EUR-Lex Access to European Union law
This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32008R1221
Commission Regulation (EC) No 1221/2008 of 5 December 2008 amending Regulation (EC) No 1580/2007 laying down implementing rules of Council Regulations (EC) No 2200/96, (EC) No 2201/96 and (EC) No 1182/2007 in the fruit and vegetable sector as regards marketing standards
Verordening (EG) nr. 1221/2008 van de Commissie van 5 december 2008 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1580/2007 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering van de Verordeningen (EG) nr. 2200/96, (EG) nr. 2201/96 en (EG) nr. 1182/2007 van de Raad in de sector groenten en fruit, wat de handelsnormen betreft
Verordening (EG) nr. 1221/2008 van de Commissie van 5 december 2008 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1580/2007 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering van de Verordeningen (EG) nr. 2200/96, (EG) nr. 2201/96 en (EG) nr. 1182/2007 van de Raad in de sector groenten en fruit, wat de handelsnormen betreft
PB L 336 van 13/12/2008, p. 1–80
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
No longer in force, Date of end of validity: 21/06/2011; opgeheven door 32011R0543
13.12.2008 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 336/1 |
VERORDENING (EG) Nr. 1221/2008 VAN DE COMMISSIE
van 5 december 2008
houdende wijziging van Verordening (EG) Nr. 1580/2007 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering van de Verordeningen (EG) Nr. 2200/96, (EG) Nr. 2201/96 en (EG) Nr. 1182/2007 van de Raad in de sector groenten en fruit, wat de handelsnormen betreft
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten (Integrale-GMO-verordening) (1), en met name op artikel 121, onder a), juncto artikel 4,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij Verordening (EG) nr. 361/2008 van de Raad (2) zijn de bepalingen van Verordening (EG) nr. 1182/2007 van de Raad (3) tot vaststelling van specifieke voorschriften voor de sector groenten en fruit met ingang van 1 juli 2008 geïntegreerd in Verordening (EG) nr. 1234/2007, zonder dat daarbij is geraakt aan de onderliggende beleidskeuzes. Krachtens deze bepalingen mogen groenten en fruit die bestemd zijn om vers aan de consument te worden verkocht, alleen in de handel worden gebracht als ze van een deugdelijke handelskwaliteit zijn en als het land van oorsprong is vermeld. In het belang van een geharmoniseerde tenuitvoerlegging van deze bepaling moeten de in dit verband vereiste kenmerken worden gedefinieerd in het kader van een algemene handelsnorm voor alle verse groenten en fruit. |
(2) |
Verordening (EG) nr. 1580/2007 van de Commissie (4) bevat momenteel geen specifieke handelsnormen per product, aangezien dergelijke handelsnormen zijn vastgesteld bij een aantal bestaande verordeningen die op grond van artikel 203 bis, lid 7, van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van toepassing blijven. Omwille van de duidelijkheid moeten de in artikel 113, lid 1, onder b) en c), van Verordening (EG) nr. 1234/2007 bedoelde specifieke handelsnormen samen worden geïntegreerd in Verordening (EG) nr. 1580/2007. |
(3) |
Gezien de opgedane ervaring en het belang van vereenvoudiging moet de lijst van producten waarvoor specifieke handelsnormen gelden, bovendien worden ingekort tot de producten waarvoor de vaststelling van een handelsnorm, op basis van een relevantiebeoordeling van die handelsnorm, als noodzakelijk wordt aangemerkt, met name producten die blijkens de cijfers van de Comext-databank over het intra- en extracommunautaire handelsverkeer een grote handelswaarde vertegenwoordigen. |
(4) |
Om onnodige handelsbelemmeringen te voorkomen, moet er bij de eventuele vaststelling van specifieke handelsnormen per product op worden toegezien dat de normen van de Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties (VN/ECE) worden overgenomen. Om dezelfde reden moet ervan worden uitgegaan dat andere producten aan de algemene handelsnorm voldoen wanneer de houder de overeenstemming van zijn producten met dergelijke vigerende handelsnormen kan aantonen. |
(5) |
De uitzonderingen op en vrijstellingen van deze handelsnormen dienen eveneens overeenkomstig te worden gewijzigd. Met name moet de verwijzing naar minimumkwaliteitscriteria betreffende voor industriële verwerking bestemde producten worden geschrapt, aangezien deze criteria betrekking hadden op steunregelingen die bij Verordening (EG) nr. 1182/2007 zijn afgeschaft. Gezien de natuurlijke ontwikkeling en de min of meer bederfelijke aard van sommige soorten groenten en fruit dient voor deze producten een gering verlies aan versheid en turgescentie te worden toegestaan, op voorwaarde dat zij niet tot de klasse „Extra” behoren. Sommige producten die bij verkoop normaliter niet intact zijn, moeten worden vrijgesteld van de toepassing van de algemene handelsnorm wanneer de norm in een dergelijke eis voorziet. |
(6) |
Om fraude en misleiding van de consument te voorkomen, moeten de krachtens de normen voorgeschreven aanduidingen beschikbaar zijn voor de consument voordat deze de betrokken producten koopt. Dit geldt met name voor verkoop op afstand, die fraudegevoelig is gebleken en soms de uit de handelsnormen voortvloeiende consumentenbescherming blijkt te omzeilen. |
(7) |
Met het oog op een correcte en efficiënte uitvoering van de controles, moeten facturen en begeleidende documenten die niet voor de consument zijn bestemd, een aantal basisgegevens uit de handelnormen bevatten. |
(8) |
De bepalingen inzake mengsels van groenten en fruit moeten worden vereenvoudigd op een manier die de consument voldoende bescherming blijft bieden. De werkingssfeer van de bepalingen moet worden uitgebreid tot verpakkingen van 5 kg of minder om de regelgeving beter af te stemmen op de marktendens om grotere verpakkingen te verkopen dan voordien. |
(9) |
De in hoofdstuk II van Verordening (EG) nr. 1580/2007 vastgestelde bepalingen inzake handelsnormcontroles moeten worden vereenvoudigd zonder dat daardoor de adequate handhaving van de handelsnormen in het gedrang komt. Bij het vaststellen van deze bepalingen moet rekening worden gehouden met artikel 113 bis, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1234/2007 waarin is bepaald dat de lidstaten op selectieve wijze, volgens een risicoanalyse, moeten controleren of de producten aan de betrokken handelsnormen voldoen en dat deze controle moet plaatsvinden voordat het product het productiegebied verlaat, tijdens het verpakken of bij het laden ervan. Producten uit derde landen moeten worden gecontroleerd voordat zij worden vrijgegeven voor het vrije verkeer. Vooral de rol van de risicoanalyse bij het selecteren van te controleren producten moet worden versterkt. Uit ervaring is gebleken dat het begrip „marktdeelnemer” met het oog op de rechtszekerheid breder en preciezer moet worden gedefinieerd om te garanderen dat alle in de afzetketen actieve partijen onder de definitie worden begrepen. |
(10) |
De volgende verordeningen van de Commissie moeten daarom worden ingetrokken:
|
(11) |
Om de lidstaten en de marktdeelnemers de tijd te geven zich op de bij deze verordening ingevoerde wijzigingen in te stellen, dient deze verordening met ingang van 1 juli 2009 van toepassing te worden. Met het oog op het gebruik van de resterende voorraden specimens en normcontrolecertificaten die voorlopig nog in overeenstemming zijn met de vigerende bepalingen van Verordening (EG) nr. 1580/2007 en met het oog op de continuïteit van de aan erkende marktdeelnemers verleende vergunningen, moeten adequate overgangsbepalingen worden vastgesteld. |
(12) |
Verordening (EG) nr. 1580/2007 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(13) |
Het Beheerscomité voor de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten heeft geen advies uitgebracht binnen de door zijn voorzitter vastgestelde termijn, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Wijzigingen van Verordening (EG) Nr. 1580/2007
Verordening (EG) nr. 1580/2007 wordt als volgt gewijzigd:
(1) |
In hoofdstuk I van titel II wordt vóór artikel 3 het volgende artikel 2 bis ingevoegd: „Artikel 2 bis Handelsnormen; houders 1. De voorschriften van artikel 113 bis, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1234/2007 worden als de algemene handelsnorm beschouwd. De nadere bepalingen van de algemene handelsnorm worden vastgesteld in deel A van bijlage I bij de onderhavige verordening. Groenten en fruit waarvoor geen specifieke handelsnorm geldt, moeten voldoen aan de algemene handelsnorm. Producten ten aanzien waarvan de houder kan aantonen dat zij voldoen aan geldende normen die zijn vastgesteld door de Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties (VN/ECE), worden evenwel beschouwd als producten die in overeenstemming zijn met de algemene handelsnorm. 2. De in artikel 113, lid 1, onder b) en c), van Verordening (EG) nr. 1234/2007 bedoelde specifieke handelsnormen zijn opgenomen in deel B van bijlage I bij de onderhavige verordening, voor wat de volgende producten betreft:
3. Voor de toepassing van artikel 113 bis, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1234/2007 wordt onder houder verstaan een natuurlijke of rechtspersoon die de betrokken producten fysiek in bezit heeft.”; |
(2) |
Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:
|
(3) |
Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:
|
(4) |
De artikelen 5 en 6 worden vervangen door: „Artikel 5 Aanduidingen in het detailhandelsstadium In het detailhandelsstadium moeten de op grond van dit hoofdstuk vereiste aanduidingen duidelijk en leesbaar zijn. Producten mogen te koop worden aangeboden op voorwaarde dat de detailhandelaar op een duidelijk zichtbare plaats dicht bij de te koop aangeboden producten leesbare aanduidingen betreffende het land van oorsprong en, in voorkomend geval, de klasse, de variëteit of het handelstype van het product plaatst op een manier die de consument niet misleidt. Bij voorverpakte producten in de zin van Richtlijn 2000/13/EG van het Europees Parlement en de Raad (40) moet naast alle in de handelsnormen voorgeschreven gegevens ook het nettogewicht worden aangegeven. Op producten die gewoonlijk per aantal stuks worden verkocht, is de verplichting om het nettogewicht aan te geven evenwel niet van toepassing indien het aantal stuks vanaf de buitenkant duidelijk zichtbaar is en gemakkelijk kan worden geteld of indien dit aantal op het etiket is vermeld. Artikel 6 Mengsels 1. Verpakkingen met een nettogewicht van 5 kg of minder die mengsels van verschillende soorten groenten en fruit bevatten, mogen worden afgezet, op voorwaarde dat:
2. De in lid 1, onder a), vastgestelde voorschriften gelden niet voor de in een mengsel opgenomen producten die geen producten van de sector groenten en fruit zijn als bedoeld in artikel 1 van Verordening (EG) nr. 1234/2007. 3. Indien de in een mengsel opgenomen groenten en fruit van oorsprong uit meer dan één lidstaat of meer dan één derde land zijn, mag de volledige naam van de landen van oorsprong worden vervangen door, naargelang van het geval:
|
(5) |
Artikel 7 wordt vervangen door: „Artikel 7 Werkingssfeer Dit hoofdstuk bevat voorschriften inzake normcontroles, d.w.z. de controles van groenten en fruit die overeenkomstig dit hoofdstuk in alle afzetstadia worden uitgevoerd om na te gaan of de betrokken producten voldoen aan de handelsnormen en aan andere bepalingen van deze titel en van de artikelen 113 en 113 bis van Verordening (EG) nr. 1234/2007.”; |
(6) |
Artikel 8, lid 1, wordt als volgt gewijzigd:
|
(7) |
Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:
|
(8) |
Afdeling 2 van hoofdstuk II van titel II wordt vervangen door: „
Artikel 10 Normcontroles 1. De lidstaten zien erop toe dat selectieve, op een risicoanalyse gebaseerde en voldoende frequente controles worden verricht om een adequate naleving van de handelsnormen en andere bepalingen van deze titel en van de artikelen 113 en 113 bis van Verordening (EG) nr. 1234/2007 te garanderen. Eén van de criteria voor de beoordeling van het risico bestaat in het voorhanden zijn van een in artikel 12 bis bedoeld normcontrolecertificaat dat is afgegeven door een bevoegde autoriteit van een derde land dat overeenkomstig artikel 13 een erkenning voor zijn normcontroles heeft gekregen. Het voorhanden zijn van een dergelijk certificaat wordt beschouwd als een factor die het risico van niet-naleving van de handelsnormen vermindert. Als criteria voor de beoordeling van het risico kunnen tevens de volgende gegevens in aanmerking worden genomen:
2. De risicoanalyse wordt gebaseerd op de gegevens in de in artikel 9 bedoelde gegevensbank over de marktdeelnemers en omvat een indeling van de marktdeelnemers in risicocategorieën. De lidstaten stellen vooraf het volgende vast:
De lidstaten kunnen op basis van een risicoanalyse ervoor opteren om geen selectieve controles te verrichten van producten waarvoor geen specifieke handelsnormen gelden. 3. Wanneer bij controles significante onregelmatigheden aan het licht komen, verrichten de lidstaten frequentere controles van de marktdeelnemers, de producten, de oorsprong of andere parameters. 4. De marktdeelnemers stellen de controle-instanties in kennis van alle gegevens die deze instanties noodzakelijk achten voor de organisatie en uitvoering van de normcontroles. Artikel 11 Erkende marktdeelnemers 1. De lidstaten kunnen marktdeelnemers die in de laagste risicocategorie zijn ingedeeld en speciale garanties inzake de naleving van de handelsnormen bieden, toestemming geven om het in bijlage II opgenomen model te gebruiken bij de etikettering van elke verpakking in het stadium van verzending en/of het in artikel 12 bis bedoelde normcontrolecertificaat te ondertekenen. 2. De erkenning wordt voor ten minste één jaar verleend. 3. De marktdeelnemers die gebruik maken van deze mogelijkheid:
4. Wanneer een erkende marktdeelnemer niet langer aan de erkenningsvoorwaarden voldoet, trekt de betrokken lidstaat de erkenning in. 5. In afwijking van lid 1 mogen specimens die op 30 juni 2009 in overeenstemming waren met deze verordening, door de erkende marktdeelnemers worden gebruikt tot de voorraden op zijn. Erkenningen die vóór 1 juli 2009 aan de marktdeelnemers worden verleend, blijven geldig voor de periode waarvoor zij zijn verleend. Artikel 12 Aanvaarding van aangiften door de douane 1. De douaneautoriteit mag met betrekking tot producten waarvoor specifieke handelsnormen gelden, slechts aangiften ten uitvoer en/of aangiften voor het vrije verkeer aanvaarden, indien:
Deze bepaling geldt onverminderd normcontroles die de lidstaat op grond van artikel 10 kan verrichten. 2. Lid 1 is tevens van toepassing op producten waarvoor de in bijlage I opgenomen algemene handelsnorm geldt, alsmede op in artikel 3, lid 1, onder a), bedoelde producten indien de betrokken lidstaat dat noodzakelijk acht in het licht van de in artikel 10, lid 1, bedoelde risicoanalyse. Artikel 12 bis Normcontrolecertificaten 1. Een bevoegde autoriteit kan certificaten afgeven waarin wordt bevestigd dat de producten in overeenstemming zijn met de betrokken handelsnorm. Het model voor het door de bevoegde autoriteiten in de Gemeenschap te gebruiken certificaat is opgenomen in bijlage III. De in artikel 13, lid 4, bedoelde derde landen mogen hun eigen certificaat gebruiken op voorwaarde dat dat certificaat volgens de Commissie gegevens bevat die ten minste gelijkwaardig zijn aan de in het communautaire certificaat op te nemen gegevens. De Commissie stelt op de door haar geschikt geachte wijze modellen van dergelijke, door derde landen gebruikte certificaten ter beschikking. 2. Deze certificaten mogen worden afgegeven in papierformaat met een originele handtekening, of in een geverifieerd elektronisch formaat met een elektronische handtekening. 3. Elk certificaat wordt afgestempeld door de bevoegde autoriteit en ondertekend door de daartoe gemachtigde persoon of personen. 4. De certificaten worden afgegeven in ten minste één van de officiële talen van de Gemeenschap. 5. Elk certificaat draagt een volgnummer, aan de hand waarvan het kan worden geïdentificeerd, en van elk afgegeven certificaat wordt een kopie bewaard door de bevoegde autoriteit. 6. In afwijking van lid 1, eerste alinea, mogen normcontrolecertificaten die op 30 juni 2009 in overeenstemming waren met deze verordening, door de lidstaten worden gebruikt tot de voorraden op zijn.” |
(9) |
Artikel 13 wordt als volgt gewijzigd:
|
(10) |
Artikel 14 wordt geschrapt. |
(11) |
Artikel 15 wordt vervangen door: „Artikel 15 Schorsing van de erkenning De Commissie kan de erkenning schorsen indien voor een significant aantal partijen en/of hoeveelheden wordt geconstateerd dat de goederen niet overeenstemmen met de gegevens in de normcontrolecertificaten die door de controle-instanties van het derde land zijn afgegeven.” |
(12) |
De artikelen 16, 17 en 18 worden geschrapt. |
(13) |
Afdeling 4 van hoofdstuk II van titel II wordt geschrapt. |
(14) |
Artikel 20 wordt als volgt gewijzigd:
|
(15) |
De volgende afdeling wordt toegevoegd aan hoofdstuk II van titel II: „
Artikel 20 bis Mededelingen 1. Een lidstaat op het grondgebied waarvan wordt geconstateerd dat een zending producten uit een andere lidstaat niet in overeenstemming is met de handelsnormen vanwege afwijkingen of andere vormen van kwaliteitsvermindering die reeds tijdens de verpakking ervan hadden kunnen worden vastgesteld, stelt de Commissie en de lidstaten die hiermee te maken kunnen krijgen, hiervan onverwijld in kennis. 2. Een lidstaat op het grondgebied waarvan een partij producten uit een derde land is afgewezen voor het in het vrije verkeer brengen vanwege niet-naleving van de handelsnormen, stelt de Commissie, de lidstaten die hiermee te maken kunnen krijgen, en het betrokken in bijlage IV opgenomen derde land hiervan onverwijld in kennis. 3. De lidstaten delen de bepalingen van hun controle- en risicoanalysesystemen mee aan de Commissie. Alle latere wijzigingen van die systemen worden door de lidstaten onverwijld ter kennis van de Commissie gebracht. 4. De beknopte resultaten van de controles die in een bepaald jaar in alle afzetstadia zijn verricht, worden door de lidstaten uiterlijk op 30 juni van het daaropvolgende jaar aan de Commissie en de andere lidstaten meegedeeld. 5. De mededelingen worden verricht op de door de Commissie bepaalde wijze.” |
(16) |
Bijlage I wordt vervangen door de tekst in bijlage I bij de onderhavige verordening. |
(17) |
Bijlage II wordt vervangen door de tekst in bijlage II bij de onderhavige verordening. |
(18) |
Bijlage III wordt vervangen door de tekst in bijlage III bij de onderhavige verordening. |
(19) |
De titel van de delen A, B en C van bijlage IV wordt geschrapt. |
(20) |
Bijlage V wordt geschrapt. |
(21) |
Bijlage VI wordt vervangen door de tekst in bijlage IV bij de onderhavige verordening. |
Artikel 2
Intrekkingen
De Verordeningen (EEG) nr. 1292/81, (EEG) nr. 2213/83, (EEG) nr. 1591/87, (EEG) nr. 1677/88, (EG) nr. 831/97, (EG) nr. 2288/97, (EG) nr. 963/98, (EG) nr. 730/1999, (EG) nr. 1168/1999, (EG) nr. 1455/1999, (EG) nr. 2377/1999, (EG) nr. 2561/1999, (EG) nr. 2789/1999, (EG) nr. 790/2000, (EG) nr. 851/2000, (EG) nr. 175/2001, (EG) nr. 912/2001, (EG) nr. 1508/2001, (EG) nr. 1543/2001, (EG) nr. 1615/2001, (EG) nr. 1799/2001, (EG) nr. 2396/2001, (EG) nr. 843/2002, (EG) nr. 1284/2002, (EG) nr. 1466/2003, (EG) nr. 1757/2003, (EG) nr. 85/2004, (EG) nr. 86/2004, (EG) nr. 214/2004, (EG) nr. 1673/2004, (EG) nr. 1861/2004, (EG) nr. 1862/2004, (EG) nr. 1863/2004 en (EG) nr. 634/2006 worden ingetrokken.
Artikel 3
Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Zij is van toepassing met ingang van 1 juli 2009.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 5 december 2008
Voor de Commissie
Mariann FISCHER BOEL
Lid van de Commissie
(1) PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.
(2) PB L 121 van 7.5.2008, blz. 1.
(3) PB L 273 van 17.10.2007, blz. 1.
(4) PB L 350 van 31.12.2007, blz. 1.
(5) PB L 129 van 15.5.1981, blz. 38.
(6) PB L 213 van 4.8.1983, blz. 13.
(7) PB L 146 van 6.6.1987, blz. 36.
(8) PB L 150 van 16.6.1988, blz. 21.
(9) PB L 119 van 8.5.1997, blz. 13.
(10) PB L 315 van 19.11.1997, blz. 3.
(11) PB L 135 van 8.5.1998, blz. 18.
(12) PB L 93 van 8.4.1999, blz. 14.
(13) PB L 141 van 4.6.1999, blz. 5.
(14) PB L 167 van 2.7.1999, blz. 22.
(15) PB L 287 van 10.11.1999, blz. 6.
(16) PB L 310 van 4.12.1999, blz. 7.
(17) PB L 336 van 29.12.1999, blz. 13.
(18) PB L 95 van 15.4.2000, blz. 24.
(19) PB L 103 van 28.4.2000, blz. 22.
(20) PB L 26 van 27.1.2001, blz. 24.
(21) PB L 129 van 11.5.2001, blz. 4.
(22) PB L 200 van 25.7.2001, blz. 14.
(23) PB L 203 van 28.7.2001, blz. 9.
(24) PB L 214 van 8.8.2001, blz. 21.
(25) PB L 244 van 14.9.2001, blz. 12.
(26) PB L 325 van 8.12.2001, blz. 11.
(27) PB L 134 van 22.5.2002, blz. 24.
(28) PB L 187 van 16.7.2002, blz. 14.
(29) PB L 210 van 20.8.2003, blz. 6.
(30) PB L 252 van 4.10.2003, blz. 11.
(31) PB L 13 van 20.1.2004, blz. 3.
(32) PB L 13 van 20.1.2004, blz. 19.
(33) PB L 36 van 7.2.2004, blz. 6.
(34) PB L 300 van 25.9.2004, blz. 5.
(35) PB L 325 van 28.10.2004, blz. 10.
(36) PB L 325 van 28.10.2004, blz. 17.
(37) PB L 325 van 28.10.2004, blz. 23.
(38) PB L 112 van 26.4.2006, blz. 3.
(39) PB L 144 van 4.6.1997, blz. 19.”
(40) PB L 109 van 6.5.2000, blz. 29.”
BIJLAGE I
„BIJLAGE I
HANDELSNORMEN ALS BEDOELD IN ARTIKEL 2 bis
DEEL A
Algemene handelsnorm
1. Minimumeisen inzake kwaliteit
Onverminderd de toegestane toleranties moeten de producten als volgt zijn:
— |
intact, |
— |
gezond; niet toegestaan zijn producten die zijn aangetast door rot of die een zodanige kwaliteitsvermindering vertonen dat zij niet meer geschikt zijn voor consumptie, |
— |
zuiver, nagenoeg vrij van zichtbare vreemde stoffen, |
— |
nagenoeg vrij van plagen, |
— |
nagenoeg vrij van aantasting van het vruchtvlees door plagen, |
— |
vrij van abnormaal uitwendig vocht, |
— |
vrij van vreemde geur en/of smaak. |
De producten moeten in een zodanige conditie zijn dat zij:
— |
bestand zijn tegen vervoer en goederenbehandeling, |
— |
in goede staat op de plaats van bestemming aankomen. |
2. Minimumeisen inzake rijpheid
De producten moeten voldoende ontwikkeld en rijp genoeg zijn.
De producten moeten zodanig ontwikkeld en gerijpt zijn dat zij in staat zijn het rijpingsproces voort te zetten en zo een toereikende rijpingsgraad te bereiken.
3. Tolerantie
10 % van het aantal of het gewicht van de partij mag bestaan uit producten die niet aan de minimumeisen inzake kwaliteit voldoen. Deze tolerantie geldt evenwel niet voor producten die zijn aangetast door rot of die een andere vorm van kwaliteitsvermindering vertonen waardoor zij niet meer geschikt zijn voor consumptie.
4. Aanduiding van de oorsprong van het product
Volledige naam van het land van oorsprong. Met betrekking tot producten van oorsprong uit een lidstaat dient het land van oorsprong te worden vermeld in de taal van het land van oorsprong of in een andere taal die begrijpelijk is voor de consumenten in het land van bestemming. Met betrekking tot andere producten dient het land van oorsprong te worden vermeld in een taal die begrijpelijk is voor de consumenten in het land van bestemming.
DEEL B
SPECIFIEKE HANDELSNORMEN
DEEL 1: HANDELSNORM VOOR APPELEN
I. DEFINITIE VAN HET PRODUCT
Deze norm heeft betrekking op appelvariëteiten (cultivars) van Malus domestica Borkh. die bestemd zijn voor levering als vers product aan de consument en niet voor industriële verwerking.
II. KWALITEITSVOORSCHRIFTEN
In de norm wordt aangegeven aan welke kwaliteitseisen appelen na opmaak en verpakking moeten voldoen.
A. Minimumeisen
Onverminderd de voor elke klasse geldende specifieke eisen en toegestane toleranties moeten appelen in alle kwaliteitsklassen als volgt zijn:
— |
intact, |
— |
gezond; niet toegestaan zijn producten die zijn aangetast door rot of die een zodanige kwaliteitsvermindering vertonen dat zij niet meer geschikt zijn voor consumptie, |
— |
zuiver, nagenoeg vrij van zichtbare vreemde stoffen, |
— |
nagenoeg vrij van plagen, |
— |
nagenoeg vrij van beschadiging door plagen, |
— |
vrij van abnormaal uitwendig vocht, |
— |
vrij van vreemde geur en/of smaak. |
Bovendien moeten de vruchten met zorg geplukt zijn.
De appelen moeten zodanig ontwikkeld en in een zodanige conditie zijn dat zij:
— |
verder kunnen rijpen totdat ze de juiste, bij de kenmerken van de betrokken variëteit behorende rijpheidsgraad hebben bereikt (1) (2), |
— |
bestand zijn tegen vervoer en goederenbehandeling, en |
— |
in goede staat op de plaats van bestemming aankomen. |
B. Indeling in klassen
Appelen worden ingedeeld in de drie hieronder omschreven klassen.
i) Klasse „Extra”
In deze klasse ingedeelde appelen moeten van voortreffelijke kwaliteit zijn. Zij moeten de specifieke vorm, grootte en kleur van de variëteit (3) en een intact steeltje hebben.
Het vruchtvlees moet volkomen gaaf zijn.
Zij mogen geen afwijkingen vertonen, afgezien van zeer geringe oppervlakkige afwijkingen aan de schil die het algemene uiterlijk, de kwaliteit, de houdbaarheid en de presentatie van het product in de verpakking niet nadelig beïnvloeden.
ii) Klasse I
In deze klasse ingedeelde appelen moeten van goede kwaliteit zijn. Zij moeten de specifieke vorm, grootte en kleur van de variëteit (3) hebben.
Het vruchtvlees moet volkomen gaaf zijn.
De vruchten mogen evenwel de volgende kleine afwijkingen vertonen, op voorwaarde dat deze afwijkingen het algemene uiterlijk, de kwaliteit, de houdbaarheid en de presentatie van het product in de verpakking niet nadelig beïnvloeden:
— |
een geringe vormafwijking, |
— |
een geringe afwijking in ontwikkeling, |
— |
een geringe kleurafwijking, |
— |
geringe afwijkingen aan de schil, mits deze niet groter zijn dan:
|
Het steeltje mag ontbreken op voorwaarde dat het breukvlak netjes is en de schil eromheen onbeschadigd is.
iii) Klasse II
Tot deze klasse behoren appelen die niet in een hogere klasse kunnen worden ingedeeld, maar die wel aan de hierboven omschreven minimumeisen voldoen (3).
Het vruchtvlees moet vrij zijn van ernstige gebreken.
Op voorwaarde dat de vruchten nog hun essentiële kenmerken wat betreft kwaliteit, houdbaarheid en presentatie vertonen, zijn de volgende afwijkingen toegestaan:
— |
vormafwijkingen, |
— |
afwijkingen in ontwikkeling, |
— |
kleurafwijkingen, |
— |
afwijkingen aan de schil, mits deze niet groter zijn dan:
|
III. SORTERINGSVOORSCHRIFTEN
De vruchten worden gesorteerd naar de maximumdiameter van de dwarsdoorsnede, of naar gewicht.
De vruchten van alle variëteiten en klassen moeten bij meting naar diameter ten minste 60 mm groot zijn, of bij meting naar gewicht ten minste 90 g wegen. Kleinere of lichtere vruchten zijn aanvaardbaar, indien de Brix-waarde ervan ten minste 10,5o Brix bedraagt en de vruchten niet kleiner zijn dan 50 mm of niet minder wegen dan 70 g.
Om te garanderen dat alle vruchten in dezelfde verpakkingseenheid uniform van grootte zijn:
a) |
mag voor vruchten die naar diameter worden gesorteerd, het verschil in diameter tussen vruchten in eenzelfde verpakkingseenheid niet meer bedragen dan:
|
b) |
mag voor vruchten die naar gewicht worden gesorteerd, het verschil in gewicht tussen vruchten in eenzelfde verpakkingseenheid niet meer bedragen dan:
|
Los in de verpakking of de verkoopverpakking aangeboden vruchten van klasse II hoeven qua grootte niet homogeen te zijn.
IV. TOLERANTIES
In iedere verpakkingseenheid zijn voor producten die niet beantwoorden aan de eisen voor de klasse waarin zij zijn ingedeeld, afwijkingen in kwaliteit en grootte toegestaan.
A. Toleranties in kwaliteit
i) Klasse „Extra”
5 % van het aantal vruchten of van het gewicht mag bestaan uit appelen die niet aan de eisen voor deze klasse beantwoorden, maar die wel beantwoorden aan die voor klasse I of, bij uitzondering, binnen de toleranties voor klasse I vallen.
ii) Klasse I
10 % van het aantal vruchten of van het gewicht mag bestaan uit appelen die niet aan de eisen voor deze klasse beantwoorden, maar die wel beantwoorden aan die voor klasse II of, bij uitzondering, binnen de toleranties voor klasse II vallen.
iii) Klasse II
10 % van het aantal vruchten of van het gewicht mag bestaan uit appelen die noch aan de eisen voor deze klasse, noch aan de minimumeisen beantwoorden, met uitzondering van vruchten die zijn aangetast door rot of die een andere vorm van kwaliteitsvermindering vertonen waardoor zij niet meer geschikt zijn voor consumptie.
Binnen deze tolerantie mag ten hoogste 2 % van het aantal vruchten of van het gewicht de volgende afwijkingen vertonen:
— |
belangrijke verschijnselen van kurkstip of glazigheid, |
— |
lichte kwetsingen of niet-dichtgegroeide scheuren, |
— |
zeer lichte sporen van bederf, |
— |
aanwezigheid van levende parasieten in de vrucht en/of aantasting van het vruchtvlees door parasieten. |
B. Toleranties in grootte
Voor alle klassen:
10 % van het aantal vruchten of van het gewicht mag afwijken van de eisen inzake groottesortering. Deze tolerantie geldt niet voor vruchten die ten minste:
— |
5 mm kleiner zijn dan de minimumdiameter wanneer gesorteerd wordt naar diameter, |
— |
10 g onder het minimumgewicht liggen wanneer gesorteerd wordt naar gewicht. |
V. VERPAKKINGSVOORSCHRIFTEN
A. Uniformiteit
De inhoud van iedere verpakkingseenheid moet uniform zijn en moet bestaan uit appelen van dezelfde oorsprong, dezelfde variëteit, dezelfde kwaliteit, dezelfde grootte (wanneer sortering plaatsvindt) en dezelfde rijpingsgraad.
Bovendien moeten de vruchten in klasse „Extra” uniform van kleur zijn.
Verkoopverpakkingen met een nettogewicht van niet meer dan 5 kg mogen verschillende appelvariëteiten bevatten, op voorwaarde dat deze uniform zijn wat kwaliteit betreft, en per variëteit ook wat oorsprong, grootte (wanneer sortering plaatsvindt) en rijpingsgraad betreft.
Het zichtbare gedeelte van de inhoud van de verpakkingseenheden moet representatief zijn voor het geheel.
B. Verpakking
De verpakking moet de appelen goed beschermen. Met name verkoopverpakkingen met een nettogewicht van meer dan 3 kg moeten stevig genoeg zijn om het product degelijk te beschermen.
Het binnen in de verpakkingseenheid gebruikte materiaal moet nieuw en schoon zijn, en van een zodanige kwaliteit dat de producten niet uitwendig of inwendig worden beschadigd. Er mag materiaal, en met name papier of stempels, met handelsaanduidingen worden gebruikt, mits de voor de bedrukking of de etikettering gebruikte inkt of lijm niet giftig is.
De verpakkingseenheden mogen geen vreemde substanties bevatten.
Het eventueel op elk product aangebrachte etiket mag bij het verwijderen ervan geen zichtbaar spoor van lijm achterlaten en de schil niet beschadigen.
C. Presentatie
Vruchten van klasse „Extra” moeten op rijen en in lagen gerangschikt worden verpakt.
VI. AANDUIDINGSVOORSCHRIFTEN
Op iedere verpakkingseenheid moeten aan éénzelfde kant, duidelijk leesbaar, onuitwisbaar en van buitenaf zichtbaar de onderstaande gegevens worden vermeld.
A. Identificatie
De naam en het adres van de verpakker en/of de verzender.
Deze vermelding mag worden vervangen:
— |
voor alle verpakkingen, behalve voorverpakkingen, door de door een officiële dienst afgegeven of erkende code van de verpakker en/of de verzender, voorafgegaan door de vermelding „Verpakker en/of verzender” (of een gelijkwaardige afkorting); |
— |
uitsluitend voor voorverpakkingen, door de naam en het adres van de in de Gemeenschap gevestigde verkoper, voorafgegaan door de vermelding „Verpakt voor:” of een gelijkwaardige vermelding. In dat geval moet op het etiket tevens de code van de verpakker en/of de verzender vermeld staan. De verkoper verstrekt alle door de controlediensten noodzakelijk geachte inlichtingen met betrekking tot de betekenis van die code. |
B. Aard van het product
— |
„Appelen” indien de inhoud van de verpakking van buitenaf niet zichtbaar is. |
— |
Naam van de variëteit of variëteiten, in voorkomend geval. |
— |
In het geval van verkoopverpakkingen die verschillende appelvariëteiten bevatten, de aanduiding van de diverse in de verpakking aanwezige variëteiten. |
C. Oorsprong van het product
Land van oorsprong en, eventueel, productiegebied of nationale, regionale of lokale plaatsnaam.
— |
In het geval van verkoopverpakkingen die verschillende appelvariëteiten van verschillende oorsprong bevatten, moet bij de naam van elke betrokken variëteit het land van oorsprong worden vermeld. |
D. Handelskenmerken
— |
Klasse |
— |
Sortering of, voor op rijen en in lagen gerangschikte vruchten, aantal stuks. |
Als de groottesortering wordt vermeld, wordt deze als volgt aangegeven:
a) |
voor vruchten waarvoor de uniformiteitsregels gelden: door vermelding van de minimum- en de maximumdiameter of het minimum- en het maximumgewicht; |
b) |
voor vruchten waarvoor de uniformiteitsregels niet gelden: door vermelding van de diameter of het gewicht van de kleinste vrucht van de verpakkingseenheid, gevolgd door „en meer” of „en +” of een gelijkwaardige uitdrukking of, eventueel, door de diameter of het gewicht van de grootste vrucht in de verpakkingseenheid. |
E. Officieel controlemerk (facultatief)
De in de eerste alinea genoemde gegevens hoeven niet te worden aangebracht op de verpakkingseenheden (colli) wanneer deze verkoopverpakkingen bevatten die van buitenaf zichtbaar zijn en elk van die gegevens zijn voorzien. Op deze verpakkingseenheden mag geen enkele aanduiding voorkomen die misverstanden kan veroorzaken. Wanneer deze verpakkingseenheden op een pallet worden aangeboden, moeten de betrokken gegevens zijn aangebracht op een blad dat zichtbaar op ten minste twee zijden van de pallet is bevestigd.
Aanhangsel
1. Criteria inzake kleur, kleurengroep en code
Kleurengroep |
A (rode variëteiten) |
B (gedeeltelijk rode variëteiten) |
C (enigszins gekleurde, gestreepte variëteiten) |
D (overige variëteiten) |
Totale oppervlakte met een voor de variëteit karakteristieke rode kleur |
Totale oppervlakte met een voor de variëteit karakteristieke gedeeltelijk rode kleur |
Totale oppervlakte met een voor de variëteit karakteristieke licht rode of rode kleur of strepen |
||
Klasse Extra |
3/4 |
1/2 |
1/3 |
Geen eisen ten aanzien van de rode kleur |
Klasse I |
1/2 |
1/3 |
1/10 |
|
Klasse II |
1/4 |
1/10 |
— |
2. Ruwschilligheidscriteria
— |
Groep R: variëteiten waarvoor ruwschilligheid een kenmerkende eigenschap van de schil is en geen afwijking vormt wanneer zij overeenkomt met het typische uiterlijk van de variëteit. |
— |
Voor de in onderstaande lijst genoemde variëteiten waarvan de naam niet door de letter R wordt gevolgd, is ruwschilligheid toegestaan binnen de volgende grenzen:
|
3. Niet-uitputtende lijst van op basis van kleur- en ruwschilligheidscriteria ingedeelde appelvariëteiten
De variëteiten van vruchten die niet in de lijst zijn vermeld, moeten op basis van de kenmerken van de variëteit worden ingedeeld.
Variëteit |
Synoniem |
Kleurengroep |
Ruwschilligheid |
African Red |
|
B |
|
Akane |
Tohoku 3 |
B |
|
Alborz Seedling |
|
C |
|
Aldas |
|
B |
|
Alice |
|
B |
|
Alkmene |
Early Windsor |
C |
|
Alwa |
|
B |
|
Angold |
|
C |
|
Apollo |
Beauty of Blackmoor |
C |
|
Arkcharm |
Arkansas No 18, A 18 |
C |
|
Arlet |
|
B |
R |
Aroma |
|
C |
|
Roodgekleurde mutaties van Aroma, bijvoorbeeld Aroma Amorosa |
|
B |
|
Auksis |
|
B |
|
Belfort |
Pella |
B |
|
Belle de Boskoop en mutaties |
|
D |
R |
Belle fleur double |
|
D |
|
Berlepsch |
Freiherr von Berlepsch |
C |
|
Berlepsch rouge |
Red Berlepsch, Roter Berlepsch |
B |
|
Blushed Golden |
|
|
|
Bohemia |
|
B |
|
Boskoop rouge |
Red Boskoop, Roter Boskoop |
B |
R |
Braeburn |
|
B |
|
Roodgekleurde mutaties van Braeburn, bijvoorbeeld: |
|
A |
|
Hidala |
|
|
|
Joburn |
|
|
|
Lochbuie Red Braeburn |
|
|
|
Mahana Red |
|
|
|
Mariri Red |
|
|
|
Redfield |
|
|
|
Royal Braeburn |
|
|
|
Bramley's Seedling |
Bramley, Triomphe de Kiel |
D |
|
Brettacher Sämling |
|
D |
|
Calville (groep van de …) |
|
D |
|
Cardinal |
|
B |
|
Carola |
Kalco |
C |
|
Caudle |
|
B |
|
Charden |
|
D |
|
Charles Ross |
|
D |
|
Civni |
|
B |
|
Coromandel Red |
Corodel |
A |
|
Cortland |
|
B |
|
Cox's Orange Pippin en mutaties |
Cox Orange |
C |
R |
Roodgekleurde mutaties van Cox's Orange Pippin, bijvoorbeeld: |
|
B |
R |
Cherry Cox |
|
|
|
Crimson Bramley |
|
D |
|
Cripps Pink |
|
C |
|
Cripps Red |
|
C (4) |
|
Dalinbel |
|
B |
|
Delblush |
|
D |
|
Delcorf en mutaties, bijvoorbeeld: Dalili Monidel |
|
C |
|
Delgollune |
|
B |
|
Delicious ordinaire |
Ordinary Delicious |
B |
|
Deljeni |
|
D |
|
Delikates |
|
B |
|
Delor |
|
C |
|
Discovery |
|
C |
|
Dunn's Seedling |
|
D |
R |
Dykmanns Zoet |
|
C |
|
Egremont Russet |
|
D |
R |
Elan |
|
D |
|
Elise |
Red Delight |
A |
|
Ellison's orange |
Ellison |
C |
|
Elstar en mutaties, bijvoorbeeld: |
|
C |
|
Daliter |
|
|
|
Elshof |
|
|
|
Elstar Armhold |
|
|
|
Elstar Reinhardt |
|
|
|
Roodgekleurde mutaties van Elstar, bijvoorbeeld: |
|
B |
|
Bel-El |
|
|
|
Daliest |
|
|
|
Goedhof |
|
|
|
Red Elstar |
|
|
|
Valstar |
|
|
|
Empire |
|
A |
|
Falstaff |
|
C |
|
Fiesta |
Red Pippin |
C |
|
Florina |
|
B |
|
Fortune |
|
D |
R |
Fuji en mutaties |
|
B |
|
Gala |
|
C |
|
Roodgekleurde mutaties van Gala, bijvoorbeeld: |
|
A |
|
Annaglo |
|
|
|
Baigent |
|
|
|
Galaxy |
|
|
|
Mitchgla |
|
|
|
Obrogala |
|
|
|
Regala |
|
|
|
Regal Prince |
|
|
|
Tenroy |
|
|
|
Garcia |
|
D |
|
Gloster |
|
B |
|
Goldbohemia |
|
D |
|
Golden Delicious en mutaties |
|
D |
|
Golden Russet |
|
D |
R |
Goldrush |
Coop 38 |
D |
|
Goldstar |
|
D |
|
Gradigold |
|
D |
|
Granny Smith |
|
D |
|
Gravenstein rouge |
Red Gravenstein, Roter Gravensteiner |
B |
|
Gravensteiner |
Gravenstein |
D |
|
Greensleeves |
|
D |
|
Holsteiner Cox en mutaties |
Holstein |
D |
R |
Holstein rouge |
Red Holstein, Roter Holsteiner Cox |
C |
R |
Honeycrisp |
|
C |
|
Honeygold |
|
D |
|
Horneburger |
|
D |
|
Howgate Wonder |
Manga |
D |
|
Idared |
|
B |
|
Ingrid Marie |
|
B |
R |
Isbranica |
Izbranica |
C |
|
Jacob Fisher |
|
D |
|
Jacques Lebel |
|
D |
|
Jamba |
|
C |
|
James Grieve en mutaties |
|
D |
|
James Grieve rouge |
Red James Grieve |
B |
|
Jarka |
|
C |
|
Jerseymac |
|
B |
|
Jester |
|
D |
|
Jonagold (5) en mutaties, bijvoorbeeld: |
|
C |
|
Crowngold |
|
|
|
Daligo |
|
|
|
Daliguy |
Jonasty |
|
|
Dalijean |
Jonamel |
|
|
Jonagold 2000 |
Excel |
|
|
Jonabel |
|
|
|
Jonabres |
|
|
|
King Jonagold |
|
|
|
New Jonagold |
Fukushima |
|
|
Novajo |
Veulemanns |
|
|
Schneica |
|
|
|
Wilmuta |
|
|
|
Jonagored en mutaties, bijvoorbeeld: |
|
A |
|
Decosta |
|
|
|
Jomured |
Van de Poel |
|
|
Jonagold Boerekamp |
|
|
|
Jomar |
|
|
|
Jonagored Supra |
|
|
|
Jonaveld |
|
|
|
Primo |
|
|
|
Romagold |
Surkijn |
|
|
Rubinstar |
|
|
|
Red Jonaprince |
|
|
|
Jonalord |
|
C |
|
Jonathan |
|
B |
|
Julia |
|
B |
|
Jupiter |
|
D |
|
Karmijn de Sonnaville |
|
C |
R |
Katy |
Katja |
B |
|
Kent |
|
D |
R |
Kidd's orange red |
|
C |
R |
Kim |
|
B |
|
Koit |
|
C |
|
Krameri Tuvioun |
|
B |
|
Kukikovskoje |
|
B |
|
Lady Williams |
|
B |
|
Lane's Prince Albert |
|
D |
|
Laxton's Superb |
Laxtons Superb |
C |
R |
Ligol |
|
B |
|
Lobo |
|
B |
|
Lodel |
|
A |
|
Lord Lambourne |
|
C |
|
Maigold |
|
B |
|
Mc Intosh |
|
B |
|
Meelis |
|
B |
|
Melba |
|
B |
|
Melodie |
|
B |
|
Melrose |
|
C |
|
Meridian |
|
C |
|
Moonglo |
|
C |
|
Morgenduft |
Imperatore |
B |
|
Mountain Cove |
|
D |
|
Mutsu |
|
D |
|
Normanda |
|
C |
|
Nueva Europa |
|
C |
|
Nueva Orleans |
|
B |
|
Odin |
|
B |
|
Ontario |
|
B |
|
Orlovskoje Polosatoje |
|
C |
|
Ozark Gold |
|
D |
|
Paula Red |
|
B |
|
Pero de Cirio |
|
D |
|
Piglos |
|
B |
|
Pikant |
|
B |
|
Pikkolo |
|
C |
|
Pilot |
|
C |
|
Pimona |
|
C |
|
Pinova |
|
C |
|
Pirella |
|
B |
|
Piros |
|
C |
|
Rafzubex |
|
A |
|
Rafzubin |
|
C |
|
Rajka |
|
B |
|
Rambour d'hiver |
|
D |
|
Rambour Franc |
|
B |
|
Reanda |
|
B |
|
Rebella |
|
C |
|
Red Delicious en mutaties, bijvoorbeeld: |
|
A |
|
Campsur |
|||
Erovan |
|||
Evasni |
|||
Flatrar |
|||
Fortuna Delicious |
|||
Otago |
|||
Red King |
|||
Red Spur |
|||
Red York |
|||
Richared |
|||
Royal Red |
|||
Sandidge |
|||
Shotwell Delicious |
|||
Stark Delicious |
|||
Starking |
|||
Starkrimson |
|||
Starkspur |
|||
Topred |
|||
Trumdor |
|||
Well Spur |
|||
Red Dougherty |
|
A |
|
Red Rome |
|
A |
|
Redkroft |
|
A |
|
Regal |
|
A |
|
Regina |
|
B |
|
Reglindis |
|
C |
|
Reine des Reinettes |
Goldparmäne, Gold Parmoné |
C |
|
Reineta Encarnada |
|
B |
|
Reinette Rouge du Canada |
|
B |
|
Reinette d'Orléans |
|
D |
|
Reinette Blanche du Canada |
Reinette du Canada, Canada Blanc, Kanadarenette, Renetta del Canada |
D |
R |
Reinette de France |
|
D |
|
Reinette de Landsberg |
|
D |
|
Reinette grise du Canada |
Graue Kanadarenette |
D |
R |
Relinda |
|
C |
|
Remo |
|
B |
|
Renora |
|
B |
|
Resi |
|
B |
|
Resista |
|
D |
|
Retina |
|
B |
|
Rewena |
|
B |
|
Roja de Benejama |
Verruga, Roja del Valle, Clavelina |
A |
|
Rome Beauty |
Belle de Rome, Rome |
B |
|
Rosana |
Berner Rosenapfel |
B |
|
Royal Beaut |
|
A |
|
Rubin |
|
C |
|
Rubinola |
|
B |
|
Sciearly |
|
A |
|
Scifresh |
|
B |
|
Sciglo |
|
A |
|
Sciray |
GS48 |
A |
|
Scired |
|
A |
R |
Sciros |
|
A |
|
Selena |
|
B |
|
Shampion |
|
B |
|
Sidrunkollane Talioun |
|
D |
|
Sinap Orlovskij |
Orlovski Sinap |
D |
|
Snygold |
Earlygold |
D |
|
Sommerregent |
|
C |
|
Spartan |
|
A |
|
Splendour |
|
A |
|
St. Edmunds Pippin |
|
D |
R |
Stark's Earliest |
|
C |
|
Štaris |
Staris |
A |
|
Sturmer Pippin |
|
D |
R |
Sügisdessert |
|
C |
|
Sügisjoonik |
|
C |
|
Summerred |
|
B |
|
Sunrise |
|
A |
|
Sunset |
|
D |
R |
Suntan |
|
D |
R |
Sweet Caroline |
|
C |
|
Talvenauding |
|
B |
|
Tellisaare |
|
B |
|
Tiina |
|
B |
|
Topaz |
|
B |
|
Tydeman's Early Worcester |
Tydeman's Early |
B |
|
Veteran |
|
B |
|
Vista Bella |
Bellavista |
B |
|
Wealthy |
|
B |
|
Worcester Pearmain |
|
B |
|
York |
|
B |
|
Zarja Alatau |
Zarya Alatau |
D |
|
DEEL 2: HANDELSNORM VOOR CITRUSVRUCHTEN
I. DEFINITIE VAN HET PRODUCT
Deze norm heeft betrekking op de volgende onder de benaming „citrusvruchten” ingedeelde vruchten die bestemd zijn voor levering als vers product aan de consument en niet voor industriële verwerking:
— |
citroenen van de variëteiten (cultivars) van de soort Citrus limon (L.) Burm. f., |
— |
mandarijnen van de variëteiten (cultivars) van de soort Citrus reticulata Blanco, met inbegrip van satsuma's (Citrus unshiu Marcow.), clementines (Citrus clementina Hort. ex Tan.), mediterrane mandarijnen (Citrus deliciosa Ten.) en tangerines (Citrus tangerina Hort. ex Tan.) van deze soorten en van hybriden daarvan, hierna genoemd „mandarijnen”, |
— |
sinaasappelen van de variëteiten (cultivars) van de soort Citrus sinensis (L.) Osb. |
II. KWALITEITSVOORSCHRIFTEN
In de norm wordt aangegeven aan welke kwaliteitseisen citrusvruchten na opmaak en verpakking moeten voldoen.
A. Minimumeisen
Onverminderd de voor elke klasse geldende specifieke eisen en toegestane toleranties moeten de citrusvruchten in alle kwaliteitsklassen als volgt zijn:
— |
intact, |
— |
vrij van kneuzingen en/of grote dichtgegroeide beschadigingen, |
— |
gezond; niet toegestaan zijn producten die zijn aangetast door rot of die een zodanige kwaliteitsvermindering vertonen dat zij niet meer geschikt zijn voor consumptie, |
— |
zuiver, nagenoeg vrij van zichtbare vreemde stoffen, |
— |
nagenoeg vrij van plagen; |
— |
nagenoeg vrij van beschadiging door plagen; |
— |
vrij van een begin van verdroging binnenin, |
— |
vrij van schade als gevolg van vorst of koude, |
— |
vrij van abnormaal uitwendig vocht, |
— |
vrij van vreemde geur en/of smaak. |
De citrusvruchten moeten zorgvuldig geplukt zijn en moeten volgens de voor de variëteit, de pluktijd en het productiegebied geldende criteria behoorlijk ontwikkeld en gerijpt zijn.
Citrusvruchten moeten zo ontwikkeld en gerijpt zijn dat zij:
— |
bestand zijn tegen vervoer en goederenbehandeling, en |
— |
in goede staat op de plaats van bestemming aankomen. |
Citrusvruchten die aan de rijpheidscriteria van deze bijlage beantwoorden, mogen worden onderworpen aan een behandeling die hun groene kleur doet verdwijnen. Deze behandeling is slechts toegestaan indien de andere natuurlijke organoleptische kenmerken niet worden gewijzigd.
B. Rijpheidscriteria
De rijpheid van citrusvruchten wordt vastgesteld aan de hand van de hierna voor iedere soort genoemde parameters:
1. |
minimumsapgehalte |
2. |
kleur |
De kleur moet zo zijn dat de citrusvruchten door hun normale verdere ontwikkeling op de plaats van bestemming de voor de variëteit kenmerkende kleur bereiken.
i) Citroenen
— |
minimumsapgehalte:
|
— |
kleur: de kleur moet kenmerkend zijn voor de variëteit. Groene vruchten die wel het voorgeschreven minimumsapgehalte hebben, zijn toegestaan, tenzij ze donkergroen zijn. |
ii) Mandarijnen
— |
minimumsapgehalte:
|
— |
kleur: de vrucht moet over ten minste een derde van het oppervlak zijn kenmerkende kleur hebben. |
iii) Sinaasappelen
De kleur moet kenmerkend zijn voor de variëteit. Vruchten met een lichtgroene kleur zijn toegestaan mits niet meer dan een vijfde van het totale oppervlak van de vrucht die kleur heeft. Voor het minimumsapgehalte gelden de onderstaande percentages:
|
30 % |
||
|
33 % |
||
|
35 % |
Sinaasappelen die geteeld worden in gebieden waar tijdens de groeiperiode hoge temperaturen en een hoge vochtigheidsgraad heersen, mogen op meer dan een vijfde van het totale oppervlak groen gekleurd zijn, op voorwaarde dat de onderstaande minimumsapgehaltes worden gerespecteerd:
|
33 % |
||
|
45 % |
C. Indeling in klassen
Citrusvruchten worden ingedeeld in de drie hieronder omschreven klassen:
i) Klasse „Extra”
In deze klasse ingedeelde citrusvruchten moeten van voortreffelijke kwaliteit zijn. De vorm, het uiterlijk, de ontwikkeling en de kleur van de citrusvruchten moeten de kenmerken van de variëteit en/of het handelstype hebben.
Zij mogen geen afwijkingen vertonen, afgezien van zeer geringe oppervlakkige afwijkingen die het algemene uiterlijk, de kwaliteit, de houdbaarheid en de presentatie van het product in de verpakking niet nadelig beïnvloeden.
ii) Klasse I
In deze klasse ingedeelde citrusvruchten moeten van goede kwaliteit zijn. Zij moeten de kenmerken van de variëteit en/of het handelstype hebben.
De vruchten mogen evenwel de volgende kleine afwijkingen vertonen, op voorwaarde dat deze afwijkingen het algemene uiterlijk, de kwaliteit, de houdbaarheid en de presentatie van het product in de verpakking niet nadelig beïnvloeden:
— |
een geringe vormafwijking; |
— |
een geringe kleurafwijking, |
— |
kleine afwijkingen aan de schil die tijdens de vorming van de vrucht ontstaan, zoals zilverkleurige korsten, schroeiingen, enz., |
— |
kleine dichtgegroeide beschadigingen als gevolg van mechanische oorzaken zoals hagel, wrijving, schokken bij de goederenbehandeling, enz. |
iii) Klasse II
Tot deze klasse behoren citrusvruchten die niet in een hogere klasse kunnen worden ingedeeld, maar die wel aan de hierboven omschreven minimumeisen voldoen.
Op voorwaarde dat de producten nog hun essentiële kenmerken wat betreft kwaliteit, houdbaarheid en presentatie vertonen, zijn de volgende afwijkingen toegestaan:
— |
vormafwijkingen, |
— |
kleurafwijkingen, |
— |
ruwe schil, |
— |
afwijkingen aan de schil die tijdens de vorming van de vrucht ontstaan, zoals zilverkleurige korsten, schroeiingen, enz., |
— |
dichtgegroeide beschadigingen als gevolg van mechanische oorzaken zoals hagel, wrijving, schokken bij de goederenbehandeling, enz., |
— |
dichtgegroeide lichte aantasting van de schil, |
— |
in geringe mate en gedeeltelijk loszittende vruchtwand voor sinaasappelen (een normale afwijking bij mandarijnen). |
III. SORTERINGSVOORSCHRIFTEN
Citrusvruchten worden gesorteerd naar de maximumdiameter van de dwarsdoorsnede,
A. Minimumgrootte
Niet toegestaan zijn vruchten met een diameter die kleiner is dan:
Citroenen: |
45 mm |
Mandarijnen, met uitzondering van clementines: |
45 mm |
Clementines: |
35 mm |
Sinaasappelen: |
53 mm |
B. Sorteringsschalen
De volgende sorteringsschalen worden toegepast:
Sinaasappelen |
Citroenen |
Mandarijnen |
|||
Code sorteringsschaal |
Diameter (mm) |
Code sorteringsschaal |
Diameter (mm) |
Code sorteringsschaal |
Diameter (mm) |
0 |
92-110 |
0 |
79-90 |
1-XXX |
78 en groter |
1 |
87-100 |
1 |
72-83 |
1-XX |
67-78 |
2 |
84-96 |
2 |
68-78 |
1 of 1-X |
63-74 |
3 |
81-92 |
3 |
63-72 |
2 |
58-69 |
4 |
77-88 |
4 |
58-67 |
3 |
54-64 |
5 |
73-84 |
5 |
53-62 |
4 |
50-60 |
6 |
70-80 |
6 |
48-57 |
5 |
46-56 |
7 |
67-76 |
7 |
45-52 |
6 (6) |
43-52 |
8 |
64-73 |
|
|
7 |
41-48 |
9 |
62-70 |
|
|
8 |
39-46 |
10 |
60-68 |
|
|
9 |
37-44 |
11 |
58-66 |
|
|
10 |
35-42 |
12 |
56-63 |
|
|
|
|
13 |
53-60 |
|
|
|
|
Citrusvruchten kunnen worden verpakt op basis van het aantal vruchten. In dat geval mogen vruchten in één verpakking tot twee aangrenzende sorteringsschalen behoren, op voorwaarde dat de in titel III, punt C, vastgestelde uniformiteitsregels inzake grootte worden nageleefd.
C. Uniformiteit
Voor de uniformiteit inzake grootte gelden de hierboven vermelde sorteringsschalen, behalve in de volgende gevallen:
i) |
bij vruchten die in de verpakking of in de voor verkoop aan de consument bestemde kleinverpakking in lagen worden gepresenteerd, mag het verschil tussen de kleinste en de grootste vrucht in dezelfde verpakking die binnen eenzelfde sorteringsschaal of, wanneer de citrusvruchten op basis van het aantal vruchten zijn verpakt, binnen twee opeenvolgende sorteringsschalen vallen, de volgende maxima niet overschrijden:
|
ii) |
bij vruchten die in de verpakking of in een stevige voor verkoop aan de consument bestemde kleinverpakking niet in lagen worden gepresenteerd, mag het verschil tussen de kleinste en de grootste vrucht in dezelfde verpakking niet meer bedragen dan het voor de betrokken sorteringsschaal toegestane verschil tussen de minimum- en maximumdiameter, of, wanneer de citrusvruchten op basis van het aantal vruchten worden verpakt, het verschil in mm van een van de twee betrokken opeenvolgende sorteringsschalen; |
iii) |
bij vruchten die los in kisten met een grote inhoud worden gepresenteerd en bij vruchten in een soepele, voor verkoop aan de consument bestemde kleinverpakking (netten, zakken, enz.), mag het verschil tussen de kleinste en de grootste vrucht in dezelfde verpakking niet meer bedragen dan het uit de samenvoeging van de drie opeenvolgende sorteringsschalen voorvloeiende verschil tussen de minimum- en de maximumdiameter. |
IV. TOLERANTIES
In iedere verpakkingseenheid zijn voor producten die niet beantwoorden aan de eisen voor de klasse waarin zij zijn ingedeeld, afwijkingen in kwaliteit en grootte toegestaan.
A. Toleranties in kwaliteit
i) Klasse „Extra”
5 % van het aantal vruchten of van het gewicht mag bestaan uit citrusvruchten die niet aan de eisen voor deze klasse beantwoorden, maar die wel beantwoorden aan die voor klasse I of, bij uitzondering, binnen de toleranties van klasse I vallen.
ii) Klasse I
10 % van het aantal vruchten of van het gewicht mag bestaan uit citrusvruchten die niet beantwoorden aan de eisen van deze klasse, maar die wel beantwoorden aan die voor klasse II of, bij uitzondering, binnen de toleranties van klasse II vallen.
iii) Klasse II
10 % van het aantal vruchten of van het gewicht mag bestaan uit citrusvruchten die noch aan de eisen voor deze klasse, noch aan de minimumeisen beantwoorden, met uitzondering van vruchten die zijn aangetast door rot of die een andere vorm van kwaliteitsvermindering vertonen waardoor zij niet meer geschikt zijn voor consumptie. Ten hoogste 5 % van de vruchten binnen deze tolerantie mag bestaan uit vruchten met lichte, niet-dichtgegroeide beschadigingen van het oppervlak of droge kloven, of uit weke of verwelkte vruchten.
B. Toleranties in grootte
Voor alle sorteringsschalen en ongeacht de wijze van presentatie mag 10 % van het aantal vruchten of het gewicht vallen binnen de sorteringsschaal onmiddellijk boven en/of beneden de op de verpakking vermelde sorteringsschaal (of drie opeenvolgende sorteringsschalen).
De tolerantie van 10 % geldt in ieder geval uitsluitend voor vruchten met een diameter die niet kleiner is dan:
Citroenen: |
43 mm |
Mandarijnen, met uitzondering van clementines: |
43 mm |
Clementines: |
34 mm |
Sinaasappelen: |
50 mm |
V. VERPAKKINGSVOORSCHRIFTEN
A. Uniformiteit
De inhoud van iedere verpakkingseenheid moet bestaan uit citrusvruchten van dezelfde oorsprong, variëteit, kwaliteit en groottesortering en met vrijwel dezelfde mate van ontwikkeling en rijpheid.
Bovendien moeten de vruchten in klasse „Extra” uniform van kleur zijn.
Het zichtbare gedeelte van de inhoud van de verpakkingseenheid moet representatief zijn voor het geheel.
B. Verpakking
De verpakking moet de citrusvruchten goed beschermen.
Het binnen in de verpakkingseenheid gebruikte materiaal moet nieuw en schoon zijn, en van een zodanige kwaliteit dat de producten niet uitwendig of inwendig worden beschadigd. Er mag materiaal, en met name papier of stempels met handelsaanduidingen worden gebruikt mits de voor de bedrukking of de etikettering gebruikte inkt of lijm niet giftig is.
Wanneer iedere vrucht afzonderlijk wordt verpakt, moet hiervoor een dun, droog, nieuw en reukloos (7) papier worden gebruikt.
Het is verboden stoffen of materiaal te gebruiken waardoor de natuurlijke kenmerken van de citrusvruchten, en met name de geur of de smaak (7) kunnen worden gewijzigd.
De verpakkingseenheden mogen geen vreemde substanties bevatten. Er mag echter wel een kort, niet-houtachtig takje met enkele groene bladeren aan de vruchten vastzitten.
Het eventueel op elk product aangebrachte etiket mag bij het verwijderen ervan geen zichtbaar spoor van lijm achterlaten en de schil niet beschadigen.
C. Presentatie
De citrusvruchten mogen als volgt worden gepresenteerd:
a) |
in regelmatige lagen in de verpakkingseenheid; |
b) |
anders dan in regelmatige lagen in de verpakkingseenheid, of los in palletboxen. Alleen citrusvruchten van de klassen I en II mogen op die manier worden gepresenteerd; |
c) |
in verpakkingseenheden voor rechtstreekse verkoop aan de consument met een gewicht tot 5 kg,
|
VI. AANDUIDINGSVOORSCHRIFTEN
Op iedere verpakkingseenheid moeten aan éénzelfde kant, duidelijk leesbaar, onuitwisbaar en van buitenaf zichtbaar de onderstaande gegevens worden vermeld.
A. Identificatie
De naam en het adres van de verpakker en/of de verzender.
Deze vermelding mag worden vervangen:
— |
voor alle verpakkingen, behalve voorverpakkingen, door de door een officiële dienst afgegeven of erkende code van de verpakker en/of de verzender, voorafgegaan door de vermelding „Verpakker en/of verzender” (of een gelijkwaardige afkorting); |
— |
uitsluitend voor voorverpakkingen, door de naam en het adres van de in de Gemeenschap gevestigde verkoper, voorafgegaan door de vermelding „Verpakt voor:” of een gelijkwaardige vermelding. In dat geval moet op het etiket tevens de code van de verpakker en/of de verzender vermeld staan. De verkoper verstrekt alle door de controlediensten noodzakelijk geachte inlichtingen met betrekking tot de betekenis van die code. |
B. Aard van het product
— |
Aanduiding van de soort als de inhoud van de verpakking niet van buitenaf zichtbaar is; voor mandarijnen is het echter verplicht de soort of de naam van de variëteit te vermelden. |
— |
Naam van de variëteit voor sinaasappelen, |
— |
Aanduiding van het type: |
— |
voor citroenen: eventueel de aanduiding „Verdelli” of „Primofiore”, |
— |
voor clementines: naar gelang van het geval de aanduiding „clementines zonder pit”, „clementines” (1 tot 10 pitten), „clementines met pitten” (meer dan 10 pitten). |
C. Oorsprong van het product
Land van oorsprong en, eventueel, productiegebied of nationale, regionale of lokale plaatsnaam.
D. Handelskenmerken
— |
Klasse, |
— |
Code van de sorteringsschaal voor vruchten die naar sorteringsschaal worden gepresenteerd of, in het geval van gecombineerd aangeboden producten van drie opeenvolgende sorteringsschalen, de laagste en de hoogste code van de betrokken sorteringsschaal. |
— |
Code van de sorteringsschaal (of, wanneer de vruchten zijn verpakt op basis van het aantal en de vruchten dus twee sorteringsschalen beslaan: code van de sorteringsschaal of minimum- en maximumdiameter) en aantal vruchten wanneer het om in lagen gepresenteerde vruchten gaat. |
— |
In voorkomend geval, aanduiding van de conserveringsmiddelen of van de andere chemische substanties die als naoogstbehandeling zijn gebruikt. |
E. Officieel controlemerk (facultatief)
De in de eerste alinea genoemde gegevens hoeven niet te worden aangebracht op de verpakkingseenheden (colli) en wanneer deze verkoopverpakkingen bevatten die van buitenaf zichtbaar zijn en elk van die gegevens zijn voorzien. Op deze verpakkingenseenheden mag geen enkele aanduiding voorkomen die misverstanden kan veroorzaken. Wanneer deze verpakkingenseenheden op een pallet worden aangeboden, moeten de betrokken gegevens zijn aangebracht op een blad dat zichtbaar op ten minste twee zijden van de pallet is bevestigd.
DEEL 3: HANDELSNORM VOOR KIWI’S
I. DEFINITIE VAN HET PRODUCT
Deze norm heeft betrekking op kiwi's van variëteiten (cultivars) van de soorten Actinidia chinensis (Planch.) en Actinidia deliciosa (A. Chev., C. F. Liang en A. R. Ferguson) die bestemd zijn voor levering als vers product aan de consument en niet voor industriële verwerking.
II. KWALITEITSVOORSCHRIFTEN
In de norm wordt aangegeven aan welke kwaliteitseisen kiwi's na opmaak en verpakking moeten voldoen.
A. Minimumeisen inzake kwaliteit
Onverminderd de voor elke klasse geldende specifieke eisen en toegestane toleranties moeten kiwi’s in alle kwaliteitsklassen als volgt zijn:
— |
intact (maar zonder steel), |
— |
gezond; niet toegestaan zijn producten die zijn aangetast door rot of die een zodanige kwaliteitsvermindering vertonen dat zij niet meer geschikt zijn voor consumptie, |
— |
zuiver, nagenoeg vrij van zichtbare vreemde stoffen, |
— |
nagenoeg vrij van plagen, |
— |
nagenoeg vrij van beschadiging door plagen, |
— |
vast genoeg; niet te zacht, verschrompeld of vol water, |
— |
goed gevormd; geen aaneengegroeide vruchten, |
— |
vrij van abnormaal uitwendig vocht, |
— |
vrij van vreemde geur en/of smaak. |
De kiwi's moet zo ontwikkeld en in een zodanige conditie zijn dat zij:
— |
bestand zijn tegen vervoer en goederenbehandeling, en |
— |
in goede staat op de plaats van bestemming aankomen. |
B. Rijpheidscriteria
De kiwi's moeten voldoende ontwikkeld en rijp genoeg zijn. Dit betekent dat zij de volgende rijpheidsgraad moeten hebben bereikt:
— |
in het stadium van de verpakking in het productiegebied en bij de daaropvolgende levering door de verpakker, alsmede in de stadia van de uitvoer en de invoer, ten minste 6,2o Brix of een gemiddeld drogestofgehalte van 15 %, |
— |
in alle andere handelsstadia, ten minste 9,5o Brix. |
C. Indeling in klassen
Kiwi's worden ingedeeld in de drie hieronder omschreven klassen:
i) Klasse „Extra”
In deze klasse ingedeelde kiwi's moeten van voortreffelijke kwaliteit zijn. Zij moeten goed ontwikkeld zijn en moeten alle kenmerken en de typische kleur van de variëteit hebben.
Zij mogen geen afwijkingen vertonen, afgezien van zeer geringe oppervlakkige afwijkingen die het algemene uiterlijk, de kwaliteit, de houdbaarheid en de presentatie van het product in de verpakking niet nadelig beïnvloeden.
De verhouding tussen de minimale en de maximale diameter van de dwarsdoorsnede van de vruchten moet ten minste 0,8 bedragen.
ii) Klasse I
In deze klasse ingedeelde kiwi's moeten van goede kwaliteit zijn. Zij moeten de kenmerken van de variëteit bezitten.
Zij moeten vast zijn en het vruchtvlees moet volkomen gaaf zijn.
De vruchten mogen evenwel de volgende kleine afwijkingen vertonen, op voorwaarde dat deze afwijkingen het algemene uiterlijk, de kwaliteit, de houdbaarheid en de presentatie van het product in de verpakking niet nadelig beïnvloeden:
— |
een geringe vormafwijking (echter geen zwellingen of misvormingen), |
— |
een geringe kleurafwijking, |
— |
oppervlakkige afwijkingen aan de schil, op voorwaarde dat de totale oppervlakte daarvan niet groter is dan 1 cm2, |
— |
kleine „Hayward-merk”-achtige, niet-uitstulpende overlangse lijnen. |
De verhouding tussen de minimale en de maximale diameter van de dwarsdoorsnede van de vruchten moet ten minste 0,7 bedragen.
iii) Klasse II
Tot deze klasse behoren de kiwi's die niet in een hogere klasse kunnen worden ingedeeld, maar die wel aan de hierboven omschreven minimumeisen voldoen.
De vrucht moet vrij vast zijn en het vruchtvlees mag geen ernstige afwijkingen vertonen.
Op voorwaarde dat kiwi's nog hun essentiële kenmerken op het gebied van kwaliteit, houdbaarheid en presentatie vertonen, zijn de volgende afwijkingen toegestaan:
— |
vormafwijkingen, |
— |
kleurafwijkingen, |
— |
afwijkingen aan de schil zoals dichtgegroeide scheurtjes of littekenweefsel/schaafplekken, op voorwaarde dat de totale oppervlakte daarvan niet groter is dan 2 cm2, |
— |
verschillende duidelijk zichtbare „Hayward-merken” met een kleine uitstulping, |
— |
lichte kneuzingen. |
III. SORTERINGSVOORSCHRIFTEN
De sortering naar grootte is gebaseerd op het gewicht per stuk.
Voor de klasse „Extra” geldt een minimumgewicht van 90 g, voor klasse I een minimumgewicht van 70 g en voor klasse II een minimumgewicht van 65 g.
Het verschil in gewicht tussen de grootste en de kleinste vrucht in eenzelfde verpakking mag niet meer bedragen dan:
— |
10 g voor vruchten van maximaal 85 g, |
— |
15 g voor vruchten tussen 85 en 120 g, |
— |
20 g voor vruchten tussen 120 en 150 g, |
— |
40 g voor vruchten van 150 g en meer. |
IV. TOLERANTIES
In iedere verpakkingseenheid zijn voor producten die niet beantwoorden aan de eisen voor de klasse waarin zij zijn ingedeeld, afwijkingen in kwaliteit en grootte toegestaan.
A. Toleranties in kwaliteit
i) Klasse „Extra”
5 % van het aantal vruchten of van het gewicht mag bestaan uit kiwi's die niet aan de eisen voor deze klasse beantwoorden, maar die wel beantwoorden aan de eisen voor klasse I of, bij wijze van uitzondering, binnen de toleranties voor klasse I vallen.
ii) Klasse I
10 % van het aantal vruchten of van het gewicht mag bestaan uit kiwi's die niet aan de eisen voor deze klasse beantwoorden, maar die wel aan de eisen voor klasse II beantwoorden of, bij wijze van uitzondering, binnen de toleranties voor klasse II vallen.
iii) Klasse II
10 % van het aantal vruchten of van het gewicht mag bestaan uit kiwi's die noch de eisen voor deze klasse, noch aan de minimumeisen beantwoorden, met uitzondering van vruchten die zijn aangetast door rot of die grote kneuzingen of een andere vorm van kwaliteitsvermindering vertonen waardoor zij niet meer geschikt zijn voor consumptie.
B. Toleranties in grootte
Voor alle klassen: 10 % van het aantal vruchten of van het gewicht mag bestaan uit kiwi's die niet voldoen aan de eisen inzake het minimumgewicht en/of de vermelde groottesortering.
De vruchten moeten evenwel vallen binnen de groottesorteringen onmiddellijk beneden of boven de vermelde groottesortering of mogen, voor de kleinste groottesortering, niet lichter zijn dan 85 g in klasse „Extra”, dan 67 g in klasse I en dan 62 g in klasse II.
V. VERPAKKINGSVOORSCHRIFT
A. Uniformiteit
De inhoud van iedere verpakkingseenheid moet uniform zijn en mag slechts bestaan uit kiwi's van dezelfde oorsprong, dezelfde variëteit, dezelfde kwaliteit en dezelfde groottesortering.
Het zichtbare gedeelte van de inhoud van de verpakkingseenheid moet representatief zijn voor het geheel.
B. Verpakking
De verpakking moet de kiwi's goed beschermen.
Het binnen in de verpakkingseenheid gebruikte materiaal moet nieuw en schoon zijn, en van een zodanige kwaliteit dat de producten niet uitwendig of inwendig worden beschadigd. Er mag materiaal, met name papier of stempels, met handelsaanduidingen worden gebruikt, mits de voor de bedrukking of de etikettering gebruikte inkt of lijm niet giftig is.
Het eventueel op elk product aangebrachte etiket mag bij het verwijderen ervan geen zichtbaar spoor van lijm achterlaten en de schil niet beschadigen.
De verpakkingseenheden mogen geen vreemde substanties bevatten.
C. Presentatie
In de klasse „Extra” moeten de vruchten als volgt worden gepresenteerd: gescheiden van elkaar en op regelmatige wijze in één enkele laag gerangschikt.
VI. AANDUIDINGSVOORSCHRIFTEN
Op iedere verpakkingseenheid moeten aan éénzelfde kant, duidelijk leesbaar, onuitwisbaar en van buitenaf zichtbaar de onderstaande gegevens worden vermeld.
A. Identificatie
De naam en het adres van de verpakker en/of de verzender.
Deze vermelding mag worden vervangen:
— |
voor alle verpakkingen, behalve voorverpakkingen, door de door een officiële dienst afgegeven of erkende code van de verpakker en/of de verzender, voorafgegaan door de vermelding „Verpakker en/of verzender” (of een gelijkwaardige afkorting); |
— |
uitsluitend voor voorverpakkingen, door de naam en het adres van de in de Gemeenschap gevestigde verkoper, voorafgegaan door de vermelding „Verpakt voor:” of een gelijkwaardige vermelding. In dat geval moet op het etiket tevens de code van de verpakker en/of de verzender vermeld staan. De verkoper verstrekt alle door de controlediensten noodzakelijk geachte inlichtingen met betrekking tot de betekenis van die code. |
B. Aard van het product
— |
„Kiwi's” , „Actinidia” of een gelijkwaardige benaming indien de inhoud van de verpakking van buitenaf niet zichtbaar is, |
— |
naam van de variëteit (facultatief). |
C. Oorsprong van het product
Land van oorsprong en, eventueel, productiegebied of nationale, regionale of lokale plaatsnaam.
D. Handelskenmerken
— |
klasse, |
— |
groottesortering, aangegeven door middel van het minimum- en het maximumgewicht van de vruchten, |
— |
aantal vruchten (facultatief). |
E. Officieel controlemerk (facultatief)
De in de eerste alinea bedoelde gegevens hoeven niet te worden aangebracht op de verpakkingseenheden (colli) wanneer deze verkoopverpakkingen bevatten die van buitenaf zichtbaar zijn en elk van die gegevens zijn voorzien. Op deze verpakkingseenheden mag geen enkele aanduiding voorkomen die misverstanden kan veroorzaken. Wanneer deze verpakkingseenheden op een pallet worden aangeboden, moeten de betrokken gegevens zijn aangebracht op een blad dat zichtbaar op ten minste twee zijden van de pallet is bevestigd.
DEEL 4: HANDELSNORM VOOR SLA, KRULANDIJVIE EN ANDIJVIE
I. DEFINITIE VAN HET PRODUCT
Deze norm heeft betrekking op:
— |
sla van de variëteiten (cultivars) van:
|
— |
krulandijvie van de variëteiten (cultivars) van Cichorium endivia L. var. crispum Lam., |
— |
andijvie van de variëteiten (cultivars) van Cichorium endivia L. var. latifolium Lam., |
die bestemd is om als vers product aan de consument te worden geleverd.
Deze norm is niet van toepassing op voor industriële verwerking bestemde producten en op als losse bladeren gepresenteerde producten, noch op slaplanten in potten.
II. KWALITEITSVOORSCHRIFTEN
In de norm wordt aangegeven aan welke kwaliteitseisen de producten na opmaak en verpakking moeten voldoen.
A. Minimumeisen
Onverminderd de voor elke klasse geldende specifieke eisen en toegestane toleranties moeten de producten in alle kwaliteitsklassen als volgt zijn:
— |
intact, |
— |
gezond; niet toegestaan zijn producten die zijn aangetast door rot of die een zodanige kwaliteitsvermindering vertonen dat zij niet meer geschikt zijn voor consumptie, |
— |
zuiver en gebruiksklaar, dat wil zeggen nagenoeg vrij van grond of ander substraat en van zichtbare vreemde stoffen, |
— |
vers van uiterlijk, |
— |
turgescent, |
— |
nagenoeg vrij van plagen, |
— |
nagenoeg vrij van beschadiging door plagen, |
— |
niet geschoten, |
— |
vrij van abnormaal uitwendig vocht, |
— |
vrij van vreemde geur en/of smaak. |
Voor sla is een roodachtige verkleuring, veroorzaakt door lage temperaturen tijdens de groeiperiode, toegestaan, tenzij hierdoor het uiterlijk in aanzienlijke mate nadelig wordt beïnvloed.
De stronk moet onmiddellijk onder de onderste bladeren zijn afgesneden en het snijvlak moet glad zijn.
De producten moeten normaal ontwikkeld zijn.
De producten moeten zodanig ontwikkeld en in een zodanige conditie zijn dat zij:
— |
bestand zijn tegen vervoer en goederenbehandeling, en |
— |
in goede staat op de plaats van bestemming aankomen. |
B. Indeling in klassen
De producten worden ingedeeld in de twee hieronder omschreven klassen:
i) Klasse I
In deze klasse ingedeelde producten moeten van goede kwaliteit zijn. Zij moeten de kenmerken vertonen die eigen zijn aan de variëteit of het handelstype, en met name de typische kleur ervan bezitten.
De producten moeten tevens als volgt zijn:
— |
goed gevormd, |
— |
vast, rekening houdend met de teeltwijze en het soort product, |
— |
vrij van beschadiging of aantasting die de eetbaarheid nadelig beïnvloedt, |
— |
vrij van vorstschade. |
Kropsla van deze klasse moet één enkele, goed gevormde krop hebben. Bij glassla mag de krop minder goed gevormd zijn.
Bindsla moet een hart hebben, dat echter wel kleiner mag zijn.
Bij krulandijvie en andijvie moet het hart geel van kleur zijn.
ii) Klasse II
Tot deze klasse behoren producten die niet in klasse I kunnen worden ingedeeld, maar die wel aan de hierboven omschreven minimumeisen voldoen.
De producten moeten als volgt zijn:
— |
tamelijk goed gevormd, |
— |
vrij van beschadiging of aantasting die de eetbaarheid in ernstige mate nadelig beïnvloedt. |
Op voorwaarde dat de producten nog hun essentiële kenmerken wat betreft kwaliteit, houdbaarheid en presentatie vertonen, zijn de volgende afwijkingen toegestaan:
— |
geringe kleurafwijkingen, |
— |
lichte beschadigingen door plagen. |
Kropsla van deze klasse moet een krop hebben, maar deze mag kleiner zijn. Bij glassla mag de krop geheel ontbreken.
Bindsla hoeft geen hart te hebben.
III. SORTERINGSVOORSCHRIFTEN
De sortering geschiedt naar gewicht per eenheid.
A. Minimumgewicht
Voor de klassen I en II bedraagt het minimumgewicht:
|
Vollegrond |
Glasteelt |
Kropsla, met uitzondering van „IJsbergsla”, en bindsla, met uitzondering van „Gem-sla” |
150 g |
100 g |
„IJsbergsla” |
300 g |
200 g |
Snijsla en „Gem-sla” |
100 g |
100 g |
Krulandijvie en andijvie |
200 g |
150 g |
B. Uniformiteit
a) |
Sla In alle klassen mag het grootste verschil in gewicht tussen de lichtste en de zwaarste krop in de verpakking niet meer bedragen dan:
|
b) |
Krulandijvie en andijvie In alle klassen mag het grootste verschil in gewicht tussen de lichtste en de zwaarste krop in de verpakking niet meer bedragen dan 300 g. |
IV. TOLERANTIES
In iedere verpakkingseenheid zijn voor producten die niet beantwoorden aan de eisen voor de klasse waarin zij zijn ingedeeld, afwijkingen in kwaliteit en grootte toegestaan.
A. Toleranties in kwaliteit
i) Klasse I
10 % van het aantal stuks mag bestaan uit producten die niet aan de eisen voor deze klasse beantwoorden, maar die wel aan die voor klasse II beantwoorden of, bij uitzondering, binnen de toleranties voor klasse II vallen.
ii) Klasse II
10 % van het aantal stuks mag bestaan uit producten die noch aan de eisen voor deze klasse, noch aan de minimumeisen beantwoorden, met uitzondering van producten die zijn aangetast door rot of die een andere vorm van kwaliteitsvermindering vertonen waardoor zij niet meer geschikt zijn voor consumptie.
B. Toleranties in grootte
Voor alle klassen mag 10 % van het totale aantal stuks bestaan uit producten die niet beantwoorden aan de sorteringsvoorschriften, maar die een gewicht hebben dat hoogstens 10 % hoger of lager is dan het vereiste gewicht.
V. VERPAKKINGSVOORSCHRIFT
A. Uniformiteit
De inhoud van iedere verpakkingseenheid moet uniform zijn en moet bestaan uit producten van dezelfde oorsprong, dezelfde variëteit of hetzelfde handelstype, dezelfde kwaliteit en dezelfde grootte.
De verschillende soorten producten die onder deze norm vallen mogen gemengd worden verpakt, op voorwaarde dat de producten wat kwaliteit, en per soort ook wat sortering betreft, homogeen zijn. Bovendien moeten de verschillende soorten producten in de verpakking duidelijk herkenbaar zijn en moet van buitenaf zichtbaar zijn in welke verhouding zij daarin voorkomen, zonder dat de verpakking daartoe moet worden beschadigd.
Het zichtbare gedeelte van de inhoud van de verpakkingseenheid moet representatief zijn voor het geheel.
B. Verpakking
De verpakking moet de producten goed beschermen.
Het binnen in de verpakkingseenheid gebruikte materiaal moet nieuw en schoon zijn, en van een zodanige kwaliteit dat de producten niet uitwendig of inwendig worden beschadigd. Er mag materiaal, met name papier of stempels, met handelsaanduidingen worden gebruikt, mits de voor de bedrukking of de etikettering gebruikte inkt of lijm niet giftig is.
De verpakkingen mogen geen vreemde substanties bevatten.
Het op elk product aangebrachte etiket mag bij het verwijderen ervan geen zichtbaar spoor van lijm achterlaten en de schil niet beschadigen.
C. Presentatie
Wanneer de producten in meer dan één laag worden gepresenteerd, mogen de kroppen in dezelfde richting gestapeld zijn, op voorwaarde dat de kroppen en de lagen door middel van een passende voorziening worden beschermd of van elkaar gescheiden.
VI. AANDUIDINGSVOORSCHRIFTEN
Op iedere verpakkingseenheid moeten aan éénzelfde kant, duidelijk leesbaar, onuitwisbaar en van buitenaf zichtbaar de onderstaande gegevens worden vermeld.
A. Identificatie
De naam en het adres van de verpakker en/of de verzender.
Deze vermelding mag worden vervangen:
— |
voor alle verpakkingen, behalve voorverpakkingen, door de door een officiële dienst afgegeven of erkende code van de verpakker en/of de verzender, voorafgegaan door de vermelding „Verpakker en/of verzender” (of een gelijkwaardige afkorting); |
— |
uitsluitend voor voorverpakkingen, door de naam en het adres van de in de Gemeenschap gevestigde verkoper, voorafgegaan door de vermelding „Verpakt voor:” of een gelijkwaardige vermelding. In dat geval moet op het etiket tevens de code van de verpakker en/of de verzender vermeld staan. De verkoper verstrekt alle door de controlediensten noodzakelijk geachte inlichtingen met betrekking tot de betekenis van die code. |
B. Aard van het product
— |
„Kropsla”, „Bataviasla”, „IJsbergsla”, „bindsla”, „snijsla”, (of bijvoorbeeld, in voorkomend geval: „eikenbladsla”, „lollo bionda”, „lollo rossa”, „krulandijvie”, „andijvie” of een synoniem voor een van deze producten, wanneer de inhoud van buitenaf niet zichtbaar is) |
— |
Eventueel de vermelding „Gem-sla” of een synoniem |
— |
Eventueel de vermelding „glassla” of een andere passende vermelding |
— |
Naam van de variëteit (facultatief) |
— |
Wanneer verschillende soorten van een product gemengd worden gepresenteerd, moet worden aangebracht:
|
C. Oorsprong van het product
Land van oorsprong en, eventueel, productiegebied of nationale, regionale of lokale plaatsnaam.
D. Handelskenmerken
— |
Klasse |
— |
Grootte, door vermelding van een minimumgewicht per stuk of van het aantal stuks |
— |
Nettogewicht (facultatief) |
E. Officieel controlemerk (facultatief)
De in de eerste alinea genoemde gegevens hoeven niet te worden aangebracht op de verpakkingseenheden (colli) wanneer deze verkoopverpakkingen bevatten die van buitenaf zichtbaar zijn en elk van die gegevens zijn voorzien. Op deze verpakkingseenheden mag geen enkele aanduiding voorkomen die misverstanden kan veroorzaken. Wanneer deze verpakkingen op een pallet worden aangeboden, moeten de betrokken gegevens zijn aangebracht op een blad dat zichtbaar op ten minste twee zijden van de pallet is bevestigd.
DEEL 5: NORM VOOR PERZIKEN EN NECTARINES
I. DEFINITIE VAN HET PRODUCT
Deze norm heeft betrekking op perziken en nectarines (8) van de variëteiten (cultivars) van Prunus persica Sieb. en Zucc. die bestemd zijn voor levering als vers product aan de consument en niet voor industriële verwerking.
II. KWALITEITSVOORSCHRIFTEN
In de norm wordt aangegeven aan welke kwaliteitseisen perziken en nectarines na opmaak en verpakking moeten voldoen.
A. Minimumeisen
Onverminderd de voor elke klasse geldende specifieke eisen en toegestane toleranties moeten perziken en nectarines in alle kwaliteitsklassen als volgt zijn:
— |
intact, |
— |
gezond; niet toegestaan zijn producten die zijn aangetast door rot of die een zodanige kwaliteitsvermindering vertonen dat zij niet meer geschikt zijn voor consumptie, |
— |
zuiver, nagenoeg vrij van zichtbare vreemde stoffen, |
— |
nagenoeg vrij van plagen, |
— |
nagenoeg vrij van beschadiging door plagen, |
— |
vrij van abnormaal uitwendig vocht, |
— |
vrij van vreemde geur en/of smaak. |
De perziken en de nectarines moeten zorgvuldig geplukt zijn.
Perziken en nectarines moeten zodanig rijp en ontwikkeld zijn dat zij:
— |
bestand zijn tegen vervoer en goederenbehandeling, en |
— |
in goede staat op de plaats van bestemming aankomen. |
B. Rijpheidscriteria
Perziken en nectarines moeten een toereikende ontwikkelings- en rijpheidsgraad hebben bereikt.
Perziken en nectarines moeten zodanig ontwikkeld en gerijpt zijn dat ze in staat zijn het rijpingsproces voort te zetten en zo een toereikende rijpingsgraad te bereiken. Met het oog op deze eis moet de brekingsindex van het vruchtvlees, die in het midden van het vruchtvlees ter hoogte van de grootste dwarsdoorsnede wordt gemeten, ten minste 8o Brix bedragen en moet de hardheid, die op twee punten ter hoogte van de grootste dwarsdoorsnede van de vrucht wordt gemeten met een plunjer waarvan het uiteinde een diameter van 8 mm (0,5 cm2) heeft, kleiner zijn dan 6,5 kg.
C. Indeling in klassen
Perziken en nectarines worden ingedeeld in de drie hieronder omschreven klassen:
i) Klasse „Extra”
In deze klasse ingedeelde perziken en nectarines moeten van voortreffelijke kwaliteit zijn. Zij moeten de specifieke vorm, ontwikkeling en kleur van de variëteit hebben, waarbij rekening wordt gehouden met het productiegebied.
Zij mogen geen afwijkingen vertonen, afgezien van zeer geringe oppervlakkige afwijkingen die het algemene uiterlijk, de kwaliteit, de houdbaarheid en de presentatie ervan in de verpakking niet nadelig beïnvloeden.
ii) Klasse I
In deze klasse ingedeelde perziken en nectarines moeten van goede kwaliteit zijn. Deze perziken en nectarines moeten de specifieke kenmerken van de variëteit hebben, waarbij rekening wordt gehouden met het productiegebied.
Zij mogen evenwel een geringe afwijking in vorm, ontwikkeling of kleur vertonen.
Het vruchtvlees moet volkomen gaaf zijn.
Perziken en nectarines die aan het aanhechtingspunt van de steel zijn opengegaan, mogen niet in deze klasse worden ingedeeld.
Zij mogen evenwel geringe afwijkingen aan de schil vertonen op voorwaarde dat deze het algemene uiterlijk, de kwaliteit, de houdbaarheid en de presentatie ervan in de verpakking niet schaden en dat de afwijkingen binnen de volgende grenzen blijven:
— |
1 cm lang voor langwerpige afwijkingen, |
— |
in totaal 0,5 cm2 in oppervlakte voor de overige afwijkingen. |
iii) Klasse II
Tot deze klasse behoren perziken en nectarines die niet in een hogere klasse kunnen worden ingedeeld, maar die wel aan de hierboven omschreven minimumeisen voldoen.
Het vruchtvlees mag geen ernstige afwijkingen vertonen. Bovendien worden vruchten die aan het aanhechtingspunt van de steel zijn opengegaan, slechts toegestaan in het kader van de toleranties in kwaliteit.
Perziken en nectarines mogen aan de schil afwijkingen vertonen, op voorwaarde dat de producten nog hun essentiële kenmerken wat betreft kwaliteit, houdbaarheid en presentatie vertonen en de afwijkingen binnen de volgende grenzen blijven:
— |
2 cm lang voor langwerpige afwijkingen, |
— |
in totaal 1,5 cm2 in oppervlakte voor de overige afwijkingen. |
III. SORTERINGSVOORSCHRIFTEN
De grootte wordt bepaald door:
— |
hetzij de omtrek, |
— |
hetzij de maximumdiameter van de grootste dwarsdoorsnede. |
Perziken en nectarines worden in de volgende sorteringsschalen ingedeeld:
Diameter |
Sorteringsschaal (code) |
Omtrek |
90 mm en meer |
AAAA |
28 cm en meer |
van 80 mm tot 90 mm |
AAA |
van 25 cm tot 28 cm |
van 73 mm tot 80 mm |
AA |
van 23 cm tot 25 cm |
van 67 mm tot 73 mm |
A |
van 21 cm tot 23 cm |
van 61 mm tot 67 mm |
B |
van 19 cm tot 21 cm |
van 56 mm tot 61 mm |
C |
van 17,5 cm tot 19 cm |
van 51 mm tot 56 mm |
D |
van 16 cm tot 17,5 cm |
Voor de klasse „Extra” geldt een minimumomtrek van 17,5 cm en een minimumdiameter van 56 mm.
Sorteringsschaal D (vruchten met een diameter van 51 mm tot 56 mm en een omtrek van 16 cm tot 17,5 cm) is niet toegestaan in de periode van 1 juli tot en met 31 oktober.
Sortering is verplicht voor alle kwaliteitsklassen.
IV. TOLERANTIES
In iedere verpakkingseenheid zijn voor producten die niet beantwoorden aan de eisen voor de klasse waarin zij zijn ingedeeld, afwijkingen in kwaliteit en in grootte toegestaan.
A. Toleranties in kwaliteit
i) Klasse „Extra”
5 % van het aantal vruchten of van het gewicht mag bestaan uit perziken en nectarines die niet aan de eisen voor deze klasse beantwoorden, maar die wel beantwoorden aan die voor klasse I of, bij uitzondering, binnen de toleranties voor klasse I vallen.
ii) Klasse I
10 % van het aantal vruchten of van het gewicht mag bestaan uit perziken of nectarines die niet aan de eisen voor deze klasse beantwoorden, maar die wel beantwoorden aan die voor klasse II of, bij uitzondering, binnen de toleranties voor klasse II vallen.
iii) Klasse II
10 % van het aantal vruchten of van het gewicht mag bestaan uit perziken en nectarines die noch aan de eisen voor deze klasse, noch aan de minimumeisen beantwoorden, met uitzondering van producten die zijn aangetast door rot of ernstige keuzingen of een andere vorm van kwaliteitsvermindering vertonen waardoor zij niet meer geschikt zijn voor consumptie.
B. Toleranties in grootte
Voor alle klassen mag 10 % van het aantal of het gewicht bestaan uit perziken of nectarines die ten hoogste 1 cm groter of kleiner zijn in omtrek of ten hoogste 3 mm groter of kleiner zijn in diameter dan de sorteringsschaal die op de verpakking is vermeld. Voor de in de laagste sorteringsschaal ingedeelde vruchten kan deze tolerantie echter slechts betrekking hebben op perziken of nectarines met een omtrek die ten hoogste 6 mm of een diameter die ten hoogste 2 mm kleiner is dan de aangegeven minimumafmeting.
V. VERPAKKINGSVOORSCHRIFTEN
A. Uniformiteit
De inhoud van iedere verpakkingseenheid moet uniform zijn en moet bestaan uit perziken of nectarines van dezelfde oorsprong, dezelfde kwaliteit, dezelfde rijpheidsgraad en dezelfde groottesortering en, voor de klasse „Extra”, dezelfde kleur.
Het zichtbare gedeelte van de inhoud van de verpakkingseenheid moet representatief zijn voor het geheel.
B. Verpakking
De verpakking moet de perziken en de nectarines goed beschermen.
Het binnen in de verpakkingseenheid gebruikte materiaal moet nieuw en schoon zijn, en van een zodanige kwaliteit dat de producten niet uitwendig of inwendig worden beschadigd. Er mag materiaal, met name papier of stempels, met handelsaanduidingen worden gebruikt, mits de voor de bedrukking of de etikettering gebruikte inkt of lijm niet giftig is.
Het eventueel op elk product aangebrachte etiket mag bij het verwijderen ervan geen zichtbaar spoor van lijm achterlaten en de schil niet beschadigen.
De verpakkingseenheden mogen geen vreemde substanties bevatten.
C. Presentatie
Perziken en nectarines mogen als volgt worden gepresenteerd:
— |
in kleinverpakking, |
— |
in één enkele laag, voor de klasse „Extra”; de vruchten van deze klasse moeten van elkaar gescheiden zijn. |
Voor de klassen I en II:
— |
in één of twee lagen, of |
— |
in ten hoogste vier lagen wanneer de vruchten op voorgevormde pakbladen worden geplaatst die zodanig zijn geconcipieerd dat ze niet op de onderliggende laag vruchten rusten. |
VI. AANDUIDINGSVOORSCHRIFTEN
Op iedere verpakkingseenheid moeten aan éénzelfde kant, duidelijk leesbaar, onuitwisbaar en van buitenaf zichtbaar, de onderstaande gegevens worden vermeld.
A. Identificatie
De naam en het adres van de verpakker en/of de verzender.
Deze vermelding mag worden vervangen:
— |
voor alle verpakkingen, behalve voorverpakkingen, door de door een officiële dienst afgegeven of erkende code van de verpakker en/of de verzender, voorafgegaan door de vermelding „Verpakker en/of verzender” (of een gelijkwaardige afkorting); |
— |
uitsluitend voor voorverpakkingen, door de naam en het adres van de in de Gemeenschap gevestigde verkoper, voorafgegaan door de vermelding „Verpakt voor:” of een gelijkwaardige vermelding. In dat geval moet op het etiket tevens de code van de verpakker en/of de verzender vermeld staan. De verkoper verstrekt alle door de controlediensten noodzakelijk geachte inlichtingen met betrekking tot de betekenis van die code. |
B. Aard van het product
— |
„Perziken” of „Nectarines”, indien de inhoud van de verpakking van buitenaf niet zichtbaar is, |
— |
kleur van het vruchtvlees, |
— |
naam van de variëteit (facultatief). |
C. Oorsprong van het product
Land van oorsprong en, eventueel, productiegebied of nationale, regionale of lokale plaatsnaam.
D. Handelskenmerken
— |
klasse, |
— |
grootte, door vermelding van de minimum- en maximumdiameter of minimum- en maximumomtrek, of door middel van de in punt III „Sorteringsvoorschriften” vermelde code van de sorteringsschaal, |
— |
aantal stuks (facultatief), |
— |
minimumgehalte aan suiker, gemeten met behulp van een refractometer en uitgedrukt in Brix-waarde (facultatief), |
— |
maximale hardheid, gemeten met behulp van een penetrometer en uitgedrukt in kg/0,5 cm2 (facultatief). |
E. Officieel controlemerk (facultatief)
De in de eerste alinea genoemde gegevens hoeven niet te worden aangebracht op de verpakkingseenheden (colli) wanneer deze verkoopverpakkingen bevatten die van buitenaf zichtbaar zijn en elk van die gegevens zijn voorzien. Op deze verpakkingseenheden mag geen enkele aanduiding voorkomen die misverstanden kan veroorzaken. Wanneer deze verpakkingseenheden op een pallet worden aangeboden, moeten de betrokken gegevens zijn aangebracht op een blad dat zichtbaar op ten minste twee zijden van de pallet is bevestigd.
DEEL 6: HANDELSNORM VOOR PEREN
I. DEFINITIE VAN HET PRODUCT
Deze norm heeft betrekking op perenvariëteiten (cultivars) van Pyrus communis L. die bestemd zijn voor levering als vers product aan de consument en niet voor industriële verwerking.
II. KWALITEITSVOORSCHRIFTEN
In de norm wordt aangegeven aan welke kwaliteitseisen peren na opmaak en verpakking moeten voldoen.
A. Minimumeisen
Onverminderd de voor elke klasse geldende specifieke eisen en toegestane toleranties moeten peren in alle kwaliteitsklassen als volgt zijn:
— |
intact, |
— |
gezond; niet toegestaan zijn producten die zijn aangetast door rot of die een zodanige kwaliteitsvermindering vertonen dat zij niet meer geschikt zijn voor consumptie, |
— |
zuiver, nagenoeg vrij van zichtbare vreemde stoffen, |
— |
nagenoeg vrij van plagen, |
— |
nagenoeg vrij van beschadiging door plagen, |
— |
vrij van abnormaal uitwendig vocht, |
— |
vrij van vreemde geur en/of smaak. |
Bovendien moeten de vruchten met zorg geplukt zijn.
De peren moeten zodanig ontwikkeld en in een zodanige conditie zijn dat zij:
— |
verder kunnen rijpen totdat ze de juiste, bij de kenmerken van de betrokken variëteit behorende rijpheidsgraad hebben bereikt, |
— |
bestand zijn tegen vervoer en goederenbehandeling, en |
— |
in goede staat op de plaats van bestemming aankomen. |
B. Indeling in klassen
Peren worden ingedeeld in de drie hieronder omschreven klassen:
i) Klasse „Extra”
In deze klasse ingedeelde peren moeten van voortreffelijke kwaliteit zijn. Zij moeten de specifieke vorm, grootte en kleur van de variëteit en een intact steeltje hebben.
Het vruchtvlees moet volkomen gaaf zijn, en de schil moet vrij zijn van ruige ruwschilligheid (9).
De vruchten mogen geen afwijkingen vertonen, afgezien van zeer geringe oppervlakkige afwijkingen aan de schil die het algemene uiterlijk, de kwaliteit, de houdbaarheid en de presentatie van het product in de verpakking niet nadelig beïnvloeden.
De peren mogen niet stenig zijn.
ii) Klasse I
In deze klasse ingedeelde peren moeten van goede kwaliteit zijn. Zij moeten de specifieke vorm, grootte en kleur van de variëteit hebben.
Het vruchtvlees moet volkomen gaaf zijn, en de schil moet vrij zijn van ruige ruwschilligheid (9).
De vruchten mogen evenwel de volgende kleine afwijkingen vertonen, op voorwaarde dat deze afwijkingen het algemene uiterlijk, de kwaliteit, de houdbaarheid en de presentatie van het product in de verpakking niet nadelig beïnvloeden:
— |
een geringe vormafwijking, |
— |
een geringe afwijking in ontwikkeling, |
— |
een geringe kleurafwijking, |
— |
geringe afwijkingen aan de schil, mits deze niet groter zijn dan:
|
Het steeltje mag licht beschadigd zijn.
De peren mogen niet stenig zijn.
iii) Klasse II
Tot deze klasse behoren peren die niet in een hogere klasse kunnen worden ingedeeld, maar die wel aan de hierboven omschreven minimumeisen voldoen.
Het vruchtvlees moet vrij zijn van ernstige afwijkingen.
Op voorwaarde dat de vruchten nog hun essentiële kenmerken wat betreft kwaliteit, houdbaarheid en presentatie vertonen, zijn evenwel de volgende afwijkingen toegestaan:
— |
vormafwijkingen, |
— |
afwijkingen in ontwikkeling, |
— |
kleurafwijkingen, |
— |
lichte ruige ruwschilligheid (9), |
— |
afwijkingen aan de schil, mits deze niet groter zijn dan:
|
III. SORTERINGSVOORSCHRIFTEN
Peren worden gesorteerd naar de maximumdiameter van de dwarsdoorsnede.
Per klasse geldt de volgende minimumgrootte:
|
Klasse „Extra” |
Klasse I |
Klasse II |
Variëteiten met grote vruchten (10) |
60 mm |
55 mm |
55 mm |
Overige variëteiten |
55 mm |
50 mm |
45 mm |
Bij wijze van uitzondering wordt voor de variëteiten zomerperen die vermeld zijn in de lijst in het aanhangsel bij deze norm, geen minimumgrootte vereist voor vruchten die worden geoogst en verzonden in de periode van 10 juni tot en met 31 juli van elk jaar.
Om te garanderen dat de vruchten in één verpakkingseenheid homogeen van grootte zijn, mag het verschil in diameter tussen die vruchten niet meer bedragen dan:
— |
5 mm voor vruchten van klasse „Extra” en voor op rijen en in lagen gerangschikte vruchten van de klassen I en II, |
— |
10 mm voor los in de verpakking of de verkoopverpakking aangeboden vruchten van klasse I. |
Los in de verpakking of de verkoopverpakking aangeboden vruchten van klasse II hoeven qua grootte niet homogeen te zijn.
IV. TOLERANTIES
In iedere verpakkingseenheid zijn voor producten die niet beantwoorden aan de eisen voor de klasse waarin zij zijn ingedeeld, afwijkingen in kwaliteit en grootte toegestaan.
A. Toleranties in kwaliteit
i) Klasse „Extra”
5 % van het aantal vruchten of van het gewicht mag bestaan uit peren die niet aan de eisen voor deze klasse beantwoorden, maar die wel beantwoorden aan die voor klasse I of, bij uitzondering, binnen de toleranties voor klasse I vallen.
ii) Klasse I
10 % van het aantal vruchten of van het gewicht mag bestaan uit peren die niet aan de eisen voor deze klasse beantwoorden, maar die wel beantwoorden aan die voor klasse II of, bij uitzondering, binnen de toleranties voor klasse II vallen. Deze tolerantie geldt echter niet voor peren zonder steeltje.
iii) Klasse II
10 % van het aantal vruchten of van het gewicht mag bestaan uit peren die noch aan de eisen voor deze klasse, noch aan de minimumeisen beantwoorden, met uitzondering van vruchten die zijn aangetast door rot of die een andere vorm van kwaliteitsvermindering vertonen waardoor zij niet meer geschikt zijn voor consumptie.
Binnen deze tolerantie mag ten hoogste 2 % van het aantal of van het gewicht de volgende afwijkingen vertonen:
— |
lichte beschadiging of niet-dichtgegroeide scheuren, |
— |
zeer lichte sporen van rot, |
— |
aanwezigheid van levende parasieten in de vrucht en/of aantasting van het vruchtvlees door parasieten. |
B. Toleranties in grootte
Voor alle klassen:
10 % van het totale aantal vruchten of van het totale gewicht mag voldoen aan de voorschriften van de groottesortering onmiddellijk boven of beneden de op de verpakking vermelde sortering, waarbij de vruchten in de kleinste toegestane groottesortering maximaal 5 mm kleiner mogen zijn dan het minimum.
V. VERPAKKINGSVOORSCHRIFTEN
A. Uniformiteit
De inhoud van iedere verpakkingseenheid moet uniform zijn en moet bestaan uit peren van dezelfde oorsprong, dezelfde variëteit, dezelfde kwaliteit, dezelfde grootte (wanneer sortering plaatsvindt) en dezelfde rijpingsgraad.
Bovendien moeten de vruchten in klasse „Extra” uniform van kleur zijn.
Het zichtbare gedeelte van de inhoud van de verpakkingseenheid moet representatief zijn voor het geheel.
B. Verpakking
De verpakking moet de peren goed beschermen.
Het binnen in de verpakkingseenheid gebruikte materiaal moet nieuw en schoon zijn, en van een zodanige kwaliteit dat de producten niet uitwendig of inwendig worden beschadigd. Er mag materiaal, met name papier of stempels, met handelsaanduidingen worden gebruikt, mits de voor de bedrukking of de etikettering gebruikte inkt of lijm niet giftig is.
De verpakkingseenheden mogen geen vreemde substanties bevatten.
Het eventueel op elk product aangebrachte etiket mag bij het verwijderen ervan geen zichtbaar spoor van lijm achterlaten en de schil niet beschadigen.
C. Presentatie
Vruchten van klasse „Extra” moeten op rijen en in lagen gerangschikt worden verpakt.
VI. AANDUIDINGSVOORSCHRIFTEN
Op iedere verpakkingseenheid moeten aan éénzelfde kant, duidelijk leesbaar, onuitwisbaar en van buitenaf zichtbaar de onderstaande gegevens worden vermeld.
A. Identificatie
De naam en het adres van de verpakker en/of de verzender.
Deze vermelding mag worden vervangen:
— |
voor alle verpakkingen, behalve voorverpakkingen, door de door een officiële dienst afgegeven of erkende code van de verpakker en/of de verzender, voorafgegaan door de vermelding „Verpakker en/of verzender” (of een gelijkwaardige afkorting); |
— |
uitsluitend voor voorverpakkingen, door de naam en het adres van de in de Gemeenschap gevestigde verkoper, voorafgegaan door de vermelding „Verpakt voor:” of een gelijkwaardige vermelding. In dat geval moet op het etiket tevens de code van de verpakker en/of de verzender vermeld staan. De verkoper verstrekt alle door de controlediensten noodzakelijk geachte inlichtingen met betrekking tot de betekenis van die code. |
B. Aard van het product
— |
„Peren” indien de inhoud van de verpakking van buitenaf niet zichtbaar is, |
— |
naam van de variëteit. |
C. Oorsprong van het product
Land van oorsprong en, eventueel, productiegebied of nationale, regionale of lokale plaatsnaam.
D. Handelskenmerken
— |
klasse, |
— |
groottesortering of, voor op rijen en in lagen gerangschikte vruchten, aantal stuks. |
Als de groottesortering wordt vermeld, wordt deze als volgt aangegeven:
a) |
voor vruchten waarvoor de uniformiteitsregels gelden: door vermelding van de minimum- en maximumdiameter; |
b) |
voor vruchten waarvoor de uniformiteitsregels niet gelden: door vermelding van de diameter van de kleinste vrucht van de verpakkingseenheid, gevolgd door „en meer” (of een gelijkwaardige uitdrukking) of, eventueel, door de diameter van de grootste vrucht van de verpakkingseenheid. |
E. Officieel controlemerk (facultatief)
De in de eerste alinea genoemde gegevens hoeven niet te worden aangebracht op de verpakkingseenheden (colli) wanneer deze verkoopverpakkingen bevatten die van buitenaf zichtbaar zijn en elk van die gegevens zijn voorzien. Op deze verpakkingseenheden mag geen enkele aanduiding voorkomen die misverstanden kan veroorzaken. Wanneer deze verpakkingseenheden op een pallet worden aangeboden, moeten de betrokken gegevens zijn aangebracht op een blad dat zichtbaar op ten minste twee zijden van de pallet is bevestigd.
Aanhangsel
1. Groottesorteringscriteria
L |
= |
variëteiten met grote vruchten |
SP |
= |
zomerpeer waarvoor geen minimumgrootte wordt vereist voor de vruchten die worden geoogst en verzonden in de periode van 10 juni tot en met 31 juli van elk jaar. |
2. Niet-uitputtende lijst van op basis van groottesorteringscriteria ingedeelde perenvariëteiten
De variëteiten met kleine vruchten en de andere variëteiten die niet in de lijst zijn vermeld, mogen in de handel worden gebracht mits zij voldoen aan de in afdeling III van de norm vastgestelde sorteringsvoorschriften.
Bepaalde in de onderstaande lijst vermelde variëteiten mogen in de handel worden gebracht onder handelsbenamingen waarvoor in één of meerdere landen een bescherming is aangevraagd of verkregen. De eerste en de tweede kolom van onderstaande tabel bevatten geen dergelijke namen van handelsmerken. In de derde kolom is, uitsluitend ter informatie, een aantal bekende merken vermeld.
Variëteit |
Synoniem |
Handelsbenaming |
Grootte |
Abbé Fétel |
Abate Fetel |
|
L |
Abugo o Siete en Boca |
|
|
SP |
Akςa |
|
|
SP |
Alka |
|
|
L |
Alsa |
|
|
L |
Amfora |
|
|
L |
Alexandrine Douillard |
|
|
L |
Bergamotten |
|
|
SP |
Beurré Alexandre Lucas |
Lucas |
|
L |
Beurré Bosc |
Bosc, Beurré d'Apremont, Empereur Alexandre, Kaiser Alexandre |
|
L |
Beurré Clairgeau |
|
|
L |
Beurré d'Arenberg |
Hardenpont |
|
L |
Beurré Giffard |
|
|
SP |
Beurré précoce Morettini |
Morettini |
|
SP |
Blanca de Aranjuez |
Agua de Aranjuez, Espadona, Blanquilla |
|
SP |
Carusella |
|
|
SP |
Castell |
Castell de Verano |
|
SP |
Colorée de juillet |
Bunte Juli |
|
SP |
Comice rouge |
|
|
L |
Concorde |
|
|
L |
Condoula |
|
|
SP |
Coscia |
Ercolini |
|
SP |
Curé |
Curato, Pastoren, Del cura de Ouro, Espadon de invierno, Bella de Berry, Lombardia de Rioja, Batall de Campana |
|
L |
D'Anjou |
|
|
L |
Dita |
|
|
L |
D. Joaquina |
Doyenné de juillet |
|
SP |
Doyenné d'hiver |
Winterdechant |
|
L |
Doyenné du comice |
Comice, Vereinsdechant |
|
L |
Erika |
|
|
L |
Etrusca |
|
|
SP |
Flamingo |
|
|
L |
Forelle |
|
|
L |
Général Leclerc |
|
Amber GraceTM |
L |
Gentile |
|
|
SP |
Golden Russet Bosc |
|
|
L |
Grand champion |
|
|
L |
Harrow Delight |
|
|
L |
Jeanne d'Arc |
|
|
L |
Josephine |
|
|
L |
Kieffer |
|
|
L |
Leonardeta |
Mosqueruela, Margallon, Colorada de Alcanadre, Leonarda de Magallon |
|
SP |
Lombacad |
|
Cascade® |
L |
Moscatella |
|
|
SP |
Mramornaja |
Mramornoje |
|
L |
Mustafabey |
|
|
SP |
Packham's Triumph |
Williams d'Automne |
|
L |
Passe Crassane |
Passa Crassana |
|
L |
Perita de San Juan |
|
|
SP |
Pérola |
|
|
SP |
Pitmaston |
Williams Duchesse |
|
L |
Précoce de Trévoux |
Trévoux |
|
SP |
Président Drouard |
|
|
L |
Rosemarie |
|
|
L |
Santa Maria |
Santa Maria Morettini |
|
SP |
Spadoncina |
Agua de Verano, Agua de Agosto |
|
SP |
Taylors Gold |
|
|
L |
Triomphe de Vienne |
|
|
L |
Williams Bon Chrétien |
Bon Chrétien, Bartlett, Williams, Summer Bartlett |
|
L |
DEEL 7: HANDELSNORM VOOR AARDBEIEN
I. DEFINITIE VAN HET PRODUCT
Deze norm heeft betrekking op aardbeivariëteiten (cultivars) van Fragaria L. die bestemd zijn voor levering als vers product aan de consument en niet voor industriële verwerking.
II. KWALITEITSVOORSCHRIFTEN
In de norm wordt aangegeven aan welke kwaliteitseisen aardbeien na opmaak en verpakking moeten voldoen.
A. Minimumeisen
Onverminderd de voor elke klasse geldende specifieke eisen en toegestane toleranties moeten aardbeien in alle kwaliteitsklassen als volgt zijn:
— |
intact, |
— |
gezond; niet toegestaan zijn producten die zijn aangetast door rot of die een zodanige kwaliteitsvermindering vertonen dat zij niet meer geschikt zijn voor consumptie, |
— |
zuiver, nagenoeg vrij van zichtbare vreemde stoffen, |
— |
vers van uiterlijk, doch niet gewassen, |
— |
nagenoeg vrij van plagen, |
— |
nagenoeg vrij van beschadiging door plagen, |
— |
voorzien van hun kelk (behalve bij bosaardbeien); de kelk en, indien aanwezig, het steeltje moeten fris en groen zijn, |
— |
vrij van abnormaal uitwendig vocht, |
— |
vrij van vreemde geur en/of smaak. |
De aardbeien moeten zorgvuldig geplukt zijn.
De producten moeten voldoende ontwikkeld zijn en een voldoende rijpheid bezitten. De ontwikkeling en de conditie van de aardbeien moeten zo zijn dat zij:
— |
bestand zijn tegen vervoer en goederenbehandeling, en |
— |
in goede staat op de plaats van bestemming aankomen. |
B. Indeling in klassen
Aardbeien worden ingedeeld in de drie hieronder omschreven klassen:
i) Klasse „Extra”
In deze klasse ingedeelde aardbeien moeten van voortreffelijke kwaliteit zijn. Zij moeten de kenmerken van de variëteit bezitten.
Zij moeten, naar gelang van de variëteit, een glanzend uiterlijk hebben.
Zij moeten vrij zijn van aarde.
Zij mogen geen afwijkingen vertonen, afgezien van zeer geringe oppervlakkige afwijkingen die het algemene uiterlijk, de kwaliteit, de houdbaarheid en de presentatie van het product in de verpakking niet nadelig beïnvloeden.
ii) Klasse I
In deze klasse ingedeelde aardbeien moeten van goede kwaliteit zijn. Zij moeten de specifieke kleur en vorm van de variëteit hebben.
De vruchten mogen evenwel de volgende kleine afwijkingen vertonen, op voorwaarde dat deze afwijkingen het algemene uiterlijk, de kwaliteit, de houdbaarheid en de presentatie van het product in de verpakking niet nadelig beïnvloeden:
— |
een geringe vormafwijking, |
— |
een kleine witte vlek van niet meer dan één tiende van het oppervlak van de vrucht, |
— |
lichte, oppervlakkige drukplekken. |
Zij moeten nagenoeg vrij zijn van aarde.
iii) Klasse II
Tot deze klasse behoren aardbeien die niet in een hogere klasse kunnen worden ingedeeld, maar die wel aan de hierboven omschreven minimumeisen voldoen.
Op voorwaarde dat de vruchten nog hun essentiële kenmerken wat betreft kwaliteit, houdbaarheid en presentatie vertonen, zijn de volgende afwijkingen toegestaan:
— |
vormafwijkingen, |
— |
een kleine witte vlek van niet meer dan één vijfde van het oppervlak van de vrucht, |
— |
geringe droge kneuzingen die zich niet verder kunnen ontwikkelen, |
— |
lichte sporen van aarde. |
III. SORTERINGSVOORSCHRIFTEN
Aardbeien worden gesorteerd naar de maximumdiameter van de dwarsdoorsnede.
De diameter mag voor de verschillende klassen niet kleiner zijn dan:
— |
Klasse „Extra”: 25 mm, |
— |
Klasse I en klasse II: 18 mm. |
Voor bosaardbeien wordt geen minimumgrootte vereist.
IV. TOLERANTIES
In iedere verpakkingseenheid zijn voor producten die niet beantwoorden aan de eisen voor de klasse waarin zij zijn ingedeeld, afwijkingen in kwaliteit en grootte toegestaan.
A. Toleranties in kwaliteit
i) Klasse „Extra”
5 % van het aantal vruchten of van het gewicht mag bestaan uit aardbeien die niet aan de eisen voor deze klasse beantwoorden, maar die wel beantwoorden aan die voor klasse I of, bij uitzondering, binnen de toleranties voor klasse I vallen. Binnen deze tolerantie mag ten hoogste 2 % van de vruchten beschadigd zijn.
ii) Klasse I
10 % van het aantal vruchten of van het gewicht mag bestaan uit aardbeien die niet aan de eisen voor deze klasse beantwoorden, maar die wel beantwoorden aan die voor klasse II of, bij uitzondering, binnen de toleranties voor klasse II vallen. Binnen deze tolerantie mag ten hoogste 2 % van de vruchten beschadigd zijn.
iii) Klasse II
10 % van het aantal vruchten of van het gewicht mag bestaan uit aardbeien die noch aan de eisen voor deze klasse, noch aan de minimumeisen beantwoorden, met uitzondering van vruchten die zijn aangetast door rot of ernstige kneuzingen of een andere vorm van kwaliteitsvermindering vertonen waardoor zij niet meer geschikt zijn voor consumptie. Binnen deze tolerantie mag ten hoogste 2 % van de vruchten beschadigd zijn.
B. Toleranties in grootte
Voor alle klassen: 10 % van het aantal vruchten of van het gewicht mag bestaan uit aardbeien die niet beantwoorden aan de minimumeisen inzake grootte.
V. VERPAKKINGSVOORSCHRIFTEN
A. Uniformiteit
De inhoud van iedere verpakkingseenheid moet uniform zijn en moet bestaan uit aardbeien van dezelfde oorsprong, variëteit en kwaliteit.
Vooral in de klasse „Extra” moeten aardbeien, uitgezonderd bosaardbeien, uniform en regelmatig zijn inzake rijpheid, kleur en grootte. In klasse I kunnen ze wat grootte betreft minder uniform zijn.
Het zichtbare gedeelte van de inhoud van de verpakking moet representatief zijn voor het geheel.
B. Verpakking
De verpakking moet de aardbeien goed beschermen.
Het binnen in de verpakkingseenheid gebruikte materiaal moet nieuw en schoon zijn, en van een zodanige kwaliteit dat de producten niet uitwendig of inwendig worden beschadigd. Er mag materiaal, met name papier of stempels, met handelsaanduidingen worden gebruikt, mits de voor de bedrukking of de etikettering gebruikte inkt of lijm niet giftig is.
Voor vruchten van klasse „Extra” moet de presentatie zeer verzorgd zijn.
De verpakkingseenheden mogen geen vreemde substanties bevatten.
Het eventueel op elk product aangebrachte etiket mag bij het verwijderen ervan geen zichtbaar spoor van lijm achterlaten en de schil niet beschadigen.
VI. AANDUIDINGSVOORSCHRIFTEN
Op iedere verpakkingseenheid moeten aan éénzelfde kant, duidelijk leesbaar, onuitwisbaar en van buitenaf zichtbaar de onderstaande gegevens worden vermeld.
A. Identificatie
De naam en het adres van de verpakker en/of de verzender.
Deze vermelding mag worden vervangen:
— |
voor alle verpakkingen, behalve voorverpakkingen, door de door een officiële dienst afgegeven of erkende code van de verpakker en/of de verzender, voorafgegaan door de vermelding „Verpakker en/of verzender” (of een gelijkwaardige afkorting); |
— |
uitsluitend voor voorverpakkingen, door de naam en het adres van de in de Gemeenschap gevestigde verkoper, voorafgegaan door de vermelding „Verpakt voor:” of een gelijkwaardige vermelding. In dat geval moet op het etiket tevens de code van de verpakker en/of de verzender vermeld staan. De verkoper verstrekt alle door de controlediensten noodzakelijk geachte inlichtingen met betrekking tot de betekenis van die code. |
B. Aard van het product
— |
„Aardbeien” indien de inhoud van de verpakking van buitenaf niet zichtbaar is, |
— |
naam van de variëteit (facultatief). |
C. Oorsprong van het product
Land van oorsprong en, eventueel, productiegebied of nationale, regionale of lokale plaatsnaam.
D. Handelskenmerken
— |
Klasse. |
E. Officieel controlemerk (facultatief)
De in de eerste alinea genoemde gegevens hoeven niet te worden aangebracht op de verpakkingseenheden (colli) wanneer deze verkoopverpakkingen bevatten die van buitenaf zichtbaar zijn en elk van die gegevens zijn voorzien. Op deze verpakkingseenheden mag geen enkele aanduiding voorkomen die misverstanden kan veroorzaken. Wanneer deze verpakkingseenheden op een pallet worden aangeboden, moeten de betrokken gegevens zijn aangebracht op een blad dat zichtbaar op ten minste twee zijden van de pallet is bevestigd.
DEEL 8: HANDELSNORM VOOR PAPRIKA'S
I. DEFINITIE VAN HET PRODUCT
Deze norm heeft betrekking op paprikavariëteiten (cultivars) van Capsicum annuum L. var. annuum die bestemd zijn voor levering als vers product aan de consument en niet voor industriële verwerking.
Op grond van hun vorm worden paprika's in vier handelstypen ingedeeld:
— |
langwerpige („puntige”) paprika's, |
— |
rechthoekige stomp gevormde („geblokte”) paprika's, |
— |
rechthoekige puntig gevormde („tolvormige”) paprika's, |
— |
platte („tomaatvormige”) paprika's. |
II. KWALITEITSVOORSCHRIFTEN
In de norm wordt aangegeven aan welke kwaliteitseisen paprika's na opmaak en verpakking moeten voldoen.
A. Minimumeisen
Onverminderd de voor elke klasse geldende specifieke eisen en toegestane toleranties moeten paprika's in alle kwaliteitsklassen als volgt zijn:
— |
intact, |
— |
gezond; niet toegestaan zijn producten die zijn aangetast door rot of die een zodanige kwaliteitsvermindering vertonen dat zij niet meer geschikt zijn voor consumptie, |
— |
zuiver, nagenoeg vrij van zichtbare vreemde stoffen, |
— |
vers van uiterlijk, |
— |
nagenoeg vrij van plagen, |
— |
nagenoeg vrij van beschadiging door plagen, |
— |
goed ontwikkeld, |
— |
vrij van vorstschade, |
— |
vrij van niet dichtgegroeide beschadigingen, |
— |
vrij van zonnebrand [behoudens bijzondere bepalingen vastgesteld in punt B, onder ii)], |
— |
voorzien van een steel, |
— |
vrij van abnormaal uitwendig vocht, |
— |
vrij van vreemde geur en/of smaak. |
De paprika's moeten zo ontwikkeld en in een zodanige conditie zijn dat zij:
— |
bestand zijn tegen vervoer en goederenbehandeling, |
— |
in goede staat op de plaats van bestemming aankomen. |
B. Indeling in klassen
Paprika's worden ingedeeld in de twee hieronder omschreven klassen:
i) Klasse I
In deze klasse ingedeelde paprika's moeten van goede kwaliteit zijn. Zij moeten de specifieke kenmerken van de variëteit en/of het handelstype hebben wat betreft ontwikkeling, vorm en kleur, rekening houdend met de rijpheidsgraad.
Zij moeten als volgt zijn:
— |
stevig, |
— |
nagenoeg vrij van vlekken. |
De steel mag enigszins beschadigd of afgesneden zijn, mits de kelk intact is.
ii) Klasse II
Tot deze klasse behoren paprika's die niet in klasse I kunnen worden ingedeeld, maar die wel aan de hierboven omschreven minimumeisen voldoen.
Zij mogen de volgende afwijkingen vertonen op voorwaarde dat zij hun essentiële kenmerken wat betreft kwaliteit, houdbaarheid en presentatie behouden:
— |
afwijking in vorm en ontwikkeling, |
— |
verbranding door de zon of lichte, dichtgegroeide beschadigingen, die in het geval van langwerpige beschadigingen niet langer zijn dan 2 cm en in het geval van andere beschadigingen in totaal niet groter zijn dan 1 cm2, |
— |
lichte, droge oppervlaktescheurtjes, waarvan de totale lengte ten hoogste 3 cm bedraagt. |
Zij mogen minder stevig zijn, maar niet verwelkt.
De steel mag beschadigd of afgesneden zijn.
III. SORTERINGSVOORSCHRIFTEN
Paprika's worden gesorteerd naar diameter (breedte van de „schouder”). Onder „breedte” van platte („tomaatvormige”) paprika's moet worden verstaan: de diameter van de grootste dwarsdoorsnede.
Bij naar grootte gesorteerde paprika's mag het verschil in diameter tussen de kleinste en de grootste paprika per verpakkingseenheid ten hoogste 20 mm bedragen.
De breedte van de paprika's mag niet kleiner zijn dan:
— |
voor langwerpige („puntige”) paprika's: 20 mm |
— |
voor rechthoekige stomp gevormde („geblokte”) paprika's en voor rechthoekige puntig gevormde („tolvormige”) paprika’s: 40 mm |
— |
voor platte („tomaatvormige”) paprika's: 55 mm |
Groottesortering is niet verplicht voor klasse II, op voorwaarde dat de minimumgrootte in acht worden genomen.
De voorschriften voor de sortering naar grootte gelden niet voor miniproducten (11).
IV. TOLERANTIES
In iedere verpakkingseenheid zijn voor producten die niet beantwoorden aan de eisen voor de klasse waarin zij zijn ingedeeld, afwijkingen in kwaliteit en grootte toegestaan.
A. Toleranties in kwaliteit
i) Klasse I
10 % van het aantal vruchten of van het gewicht mag bestaan uit paprika's die niet aan de eisen voor deze klasse beantwoorden, maar die wel beantwoorden aan die voor klasse II of, bij uitzondering, binnen de toleranties van klasse II vallen.
ii) Klasse II
10 % van het aantal vruchten of van het gewicht mag bestaan uit paprika's die niet aan de eisen voor deze klasse, noch aan de minimumeisen beantwoorden, met uitzondering van producten die zijn aangetast door rot of die een andere vorm van kwaliteitsvermindering vertonen waardoor zij niet meer geschikt zijn voor consumptie.
B. Toleranties in grootte
i) Klasse I
10 % van het aantal vruchten of van het gewicht mag bestaan uit paprika's die niet tot de aangegeven groottesortering behoren, mits deze paprika’s niet meer dan 5 mm afwijken van de toegepaste groottesortering en ten hoogste 5 % van het aantal vruchten of van het gewicht kleiner is dan de minimumgrootte.
ii) Klasse II
— |
Naar grootte gesorteerde paprika's 10 % van het aantal vruchten of van het gewicht mag bestaan uit paprika's die niet tot de aangegeven groottesortering behoren, mits deze paprika’s niet meer dan 5 mm afwijken van de toegepaste groottesortering en ten hoogste 5 % van het aantal vruchten of van het gewicht kleiner is dan de minimumgrootte. |
— |
Niet naar grootte gesorteerde paprika's 5 % van het aantal vruchten of van het gewicht mag bestaan uit paprika's die tot 5 mm kleiner zijn dan de minimumgrootte. |
V. VERPAKKINGSVOORSCHRIFTEN
A. Uniformiteit
De inhoud van iedere verpakkingseenheid moet uniform zijn en moet bestaan uit paprika's van dezelfde oorsprong, dezelfde variëteit of hetzelfde handelstype, dezelfde kwaliteit, dezelfde groottesortering (wanneer sortering plaatsvindt) en, voor klasse I, van vrijwel dezelfde rijpheid en kleur.
Verpakkingseenheden mogen echter mengsels van paprika's van verschillende kleuren bevatten, op voorwaarde dat zij uniform zijn wat betreft oorsprong, kwaliteit, handelstype en (wanneer sortering plaatsvindt) grootteklasse.
Voor de consument bestemde verpakkingen met een nettogewicht van maximaal één kilo mogen mengsels van paprika's van verschillende kleuren en/of handelstypes bevatten, op voorwaarde dat zij uniform zijn wat kwaliteit betreft en, per kleur en/of handelstype, ook wat oorsprong betreft.
Langwerpige paprika's moeten, wanneer zij naar grootte worden gesorteerd, qua lengte voldoende uniform zijn.
Niet-scherpsmakende minipaprika’s moeten, wat grootte betreft, redelijk uniform zijn. Zij mogen worden verpakt met andere miniproducten van verschillende soort en oorsprong.
Het zichtbare gedeelte van de inhoud van de verpakkingseenheid moet representatief zijn voor het geheel.
B. Verpakking
De verpakking moet de paprika's goed beschermen.
Het binnen in de verpakkingseenheid gebruikte materiaal moet nieuw en schoon zijn, en van een zodanige kwaliteit dat de producten niet uitwendig of inwendig worden beschadigd. Er mag materiaal, met name papier of stempels, met handelsaanduidingen worden gebruikt, mits de voor de bedrukking of de etikettering gebruikte inkt of lijm niet giftig is.
De verpakking mag geen vreemde substanties bevatten.
Het eventueel op elk product aangebrachte etiket mag bij het verwijderen ervan geen zichtbaar spoor van lijm achterlaten en de schil niet beschadigen.
VI. AANDUIDINGSVOORSCHRIFTEN
Op iedere verpakkingseenheid moeten aan éénzelfde kant, duidelijk leesbaar, onuitwisbaar en van buitenaf zichtbaar de onderstaande gegevens worden vermeld.
A. Identificatie
De naam en het adres van de verpakker en/of de verzender.
Deze vermelding mag worden vervangen:
— |
voor alle verpakkingen, behalve voorverpakkingen, door de door een officiële dienst afgegeven of erkende code van de verpakker en/of de verzender, voorafgegaan door de vermelding „Verpakker en/of verzender” (of een gelijkwaardige afkorting), |
— |
uitsluitend voor voorverpakkingen, door de naam en het adres van de in de Gemeenschap gevestigde verkoper, voorafgegaan door de vermelding „Verpakt voor:” of een gelijkwaardige vermelding. In dat geval moet op het etiket tevens de code van de verpakker en/of de verzender vermeld staan. De verkoper verstrekt alle door de controlediensten noodzakelijk geachte inlichtingen met betrekking tot de betekenis van die code. |
B. Aard van het product
Wanneer de inhoud van de verpakking van buitenaf niet zichtbaar is:
— |
„Paprika's”, |
— |
kleur, |
— |
het handelstype („langwerpige”, „rechthoekige stomp gevormde”, „rechthoekige puntig gevormde” en „platte” paprika's) of de naam van de variëteit. |
Wanneer het verpakkingen of verkoopverpakkingen betreft met een mengsel van verschillende kleuren en/of verschillende handelstypes paprika's :
— |
„Mengsels van verschillende paprika’s”, of een gelijkwaardige vermelding, |
— |
wanneer de inhoud van buitenaf niet zichtbaar is, de kleuren en/of handelstypes en de aantallen paprika's per kleur en/of handelstype. |
C. Oorsprong van het product
Land van oorsprong en, eventueel, productiegebied of nationale, regionale of lokale plaatsnaam.
Wanneer het verkoopverpakkingen met een mengsel van paprika's van verschillende kleuren en/of handelstypes en van verschillende oorsprong betreft, moet in de onmiddellijke nabijheid van elke kleur en/of handelstype het land van oorsprong worden vermeld.
D. Handelskenmerken
— |
klasse, |
— |
in geval van sortering naar grootte: vermelding van de kleinste en de grootste diameter; in andere gevallen: de aanduiding „niet naar grootte gesorteerd”, |
— |
in voorkomend geval „Minipaprika's” of „Babypaprika's” of een andere passende benaming voor een miniproduct. Op verpakkingen met verschillende soorten miniproducten moeten alle producten en hun respectieve oorsprong worden aangegeven. |
E. Officieel controlemerk (facultatief)
De in de eerste alinea genoemde gegevens hoeven niet te worden aangebracht op de verpakkingseenheden (colli) wanneer deze verkoopverpakkingen bevatten die van buitenaf zichtbaar zijn en elk van die gegevens zijn voorzien. Op deze verpakkingseenheden mag geen enkele aanduiding voorkomen die misverstanden kan veroorzaken. Wanneer deze verpakkingseenheden op een pallet worden aangeboden, moeten de betrokken gegevens zijn aangebracht op een blad dat zichtbaar op ten minste twee zijden van de pallet is bevestigd.
DEEL 9: HANDELSNORM VOOR TAFELDRUIVEN
I. DEFINITIE VAN HET PRODUCT
Deze norm heeft betrekking op tafeldruivenvariëteiten (cultivars) van Vitis vinifera L. die bestemd zijn voor levering als vers product aan de consument en niet voor industriële verwerking.
II. KWALITEITSVOORSCHRIFTEN
In de norm wordt aangegeven aan welke kwaliteitseisen tafeldruiven na opmaak en verpakking moeten voldoen.
A. Minimumeisen
Onverminderd de voor elke klasse geldende specifieke eisen en toegestane toleranties moeten de trossen en de bessen in alle kwaliteitsklassen als volgt zijn:
— |
gezond; niet toegestaan zijn producten die zijn aangetast door rot of die een zodanige kwaliteitsvermindering vertonen dat zij niet meer geschikt zijn voor consumptie, |
— |
zuiver, nagenoeg vrij van zichtbare vreemde stoffen, |
— |
nagenoeg vrij van plagen, |
— |
nagenoeg vrij van beschadiging door plagen, |
— |
vrij van abnormaal uitwendig vocht, |
— |
vrij van vreemde geur en/of smaak. |
Bovendien moeten de bessen als volgt zijn:
— |
intact, |
— |
goed gevormd, |
— |
normaal ontwikkeld. |
Verkleuring door de zon wordt niet als een afwijking beschouwd.
De trossen moeten zorgvuldig zijn geplukt.
Het sap van de bessen moet een brekingsindex hebben van minstens:
— |
12o Brix voor de variëteiten Alphonse Lavallée, Cardinal en Victoria, |
— |
13o Brix voor alle overige variëteiten met pitten, |
— |
14o Brix voor alle variëteiten zonder pitten. |
Bovendien moet bij alle variëteiten de verhouding tussen suikergehalte en zuurgehalte bevredigend zijn.
Tafeldruiven moeten zodanig ontwikkeld en in een zodanige conditie zijn dat zij:
— |
bestand zijn tegen vervoer en goederenbehandeling, en |
— |
in goede staat op de plaats van bestemming aankomen. |
B. Indeling in klassen
Tafeldruiven worden ingedeeld in de drie hieronder omschreven klassen:
i) Klasse „Extra”
In deze klasse ingedeelde tafeldruiven moeten van voortreffelijke kwaliteit zijn. De trossen moeten de kenmerkende vorm, ontwikkeling en kleur van de variëteit hebben, waarbij rekening dient te worden gehouden met het productiegebied, en ze moeten vrij zijn van alle afwijkingen.
De bessen moeten stevig zijn, goed vastzitten, gelijkmatig verdeeld zijn over de rist en vrijwel geheel met „dauw” bedekt zijn.
ii) Klasse I
In deze klasse ingedeelde tafeldruiven moeten van goede kwaliteit zijn. De trossen moeten de kenmerkende vorm, ontwikkeling en kleur van de variëteit hebben, waarbij rekening dient te worden gehouden met het productiegebied.
De bessen moeten stevig zijn, goed vastzitten en over een zo groot mogelijk oppervlak met „dauw” bedekt zijn. Zij mogen evenwel minder gelijkmatig over de rist verdeeld zijn dan bij de klasse „Extra”.
De producten mogen de volgende kleine afwijkingen vertonen, op voorwaarde dat deze het algemene uiterlijk, de kwaliteit, de houdbaarheid en de presentatie van de producten in de verpakking niet nadelig beïnvloeden:
— |
een geringe vormafwijking, |
— |
geringe kleurafwijkingen, |
— |
een zeer geringe schilverbranding door de zon. |
iii) Klasse II
Tot deze klasse behoren tafeldruiven die niet in een hogere klasse kunnen worden ingedeeld, maar die wel aan de hierboven omschreven minimumeisen voldoen.
De trossen mogen geringe afwijkingen in vorm, ontwikkeling en kleur vertonen, op voorwaarde dat zij nog hun essentiële kenmerken van de variëteit behouden, rekening houdende met het productiegebied.
De bessen moeten voldoende stevig zijn, voldoende goed vastzitten en zoveel mogelijk met „dauw” bedekt zijn. Zij mogen minder regelmatig over de rist zijn verdeeld dan bij klasse I.
Op voorwaarde dat de producten nog hun essentiële kenmerken wat betreft kwaliteit, houdbaarheid en presentatie vertonen, zijn de volgende afwijkingen toegestaan:
— |
vormafwijkingen, |
— |
kleurafwijkingen, |
— |
geringe schilverbranding door de zon, |
— |
lichte kneuzingen, |
— |
geringe afwijkingen van de schil. |
III. SORTERINGSVOORSCHRIFTEN
Tafeldruiven worden naar gewicht per tros gesorteerd.
Voor kasdruiven, natuurdruiven met grote bessen en natuurdruiven met kleine bessen is een minimumgewicht per tros vastgesteld:
|
Kasdruiven (als zodanig op het etiket vermeld) |
Natuurdruiven |
|
Alle variëteiten behalve de in het aanhangsel vermelde variëteiten met kleine bessen |
In het aanhangsel vermelde variëteiten met kleine bessen |
||
Klasse „Extra” |
300 g |
200 g |
150 g |
Klasse I |
250 g |
150 g |
100 g |
Klasse II |
150 g |
100 g |
75 g |
IV. TOLERANTIES
In iedere verpakkingseenheid zijn voor producten die niet beantwoorden aan de eisen voor de klasse waarin zij zijn ingedeeld, afwijkingen in kwaliteit en grootte toegestaan.
A. Toleranties in kwaliteit
i) Klasse „Extra”
5 % van het gewicht mag bestaan uit trossen die niet aan de eisen voor deze klasse beantwoorden, maar die wel beantwoorden aan die voor klasse I of, bij uitzondering, binnen de toleranties voor klasse I vallen.
ii) Klasse I
10 % van het gewicht mag bestaan uit trossen die niet aan de eisen voor deze klasse beantwoorden, maar die wel beantwoorden aan die voor klasse II of, bij uitzondering, binnen de toleranties voor klasse II vallen.
iii) Klasse II
10 % van het gewicht mag bestaan uit trossen die noch aan de eisen voor deze klasse, noch aan de minimumeisen beantwoorden, met uitzondering van producten die zijn aangetast door vruchtrot of die een andere vorm van kwaliteitsvermindering vertonen waardoor zij niet meer geschikt zijn voor consumptie.
B. Toleranties in grootte
i) Klasse „Extra” en klasse I
10 % van het gewicht mag bestaan uit trossen die niet aan het minimumgewicht van de klasse beantwoorden, maar wel aan dat van een klasse lager.
ii) Klasse II
10 % van het gewicht mag bestaan uit trossen die niet aan het minimumgewicht van deze klasse beantwoorden, maar die ten minste 75 g wegen.
iii) Klasse „Extra”, klasse I en klasse II
Elke voor verkoop aan de consument bestemde verpakking met een nettogewicht van ten hoogste 1 kg mag een tros van minder dan 75 g omvatten om het aangegeven gewicht te kunnen bereiken, voor zover deze tros aan alle overige eisen voor de aangegeven klasse voldoet.
V. VERPAKKINGSVOORSCHRIFTEN
A. Uniformiteit
De inhoud van iedere verpakkingseenheid moet uniform zijn en moet bestaan uit trossen van dezelfde oorsprong, dezelfde variëteit, dezelfde kwaliteit en dezelfde rijpheidsgraad.
Voor tafeldruiven in kleinverpakkingen voor verkoop aan de consument en met een nettogewicht van ten hoogste 1 kg, is uniformiteit qua variëteit en oorsprong niet vereist.
In de klasse „Extra” moeten de trossen vrijwel identiek zijn wat betreft kleur en grootte.
Als decoratief element mogen zich in iedere verpakkingseenheid met Chasselas-druiven trossen van verschillende kleur bevinden.
Het zichtbare gedeelte van de inhoud van de verpakkingseenheid moet representatief zijn voor het geheel.
B. Verpakking
De verpakking moet de tafeldruiven goed beschermen.
Trossen van de klasse „Extra” mogen slechts in één laag worden aangeboden.
Het binnen in de verpakkingseenheid gebruikte materiaal moet nieuw en schoon zijn, en van een zodanige kwaliteit dat de producten niet uitwendig of inwendig worden beschadigd. Er mag materiaal, met name papier of stempels, met handelsaanduidingen worden gebruikt, mits de voor de bedrukking of de etikettering gebruikte inkt of lijm niet giftig is.
In de verpakkingseenheid mogen geen vreemde substanties voorkomen, behalve eventueel bij een speciale aanbiedingsvorm waarbij een stukje rank van ten hoogste 5 cm lengte aan de tak van de tros vastzit.
Het eventueel op elk product aangebrachte etiket mag bij het verwijderen ervan geen zichtbaar spoor van lijm achterlaten en de schil niet beschadigen.
VI. AANDUIDINGSVOORSCHRIFTEN
Op iedere verpakkingseenheid moeten aan éénzelfde kant duidelijk leesbaar, onuitwisbaar en van buitenaf zichtbaar, de volgende gegevens worden vermeld.
A. Identificatie
De naam en het adres van de verpakker en/of de verzender.
Deze vermelding mag worden vervangen:
— |
voor alle verpakkingen, behalve voorverpakkingen, door de door een officiële dienst afgegeven of erkende code van de verpakker en/of de verzender, voorafgegaan door de vermelding „Verpakker en/of verzender” (of een gelijkwaardige afkorting); |
— |
uitsluitend voor voorverpakkingen, door de naam en het adres van de in de Gemeenschap gevestigde verkoper, voorafgegaan door de vermelding „Verpakt voor:” of een gelijkwaardige vermelding. In dat geval moet op het etiket tevens de code van de verpakker en/of de verzender vermeld staan. De verkoper verstrekt alle door de controlediensten noodzakelijk geachte inlichtingen met betrekking tot de betekenis van die code. |
B. Aard van het product
— |
„Tafeldruiven” indien de inhoud van de verpakking van buitenaf niet zichtbaar is, |
— |
naam van de variëteit of, in voorkomend geval, naam van de variëteiten, |
— |
in voorkomend geval: „Kasdruiven”. |
C. Oorsprong van het product
Land van oorsprong of, eventueel, productiegebied of nationale, regionale of lokale plaatsnaam.
D. Handelskenmerken
— |
Klasse. |
E. Officieel controlemerk (facultatief)
De in de eerste alinea genoemde gegevens hoeven niet te worden aangebracht op de verpakkingseenheden (colli) wanneer deze verkoopverpakkingen bevatten die van buitenaf zichtbaar zijn en elk van die gegevens zijn voorzien. Op deze verpakkingseenheden mag geen enkele aanduiding voorkomen die misverstanden kan veroorzaken. Wanneer deze verpakkingseenheden op een pallet worden aangeboden, moeten de betrokken gegevens zijn aangebracht op een blad dat zichtbaar op ten minste twee zijden van de pallet is bevestigd.
Aanhangsel
Uitputtende lijst van alle variëteiten met kleine bessen
Variëteit |
Andere namen waaronder de variëteit voorkomt |
Admirable de Courtiller |
Admirable, Csiri Csuri |
Albillo |
Acerba, Albuela, Blanco Ribera, Cagalon |
Angelo Pirovano |
I. Pirovano 2 |
Annamaria |
I. Ubizzoni 4 |
Baltali |
|
Beba |
Beba de los Santos, Eva |
Catalanesca |
Catalanesa, Catalana, Uva Catalana |
Chasselas blanc |
Chasselas doré, Fendant, Franceset, Franceseta, Gutedel, Krachgutedel, White van der Laan |
Chasselas rouge |
Roter Gutedel |
Chelva |
Chelva de Cebreros, Guareña, Mantuo, Villanueva |
Ciminnita |
Cipro bianco |
Clairette |
Blanquette, Malvoisie, Uva de Jijona |
Colombana bianca |
Verdea, Colombana de Peccioli |
Dehlro |
|
Delizia di Vaprio |
I. Pirovano 46 A |
Exalta |
|
Flame Seedless |
Red Flame |
Gros Vert |
Abbondanza, St Jeannet, Trionfo dell'Esposizione, Verdal, Trionfo di Gerusalemme |
Jaoumet |
Madeleine de St Jacques, Saint Jacques |
Madeleine |
Angevine, Angevine Oberlin, Madeleine Angevine Oberlin, Republicain |
Mireille |
|
Molinera |
Besgano, Castiza, Molinera gorda |
Moscato d'Adda |
Muscat d'Adda |
Moscato d'Amburgo |
Black Muscat, Hambro, Hamburg, Hamburski Misket, Muscat d'Hambourg, Moscato Preto |
Moscato di Terracina |
Moscato di Maccarese |
Œillade |
Black Malvoisie, Cinsaut, Cinsault, Ottavianello, Sinso |
Panse precoce |
Bianco di Foster, Foster's white, Sicilien |
Perla di Csaba |
Càbski Biser, Julski muskat, Muscat Julius, Perle de Csaba |
Perlaut |
|
Perlette |
|
Pizzutello bianco |
Aetonychi aspro, Coretto, Cornichon blanc, Rish Baba, Sperone di gallo, Teta di vacca |
Precoce de Malingre |
|
Primus |
I. Pirovano 7 |
Prunesta |
Bermestia nera, Pergola rossa, Pergolese di Tivoli |
Regina dei Vigneti |
Königin der Weingärten, Muskat Szölöskertek Kizalyneja, Szölöskertek Kizalyneh, Rasaki ourgarias, Regina Villoz, Reina de las Viñas, Reine des Vignes, I. Mathiasz 140, Queen of the Vineyards |
Servant |
Servan, Servant di Spagna |
Sideritis |
Sidiritis |
Sultanines |
Bidaneh, Kishmich, Kis Mis, Sultan, Sultana, Sultani, Cekirdesksiz, Sultanina bianca, Sultaniye, Thompson Seedless and mutations |
Valenci blanc |
Valensi, Valency, Panse blanche |
Valenci noir |
Planta Mula, Rucial de Mula, Valenci negro |
Yapincak |
|
DEEL 10: HANDELSNORM VOOR TOMATEN
I. DEFINITIE VAN HET PRODUCT
Deze norm heeft betrekking op tomaten van de variëteiten (cultivars) van Lycopersicon lycopersicum (L.) Karsten ex Farw./Lycopersicon esculentum Mill. die bestemd zijn voor levering als vers product aan de consument en niet voor industriële verwerking.
Er worden bij tomaten vier handelstypen onderscheiden:
— |
„ronde” tomaten, |
— |
„geribde” tomaten, |
— |
„langwerpige” tomaten, |
— |
„kerstomaten” (inclusief „cocktailtomaten”). |
II. KWALITEITSVOORSCHRIFTEN
In de norm wordt aangegeven aan welke kwaliteitseisen tomaten na opmaak en verpakking moeten voldoen.
A. Minimumeisen
Onverminderd de voor elke klasse geldende specifieke eisen en toegestane toleranties moeten tomaten in alle kwaliteitsklassen als volgt zijn:
— |
intact, |
— |
gezond; niet toegestaan zijn producten die zijn aangetast door rot of die een zodanige kwaliteitsvermindering vertonen dat zij niet meer geschikt zijn voor consumptie, |
— |
zuiver, nagenoeg vrij van zichtbare vreemde stoffen, |
— |
vers van uiterlijk, |
— |
nagenoeg vrij van plagen, |
— |
nagenoeg vrij van beschadiging door plagen, |
— |
vrij van abnormaal uitwendig vocht, |
— |
vrij van vreemde geur en/of smaak. |
Bij tomaten in trossen moet de steel vers zijn, gezond, zuiver en vrij van bladeren en zichtbare vreemde substanties.
Tomaten moeten zo ontwikkeld en in een zodanige conditie zijn dat zij:
— |
bestand zijn tegen vervoer en goederenbehandeling, en |
— |
in goede staat op de plaats van bestemming aankomen. |
B. Indeling in klassen
Tomaten worden ingedeeld in de drie hieronder omschreven klassen:
i) Klasse „Extra”
In deze klasse ingedeelde tomaten moeten van voortreffelijke kwaliteit zijn. Het vruchtvlees moet stevig zijn, en de vorm, het uiterlijk en de ontwikkeling moeten kenmerkend zijn voor de variëteit.
De kleur van de tomaten, die de rijpheidsgraad aangeeft, moet zodanig zijn dat de tomaten kunnen beantwoorden aan de hierboven onder punt A, laatste alinea, vastgestelde eisen.
Tomaten mogen geen „groene kraag” hebben en geen andere afwijkingen vertonen dan zeer lichte oppervlakkige afwijkingen van de vruchthuid, op voorwaarde dat deze het algemene uiterlijk, de kwaliteit, de houdbaarheid en de presentatie van het product in de verpakking niet nadelig beïnvloeden.
ii) Klasse I
In deze klasse ingedeelde tomaten moeten van goede kwaliteit zijn. Zij moeten voldoende stevig zijn en de voor de variëteit kenmerkende eigenschappen bezitten.
Zij moeten vrij zijn van scheuren en van zichtbare „groene kragen”. De volgende kleine afwijkingen zijn evenwel toegestaan op voorwaarde dat zij het algemene uiterlijk van het product, de kwaliteit, de houdbaarheid en de presentatie van het product in de verpakking niet nadelig beïnvloeden:
— |
een geringe afwijking in vorm en ontwikkeling, |
— |
een geringe kleurafwijking, |
— |
kleine afwijkingen aan de vruchthuid, |
— |
zeer lichte kneuzingen. |
„Geribde” tomaten mogen bovendien de volgende afwijkingen vertonen:
— |
dichtgegroeide scheurtjes van ten hoogste 1 cm lengte, |
— |
kleine uitwassen, |
— |
geringe navelvorming, zonder verkurking, |
— |
verkurkt navelvormig bloemlitteken met een oppervlakte van ten hoogste 1 cm2, |
— |
zeer smal langwerpig bloemlitteken (gelijkend op een naad), dat evenwel niet langer mag zijn dan 2/3 van de grootste diameter van de vrucht. |
iii) Klasse II
Tot deze klasse behoren tomaten die niet in een hogere klasse kunnen worden ingedeeld, maar die wel aan de hierboven omschreven minimumeisen voldoen.
Zij moeten redelijk stevig zijn (eventueel iets minder stevig dan tomaten van klasse I) en mogen geen scheurtjes vertonen die niet zijn dichtgegroeid.
Op voorwaarde dat de tomaten nog hun kenmerkende eigenschappen inzake kwaliteit, houdbaarheid en presentatie vertonen, zijn de volgende afwijkingen toegestaan:
— |
afwijkingen in vorm, ontwikkeling en kleur, |
— |
afwijkingen aan de vruchthuid of kneuzingen, op voorwaarde dat deze de vrucht niet ernstig aantasten, |
— |
dichtgegroeide scheurtjes van ten hoogste 3 cm lengte voor „ronde”, „geribde” en „langwerpige” tomaten. |
„Geribde” tomaten mogen bovendien de volgende afwijkingen vertonen:
— |
grotere uitwassen dan voor klasse I, mits er geen sprake is van misvormingen, |
— |
navelvorming, |
— |
verkurkt navelvormig bloemlitteken met een oppervlakte van ten hoogste 2 cm2, |
— |
zeer smal langwerpig bloemlitteken (gelijkend op een naad). |
III. SORTERINGSVOORSCHRIFTEN
Tomaten worden gesorteerd naar de maximumdiameter van de dwarsdoorsnede. De navolgende bepalingen gelden niet voor kerstomaten.
A. Minimumgrootte
Voor tomaten van de kwaliteitsklassen „Extra”, I en II is de minimumgrootte vastgesteld op:
— |
35 mm voor „ronde” en „geribde” tomaten, |
— |
30 mm voor „langwerpige” tomaten. |
B. Sorteringsschaal
Voor tomaten gelden de volgende groottesorteringen:
— |
van 30 mm tot 35 mm (12), |
— |
van 35 mm tot 40 mm, |
— |
van 40 mm tot 47 mm, |
— |
van 47 mm tot 57 mm, |
— |
van 57 mm tot 67 mm, |
— |
van 67 mm tot 82 mm, |
— |
van 82 mm tot 102 mm, |
— |
102 mm en meer. |
Sortering is verplicht voor tomaten van de klassen „Extra” en I.
Deze groottesorteringen gelden niet voor tomaten in trossen.
IV. TOLERANTIES
In iedere verpakkingseenheid zijn voor producten die niet beantwoorden aan de eisen voor de klasse waarin zij zijn ingedeeld, afwijkingen in kwaliteit en grootte toegestaan.
A. Toleranties in kwaliteit
i) Klasse „Extra”
5 % van het aantal vruchten of van het gewicht mag bestaan uit tomaten die niet aan de eisen voor deze klasse beantwoorden, maar die wel beantwoorden aan die voor klasse I of, bij uitzondering, binnen de toleranties voor klasse I vallen.
ii) Klasse I
— |
10 % van het aantal vruchten of van het gewicht mag bestaan uit tomaten die niet aan de eisen voor deze klasse beantwoorden, maar die wel beantwoorden aan die voor klasse II of, bij uitzondering, binnen de toleranties voor klasse II vallen. |
— |
Voor tomaten in trossen mag 5 % van het aantal of gewicht bestaan uit tomaten die van de steel zijn losgekomen. |
iii) Klasse II
— |
10 % van het aantal vruchten of van het gewicht mag bestaan uit tomaten die noch aan de eisen voor deze klasse, noch aan de minimumeisen beantwoorden, met uitzondering van producten die zijn aangetast door rot of ernstige kneuzingen of een andere vorm van kwaliteitsvermindering vertonen waardoor zij niet meer geschikt zijn voor consumptie. |
— |
Voor tomaten in trossen mag 10 % van het aantal of gewicht bestaan uit tomaten die van de steel zijn losgekomen. |
B. Toleranties in grootte
Voor alle klassen: 10 % van het aantal vruchten of van het gewicht mag bestaan uit tomaten die beantwoorden aan de groottesortering onmiddellijk boven of beneden de op de verpakking vermelde groottesortering, maar „ronde” en „geribde” tomaten moeten een diameter van ten minste 33 mm en „langwerpige” tomaten een diameter van ten minste 28 mm hebben.
V. VERPAKKINGSVOORSCHRIFTEN
A. Uniformiteit
De inhoud van iedere verpakkingseenheid moet uniform zijn en moet bestaan uit tomaten van dezelfde oorsprong, dezelfde variëteit of hetzelfde handelstype, dezelfde kwaliteit en dezelfde groottesortering (wanneer sortering plaatsvindt).
Tomaten van de klassen „Extra” en I moeten praktisch uniform zijn qua rijpheid en kleur. Bovendien moet voor „langwerpige” tomaten de lengte voldoende uniform zijn.
Het zichtbare gedeelte van de inhoud van de verpakkingseenheid moet representatief zijn voor het geheel.
B. Verpakking
De verpakking moet de tomaten goed beschermen.
Het binnen in de verpakkingseenheid gebruikte materiaal moet nieuw en schoon zijn, en van een zodanige kwaliteit dat de producten niet uitwendig of inwendig worden beschadigd. Er mag materiaal, met name papier of stempels, met handelsaanduidingen worden gebruikt, mits de voor de bedrukking of de etikettering gebruikte inkt of lijm niet giftig is.
De verpakkingseenheden mogen geen vreemde substanties bevatten.
Het eventueel op elk product aangebrachte etiket mag bij het verwijderen ervan geen zichtbaar spoor van lijm achterlaten en de schil niet beschadigen.
C. Presentatie
Tomaten mogen als volgt worden aangeboden:
i) |
in de vorm van individuele vruchten, met of zonder bloemkelk en korte steel; |
ii) |
in de vorm van trossen, d.w.z. dat de tomaten worden aangeboden in de vorm van volledige bloeiwijzen of delen van bloeiwijzen, mits elke bloeiwijze of elk deel van een bloeiwijze ten minste bestaat uit:
|
VI. AANDUIDINGSVOORSCHRIFTEN
Op iedere verpakkingseenheid moeten aan éénzelfde kant, duidelijk leesbaar, onuitwisbaar en van buitenaf zichtbaar, de onderstaande gegevens worden vermeld.
A. Identificatie
De naam en het adres van de verpakker en/of de verzender.
Deze vermelding mag worden vervangen:
— |
voor alle verpakkingen, behalve voorverpakkingen, door de door een officiële dienst afgegeven of erkende code van de verpakker en/of de verzender, voorafgegaan door de vermelding „Verpakker en/of verzender” (of een gelijkwaardige afkorting); |
— |
uitsluitend voor voorverpakkingen, door de naam en het adres van de in de Gemeenschap gevestigde verkoper, voorafgegaan door de vermelding „Verpakt voor:” of een gelijkwaardige vermelding. In dat geval moet op het etiket tevens de code van de verpakker en/of de verzender vermeld staan. De verkoper verstrekt alle door de controlediensten noodzakelijk geachte inlichtingen met betrekking tot de betekenis van die code. |
B. Aard van het product
— |
„Tomaten” of „trostomaten” en handelstype, indien de inhoud van de verpakking van buitenaf niet zichtbaar is. Deze aanduidingen zijn in ieder geval verplicht voor „kerstomaten” (of „cocktailtomaten”), al dan niet in trossen, |
— |
naam van de variëteit (facultatief). |
C. Oorsprong van het product
Land van oorsprong, en, eventueel, productiegebied of nationale, regionale of lokale plaatsnaam.
D. Handelskenmerken
— |
klasse, |
— |
groottesortering (wanneer sortering plaatsvindt), aangegeven met de minimum- en maximumdiameter, of, in voorkomend geval, de vermelding „niet naar grootte gesorteerd”, |
— |
minimumgehalte aan suiker, gemeten met een refractometer en uitgedrukt in waarde Brix (facultatief). |
E. Officieel controlemerk (facultatief)
De in de eerste alinea genoemde gegevens hoeven niet te worden aangebracht op de verpakkingseenheden (colli) wanneer deze verkoopverpakkingen bevatten die van buitenaf zichtbaar zijn en elk van die gegevens zijn voorzien. Op deze verpakkingseenheden mag geen enkele aanduiding voorkomen die misverstanden kan veroorzaken. Wanneer deze verpakkingseenheden op een pallet worden aangeboden, moeten de betrokken gegevens zijn aangebracht op een blad dat zichtbaar op ten minste twee zijden van de pallet is bevestigd.”
(1) Appelen van de variëteit Fuji mogen op grond van de specifieke kenmerken van de variëteit en de mutaties daarvan met betrekking tot de plukrijpheid tekenen vertonen van glazigheid, op voorwaarde dat deze glazigheid zich beperkt tot de vaatbundels van de vrucht.
(2) Met het oog hierop moeten het gehalte aan oplosbare vaste stoffen en de vastheid bevredigend zijn.
(3) De kleur- en ruwschilligheidscriteria en de niet-uitputtende lijst van de variëteiten waarvoor de verschillende criteria gelden, zijn vermeld in het aanhangsel bij deze norm.
(4) In de klassen I en II moet ten minste 20 % van de oppervlakte een rode kleur vertonen.
(5) Voor de variëteit Jonagold wordt evenwel geëist dat de in klasse II ingedeelde vruchten op ten minste een tiende van hun oppervlakte rode strepen vertonen.
(6) De diameters van minder dan 45 mm gelden alleen voor clementines.
(7) Gebruik van conserveringsmiddelen of andere chemische stoffen waarvan de geur op de schil kan achterblijven, is toegestaan voor zover deze stoffen overeenkomstig de ter zake geldende communautaire voorschriften worden gebruikt.
(8) Deze producten omvatten alle variëteiten van Prunus persica Sieb. en Zucc., zoals perziken en nectarines of soortgelijke vruchten (brugnons en pavies), waarvan de steen loszit of vastzit, en die een donzige of gladde schil hebben.
(9) Dit is niet van toepassing wanneer de ruwschilligheid karakteristiek is voor de variëteit.
(10) De niet-uitputtende lijst van variëteiten met grote vruchten en zomerperen is vermeld in het aanhangsel bij deze norm.
(11) Onder miniproducten worden door veredeling en/of speciale teelttechnieken verkregen variëteiten (cultivars) van niet-scherpsmakende paprika's verstaan; hiervan uitgezonderd zijn onderontwikkelde of te kleine niet-scherpsmakende paprika's van niet-minivariëteiten. Aan alle andere vereisten van de norm moet zijn voldaan.
(12) Alleen voor „langwerpige” tomaten.
BIJLAGE II
„BIJLAGE II
IN ARTIKEL 11, LID 1, GENOEMD MODEL
BIJLAGE III
„BIJLAGE III
NORMCONTROLECERTIFICAAT MET BETREKKING TOT DE OVEREENSTEMMING MET DE COMMUNAUTAIRE HANDELSNORMEN VOOR VERSE GROENTEN EN FRUIT ALS BEDOELD IN DE ARTIKELEN 11, 12 en 12 bis
BIJLAGE IV
„BIJLAGE VI
In artikel 20, lid 1, bedoelde controlemethoden
Opmerking: De hierna vermelde controlemethoden zijn gebaseerd op de handleiding voor kwaliteitscontroles voor verse groenten en fruit die is goedgekeurd in het kader van de OESO-regeling inzake de toepassing van internationale normen voor groenten en fruit.
1. DEFINITIES
1.1 Verpakking
Een verpakt deel van de producten van een partij. De producten zijn zo verpakt dat de behandeling en het vervoer van een bepaald aantal verkoopeenheden, dan wel losse of gerangschikte producten wordt vergemakkelijkt en schade door fysieke behandeling en vervoer wordt voorkomen. Containers voor weg-, rail-, zee- en luchtvervoer zijn geen verpakkingen.
1.2 Verkoopverpakking
Een individueel verpakt deel van de producten van een partij. De producten zijn zo verpakt dat zij in het verkooppunt een verkoopeenheid vormen voor de eindverbruiker of de consument.
1.2a Voorverpakkingen
Voorverpakkingen zijn verkoopverpakkingen die de inhoud geheel of gedeeltelijk omsluiten, maar zodanig dat de inhoud niet kan worden veranderd zonder dat het verpakkingsmateriaal wordt geopend of aangetast. Beschermingsfolie voor individuele producten wordt niet als voorverpakking beschouwd.
1.3 Zending
Een bij de controle aangeboden hoeveelheid product die een bepaalde marktdeelnemer wil verkopen en die in een document wordt omschreven. De zending kan uit één of meer soorten producten en uit één of meer partijen verse, droge of gedroogde groenten en vruchten bestaan.
1.4 Partij
Hoeveelheid product die, bij de controle op één plaats, wordt aangeboden met dezelfde kenmerken wat betreft:
— |
identiteit van de verpakker en/of de verzender |
— |
land van oorsprong |
— |
aard van het product |
— |
productklasse |
— |
groottesortering (als het product naar grootte wordt ingedeeld) |
— |
variëteit of handelstype (volgens de corresponderende voorschriften van de handelsnorm) |
— |
verpakking en presentatie. |
Als echter bij de normcontrole van de (in artikel 1.3 gedefinieerde) zendingen de partijen moeilijk uit elkaar te houden zijn en/of geen afzonderlijke partijen kunnen worden gepresenteerd, mogen alle partijen van een bepaalde zending als één partij worden behandeld mits zij dezelfde kenmerken hebben wat betreft aard van het product, verzender, land van oorsprong, klasse en, als dat in de betrokken handelsnorm is opgenomen, variëteit of handelstype.
1.5 Monsterneming
Het bij een normcontrole tijdelijk wegnemen van een bepaalde hoeveelheid product (monster genoemd).
1.6 Basismonster
Willekeurig uit de partij genomen verpakking, bij verpakte producten, of, bij onverpakte producten (die rechtstreeks in het vervoermiddel of een compartiment daarvan worden geladen), een willekeurig op één plaats uit de partij genomen hoeveelheid.
1.7 Verzamelmonster
Verschillende, voor de partij als representatief beschouwde basismonsters die samen een voldoende grote hoeveelheid vormen om de partij aan alle criteria te toetsen.
1.8 Secundair monster
Een willekeurig uit het basismonster genomen hoeveelheid.
Bij verpakte dopvruchten weegt een secundair monster tussen 300 g en 1 kg. Als het basismonster bestaat uit verpakkingen met verkoopverpakkingen, bestaat het secundaire monster uit één of meer verkoopverpakkingen die samen ten minste 300 g wegen.
Bij andere verpakte producten omvat het secundaire monster 30 eenheden wanneer de verpakking ten hoogste 25 kg weegt en geen verkoopverpakkingen bevat. In sommige gevallen betekent dit dat de volledige inhoud van de verpakking moet worden gecontroleerd indien het basismonster uit niet meer dan 30 eenheden bestaat.
1.9 Samengesteld monster (alleen voor droge en gedroogde producten)
Een mengsel van alle secundaire monsters van een verzamelmonster, met een gewicht van ten minste 3 kg. De producten in het samengestelde monster moeten gelijkmatig gemengd zijn.
1.10 Gereduceerd monster
Een hoeveelheid producten die uit het verzamelmonster of het samengestelde monster wordt genomen en niet groter is dan de hoeveelheid die nodig is om het monster aan bepaalde criteria te toetsen.
Indien de controle tot vernietiging van het product zou leiden, mag de omvang van het gereduceerde monster niet groter zijn dan 10 % van het verzamelmonster of, in het geval van noten in de dop, 100 noten uit het samengestelde monster. Bij kleine droge of gedroogde producten (met meer dan 100 eenheden per 100 g) mag het gereduceerde monster niet meer wegen dan 300 g.
Met het oog op de beoordeling van de graad van ontwikkeling en/of rijpheid moet het monster worden samengesteld overeenkomstig de objectieve methoden in de handleiding over objectieve tests voor de vaststelling van de kwaliteit van groenten en fruit en droge en gedroogde producten (Guidance on Objective Tests to Determine Quality of Fruit and Vegetables and Dry and Dried Produce (http://www.oecd.org/agr/fv)).
Uit een verzamelmonster of een samengesteld monster mogen meerdere gereduceerde monsters worden genomen om de overeenstemming van de partij met de verschillende criteria te toetsen.
2. UITVOERING VAN DE NORMCONTROLE
2.1 Algemene opmerking
Bij een normcontrole worden willekeurig op verschillende punten in de te controleren partij genomen monsters beoordeeld. De normcontrole is gebaseerd op de principiële veronderstelling dat de kwaliteit van de monsters als representatief voor de kwaliteit van de partij wordt beschouwd.
2.2 Plaats van controle
Een normcontrole mag worden uitgevoerd tijdens het verpakken, op de plaats van verzending, tijdens het vervoer, op het punt van ontvangst, in de groothandel of in de kleinhandel.
Wanneer de controle-instantie de normcontrole niet in de eigen inrichtingen uitvoert, dient de houder te zorgen voor de voor de uitvoering van een normcontrole vereiste voorzieningen.
2.3 Identificatie van de partijen en/of algemene indruk van de zending
De partijen worden geïdentificeerd aan de hand van de aanduidingen of andere criteria zoals de vermeldingen die zijn vastgesteld overeenkomstig Richtlijn 89/396/EEG van de Raad (1). Bij zendingen die uit verschillende partijen bestaan, moet de controleur zich een algemeen beeld van de zending vormen aan de hand van de begeleidende documenten of verklaringen. Op basis daarvan bepaalt hij in hoeverre de partijen overeenstemmen met de in de documenten vermelde gegevens.
Als de producten op een vervoermiddel zijn of moeten worden geladen, dient het inschrijvingsnummer van dat vervoermiddel voor de identificatie van de zending.
2.4 Presentatie van de producten
De controleur beslist welke verpakkingen hij wenst te onderzoeken. De marktdeelnemer verstrekt de verpakkingen, het verzamelmonster en de voor de identificatie van de zending of partij vereiste documenten.
Als de controleur gereduceerde of secundaire monsters nodig heeft, kiest hij deze uit het verzamelmonster.
2.5 Fysieke controle
— |
Beoordeling van de verpakking en de presentatie: Er wordt nagegaan of de verpakking, inclusief het verpakkingsmateriaal, geschikt en schoon zijn overeenkomstig de bepalingen van de betrokken handelsnorm. Dit gebeurt voor verpakte producten aan de hand van basismonsters en in alle andere gevallen aan de hand van het vervoermiddel. Als voor het product slechts bepaalde soorten verpakkingen of presentatie zijn toegestaan, gaat de controleur na of die ook werkelijk zijn gebruikt. |
— |
Controle van de aanduidingen: De controleur gaat na of de aanduidingen op de producten aan de betrokken handelsnorm voldoen. Hierbij wordt onder meer nagegaan of de aanduidingen correct zijn en of en in hoeverre ze moeten worden gewijzigd. Bij verpakte producten wordt deze controle uitgevoerd aan de hand van de basismonsters en in alle andere gevallen aan de hand van de aan de pallet of het vervoermiddel gehechte documenten. Individueel in plastic verpakte groenten en fruit worden niet aangemerkt als voorverpakte levensmiddelen in de zin van Richtlijn 2000/13/EG van het Europees Parlement en de Raad en hoeven niet noodzakelijk aan de in de handelsnormen aangegeven aanduidingsvoorschriften te voldoen. In dit geval kan het plastic worden beschouwd als een eenvoudige beschermlaag voor kwetsbare producten. |
— |
Controle van de overeenstemming van de producten: De controleur bepaalt de omvang van het verzamelmonster om de partijen te kunnen beoordelen. Hij kiest willekeurig de te controleren verpakkingen of, bij onverpakte producten, de punten waar de afzonderlijke monsters uit de partij moeten worden genomen. Er moet op worden toegezien dat het nemen van de monsters de kwaliteit van de producten niet nadelig beïnvloedt. Beschadigde verpakkingen worden niet voor het verzamelmonster gebruikt. Zij moeten apart worden gezet en indien nodig mogen ze apart worden gekeurd en mag er afzonderlijk verslag over worden uitgebracht. Het verzamelmonster bevat de volgende minimumhoeveelheden wanneer een partij als onbevredigend wordt aangemerkt of wanneer een risico van niet-overeenstemming met de handelsnorm moet worden onderzocht:
Bij onverpakte groenten en fruit die volumineus zijn (meer dan 2 kg per stuk), dienen de basismonsters uit minimaal vijf stuks te bestaan. Indien partijen uit minder dan 5 verpakkingen bestaan of een gewicht van minder dan 10 kg hebben, wordt de hele partij gecontroleerd. Indien de controleur na een controle nog twijfelt, moet een nieuwe fysieke controle worden uitgevoerd en moet het resultaat van de beide controles worden gemiddeld. |
2.6 Controle van het product
Bij verpakte producten worden de basismonsters gebruikt om het algemene uiterlijk van de producten, de presentatie, de zuiverheid van de verpakking en de etikettering ervan te controleren. In alle andere gevallen worden deze controles uitgevoerd aan de hand van de partij of het vervoermiddel.
Met het oog op de normcontrole wordt het product volledig van de verpakking ontdaan. De controleur mag hiervan slechts afzien wanneer de monstername gebaseerd is op samengestelde monsters.
De uniformiteit, de minimumeisen, de kwaliteitsklassen en de grootte worden gecontroleerd aan de hand van het verzamelmonster of het samengestelde monster met inachtneming van de brochures die zijn gepubliceerd in het kader van de OESO-regeling inzake de toepassing van internationale handelsnormen voor groenten en fruit (OECD Scheme for the Application of International Standards for Fruit and Vegetables (http://www.oecd.org/agr/fv)).
Wanneer afwijkingen worden geconstateerd, bepaalt de controleur op basis van het aantal of het gewicht het percentage producten dat niet aan de handelsnorm voldoet.
Uitwendige afwijkingen worden gecontroleerd aan de hand van het verzamelmonster of het samengestelde monster. De overeenstemming van de producten met bepaalde criteria inzake ontwikkeling en/of rijpheid of het al dan niet voorkomen van inwendige afwijkingen kan worden nagegaan aan de hand van gereduceerde monsters. Met name wanneer de controle tot vernietiging van de handelswaarde van het product zou leiden, wordt aan de hand van het gereduceerde monster gecontroleerd.
De beoordeling van de graad van ontwikkeling en/of rijpheid moet worden gecontroleerd door gebruik te maken van de instrumenten en methoden die hiertoe zijn vastgesteld in de betrokken handelsnorm of overeenkomstig de handleiding over objectieve tests voor de vaststelling van de kwaliteit van groenten en fruit en droge en gedroogde producten (Guidance on Objective Tests to Determine Quality of Fruit and Vegetables and Dry and Dried Produce (http://www.oecd.org/agr/fv)).
2.7 Rapport over de controleresultaten
De in artikel 12 bis bedoelde documenten worden in voorkomend geval afgegeven.
Indien afwijkingen worden vastgesteld op basis waarvan het product als niet-conform moet worden beschouwd, wordt de marktdeelnemer of diens vertegenwoordiger schriftelijk in kennis gesteld van die afwijkingen, het percentage geconstateerde afwijkingen en de redenen waarom het product als niet-conform is aangemerkt. Als het product met de handelsnorm in overeenstemming kan worden gebracht door de aanduidingen aan te passen, wordt de marktdeelnemer of diens vertegenwoordiger daarvan ook op de hoogte gebracht.
Als in een product afwijkingen worden geconstateerd, wordt het percentage vermeld dat als niet conform de handelsnorm wordt beschouwd.
2.8 Waardevermindering van het product als gevolg van de normcontrole
Na de normcontrole wordt het verzamelmonster/samengestelde monster ter beschikking van de marktdeelnemer of diens vertegenwoordiger gesteld.
De controle-instantie hoeft geen elementen van het verzamelmonster/samengestelde monster terug te geven die bij de controle verloren zijn gegaan.”