EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32009D0902

Besluit 2009/902/JBZ van de Raad van 30 november 2009 betreffende de oprichting van een Europees netwerk inzake criminaliteitspreventie (ENCP) en tot intrekking van Besluit 2001/427/JBZ

PB L 321 van 08/12/2009, p. 44–46 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (HR)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2009/902/oj

8.12.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 321/44


BESLUIT 2009/902/JBZ VAN DE RAAD

van 30 november 2009

betreffende de oprichting van een Europees netwerk inzake criminaliteitspreventie (ENCP) en tot intrekking van Besluit 2001/427/JBZ

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name op artikel 30, lid 1, artikel 31 en artikel 34, lid 2, onder c),

Gezien het initiatief van het Koninkrijk België, de Tsjechische Republiek, de Bondsrepubliek Duitsland, het Koninkrijk Spanje, de Franse Republiek, de Republiek Hongarije, het Koninkrijk der Nederlanden, de Slowaakse Republiek, de Republiek Finland, het Koninkrijk Zweden, het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland (1),

Gezien het advies van het Europees Parlement,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Europese Raad van Tampere van 15 en 16 oktober 1999 kwam tot de conclusie dat verder dient te worden gewerkt aan de ontwikkeling van preventiemaatregelen en de uitwisseling van beste praktijken, dat het netwerk van bevoegde nationale autoriteiten voor criminaliteitspreventie en de samenwerking tussen de nationale organisaties op het terrein van de criminaliteitspreventie dient te worden versterkt, en dat de eerste prioriteiten voor deze samenwerking jeugdcriminaliteit, stedelijke en drugsgerelateerde criminaliteit zouden kunnen zijn. Daartoe dient de mogelijkheid van een door de Gemeenschap gefinancierd programma te worden onderzocht.

(2)

In aanbeveling 6 van de strategie van de Europese Unie voor het begin van het nieuwe millennium inzake de voorkoming en bestrijding van georganiseerde criminaliteit (2) wordt de Raad opgeroepen zich zo nodig te laten bijstaan door gekwalificeerde deskundigen op het gebied van de criminaliteitspreventie, zoals de nationale knooppunten, of door een netwerk op te richten van deskundigen afkomstig uit nationale criminaliteitspreventieorganisaties.

(3)

Het Europees netwerk inzake criminaliteitspreventie is opgericht bij Besluit 2001/427/JBZ van de Raad (3).

(4)

Bij de externe evaluatie van het Europees netwerk inzake criminaliteitspreventie in 2008-2009 werden mogelijkheden in kaart gebracht om het netwerk te versterken. De raad van bestuur van het ENCP heeft die aanvaard, waardoor het nodig werd Besluit 2001/427/JBZ in te trekken en te vervangen door een nieuw besluit van de Raad inzake het netwerk.

(5)

Uit de evaluatie bleek dat een grotere betrokkenheid van de nationale vertegenwoordigers bij de activiteiten van het netwerk nodig is.

(6)

Er is een aantal veranderingen nodig om het netwerk te versterken, waaronder wijzigingen van de bepalingen betreffende de aanpak met betrekking tot de contactpunten, het secretariaat, de structuur van de raad van bestuur en zijn taken, onder meer de benoeming van de voorzitter.

(7)

Wijzigingen in de samenstelling van het netwerk moeten efficiënt en kosteneffectief zijn, en voortbouwen op eerdere ervaringen van de lidstaten bij de financiering en uitvoering van de secretariële en andere netwerktaken. De raad van bestuur moet de inspanningen opvoeren bij de samenwerking om de mogelijkheden voor financiering uit de algemene begroting van de Europese Unie te onderzoeken en ten volle te benutten. Dit zou kunnen geschieden op basis van kaderpartnerschappen of doordat het netwerk wordt opgenomen in de lijst van erkende organisaties in een monopoliepositie in het desbetreffende financieringsprogramma.

(8)

De overige bepalingen moeten zijn gebaseerd op Besluit 2001/427/JBZ,

BESLUIT:

Artikel 1

Oprichting

Er wordt een Europees netwerk inzake criminaliteitspreventie opgericht, hierna „netwerk” te noemen. Het is de opvolger van het netwerk dat bij Besluit 2001/427/JBZ werd opgericht.

Artikel 2

Doel

1.   Het netwerk draagt bij tot de ontwikkeling van de diverse aspecten van criminaliteitspreventie op het niveau van de Europese Unie, rekening houdend met de strategie voor criminaliteitspreventie van de Europese Unie, en ondersteunt de acties ter voorkoming van criminaliteit op nationaal en lokaal niveau.

2.   Criminaliteitspreventie omvat alle maatregelen die ten doel hebben criminaliteit en gevoelens van onveiligheid onder de burgers zowel in kwantitatief als in kwalitatief opzicht terug te dringen of mede terug te dringen, hetzij door criminele activiteiten rechtstreeks te ontmoedigen, hetzij door beleidsmaatregelen en acties waardoor de mogelijkheden tot en de oorzaken van criminaliteit worden beperkt. Bij criminaliteitspreventie zijn overheid, bevoegde autoriteiten, strafrechtelijke instanties, lokale autoriteiten en de organisaties van specialisten die zij in Europa hebben opgericht, de particuliere sector, vrijwilligersorganisaties, onderzoekers en het publiek - daarin bijgestaan door de media - betrokken.

Artikel 3

Structuur en samenstelling

1.   Het netwerk bestaat uit een raad van bestuur en een secretariaat, alsmede uit contactpunten die door elke lidstaat kunnen worden aangewezen.

2.   De raad van bestuur bestaat uit nationale vertegenwoordigers, met een voorzitter en een uitvoerend comité.

3.   Iedere lidstaat benoemt een nationale vertegenwoordiger en kan een plaatsvervanger benoemen.

4.   De voorzitter wordt benoemd uit de nationale vertegenwoordigers.

5.   Het uitvoerend comité staat onder leiding van de voorzitter en bestaat verder uit ten hoogste nog zes leden van de raad van bestuur en een vertegenwoordiger aangewezen door de Commissie.

Artikel 4

Taken

Het netwerk heeft met name de volgende taken:

a)

het vergemakkelijkt de samenwerking, de contacten en de uitwisseling van informatie en ervaring tussen actoren die werkzaam zijn op het gebied van criminaliteitspreventie;

b)

het verzamelt en beoordeelt geëvalueerde informatie, waaronder goede praktijken voor bestaande acties inzake criminaliteitspreventie, en deelt deze mee;

c)

het organiseert conferenties, met name een jaarlijkse conferentie over beste praktijken, en andere activiteiten, waaronder de jaarlijkse European Crime Prevention Award, teneinde de doelstellingen van het netwerk te bereiken en de resultaten daarvan breed te verspreiden;

d)

het stelt in voorkomend geval zijn expertise ter beschikking van de Raad en de Commissie;

e)

het brengt via de raad van bestuur en de bevoegde werkstructuren elk jaar aan de Raad verslag uit over zijn werkzaamheden. De Raad wordt verzocht het verslag goed te keuren en het toe te zenden aan het Europees Parlement;

f)

het ontwikkelt een werkprogramma dat berust op een duidelijk omschreven strategie waarin rekening wordt gehouden met het onderkennen van en de respons op van belang zijnde criminaliteitsdreigingen, en voert dit werkprogramma uit.

Artikel 5

Uitwisseling van informatie

Het netwerk kwijt zich als volgt van zijn taken:

a)

het kiest voor een multidisciplinaire aanpak;

b)

het houdt via de nationale vertegenwoordigers en de contactpunten nauw contact met de instanties voor criminaliteitspreventie, lokale autoriteiten, lokale partnerschappen en de civiele samenleving, alsmede met onderzoekinstellingen en niet-gouvernementele organisaties in de lidstaten;

c)

het zet zijn eigen internetsite op, waarop zijn periodieke verslagen worden geplaatst, alsmede alle andere nuttige informatie, met name een overzicht van beste praktijken, en onderhoudt deze internetsite;

d)

het tracht de resultaten van de in het kader van programma's van de Unie gefinancierde projecten die voor criminaliteitspreventie van belang zijn, te benutten en te verspreiden.

Artikel 6

Verantwoordelijkheden

1.   Het uitvoerend comité verleent steun aan de voorzitter bij, onder meer:

a)

het ontwikkelen van de strategie van het netwerk, die ter goedkeuring aan de raad van bestuur wordt voorgelegd;

b)

het op een efficiënte wijze leiden van de raad van bestuur, en

c)

het ontwikkelen en uitvoeren van het werkprogramma.

2.   De rol van de raad van bestuur is onder meer:

a)

te zorgen voor de goede werking van het netwerk overeenkomstig dit besluit, onder meer door besluiten te nemen over de praktische organisatie van de taken van het secretariaat;

b)

een financiële regeling uit te werken en vast te stellen;

c)

zijn goedkeuring te hechten aan de strategie van het netwerk, die bijdraagt tot de ontwikkeling van criminaliteitspreventie op het niveau van de Unie;

d)

het werkprogramma van het netwerk vast te stellen en ervoor te zorgen dat het programma wordt uitgevoerd;

e)

jaarlijks een verslag over de activiteiten van het netwerk vast te stellen.

3.   De raad van bestuur stelt bij eenparig besluit zijn reglement van orde vast, dat onder meer bepalingen bevat over de aanwijzing en de ambtstermijn van de voorzitter en van de leden van het uitvoerend comité, de regelingen voor de besluitvorming van de raad van bestuur, de talenregeling, de taken, de organisatie en de middelen van het secretariaat en de administratieve regelingen voor de samenwerking met andere entiteiten, als bedoeld in artikel 8.

4.   Het secretariaat ondersteunt het bestuur. Het werkt op permanente basis en staat, met inachtneming van de vereiste vertrouwelijkheid, volledig ten dienste van het netwerk. Het heeft de volgende taken:

a)

administratieve en algemene ondersteuning bij de voorbereiding van vergaderingen, seminars en conferenties verlenen; het jaarverslag en het werkprogramma opstellen, de uitvoering van het werkprogramma ondersteunen en als centraal contactpunt voor communicatie met de leden van het netwerk fungeren;

b)

te voorzien in analyse en ondersteuning met het oog op het signaleren van lopende onderzoeksactiviteiten op het gebied van criminaliteitspreventie en verwante informatie die van nut kan zijn voor het netwerk;

c)

de algehele verantwoordelijkheid voor de hosting, de ontwikkeling en het onderhoud van de website van het netwerk te dragen.

5.   Elke nationale vertegenwoordiger promoot de activiteiten van het netwerk op nationaal en lokaal niveau en faciliteert het verstrekken, onderhouden en uitwisselen van materiaal inzake criminaliteitspreventie tussen de lidstaat die hij vertegenwoordigt en het netwerk.

6.   De nationale vertegenwoordigers worden bij het uitwisselen van nationale informatie inzake criminaliteitspreventie en deskundigheid binnen het netwerk ondersteund door contactpunten.

7.   Het secretariaat rapporteert aan en functioneert onder toezicht van de voorzitter en het uitvoerend comité.

8.   De lidstaten zijn verantwoordelijk voor de financiering van het netwerk en zijn activiteiten. De lidstaten werken, via de raad van bestuur, samen om te zorgen voor de kosteneffectieve financiering van het netwerk en zijn activiteiten.

9.   Lid 8 doet geen afbreuk aan de mogelijkheden om financiële steun uit de algemene begroting van de Europese Unie te vragen en te ontvangen.

Artikel 7

Vergaderingen van de raad van bestuur

De raad van bestuur komt ten minste om de zes maanden op uitnodiging van de voorzitter bijeen.

Artikel 8

Samenwerking met andere entiteiten

Het netwerk kan samenwerken met andere entiteiten die bevoegd zijn op het gebied van criminaliteitspreventie, wanneer dit dienstig is voor het bereiken van de doelstellingen van het netwerk.

Artikel 9

Evaluatie

Uiterlijk 30 november 2012 presenteert de Commissie aan de Raad een evaluatieverslag over de werkzaamheden van het netwerk. Daarin wordt speciale aandacht besteed aan de efficiëntie van de werking van het netwerk en zijn secretariaat en wordt naar behoren rekening gehouden met de interactie tussen het netwerk en andere belanghebbenden. Op basis van de resultaten van deze evaluatie wordt nagegaan welke mogelijkheden zich zouden kunnen aanbieden door, bijvoorbeeld, het secretariaat over de brengen naar een bestaand orgaan.

Artikel 10

Intrekking

Besluit 2001/427/JBZ wordt ingetrokken.

Artikel 11

Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt aangenomen.

Gedaan te Brussel, 30 november 2009.

Voor de Raad

De voorzitster

B. ASK


(1)  PB C 222 van 15.9.2009, blz. 2.

(2)  PB C 124 van 3.5.2000, blz. 1.

(3)  PB L 153 van 8.6.2001, blz. 1.


Top