This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 31986D0085
86/85/EEC: Council Decision of 6 March 1986 establishing a Community information system for the control and reduction of pollution caused by the spillage of hydrocarbons and other harmful substances at sea
86/85/EEG: Beschikking van de Raad van 6 maart 1986 tot instelling van een communautair informatiesysteem voor de controle op en de beperking van de verontreiniging van de zee door olie en andere gevaarlijke stoffen
86/85/EEG: Beschikking van de Raad van 6 maart 1986 tot instelling van een communautair informatiesysteem voor de controle op en de beperking van de verontreiniging van de zee door olie en andere gevaarlijke stoffen
PB L 77 van 22/03/1986, p. 33–37
(ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT) Dit document is verschenen in een speciale editie.
(FI, SV)
No longer in force, Date of end of validity: 27/12/2000; opgeheven door 32000D2850
86/85/EEG: Beschikking van de Raad van 6 maart 1986 tot instelling van een communautair informatiesysteem voor de controle op en de beperking van de verontreiniging van de zee door olie en andere gevaarlijke stoffen
Publicatieblad Nr. L 077 van 22/03/1986 blz. 0033 - 0037
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 15 Deel 7 blz. 0113
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 15 Deel 7 blz. 0113
***** BESCHIKKING VAN DE RAAD van 6 maart 1986 tot instelling van een communautair informatiesysteem voor de controle op en de beperking van de verontreiniging van de zee door olie en andere gevaarlijke stoffen (86/85/EEG) DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op de artikelen 213 en 235, Gezien het voorstel van de Commissie (1), Gezien het advies van het Europese Parlement (2), Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité (3), Overwegende dat uit studies die de Commissie heeft ondernomen overeenkomstig de resolutie van de Raad van 26 juni 1978 tot instelling van een actieprogramma van de Europese Gemeenschappen inzake de controle op en de beperking van de verontreiniging van de zee door lozingen van koolwaterstoffen (4), is gebleken dat het mogelijk is een communautair informatiesysteem op te zetten voor de controle op en de beperking van de verontreiniging van de zee door olie en andere gevaarlijke stoffen; Overwegende dat de Raad Beschikking 81/971/EEG van 3 december 1981 tot instelling van een communautair informatiesysteem voor de controle op en de beperking van de verontreiniging van de zee door olie (5) heeft aangenomen; Overwegende dat de Raad Besluit 81/420/EEG van 19 mei 1981 houdende sluiting van het Protocol betreffende de samenwerking in noodsituaties bij de bestrijding van de verontreiniging van de Middellandse Zee door koolwaterstoffen en andere schadelijke stoffen (6) en Besluit 84/358/EEG van 28 juni 1984 betreffende de sluiting van de Overeenkomst inzake samenwerking bij de bestrijding van verontreiniging van de Noordzee door olie en andere gevaarlijke stoffen (7) heeft aangenomen; Overwegende dat de wetenschappelijke kennis betreffende de eigenschappen en het gedrag van andere gevaarlijke stoffen dan koolwaterstoffen bij lozing in zee nog beperkt is en dat de invoering van het informatiesysteem derhalve geleidelijk dient te geschieden, met name naarmate deze kennis toeneemt; Overwegende dat informatie over de eigenschappen en het gedrag van andere gevaarlijke stoffen dan koolwaterstoffen de Lid-Staten bij een ongeval zal helpen de aard van het gevaar te onderkennen en de meest geschikte middelen en methoden te kiezen voor de bestrijding van de verontreiniging; Overwegende dat derhalve de werkingssfeer van Beschikking 81/971/EEG dient te worden verruimd, in het bijzonder met het oog op de opstelling van een inventaris van de middelen om op te treden bij lozing van andere gevaarlijke stoffen dan olie in zee; Overwegende dat de Commissie, dank zij het informatiesysteem, een aantal van de taken kan vervullen die zijn genoemd in voornoemde resolutie van 26 juni 1978 en in het daarbij gevoegde actieprogramma; Overwegende dat dit informatiesysteem nodig lijkt ter verwezenlijking van een van de doelstellingen van de Gemeenschap op het terrein van de controle op en de beperking van de verontreiniging van de zee door olie en andere gevaarlijke stoffen; dat het Verdrag niet voorziet in alle daartoe vereiste bevoegdheden, zodat ook gebruik moet worden gemaakt van artikel 235 van het Verdrag, HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING VASTGESTELD: Artikel 1 1. Er wordt een informatiesysteem ingesteld dat de bevoegde instanties van de Lid-Staten de beschikking moet geven over de gegevens die nodig zijn voor de controle op en de beperking van verontreiniging van de zee door lozingen op grote schaal van olie en andere gevaarlijke stoffen. 2. Het informatiesysteem omvat: a) een lijst van de nationale en gezamenlijke plannen ter bestrijding van de verontreiniging door lozing van olie in zee met een beknopte beschrijving van de inhoud van die plannen en een opgave van de ter zake bevoegde autoriteiten; b) een inventaris van de middelen ter bestrijding van de verontreiniging van de zee door olie (bijlage I); c) een lijst van de eigenschappen en het gedrag van olie en van de methoden voor de behandeling en het eindgebruik van op zee of langs de kusten verzamelde mengsels van water/olie/vaste stoffen (bijlage II); d) een door de Commissie geleidelijk op te stellen inventaris van de middelen om op te treden bij lozing van andere gevaarlijke stoffen dan olie in zee (bijlage III). 3. Bovendien stelt de Commissie geleidelijk op grond van de opgedane ervaring een lijst op van de gegevens over de eigenschappen en het gedrag van andere gevaarlijke stoffen of groepen gevaarlijke stoffen dan olie. Artikel 2 1. De Lid-Staten verstrekken de in de bijlagen en in artikel 1, lid 2, onder a), bedoelde gegevens voor de eerste maal aan de Commissie binnen twaalf maanden na de bekendmaking van deze beschikking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen. 2. Vervolgens werken de Lid-Staten de in lid 1 bedoelde gegevens jaarlijks in januari bij. Bovendien stellen de Lid-Staten de Commissie zo spoedig mogelijk in kennis van belangrijke wijzigingen die zich hebben voorgedaan in deze gegevens. Artikel 3 Het informatiesysteem wordt ten uitvoer gelegd onder verantwoordelijkheid van de Commissie. De Commissie draagt er zorg voor dat in de verspreidingsfase iedere Lid-Staat een afschrift van alle in het systeem opgenomen gegevens ontvangt. Artikel 4 Binnen zes maanden na de bekendmaking van deze beschikking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen wijst elke Lid-Staat de bevoegde instantie(s) aan die de in artikel 2 bedoelde gegevens moet(en) verzamelen, bij de Commissie moet(en) indienen en de in artikel 3 bedoelde gegevens in ontvangst moet(en) nemen. Hij stelt de Commissie hiervan in kennis. Artikel 5 De Commissie stelt om de twee jaar een verslag op over de werking van het informatiesysteem en het gebruik ervan door de Lid-Staten en zendt dit verslag toe aan de Raad en aan het Europese Parlement. Artikel 6 Beschikking 81/971/EEG wordt ingetrokken. Artikel 7 Deze beschikking is gericht tot de Lid-Staten. Gedaan te Brussel, 6 maart 1986. Voor de Raad De Voorzitter P. WINSEMIUS (1) PB nr. C 112 van 7. 5. 1985, blz. 5. (2) PB nr. C 229 van 9. 9. 1985, blz. 15. (3) PB nr. C 118 van 29. 7. 1985, blz. 18. (4) PB nr. C 162 van 8. 7. 1978, blz. 1. (5) PB nr. L 355 van 10. 12. 1981, blz. 52. (6) PB nr. L 162 van 19. 6. 1981, blz. 4. (7) PB nr. L 188 van 16. 7. 1984, blz. 7. BIJLAGE I INVENTARIS VAN MIDDELEN TER BESTRIJDING VAN DE VERONTREINIGING VAN DE ZEE DOOR OLIE Het is de bedoeling dat deze inventaris een eerste indicatie geeft van de middelen waarover een Lid-Staat beschikt (1) ter bestrijding van de verontreiniging van de zee door olie en waarvan sommige bij een ongeval op verzoek ter beschikking van een andere Lid-Staat kunnen worden gesteld onder voorwaarden die in overleg tussen de daartoe bevoegde instanties worden bepaald. Vermelding in de inventaris van een middel ter bestrijding van de verontreiniging houdt geen enkele verplichting in om dat middel ter beschikking te stellen. A. INHOUD De inventaris omvat gegevens over: 1. het gespecialiseerde personeel (aantal, scholing); 2. de mechanische middelen om in zee gestroomde olie te verwijderen en verontreiniging van de kusten te voorkomen of te bestrijden, alsmede over het gespecialiseerde personeel dat die middelen moet toepassen; 3. de chemische middelen ter bestrijding van de verontreiniging van de zee en voor de reiniging van de kusten, alsmede over het gespecialiseerde personeel dat die middelen moet toepassen; 4. de hulpverleningsploegen; 5. de vaartuigen en de luchtvaartuigen die zijn uitgerust voor de bestrijding van de verontreiniging; 6. de verplaatsbare installaties voor tijdelijke opslag van verzamelde olie; 7. de voorzieningen voor het lichten van olietankers. De inventaris bevat gegevens over de aard van de genoemde middelen, de plaats waar deze zich bevinden, en eventueel over de tijd die nodig is om die middelen toe te passen. B. PROCEDURES De Commissie stelt een eerste versie van de inventaris op en verstrekt hiervan een exemplaar aan de Lid-Staten. Zij ziet erop toe dat de gegevens die zij ontvangt overeenstemmen met de doelstellingen en de inhoud van de inventaris. Zij neemt de nodige maatregelen voor de praktische toepassing van de inventaris. De Lid-Staten: - verzamelen de inlichtingen waarover zij beschikken betreffende de onder A genoemde gegevens, en zenden die aan de Commissie toe; - verstrekken aan de Commissie de te hunner beschikking staande inlichtingen die noodzakelijk zijn voor het bijhouden van de inventaris. (1) Met uitsluiting van middelen en personeel die kunnen worden ingezet om de essentiële veiligheidsbelangen van deze Lid-Staat te beschermen. BIJLAGE II LIJST VAN EIGENSCHAPPEN EN HET GEDRAG VAN OLIE EN VAN DE METHODEN VOOR DE BEHANDELING EN HET EINDGEBRUIK VAN OP ZEE OF LANGS DE KUSTEN VERZAMELDE MENGSELS WATER-OLIE-VASTE STOFFEN Het doel van deze lijst is indicatieve gegevens over olie te verstrekken ter vergemakkelijking van een snel en doeltreffend ingrijpen om de gevolgen van een toevallige lozing van olie onder controle te krijgen en ter beperking van het uiteindelijke effect op lange termijn van de opslag van verontreinigde olie. A. INHOUD De lijst behelst in de eerste plaats feitelijke en indicatieve gegevens over: - de relevante eigenschappen van de olie die eventueel kan worden geloosd, bij voorbeeld: dichtheid, oppervlaktespanning, viscositeit, paraffinegehalte, druppelpunt, ontvlammingspunt en oplosbaarheid; - de veranderingen die bij olie in zee optreden als gevolg van verdamping, oplossing, emulgatie, oxydatie en biologische afbraak, alsmede over de verspreiding van olie in het natuurlijke milieu; - de veranderingen die bij de olie optreden als gevolg van behandelingsmethoden die tijdens de bestrijding van de olieverontreiniging in zee en op de kust worden gebruikt. In de tweede plaats geeft de lijst een samenvatting van de bekende gegevens over de uitwerking van olie op de mariene fauna en flora. In de derde plaats bevat de lijst gegevens over: - de werking en beschrijving van de permanente voorzieningen voor definitieve behandeling; - het eindgebruik van de mengsels van water-olie-vaste stoffen. B. PROCEDURES De Commissie verzamelt de onder A genoemde gegevens en ziet erop toe dat deze worden medegedeeld aan en ter beschikking worden gesteld van de Lid-Staten. De Lid-Staten: - verzamelen de onder A bedoelde gegevens die in hun bezit zijn, en delen deze aan de Commissie mede; - delen aan de Commissie mede welke andere bronnen van gegevens zij kennen; - verstrekken aan de Commissie de inlichtingen waarover zij beschikken en die noodzakelijk zijn voor het bijhouden van de lijst. BIJLAGE III INVENTARIS VAN DE MIDDELEN OM OP TE TREDEN BIJ LOZING VAN ANDERE GEVAARLIJKE STOFFEN DAN OLIE Het doel van deze inventaris is een eerste indicatie te geven van de middelen waarover een Lid-Staat beschikt (1) om op te treden bij lozing in zee van andere gevaarlijke stoffen dan olie, en waarvan sommige bij een ongeval op verzoek ter beschikking van een andere Lid-Staat kunnen worden gesteld op in overleg tussen de bevoegde instanties vast te stellen voorwaarden. A. INHOUD De inventaris bevat gegevens over: 1. personele hulpmiddelen (gespecialiseerd personeel; hulpverleningsploegen, enz.); 2. de materiële hulpmiddelen die kunnen worden gebruikt in de verschillende fasen van de bestrijding, alsmede bij het herstel van de oorspronkelijke toestand op de door de verontreiniging getroffen plaatsen. De inventaris bevat gegevens over de aard van deze hulpmiddelen en over de plaats waar zij zich bevinden. Daarnaast kunnen gegevens over de benodigde voorbereidingstijd worden opgenomen. B. PROCEDURES De Commissie stelt deze inventaris geleidelijk op en verschaft de Lid-Staten in iedere fase een afschrift. Zij ziet erop toe dat de gegevens die zij ontvangt overeenstemmen met de doelstellingen en de inhoud van de inventaris. Zij neemt de nodige maatregelen voor de praktische toepassing van de inventaris. De Lid-Staten: - verzamelen de inlichtingen waarover zij beschikken en die noodzakelijk worden geacht voor de opstelling van de inventaris (zie de onder A bedoelde gegevens) en zenden die aan de Commissie toe; - verstrekken de Commissie de inlichtingen waarover zij beschikken en die noodzakelijk worden geacht voor het bijhouden van de inventaris. In een overgangsfase van twee jaar is het evenwel de taak van de Lid-Staten om te beoordelen welke informatie zij aan de Commissie menen te moeten verstrekken voor de opstelling van de in deze bijlage bedoelde inventaris. Deze situatie zal opnieuw worden bezien aan de hand van het in artikel 5 van de beschikking genoemde verslag van de Commissie. (1) Met uitsluiting van middelen en personeel die kunnen worden ingezet om de essentiële veiligheidsbelangen van deze Lid-Staat te beschermen.