Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31998R1524

    Verordening (EG) nr. 1524/98 van de Commissie van 16 juli 1998 houdende bepalingen ter uitvoering van de ten behoeve van de Franse overzeese departementen (DOM) vastgestelde specifieke maatregelen voor de sectoren groenten en fruit, bloemen en planten

    PB L 201 van 17/07/1998, p. 29–42 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/12/2002; opgeheven door 32003R0043

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1998/1524/oj

    31998R1524

    Verordening (EG) nr. 1524/98 van de Commissie van 16 juli 1998 houdende bepalingen ter uitvoering van de ten behoeve van de Franse overzeese departementen (DOM) vastgestelde specifieke maatregelen voor de sectoren groenten en fruit, bloemen en planten

    Publicatieblad Nr. L 201 van 17/07/1998 blz. 0029 - 0042


    VERORDENING (EG) Nr. 1524/98 VAN DE COMMISSIE van 16 juli 1998 houdende bepalingen ter uitvoering van de ten behoeve van de Franse overzeese departementen (DOM) vastgestelde specifieke maatregelen voor de sectoren groenten en fruit, bloemen en planten

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

    Gelet op Verordening (EEG) nr. 3763/91 van de Raad van 16 december 1991 houdende specifieke maatregelen voor bepaalde landbouwproducten ten behoeve van de Franse overzeese departementen (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2598/95 (2), en met name op artikel 2, lid 6, artikel 14, lid 4, en artikel 16,

    Overwegende dat bepalingen moeten worden vastgesteld voor de uitvoering van Verordening (EEG) nr. 3763/91 terzake van artikel 2 waarbij de maatregelen ten behoeve van de voorziening van de Franse overzeese departementen, hierna "DOM" genoemd, zijn uitgebreid tot verwerkte producten van bepaalde soorten fruit, en terzake van artikel 14 waarbij productiesteun is ingevoerd voor verwerkte groenten en fruit;

    Overwegende dat de gemeenschappelijke bepalingen ter uitvoering van de specifieke regeling voor de voorziening van de DOM met bepaalde landbouwproducten zijn vastgesteld bij Verordening (EEG) nr. 131/92 van de Commissie (3), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1736/96 (4), en dat de uitvoeringsbepalingen inzake het stelsel van invoercertificaten in de sector van op basis van groenten en fruit verwerkte producten zijn vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1921/95 van de Commissie (5), gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2427/95 (6);

    Overwegende dat, ter uitvoering van de bepalingen van artikel 2 van Verordening (EEG) nr. 3763/91, aanvullende voorschriften moeten worden vastgesteld waarin rekening wordt gehouden met de handelspraktijk en die met name betrekking hebben op de geldigheidsduur van de certificaten en het bedrag van de zekerheid, en dat voorts de voorzieningsbalans voor de DOM voor verwerkte vruchten moet worden vastgesteld en met name het bedrag moet worden bepaald van de steun, waarbij rekening moet worden gehouden met het voordeel in verband met de vrijstelling van de douanerechten voor producten die worden ingevoerd uit derde landen;

    Overwegende dat, ter vereenvoudiging van de wetgeving, de bepalingen die bij Verordening (EG) nr. 489/97 van de Commissie van 17 maart 1997 houdende bepalingen ter uitvoering van de ten behoeve van de Franse overzeese departementen (DOM) vastgestelde specifieke maatregelen voor de sectoren verse groenten en fruit, bloemen en planten (7) zijn vastgesteld voor de tenuitvoerlegging van de regelingen voor steun bij de afzet of de productie als bedoeld in de artikelen 13 en 15 van Verordening (EEG) nr. 3763/91, opgenomen moeten worden in deze verordening en dat Verordening (EG) nr. 489/97 moet worden ingetrokken;

    Overwegende dat op grond van genoemd artikel 13 de steun voor de afzet voor elk van de te bepalen producten en binnen per productencategorie vastgestelde jaarlijkse hoeveelheden forfaitair moet worden bepaald naar gelang van hun gemiddelde waarde; dat enerzijds de lijst van de voor steun in aanmerking komende producten moet worden vastgesteld op grond van de behoeften van de regionale markten en dat anderzijds de productencategorieën moeten worden bepaald aan de hand van de gemiddelde waarde van de betrokken producten, en dat ten slotte een maximumhoeveelheid voor de DOM als totaliteit moet worden vastgesteld met de bepaling dat voor een betere afstemming van de beschikbare hoeveelheden op de regionale situatie de verdeling van die hoeveelheid door de nationale autoriteiten dient te worden bepaald; dat om dezelfde reden moet worden toegestaan dat producten worden geleverd in een ander DOM dan dat waar ze zijn geoogst;

    Overwegende dat specifieke bepalingen moeten worden vastgesteld met het oog op de controle op de vastgestelde hoeveelheden en op de naleving van de voorwaarden voor de toekenning van de steun; dat een systeem met officiële erkenning van distributeurs, horecabedrijven en gemeenschappen die zich ertoe verbinden bepaalde regels na te leven een adequate methode lijkt voor een behoorlijk beheer van de voorzieningsregeling;

    Overwegende dat voor de steun voor de productie van groene vanille, respectievelijk geraniumolie en vetiverolie, via een systeem met officiële erkenning van bereiders van gedroogde vanille of van vanille-extract, respectievelijk plaatselijke inzamelings- en afzetorganisaties die zich ertoe verbinden de volle steun aan de begunstigde producenten uit te keren en aan de controlevoorschriften te voldoen, kan worden gewaarborgd dat binnen het kader van de bestaande afzetstructuur deze maatregelen naar behoren worden toegepast; dat de in genoemd artikel 13, lid 3, vastgestelde hoeveelheden maxima zijn die volgens de meest recente ramingen van de Franse autoriteiten op middellange termijn niet gehaald zullen worden; dat het, met het oog op een goed beheer en rekening houdende met de behoeften van de betrokken ultraperifere regio's, dienstig lijkt de betrokken beschikbare hoeveelheden te gebruiken voor bovengenoemde handelsregeling

    Overwegende dat, ter uitvoering van artikel 14 van Verordening (EEG) nr. 3763/91, enerzijds, met inachtneming van de per jaar en per categorie bepaalde hoeveelheden, de lijst moet worden vastgesteld van de producten die in aanmerking komen voor steun, daarbij rekening houdend met de mogelijkheden voor de ontwikkeling ter plaatse op het vlak van productie en verwerking, en dat daarnaast aan de hand van de prijzen van ter plaatse geproduceerde of ingevoerde grondstoffen de steunbedragen moeten worden bepaald en, anderzijds, specifieke bepalingen moeten worden vastgesteld met het oog op de controle op de regeling en op de naleving van de voorwaarden voor de toekenning van de steun, met name inzake de contracten en de aan de producten gegarandeerde minimumprijs en dat het daarom dienstig is in deze verordening een aantal bepalingen over te nemen van Verordening (EG) nr. 504/97 van de Commissie (8), gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1491/97 (9), houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 2201/96 van de Raad (10), gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2199/97 (11), wat de productiesteunregeling voor verwerkte producten op basis van groenten en fruit betreft;

    Overwegende dat met betrekking tot de steun voor het in de handel brengen van producten in het kader van seizoencontracten als bedoeld in artikel 15 van Verordening (EEG) nr. 3763/91 een definitie dient te worden vastgesteld van "seizoencontract" en de grondslag dient te worden gepreciseerd voor de berekening van het bedrag van de steun, dat wordt vastgesteld op 10 % van de waarde van de in de handel gebrachte productie, franco bestemming, en op 13 % bij toepassing van lid 4 van genoemd artikel 15; dat ten slotte de regeling dient te worden bepaald die voor de verdeling van de hoeveelheden waarvoor steun wordt toegekend, wordt toegepast wanneer de in dat artikel vastgestelde maxima worden overschreden;

    Overwegende dat het dienstig is in een afzonderlijk laatste hoofdstuk de algemene bepalingen voor al deze maatregelen op te nemen, met name die inzake mededelingen en controles;

    Overwegende dat met het oog op een optimale uitvoering van de nieuwe maatregelen 1 juli 1998 moet worden vastgesteld als begindatum voor de toepassing van deze verordening;

    Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het gezamenlijk advies van de Comités van beheer voor groenten en fruit, op basis van groenten en fruit verwerkte producten en levende planten en producten van de bloementeelt,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    HOOFDSTUK I

    Steun voor de voorziening

    Artikel 1

    1. Voor de toepassing van artikel 2, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 3763/91 zijn de producten van de sector groenten en fruit waarvoor de vrijstelling van de rechten bij invoer uit derde landen of waarvoor de communautaire steun geldt, vastgesteld in de voorzieningsbalans in bijlage 1, deel A, bij deze verordening.

    2. De in artikel 2, lid 4, van Verordening (EEG) nr. 3763/91 bedoelde steun voor de producten waarvoor een voorzieningsbalans wordt vastgesteld, is vastgesteld in bijlage 1, deel B, bij deze verordening.

    Artikel 2

    Behoudens specifieke bepalingen in deze verordening geldt het bepaalde in Verordening (EEG) nr. 131/92.

    Artikel 3

    1. De autoriteiten die bevoegd zijn voor de afgifte van de invoercertificaten, de vrijstellingscertificaten of de steuncertificaten die respectievelijk zijn bedoeld in de artikelen 2, 2 bis en 3 van Verordening (EEG) nr. 131/92, en ook de autoriteiten die bevoegd zijn voor de betaling van de steun en het beheer van de zekerheden worden aangewezen door Frankrijk.

    2. De certificaataanvragen kunnen steeds de eerste vijf werkdagen van de maand bij de bevoegde autoriteit worden ingediend. Aanvragen zijn alleen ontvankelijk als ze worden ingediend voor een hoeveelheid die niet groter is dan de hoeveelheid die beschikbaar is volgens de voorzieningsbalans en als de aanvrager een zekerheid heeft gesteld van 3 ECU/100 kg.

    3. De certificaten worden uiterlijk op de tiende werkdag van de maand afgegeven.

    4. De geldigheidsduur van de certificaten verstrijkt op de laatste dag van de tweede maand volgende op die van de maand van afgifte.

    5. Als op grond van artikel 4, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 131/92 een certificaat wordt afgegeven voor een kleinere hoeveelheid dan de hoeveelheid die is aangevraagd, kan de aanvrager zijn aanvraag intrekken binnen drie werkdagen vanaf de datum van afgifte van het certificaat; de zekerheid voor het certificaat wordt dan vrijgegeven.

    HOOFDSTUK II

    Steun voor de afzet op de regionale markt

    Artikel 4

    Overeenkomstig de in dit hoofdstuk bepaalde voorwaarden komen verse groenten en fruit, met uitzondering van andere bananen dan "plantains" (bakbananen) van GN-code 0803 00 11, bloemen en levende planten van de hoofdstukken 6, 7 en 8 van de gecombineerde nomenclatuur, pepers van GN-code 0904 en specerijen van GN-code 0910, die bestemd zijn voor de markt van de DOM, in aanmerking voor de in artikel 13 van Verordening (EEG) nr. 3763/91 bedoelde steun.

    Artikel 5

    1. De steun wordt aan de in artikel 6 bedoelde producenten toegekend voor de in bijlag II, deel A, kolom II, opgenomen, in drie categorieën A, B en C onderverdeelde producten

    a) die beantwoorden aan de op grond van titel I van Verordening (EG) nr. 2200/96 van de Raad (12) vastgestelde normen voor groenten en fruit of, wanneer voor het betrokken product dergelijke normen niet zijn vastgesteld, aan kwaliteitsvoorschriften die in de hieronder bedoelde leveringscontracten zijn opgenomen (producten die in verband met de tropische productieomstandigheden bijzondere kenmerken vertonen, komen echter eveneens in aanmerking), en

    b) waarvoor tussen de in artikel 6 genoemde marktdeelnemers vóór het begin van de betrokken verkoopperioden of vóór een door de bevoegde autoriteiten vastgestelde datum leveringscontracten gesloten zijn voor de duur van één of meer verkoopperioden.

    2. De steunbedragen voor elke categorie producten zijn vastgesteld in bijalge II, deel A, kolom IV.

    3. De steun wordt betaald voor de in bijlage II, deel A, kolom III, per categorie producten vastgestelde jaarlijkse maximumhoeveelheden.

    De bevoegde autoriteiten bepalen in ieder DOM welke producten en hoeveelheden voor de steun in aanmerking komen. zij passen deze verdeling aan de specifieke behoeften en de beschikbare hoeveelheden aan.

    4. De bevoegde autoriteiten kennen de steun ook toe voor de levering van producten in een ander DOM dan dat waarin ze geoogst zijn, wanneer dit op grond van de voorzieningssituatie voor de betrokken producten verantwoord is.

    Artikel 6

    1. Onverminderd de toepassing van artikel 5, lid 4, worden de leveringscontracten gesloten tussen individuele producenten of samenwerkingsverbanden van producenten enerzijds en door de nationale autoriteiten erkende distributeurs, horecabedrijven of in het productiegebied gevestigde gemeenschappen anderzijds.

    De in artikel 13, lid 1, zesde alinea, van Verordening (EEG) nr. 3763/91 bedoelde verhoogde steun die is vermeld in bijlage II, deel A, kolom V, is van toepassing in het raam van de contracten die door op grond van artikel 11 van Verordening (EG) nr. 2200/96 erkende telersverenigingen of op grond van Verordening (EEG) nr. 1360/78 van de Raad (13) erkende producentengroeperingen gesloten zijn met de bovenbedoelde distributeurs, horecabedrijven of gemeenschappen.

    2. De nationale autoriteiten erkennen de in lid 1 bedoelde distributeurs, horecabedrijven of gemeenschappen, op hun verzoek, voorzover zij zich er schriftelijk toe verbinden:

    a) de regionale markt te voorzien van de producten waarvoor de leveringscontracten zijn gesloten;

    b) een afzonderlijke boekhouding voor de leveringscontracten te voeren;

    c) op verzoek van de bevoegde diensten alle bewijsstukken en documenten betreffende de uitvoering van de contracten en de inachtneming van de op grond van deze verordening aangegane verbintenissen mee te delen.

    Artikel 7

    1. Telers die voor de steunregeling in aanmerking wensen te komen, zenden vóór een door de bevoegde autoriteiten bepaalde datum aan de door deze autoriteiten aangewezen diensten samen met een kopie van het in artikel 6, lid 1, bedoelde leveringscontract of voorlopige leveringscontract, een verklaring die ten minste de volgende gegevens bevat:

    - de firmanaam van de partijen die het contract gesloten hebben;

    - een nauwkeurige omschrijving van de producten waarop het contract betrekking heeft, en

    - de in de betrokken verkoopperioden te leveren hoeveelheden met het tijdschema voor de leveringen.

    2. De bevoegde autoriteiten kunnen en minimumhoeveelheid per steunaanvraag vaststellen.

    Artikel 8

    1. Als uit de in artikel 7, lid 1, bedoelde verklaringen blijkt dat het mogelijk is dat de voor een categorie producten in bijlage II, deel A, kolom III, vastgestelde hoeveelheid wordt overschreden, stellende bevoegde autoriteiten een voorlopige verminderingscoëfficiënt vast die wordt toegepast op elke steunaanvraag voor de betrokken categorie producten.

    Deze coëfficiënt, die overeenkomt met de verhouding tussen de in bijlage II, deel A, kolom III, vermelde hoeveelheden en de hoeveelheden waarvoor contracten zijn aangegaan, verhoogd met de hoeveelheden van mogelijke aanvullende overeenkomsten, wordt vastgesteld voordat enig besluit tot toekenning van de steun wordt genomen, maar uiterlijk een maand na de in artikel 7, lid 1 bedoelde datum.

    2. Als lid 1 is toegepast, stellen de bevoegde autoriteiten na afloop van het verkoopseizoen de definitieve verlagingscoëfficiënt vast, die moet worden toegepast op elke tijdens het verkoopseizoen ingediende steunaanvraag voor de betrokken categorie producten.

    HOOFDSTUK III

    Steun voor de productie van groene vanille en van geraniumolie en vetiverolie

    Artikel 9

    1. De in artikel 13, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 3763/91 bedoelde steun voor de productie van groene vanille van GN-code ex 0905, bestemd voor de productie van gedroogde (zwarte) vanille of van vanille-extracten, wordt aan de teler uitbetaald via door de bevoegde autoriteiten erkende bereiders.

    Voorzover dit voor de toepassing van de maatregel nodig is, specificeren deze autoriteiten de technische kenmerken van de groene vanille waarvoor de productiesteun verleend wordt.

    2. De bevoegde autoriteiten erkennen de in het productiegebied gevestigde bereiders die

    a) beschikken over geëigende inrichtingen/uitrusting voor de bereiding van gedroogde (zwarte) vanille of vanille-extracten, en

    b) zich er schriftelijk toe verbinden:

    - in het kader van één of meer leveringscontracten het gehele bedrag van 6,04 ECU per kg binnen een maand na de uitkering van de steun door de bevoegde diensten door te betalen aan de teler;

    - een afzonderlijke boekhouding te voeren voor de transacties die de toepassing van dit artikel betreffen;

    - alle nodige controles door de bevoegde diensten mogelijk te maken en alle gegevens over de toepassing van dit artikel mee te delen.

    Artikel 10

    1. De in artikel 13, lid 3, van Verordening (EEG) nr. 3763/91 bedoelde steun voor de productie van geraniumolie en van vetiverolie van de GN-codes 3301 21 en 3301 26 wordt via door de bevoegde autoriteiten erkende plaatselijke inzamelings- en afzetorganisaties aan de producenten uitbetaald.

    De steun wordt betaald voor eindproducten die volgens erkende bereidingstechnieken worden verkregen en die beantwoorden aan de door de bevoegde autoriteiten voorgeschreven technische kenmerken.

    2. De bevoegde autoriteiten erkennen de in lid 1 bedoelde, in het productiegebied gevestigde organisaties die zich schriftelijk ertoe verbinden:

    a) in het kader van één of meer leveringscontracten het gehele bedrag van 44,68 ECU per kg eindproduct binnen een maand na de uitkering van de steun door de bevoegde diensten door te betalen aan de producent van geraniumolie en van vetiverolie;

    b) een afzonderlijke boekhouding te voeren voor de transacties die de toepassing van dit artikel betreffen;

    c) alle nodige controles door de bevoegde diensten mogelijk te maken en alle gegevens over de toepassing van dit artikel mee te delen.

    Artikel 11

    1. Wanneer de hoeveelheden waarvoor op grond van artikel 9 of artikel 10 steunaanvragen worden ingediend, groter zijn dan de in bijlage II, deel B, bepaalde jaarlijkse hoeveelheden, stellen de bevoegde autoriteiten een op iedere aanvraag toe te passen verminderingspercentage vast.

    2. De bevoegde autoriteiten stellen de nodige aanvullende administratieve bepalingen voor de toepassing van de artikelen 9 en 10 vast, met name inzake de indiening van de steunaanvragen, en voeren, naar gelang van het geval, bij de telers van groene vanille, de bereiders van gedroogde vanille of vanille-extracten, de producenten van geraniumolie en vetiverolie en de organisaties voor de inzameling en afzet van laatstgenoemde producten de nodige controles uit.

    Zij kunnen de betaling van de steun met name afhankelijk stellen van de overlegging van afleveringsbewijzen die zowel door de teler als, naar gelang van het geval, door de bereiders of de erkende inzamelings- en afzetorganisaties ondertekend zijn.

    HOOFDSTUK IV

    Steun voor de verwerking van groenten en fruit

    Artikel 12

    De in artikel 14 van Verordening (EEG) nr. 3763/91 bedoelde productiesteun wordt aan de verwerkers die door Frankrijk zijn erkend, toegekend overeenkomstig de in dit hoofdstuk bepaalde voorwaarden.

    Artikel 13

    1. De steun wordt betaald voor de verwerking van groenten en fruit die in de DOM zijn geoogst en waarvoor de verwerkers een prijs hebben betaald die ten minste gelijk is aan de minimumprijs in het kader van verwerkingscontracten voor de vervaardiging van de producten vermeld in bijlage III, deel B.

    2. De steun wordt betaald voor maximaal de jaarlijkse hoeveelheden die voor elk van de drie categorieën A, B en C zijn vastgesteld in bijlage III, deel A, kolom II.

    De steunbedragen voor elke categorie producten zijn vastgesteld in bijlage III, deel A, kolom IV. De steun is evenwel niet van toepassing voor ananassen van GN-code 0804 30 die worden gebruikt voor de productie van conserven waarvoor de in Verordening (EEG) nr. 527/77 van de Raad (14) vastgestelde steunregeling wordt toegepast.

    3. Het verkoopseizoen loopt van 1 januari tot en met 31 december.

    Artikel 14

    1. Verwerkers die voor de steunregeling in aanmerking wensen te komen, dienen een erkenningsaanvraag in bij de diensten die de bevoegde autoriteiten hebben aangewezen en wel voor een datum die deze autoriteiten hebben bepaald; de betrokken verwerkers verstrekken daarbij alle door Frankrijk voor het beheer van en de controle op de steunregeling gevraagde gegevens.

    2. De Franse autoriteiten verlenen de erkenning aan verwerkende bedrijven, respectievelijk wettelijk opgerichte verenigingen of unies van die bedrijven, die daarom verzoeken voorzover

    a) zij beschikken over adequate installaties voor de verwerking van groenten en fruit, en

    b) zij zich er schriftelijk toe verbinden:

    - een afzonderlijke boekhouding te voeren over de uitvoering van de in artikel 15 bedoelde contracten,

    - op verzoek van de bevoegde diensten alle bewijsstukken en documenten betreffende de uitvoering van de contracten en de inachtneming van de op grond van deze verordening aangegane verbintenissen mee te delen.

    Artikel 15

    1. De in artikel 14, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 3763/91 bedoelde contracten, hierna "verwerkingscontracten" genoemd, dienen schriftelijk te worden gesloten vóór het begin van het verkoopseizoen. Zij kunnen de vorm hebben van:

    a) een overeenkomst tussen een individuele producent of een op grond van artikel 11 van Verordening (EG) nr. 2200/96 erkende telersvereniging enerzijds en een verwerkend bedrijf, respectievelijk vereniging of unie van dergelijke bedrijven, die zijn erkend door de nationale autoriteiten, anderzijds;

    b) een verbintenis tot levering, wanneer de onder a) bedoelde telersvereniging als verwerker optreedt.

    2. In de verwerkingscontracten worden met name de volgende gegevens vermeld:

    a) de firmanaam van de partijen die het contract hebben gesloten;

    b) een nauwkeurige omschrijving van het product of van de producten waarop het contract betrekking heeft;

    c) de te leveren hoeveelheden basisproduct;

    d) het tijdschema voor de levering aan de verwerker;

    e) de voor het basisproduct aan de medecontractant te betalen prijs, exclusief kosten voor verpakking, vervoer, en belastingen; deze bedragen worden, in voorkomend geval, apart vermeld; de prijs mag niet lager zijn dan de in artikel 13, lid 1, bedoelde minimumprijs;

    f) de omschrijving van de te vervaardigen eindproducten.

    3. Onder de door de Franse autoriteiten per product vast te stellen voorwaarden kunnen contractanten besluiten de oorspronkelijk in het verwerkingscontract bepaalde hoeveelheden schriftelijk via aanvullende overeenkomsten te verhogen.

    Deze aanvullende overeenkomsten mogen in het totaal betrekking hebben op ten hoogste 30 % van de oorspronkelijk in de contracten vastgelegde hoeveelheden.

    4. Als een telersvereniging tevens als verwerker optreedt, wordt het verwerkingscontract voor de eigen productie geacht te zijn gesloten wanneer binnen de in lid 5 bedoelde termijn aan de bevoegde autoriteit de volgende gegevens zijn meegedeeld:

    a) de totale oppervlakte van het areaal waarop het basisproduct wordt geteeld, met vermelding van de kadastrale omschrijving of van een door de controlerende instantie als gelijkwaardig erkende aanduiding;

    b) een raming van de totale oogst;

    c) de voor verwerking bestemde hoeveelheid;

    d) het tijdschema voor de verwerking.

    5. De verwerker of de vereniging van verwerkers zendt een exemplaar van elk verwerkingscontract, en, in voorkomend geval, van de aanvullende overeenkomsten, aan de door Frankrijk aangewezen instantie. Deze exemplaren moeten uiterlijk tien werkdagen na de datum waarop het contract en, in voorkomend geval, de aanvullende overeenkomst zijn gesloten aan de bevoegde autoriteiten worden toegezonden, en moeten uiterlijk vijf dagen voor het begin van de leveringen door hen zijn ontvangen.

    6. Voor het verkoopseizoen 1998 wordt de in lid 1 bedoelde uiterste datum voor de ondertekening van de contracten verschoven naar 30 september 1998.

    Artikel 16

    1. Behalve in het in artikel 15, lid 1, onder b), genoemde geval, dient de verwerker het basisproduct uitsluitend via bank-of postgiro of door middel van een gekruiste cheque aan de telersvereniging of aan de individuele teler te betalen.

    De telersvereniging maakt het in de eerste alinea bedoelde bedrag binnen vijftien werkdagen via bank- of postgiro of door middel van een gekruiste cheque integraal over aan de telers. In het in artikel 15, lid 1, onder b) genoemde geval kan de betrokken betaling gebeuren door creditering. Frankrijk neemt de nodige maatregelen om te controleren of het bepaalde in dit lid wordt nageleefd en stelt met name aan de verantwoordelijke personen van de telersvereniging op te leggen sancties vast die evenredig zijn met de ernst van de overtreding.

    2. Frankrijk mag aanvullende bepalingen met betrekking tot de verwerkingscontracten vaststellen, in het bijzonder met betrekking tot de termijnen, de voorwaarden en regels inzake de betaling van de minimumprijs, en de schadevergoeding die de verwerker, de telersvereniging of de teler moeten betalen als zij hun contractuele verplichtingen niet nakomen.

    Artikel 17

    Onverminderd de volgens de procedure van artikel 46 van Verordening (EG) nr. 2200/96 vastgestelde of vast te stellen minimumeisen inzake de kwaliteit moeten de in het kader van verwerkingscontracten aan de verwerker geleverde basisproducten van gezonde handelskwaliteit zijn en geschikt zijn om te worden verwerkt.

    Artikel 18

    1. De verwerker dient per verkoopseizoen bij de door Frankrijk aangewezen instantie twee steunaanvragen in te dienen:

    a) de eerste voor de producten die zijn verwerkt in de periode van 1 januari tot en met 31 mei;

    b) de tweede voor de producten die zijn verwerkt in de periode van 1 juni tot en met 31 december.

    2. In de steunaanvraag moeten met name worden vermeld het nettogewicht van de gebruikte basisproducten en van de vervaardigde eindproducten, in beide gevallen met de omschrijving volgens bijlage II, deel A, respectievelijk deel B. Bij de steunaanvraag worden de kopieën van de in artikel 16, lid 1, eerste alinea, bedoelde giro-opdrachten of gekruiste cheques gevoegd. Als het een verbintenis tot levering betreft, mogen deze kopieën worden vervangen door een verklaring van de teler dat de verwerker hem heeft gecrediteerd voor een prijs die ten minste gelijk is aan de minimumprijs. Op deze kopieën of verklaringen worden de referenties vermeld van de contracten waarop zij betrekking hebben.

    Artikel 19

    1. Als uit de in artikel 15, lid 5, bedoelde verklaringen blijkt dat het mogelijk is dat voor een categorie producten de in bijlage III, deel A, kolom III, vastgestelde hoeveelheid wordt overschreden, stellen de bevoegde autoriteiten een voorlopige verminderingscoëfficiënt vast die wordt toegepast op elke op grond van artikel 18, lid 1, onder a), ingediende steunaanvraag voor de betrokken categorie producten.

    Deze coëfficiënt, die overeenkomt met de verhouding tussen de in bijlage III, deel A, kolom III, vermelde hoeveelheden en de hoeveelheden waarvoor contracten zijn aangegaan, verhoogd met de hoeveelheden van mogelijke aanvullende overeenkomsten, wordt uiterlijk op 31 maart vastgesteld.

    2. Als lid 1 is toegepast, stellen de bevoegde autoriteiten aan het einde van het verkoopseizoen de definitieve verlagingscoëfficiënt vast, die moet worden toegepast op elke op grond van artikel 18, lid 1, onder a) of b), ingediende steunaanvraag voor de betrokken categorie producten.

    Artikel 20

    1. De verwerker houdt registers bij waarin ten minste de volgende gegevens worden opgetekend:

    a) per dag, de inkomende gekochte partijen basisproducten, met vermelding voor welke hoeveelheden verwerkingscontracten dan wel aanvullende overeenkomsten zijn gesloten, en met opgave van de nummers van de in voorkomend geval voor deze partijen afgegeven bewijzen van inontvangstneming;

    b) het gewicht van elke inkomende partij en naam en adres van de medecontractant;

    c) per dag, de hoeveelheden eindproducten die zijn verkregen na verwerking van basisproducten die voor steun in aanmerking komen;

    d) voor elke partij, de hoeveelheid en de prijs van het product dat het bedrijf van de verwerker verlaat, met vermelding van de geadresseerde. Deze gegevens mogen in de registers worden opgetekend met verwijzing naar de bewijsstukken voorzover de voornoemde gegevens daarin zijn vermeld.

    2. De verwerker bewaart het bewijs van betaling voor alle basisproducten die in het kader van verwerkingscontracten of van aanvullende overeenkomsten zijn gekocht.

    3. De verwerker dient zich aan alle noodzakelijk geachte inspectie- of controlemaatregelen te onderwerpen en houdt de aanvullende registers bij die door de Franse autoriteiten zijn voorgeschreven om de door hen noodzakelijk geachte controles te kunnen verrichten. Als de bedoelde inspectie of controle door de schuld van de verwerker niet kan worden uitgevoerd ondanks een aanmaning dat hij deze inspectie of controle dient toe te staan, wordt voor de betrokken verkoopseizoenen geen steun uitgekeerd.

    HOOFDSTUK V

    Steun voor het in de handel brengen van producten in het kader van seizoencontracten

    Artikel 21

    1. Voor de toepassing van artikel 15 van Verordening (EEG) nr. 3763/91 wordt onder "seizoencontract" verstaan, het contract waarbij een buiten de DOM in de Gemeenschap gevestigde marktdeelnemer, natuurlijke persoon of rechtspersoon, zich vóór het begin van de verkoopperiode voor het betrokken product of de betrokken producten ertoe verbindt de productie van een in een DOM gevestigde individuele producent of van een aldaar gevestigde telersvereniging of unie daarvan geheel of gedeeltelijk af te nemen met het oog op het in de handel brengen van de producten buiten de DOM.

    2. Marktdeelnemers die een steunaanvraag wensen in te dienen, doen de Franse bevoegde diensten het seizoencontract toekomen vóór het begin van de verkoopperiode voor het betrokken product of de betrokken producten.

    Het contract moet ten minste de volgende gegevens bevatten:

    a) de firmanaam en het adres van vestiging van de contractanten;

    b) de omschrijving van het product, respectievelijk de producten;

    c) de betrokken hoeveelheden;

    d) de duur van de verbintenis;

    e) het tijdschema voor het in de handel brengen van producten;

    f) de wijze van opmaak en verpakking en de gegevens betreffende het vervoer (voorwaarden en kosten);

    g) het leveringsstadium.

    3. De bevoegde diensten gaan na of de contracten in overeenstemming zijn met de bepalingen van de onderhavige verordening en van artikel 15 van Verordening (EEG) nr. 3763/91. Met name vergewissen zij zich ervan of de in lid 2 genoemde gegevens in de contracten voorkomen.

    Zij wijzen de marktdeelnemers erop dat het mogelijk is dat lid 6 wordt toegepast.

    4. Voor de bepaling van het steunbedrag wordt de waarde van de in de handel gebrachte productie, franco gebied van bestemming, geraamd op basis van het seizoencontract, de specifieke vervoerdocumenten en alle tot staving van de betalingsaanvraag overgelegde bewijsstukken.

    De in aanmerking te nemen waarde van de in de handel gebrachte productie is de waarde franco eerste haven of eerste luchthaven van lossing.

    De diensten kunnen alle voor het berekenen van het steunbedrag dienstige aanvullende informatie of bewijsstukken vragen.

    5. De koper die zich ertoe heeft verbonden het betrokken product in de handel te brengen, dient de steunaanvraag in.

    De bevoegde diensten kunnen, voorzover dit met het oog op het beheer van de steunregeling nodig is, per product verkoopperioden of -seizoenen vaststellen.

    6. Wanneer voor een bepaald product en een bepaald DOM de hoeveelheden waarvoor de steun wordt aangevraagd, groter zijn dan het in artikel 15 van Verordening (EEG) nr. 3763/91 vastgestelde volume van 3 000 ton of, wat meloenen van GN-code ex 0807 10 90 betreft, dan het in lid 5 van die verordening vastgestelde maximum, stellen de nationale autoriteiten een op iedere steunaanvraag toe te passen uniform verminderingspercentage vast.

    7. De in artikel 15, lid 4, van Verordening (EEG) nr. 3763/91 bedoelde verhoging van de steun wordt uitgekeerd na overlegging van de door de partners aangegane verbintenissen om gedurende een periode van ten minste drie jaar de kennis en de knowhow te delen die nodig zijn om het doel van het samenwerkingsverband te bereiken. In deze verbintenissen moet een beding zijn opgenomen waardoor opzegging van de verbintenis vóór het einde van de bedoelde periode van drie jaar wordt uitgesloten.

    Wanneer de bovenbedoelde verbintenissen niet worden nagekomen, kan de koper voor het betrokken verkoopseizoen geen steunaanvraag indienen.

    HOOFDSTUK VI

    Algemene bepalingen

    Artikel 22

    1. Steunaanvragen worden bij de door de Franse autoriteiten aangewezen diensten ingediend overeenkomstig de door de door deze autoriteiten voorgeschreven modellen en, wat de steun volgens de hoofdstukken II, III, IV en V betreft, binnen de door die autoriteiten bepaalde termijn(en).

    2. De aanvragen gaan vergezeld van de facturen en van alle andere bewijsstukken betreffende de uitgevoerde acties; met name moeten in verband met de steunmaatregelen bedoeld in respectievelijk de hoofdstukken II, III, IV en V verwijzingen worden verstrekt naar de betrokken leveringscontracten, verwerkingscontracten of seizoencontracten.

    3. De bevoegde diensten verifiëren de steunaanvragen en de bewijsstukken en keren de op grond van deze verordening vastgestelde steun uit binnen twee maanden na het verstrijken van de termijn voor de indiening van de steunaanvragen.

    Artikel 23

    1. Frankrijk deelt de Commissie mee:

    a) vóór het begin van elk verkoopseizoen, die in hoofdstuk IV bedoelde minimumprijzen die overeenkomstig artikel 14 van Verordening (EEG) nr. 3763/91 zijn bepaald voor elke categorie producten die in bijlage III is vastgesteld;

    b) uiterlijk op 31 mei, de hoeveelheden waarvoor voor het lopende verkoopseizoen contracten zijn gesloten in het kader van de hoofdstukken II, IV en V, uitgesplitst per categorie of product;

    c) uiterlijk op 31 mei, een verslag over de uitvoering van de in deze verordening vervatte maatregelen in het voorgaande verkoopseizoen, waarin met name moeten worden vermeld;

    - de hoeveelheden van de in hoofdstuk I bedoelde voorzieningsbalans waarvoor hetzij, enerzijds, de vrijstelling van invoerrechten hetzij, anderzijds, de communautaire steun is verleend, uitgesplitst per groep producten als vastgesteld in bijlage I, deel A,

    - de naar derde landen uitgevoerde of naar de rest van de Gemeenschap verzonden hoeveelheden, uitsplitst per groep producten als vastgesteld in bijlage I, deel A,

    - de hoeveelheden waarvoor de steun en de verhoogde steun, als bedoeld in hoofdstuk II, is toegekend, uitgesplitst per product als vastgesteld in bijlage II, deel A,

    - de hoeveelheden groene vanille, geraniumolie en vetiverolie waarvoor de in hoofdstuk III bedoelde steun is toegekend,

    - de hoeveelheden grondstof waarvoor de steun, als bedoeld in hoofdstuk IV, is toegekend, uitgesplitst per product als vastgesteld in bijlage III, deel A, alsmede de in nettogewicht uitgedrukte hoeveelheden verkregen eindproducten, uitgesplitst overeenkomstig bijlage III, deel B,

    - de hoeveelheden waarvoor de steun en de verhoging van de steun, als bedoeld in hoofdstuk V, zijn toegekend, uitgesplitst per product, alsmede de gemiddelde waarde daarvan in de zin van artikel 21, lid 4,

    d) uiterlijk één maand na de bekendmaking ervan, de verdere bepalingen die zijn vastgesteld voor de uitvoering van deze verordening.

    2. Voor het verkoopseizoen 1998 is de in lid 1, onder a), bedoelde datum 31 augustus 1998.

    Artikel 24

    1. De nationale autoriteiten treffen de nodige maatregelen om zich ervan te vergewissen dat de voorwaarden voor de toekenning van de in de artikelen 2, 13, 14 en 15 van Verordening (EEG) nr. 3763/91 bedoelde steun in acht genomen worden.

    Daartoe controleren zij ter plaatse een steekproef van steunaanvragen die minstens 20 % van de hoeveelheden en 10 % van de begunstigden omvat.

    Zij trekken de in artikel 6, lid 2, artikel 9, lid 2, artikel 10, lid 2, en artikel 14 bedoelde erkenningen in wanneer de desbetreffende verbintenissen niet nagekomen worden.

    Zij kunnen de betaling van de steun schorsen, daarbij rekening houdend met de ernst van de vastgestelde onregelmatigheden.

    2. Als ten onrechte steun is uitgekeerd, vorderen de bevoegde diensten de betrokken bedragen terug, vermeerderd met een rente die berekend wordt over de tijd die is verlopen tussen de datum waarop het onverschuldigde bedrag is uitbetaald en de datum van terugbetaling daarvan.

    Wanneer ten onrechte steun is uitgekeerd als gevolg van valse verklaringen, valse documenten of grove nalatigheid van de begunstigde, wordt een sanctie toegepast waarvan het bedrag gelijk is aan het ten onrechte ontvangen bedrag, vermeerderd met de overeenkomstig de vorige alinea berekende rente.

    De toe te passen rente is de op de datum van de ten oprechte gedane betaling geldende rentevoet die door het Europees Fonds voor monetaire samenwerking voor zijn verrichtingen in ECU wordt toegepast en in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen, reeks C, wordt bekendgemaakt, verhoogd met drie procentpunten.

    3. De terugbetaalde bedragen en de rente worden overgemaakt aan het bevoegde betaalorgaan en in mindering gebracht op de door het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw gefinancierde uitgaven.

    Artikel 25

    Verordening (EG) nr. 489/97 wordt ingetrokken.

    Verwijzingen naar de ingetrokken verordening gelden als verwijzing naar deze verordening volgens de in bijlage IV opgenomen concordantietabel.

    Artikel 26

    Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

    Zij is van toepassing met ingang van 1 juli 1998.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 16 juli 1998.

    Voor de Commissie

    Franz FISCHLER

    Lid van de Commissie

    (1) PB L 356 van 24. 12. 1991, blz. 1.

    (2) PB L 267 van 9. 11. 1995, blz. 5.

    (3) PB L 15 van 22. 1. 1992, blz. 13.

    (4) PB L 225 van 6. 9. 1996, blz. 3.

    (5) PB L 185 van 4. 8. 1995, blz. 10.

    (6) PB L 249 van 17. 10. 1995, blz. 12.

    (7) PB L 76 van 18. 3. 1997, blz. 6.

    (8) PB L 78 van 20. 3. 1997, blz. 4.

    (9) PB L 202 van 30. 7. 1997, blz. 27.

    (10) PB L 297 van 21. 11. 1996, blz. 29.

    (11) PB L 303 van 6. 11. 1997, blz. 1.

    (12) PB L 297 van 21. 11. 1996, blz. 1.

    (13) PB L 166 van 23. 6. 1978, blz. 1.

    (14) PB L 73 van 21. 3. 1977, blz. 43.

    BIJLAGE I

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    BIJLAGE II

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    BIJLAGE III

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    BIJLAGE IV

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    Top