Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32003E0872

Gemeenschappelijk Optreden 2003/872/GBVB van de Raad van 8 december 2003 houdende verlenging en wijziging van het mandaat van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie voor de zuidelijke Kaukasus

PB L 326 van 13/12/2003, p. 44–45 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/08/2005

ELI: http://data.europa.eu/eli/joint_action/2003/872/oj

32003E0872

Gemeenschappelijk Optreden 2003/872/GBVB van de Raad van 8 december 2003 houdende verlenging en wijziging van het mandaat van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie voor de zuidelijke Kaukasus

Publicatieblad Nr. L 326 van 13/12/2003 blz. 0044 - 0045


Gemeenschappelijk Optreden 2003/872/GBVB van de Raad

van 8 december 2003

houdende verlenging en wijziging van het mandaat van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie voor de zuidelijke Kaukasus

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name op artikel 14, artikel 18, lid 5, en artikel 23, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Gemeenschappelijk Optreden 2003/496/GBVB van de Raad van 7 juli 2003 betreffende de benoeming van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie voor de zuidelijke Kaukasus(1) loopt af op 31 december 2003.

(2) Uit het onderzoek van dat gemeenschappelijk optreden blijkt dat het mandaat van de speciale vertegenwoordiger verlengd moet worden.

(3) Op 17 november 2003 heeft de Raad een handleiding aangenomen inzake de benoeming, het mandaat en de financiering betreffende de speciale vertegenwoordigers van de Europese Unie,

HEEFT HET VOLGENDE GEMEENSCHAPPELIJK OPTREDEN VASTGESTELD:

Artikel 1

Het mandaat van de heer Heikki TALVITIE als speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie (SVEU) in de zuidelijke Kaukasus wordt verlengd.

Artikel 2

1. Het mandaat van de SVEU is gebaseerd op de beleidsdoelstellingen van de Europese Unie in de zuidelijke Kaukasus. Deze doelstellingen zijn:

a) Armenië, Azerbeidzjan en Georgië te helpen bij de uitvoering van politieke en economische hervormingen, met name op het gebied van de rechtsstaat, democratisering, mensenrechten, behoorlijk bestuur, ontwikkeling en de terugdringing van de armoede;

b) overeenkomstig de bestaande mechanismen conflicten in de regio te voorkomen, bij te dragen tot de oplossing van conflicten en het herstel van vrede voor te bereiden, onder andere door de terugkeer van vluchtelingen en intern ontheemden te bevorderen;

c) constructieve gesprekken te voeren met vooraanstaande nationale actoren in de regio;

d) samenwerking te stimuleren en verder te ondersteunen, onder andere op het gebied van economie, energie en vervoer, tussen de landen van de regio, met name tussen de landen van de zuidelijke Kaukasus;

e) de doeltreffendheid en de zichtbaarheid van de Europese Unie in de regio te verhogen.

2. De SVEU steunt het werk van de hoge vertegenwoordiger in het gebied.

Artikel 3

Teneinde deze beleidsdoelstellingen te verwezenlijken, krijgt de SVEU het mandaat om als volgt te handelen:

a) het ontwikkelen van contacten met de regeringen, de parlementen, de rechterlijke macht en de civiele maatschappij van de regio;

b) Armenië, Azerbeidzjan en Georgië aan te moedigen om samen te werken inzake regionale thema's van gemeenschappelijk belang, zoals een gemeenschappelijke bedreiging van de veiligheid en de bestrijding van het terrorisme, illegale handel en georganiseerde criminaliteit;

c) bij te dragen tot het voorkomen van conflicten en het voorbereiden van het herstel van de vrede in de regio, onder andere door aanbevelingen voor actie in verband met de civiele maatschappij en rehabilitatie van gebieden, onverminderd de verantwoordelijkheid van de Commissie overeenkomstig het EG-Verdrag;

d) hulp te verlenen bij de oplossing van conflicten, opdat de Europese Unie met name meer steun kan verlenen aan de secretaris-generaal van de Verenigde Naties en zijn speciale vertegenwoordiger voor Georgië, de Groep vrienden van de secretaris-generaal van de Verenigde Naties voor Georgië, de Minsk Groep van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE), alsook aan het mechanisme voor de oplossing van conflicten dat onder auspiciën van de OVSE voor Zuid-Ossetië is ingesteld;

e) de EU-dialoog over de regio met de belangrijkste betrokkenen te intensiveren;

f) de Raad te helpen bij de verdere ontwikkeling van een alomvattend beleid voor de zuidelijke Kaukasus.

Artikel 4

1. De SVEU is onder het gezag en de operationele leiding van de hoge vertegenwoordiger verantwoordelijk voor de uitvoering van het mandaat. De SVEU dient voor alle uitgaven verantwoording af te leggen aan de Commissie.

2. Het Politiek en Veiligheidscomité (PVC) onderhoudt een bevoorrechte relatie met de SVEU en vormt het eerste contactpunt met de Raad. Het PVC zorgt binnen het kader van het mandaat voor strategische aansturing en politieke inbreng ten behoeve van de SVEU.

Artikel 5

1. Het financiële referentiebedrag ter dekking van de kosten in verband met het mandaat van de SVEU bedraagt 299000 EUR.

2. De uit het in lid 1 genoemde bedrag gefinancierde uitgaven worden beheerd met inachtneming van de procedures en voorschriften van toepassing op de algemene begroting van de Europese Unie, met dien verstande dat voorfinanciering niet de eigendom blijft van de Gemeenschap.

3. Voor het uitgavenbeheer wordt een overeenkomst gesloten tussen de SVEU en de Commissie.

4. Het voorzitterschap, de Commissie en/of de lidstaten verlenen in voorkomend geval logistieke steun in de regio.

Artikel 6

De voorrechten, immuniteiten en andere garanties die noodzakelijk zijn voor de uitvoering en het goede verloop van de missie van de SVEU en zijn medewerkers worden met de partijen overeengekomen. De lidstaten en de Commissie verlenen daartoe alle nodige steun.

Artikel 7

De SVEU brengt in de regel persoonlijk verslag uit aan de hoge vertegenwoordiger en het PVC, alsook eventueel aan de betrokken groep. Hij zendt regelmatig schriftelijke verslagen aan de hoge vertegenwoordiger, de Raad en de Commissie. De SVEU kan op aanbeveling van de hoge vertegenwoordiger en het PVC verslag uitbrengen aan de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen.

Artikel 8

Met het oog op de samenhang van het externe optreden van de Europese Unie worden de activiteiten van de SVEU gecoördineerd met die van de hoge vertegenwoordiger, het voorzitterschap en de Commissie. De SVEU's brengen regelmatig verslag uit aan de missies van de lidstaten en de delegaties van de Commissie. Ter plaatse worden nauwe contacten onderhouden met het voorzitterschap, de Commissie en de missiehoofden, die alles doen wat in hun vermogen ligt om de SVEU bij te staan in de uitvoering van zijn mandaat. De SVEU onderhoudt eveneens contacten met andere internationale en regionale actoren ter plaatse.

Artikel 9

De uitvoering van het gemeenschappelijk optreden en de samenhang ervan met andere bijdragen van de Europese Unie in de regio worden op gezette tijden getoetst. Twee maanden voor de afloop van het mandaat legt de SVEU een uitvoerig schriftelijk verslag over de uitvoering van het mandaat voor aan de hoge vertegenwoordiger, de Raad en de Commissie. Dit verslag vormt de basis voor de beoordeling van het gemeenschappelijk optreden in de betrokken groepen en door het PVC. In het kader van de algemene inzetprioriteiten doet de hoge vertegenwoordiger aanbevelingen aan het PVC over het besluit van de Raad tot verlenging, wijziging of beëindiging van het mandaat.

Artikel 10

Dit gemeenschappelijk optreden treedt in werking op 1 januari 2004.

Het is van toepassing tot en met 30 juni 2004.

Artikel 11

Dit gemeenschappelijk optreden wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 8 december 2003.

Voor de Raad

De voorzitter

F. Frattini

(1) PB L 169 van 8.7.2003, blz. 74.

Top