschermd en wat de Europese meerwaarde is. Tevens wordt nagegaan of alle doelstellingen en activiteiten nog steeds relevant zijn.

3.   In voorkomend geval dient de Commissie voorstellen in, rekening houdend met de resultaten van de in lid 1 bedoelde evaluatieverslagen.

4.   Het ex-postevaluatieverslag bestaat in een algemene evaluatie van de faciliteit en bevat, voor zover mogelijk, informatie over het effect ervan op lange termijn.

5.   Voor de ex-postevaluatie wordt gebruikgemaakt van de beginselen voor goede praktijken van de Commissie voor ontwikkelingsbijstand van de OESO, om na te gaan of de doelstellingen zijn verwezenlijkt en om aanbevelingen te kunnen opstellen met het oog op de verbetering van toekomstige activiteiten.

De Commissie zendt de bevindingen en conclusies van de evaluaties, vergezeld van haar opmerkingen en follow-up, aan het Europees Parlement, de Raad en de lidstaten. Die evaluaties kunnen op verzoek van het Europees Parlement, de Raad of de lidstaten worden besproken. De resultaten daarvan worden gebruikt bij het voorbereiden van programma’s en activiteiten, en bij de toewijzing van middelen. Die evaluaties en follow-up worden openbaar gemaakt.

De Commissie betrekt alle belanghebbenden, met inbegrip van begunstigden, sociale partners, maatschappelijke organisaties en lokale en regionale overheden, op passende wijze bij het evaluatieproces inzake de financiering door de Unie waarin de faciliteit voorziet, en kan er waar passend naar streven om gezamenlijke evaluaties met de lidstaten en andere partners te verrichten, met nauwe betrokkenheid van Oekraïne.

HOOFDSTUK VIII

SLOTBEPALINGEN

Artikel 41

Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie

1.   De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend onder de in dit artikel neergelegde voorwaarden.

2.   De in de artikelen 21 en 32 bedoelde bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend voor onbepaalde tijd met ingang van zeven dagen na de inwerkingtreding van deze verordening.

3.   Het Europees Parlement of de Raad kan de in de artikelen 21 en 32 bedoelde bevoegdheidsdelegatie te allen tijde intrekken. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het besluit wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.

4.   Vóór de vaststelling van een gedelegeerde handeling raadpleegt de Commissie de door elke lidstaat aangewezen deskundigen overeenkomstig de beginselen die zijn neergelegd in het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven.

5.   Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, doet zij daarvan gelijktijdig kennisgeving aan het Europees Parlement en de Raad.

6.   Een op grond van de artikelen 21 en 32 vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement noch de Raad daartegen binnen een termijn van twee maanden na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad voor het verstrijken van die termijn de Commissie hebben meegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met twee maanden verlengd.

Artikel 42

Comitéprocedure

1.   De Commissie wordt bijgestaan door een comité. Dat comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011.

2.   Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.

3.   Indien door het comité geen advies wordt uitgebracht met betrekking tot de handelingen bedoeld in artikel 11, lid 2, neemt de Commissie de ontwerpuitvoeringshandeling niet aan en is artikel 5, lid 4, derde alinea, van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.

4.   Wanneer het advies van het comité via een schriftelijke procedure dient te worden verkregen, wordt die procedure zonder gevolg beëindigd indien, binnen de termijn voor het uitbrengen van het advies, door de voorzitter van het comité daartoe wordt besloten of door een eenvoudige meerderheid van de leden van het comité daarom wordt verzocht.

Artikel 43

Informatie, communicatie en publiciteit

1.   De Commissie kan communicatieactiviteiten ontplooien om zichtbaarheid te geven aan de Uniefinanciering voor de in het desbetreffende Oekraïneplan beoogde financiële steun, onder meer door gezamenlijke communicatieactiviteiten met Oekraïne. In voorkomend geval kan de Commissie zorgen voor een financieringsverklaring waarin wordt meegedeeld en erkend dat sprake is van steun in het kader van de faciliteit.

2.   De ontvangers van Uniefinanciering erkennen de oorsprong van en geven zichtbaarheid aan de Uniefinanciering, onder meer door waar nodig het embleem van de Unie af te beelden en een passende financieringsverklaring weer te geven die de uitdrukking “gefinancierd door de Europese Unie — faciliteit voor Oekraïne” bevat of “medegefinancierd door de Europese Unie — faciliteit voor Oekraïne”, met name wanneer zij de activiteiten en de resultaten ervan promoten door meerdere doelgroepen, waaronder de media en het grote publiek, doelgericht en op samenhangende, doeltreffende en evenredige wijze te informeren.

3.   De Commissie voert informatie- en communicatieactiviteiten uit met betrekking tot de faciliteit, de overeenkomstig de faciliteit genomen activiteiten en de bereikte resultaten. De aan de faciliteit toegewezen financiële middelen dragen tevens bij aan de institutionele communicatie over de politieke prioriteiten van de Unie, voor zover zij verband houden met de in artikel 3 vermelde doelstellingen.

4.   Informatie, communicatie en publiciteit worden verstrekt in een toegankelijk formaat.

Artikel 44

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Straatsburg, 29 februari 2024.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

R. METSOLA

Voor de Raad

De voorzitter

M. MICHEL


(1)  Nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad.

(2)  Standpunt van het Europees Parlement van 27 februari 2024 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 28 februari 2024.

(3)  Verordening (EU) 2022/2463 van het Europees Parlement en de Raad van 14 december 2022 tot vaststelling van een instrument voor de toekenning van steun aan Oekraïne voor 2023 (macrofinanciële bijstand +) (PB L 322 van 16.12.2022, blz. 1).

(4)  Verordening (EU) 2021/947 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juni 2021 tot vaststelling van het instrument voor nabuurschapsbeleid, ontwikkeling en internationale samenwerking – Europa in de wereld, tot wijziging en intrekking van Besluit nr. 466/2014/EU van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Verordening (EU) 2017/1601 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (EG, Euratom) nr. 480/2009 van de Raad (PB L 209 van 14.6.2021, blz. 1).

(5)  Besluit (GBVB) 2021/509 van de Raad van 22 maart 2021 tot oprichting van een Europese Vredesfaciliteit, en tot intrekking van Besluit (GBVB) 2015/528 (PB L 102 van 24.3.2021, blz. 14).

(6)  Besluit (GBVB) 2022/1968 van de Raad van 17 oktober 2022 betreffende een militaire bijstandsmissie van de Europese Unie ter ondersteuning van Oekraïne (EUMAM Ukraine) (PB L 270 van 18.10.2022, blz. 85).

(7)  Besluit nr. 1313/2013/EU van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende een Uniemechanisme voor civiele bescherming (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 924).

(8)  Verordening (EU) 2021/1529 van het Europees Parlement en de Raad van 15 september 2021 tot vaststelling van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA III) (PB L 330 van 20.9.2021, blz. 1).

(9)  Verordening (Euratom) 2021/948 van de Raad van 27 mei 2021 tot vaststelling van een Europees instrument voor internationale samenwerking inzake nucleaire veiligheid, ter aanvulling van het Instrument voor nabuurschapsbeleid, ontwikkeling en internationale samenwerking — Europa in de wereld op basis van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en tot intrekking van Verordening (Euratom) nr. 237/2014 (PB L 209 van 14.6.2021, blz. 79).

(10)  Verordening (EG) nr. 1257/96 van de Raad van 20 juni 1996 betreffende humanitaire hulp (PB L 163 van 2.7.1996, blz. 1).

(11)  Verordening (EU) 2021/695 van het Europees Parlement en de Raad van 28 april 2021 tot vaststelling van Horizon Europa — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie, tot vaststelling van de regels voor deelname en verspreiding en tot intrekking van Verordeningen (EU) nr. 1290/2013 en (EU) nr. 1291/2013 (PB L 170 van 12.5.2021, blz. 1).

(12)  Verordening (Euratom) 2021/765 van de Raad van 10 mei 2021 tot vaststelling van het programma voor onderzoek en opleiding van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor de periode 2021-2025 ter aanvulling van Horizon Europa — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie, en tot intrekking van Verordening (Euratom) 2018/1563 (PB L 167 I van 12.5.2021, blz. 81).

(13)  Verordening (EU) 2021/694 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2021 tot oprichting van het programma Digitaal Europa en tot intrekking van Besluit (EU) 2015/2240 (PB L 166 van 11.5.2021, blz. 1).

(14)  Verordening (EU) 2021/847 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2021 tot vaststelling van het Fiscalis-programma voor samenwerking op het gebied van belastingen en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1286/2013 (PB L 188 van 28.5.2021, blz. 1).

(15)  Verordening (EU) 2021/444 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2021 tot vaststelling van een programma voor douanesamenwerking en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1294/2013 (PB L 87 van 15.3.2021, blz. 1).

(16)  Verordening (EU) 2021/817 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2021 tot vaststelling van “Erasmus+”: het programma van de Unie voor onderwijs en opleiding, jeugd en sport, en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1288/2013 (PB L 189 van 28.5.2021, blz. 1).

(17)  Verordening (EU) 2021/522 van het Europees Parlement en de Raad van 24 maart 2021 tot vaststelling van een actieprogramma voor de Unie op het gebied van gezondheid (“EU4Health-programma”) voor de periode 2021-2027, en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 282/2014 (PB L 107 van 26.3.2021, blz. 1).

(18)  Verordening (EU) 2021/818 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2021 tot vaststelling van het programma Creatief Europa (2021-2027) en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1295/2013 (PB L 189 van 28.5.2021, blz. 34).

(19)  Verordening (EU) 2021/783 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2021 tot vaststelling van een programma voor het milieu en klimaatactie (LIFE) en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1293/2013 (PB L 172 van 17.5.2021, blz. 53).

(20)  Verordening (EU) 2021/690 van het Europees Parlement en de Raad van 28 april 2021 tot vaststelling van een programma voor de interne markt, het concurrentievermogen van ondernemingen, met inbegrip van kleine en middelgrote ondernemingen, het gebied van planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders, en Europese statistieken (programma voor de interne markt), en tot intrekking van de Verordeningen (EU) nr. 99/2013, (EU) nr. 1287/2013, (EU) nr. 254/2014, en (EU) nr. 652/2014 (PB L 153 van 3.5.2021, blz. 1).

(21)  Verordening (EU) 2021/1153 van het Europees Parlement en de Raad van 7 juli 2021 tot vaststelling van de Connecting Europe Facility en tot intrekking van Verordeningen (EU) nr. 1316/2013 en (EU) nr. 283/2014 (PB L 249 van 14.7.2021, blz. 38).

(22)  Verordening (EU) 2021/785 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2021 tot vaststelling van het fraudebestrijdingsprogramma van de Unie en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 250/2014 (PB L 172 van 17.5.2021, blz. 110).

(23)   PB L 161 van 29.5.2014, blz. 3.

(24)   PB L 33 van 7.2.1994, blz. 13.

(25)   PB L 282 van 19.10.2016, blz. 4.

(26)   PB L 309 van 13.12.1993, blz. 3.

(27)   PB L 83 van 19.3.1998, blz. 3.

(28)  Verordening (EU) 2021/241 van het Europees Parlement en de Raad van 12 februari 2021 tot instelling van de herstel- en veerkrachtfaciliteit (PB L 57 van 18.2.2021, blz. 17).

(29)   PB L 23 van 27.1.2010, blz. 35.

(30)  Verordening (EU, Euratom) 2020/2093 van de Raad van 17 december 2020 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2021-2027 (PB L 433 I van 22.12.2020, blz. 11).

(31)   PB L 433 I van 22.12.2020, blz. 28.

(32)  Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

(33)   PB L 123 van 12.5.2016, blz. 1.

(34)  Aanbeveling 2003/361/EG van de Commissie van 6 mei 2003 betreffende de definitie van kleine, middelgrote en micro-ondernemingen (PB L 124 van 20.5.2003, blz. 36).

(35)  Verordening (EU, Euratom) nr. 883/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 september 2013 betreffende onderzoeken door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1073/1999 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (Euratom) nr. 1074/1999 van de Raad (PB L 248 van 18.9.2013, blz. 1).

(36)  Verordening (EG, Euratom) nr. 2988/95 van de Raad van 18 december 1995 betreffende de bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen (PB L 312 van 23.12.1995, blz. 1).

(37)  Verordening (Euratom, EG) nr. 2185/96 van de Raad van 11 november 1996 betreffende de controles en verificaties ter plaatse die door de Commissie worden uitgevoerd ter bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen tegen fraudes en andere onregelmatigheden (PB L 292 van 15.11.1996, blz. 2).

(38)  Verordening (EU) 2017/1939 van de Raad van 12 oktober 2017 betreffende nauwere samenwerking bij de instelling van het Europees Openbaar Ministerie (“EOM”) (PB L 283 van 31.10.2017, blz. 1).

(39)  Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).

(40)  Besluit 2010/427/EU van de Raad van 26 juli 2010 tot vaststelling van de organisatie en werking van de Europese dienst voor extern optreden (PB L 201 van 3.8.2010, blz. 30).

(41)  Besluit (EU) 2022/1628 van het Europees Parlement en de Raad van 20 september 2022 tot toekenning van buitengewone macrofinanciële bijstand aan Oekraïne, tot versterking van het gemeenschappelijk voorzieningsfonds met garanties van de lidstaten en met een specifieke voorziening voor bepaalde financiële verplichtingen in verband met Oekraïne die worden gegarandeerd uit hoofde van Besluit nr. 466/2014/EU en tot wijziging van Besluit (EU) 2022/1201 (PB L 245 van 22.9.2022, blz. 1).

(42)  Besluit (EU) 2022/1201 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 2022 tot toekenning van buitengewone macrofinanciële bijstand aan Oekraïne (PB L 186 van 13.7.2022, blz. 1).


ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2024/792/oj

ISSN 1977-0758 (electronic edition)


Top