EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52023PC0495

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EU) 2023/194 tot vaststelling, voor 2023, van de vangstmogelijkheden voor bepaalde visbestanden welke in de wateren van de Unie en, voor vissersvaartuigen van de Unie, in bepaalde wateren buiten de Unie van toepassing zijn, en tot vaststelling, voor 2023 en 2024, van dergelijke vangstmogelijkheden voor bepaalde diepzeevisbestanden

COM/2023/495 final

Brussel, 25.8.2023

COM(2023) 495 final

2023/0304(NLE)

Voorstel voor een

VERORDENING VAN DE RAAD

tot wijziging van Verordening (EU) 2023/194 tot vaststelling, voor 2023, van de vangstmogelijkheden voor bepaalde visbestanden welke in de wateren van de Unie en, voor vissersvaartuigen van de Unie, in bepaalde wateren buiten de Unie van toepassing zijn, en tot vaststelling, voor 2023 en 2024, van dergelijke vangstmogelijkheden voor bepaalde diepzeevisbestanden


TOELICHTING

1.ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

Verordening (EU) 2023/194 van de Raad 1 bevat voor 2023 voor bepaalde visbestanden de vangstmogelijkheden die in de wateren van de EU en, voor vissersvaartuigen van de EU, in bepaalde wateren buiten de EU van toepassing zijn, en bevat voor 2023 en 2024 dergelijke vangstmogelijkheden voor bepaalde diepzeevisbestanden. Deze vangstmogelijkheden worden doorgaans meerdere keren gewijzigd gedurende de periode waarin zij van kracht zijn om rekening te houden met de meest recente wetenschappelijke adviezen en ontwikkelingen.

Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein

De voorgestelde maatregelen stroken met de doelstellingen van het gemeenschappelijk visserijbeleid (GVB).

Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie

De voorgestelde maatregelen zijn in overeenstemming met de andere beleidsterreinen van de Unie, en met name met het milieubeleid.

2.RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag

De rechtsgrondslag van dit voorstel is artikel 43, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU).

Subsidiariteit

Het voorstel valt onder de exclusieve EU-bevoegdheid zoals bedoeld in artikel 3, lid 1, punt d), VWEU. Het subsidiariteitsbeginsel is derhalve niet van toepassing.

Evenredigheid

Het voorstel betreft de toewijzing van vangstmogelijkheden aan de lidstaten conform de doelstellingen van Verordening (EU) nr. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid 2 . Op grond van de artikelen 16 en 17 van Verordening (EU) nr. 1380/2013 moeten de lidstaten beslissen hoe de hun ter beschikking staande vangstmogelijkheden op basis van bepaalde criteria voor de toewijzing van vangstmogelijkheden kunnen worden toegewezen aan vaartuigen die hun vlag voeren. De lidstaten beschikken derhalve over de nodige speelruimte om in het kader van de benutting van de hun ter beschikking staande vangstmogelijkheden, de toegewezen totale toegestane vangsten (TAC’s) te verdelen volgens het sociale/economische model van hun keuze.

Keuze van het instrument

verordening.

3.EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING

Evaluatie van bestaande wetgeving en controle van de resultaatgerichtheid ervan

Niet van toepassing.

Raadpleging van belanghebbenden

De Commissie heeft de belanghebbenden, met name via de adviesraden, en de lidstaten geraadpleegd over haar aanpak voor de verschillende voorstellen voor vangstmogelijkheden, zulks op basis van haar jaarlijkse mededeling “Naar een duurzamere visserij in de EU: stand van zaken en oriëntaties voor 2023” (COM(2022) 253 final).

In hun reactie op die jaarlijkse mededeling hebben de belanghebbenden hun mening gegeven over de door de Commissie verrichte evaluatie van de situatie van de bestanden en over de vraag welke beheersmatige reactie passend is. De Commissie heeft bij de uitwerking van dit voorstel rekening gehouden met de reacties.

Bijeenbrengen en gebruik van expertise

De Commissie heeft de Internationale Raad voor het onderzoek van de zee (ICES) geraadpleegd over de te volgen methodiek. Het wetenschappelijk advies van de ICES is gebaseerd op een kader dat door zijn deskundigengroepen en besluitvormingsorganen is ontwikkeld, en wordt uitgebracht in lijn met zijn kader-partnerschapsovereenkomst met de Commissie.

Effectbeoordeling

De werkingssfeer van dit voorstel is omschreven in artikel 43, lid 3, VWEU.

Het is de bedoeling om met dit voorstel een kortetermijnaanpak te vermijden en te streven naar duurzaamheid op de lange termijn. Daarom wordt in het voorstel rekening gehouden met initiatieven van belanghebbenden en adviesraden indien deze door de ICES en/of het Wetenschappelijk, Technisch en Economisch Comité voor de visserij (WTECV) positief zijn beoordeeld. Het GVB-hervormingsvoorstel van de Commissie was gebaseerd op een effectbeoordeling (SEC(2011) 891), waarin werd geoordeeld dat de verwezenlijking van de MDO-doelstelling een noodzakelijke voorwaarde was om tot ecologische, economische en sociale duurzaamheid te komen en dat deze drie doelstellingen niet los van elkaar kunnen worden verwezenlijkt.

Resultaatgerichtheid en vereenvoudiging

Niet van toepassing.

Grondrechten

Het voorstel eerbiedigt de grondrechten, en met name die welke in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie zijn erkend.

4.GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

De voorgestelde maatregelen hebben geen gevolgen voor de begroting.

5.OVERIGE ELEMENTEN

   Artikelsgewijze toelichting

Voorgesteld wordt Verordening (EU) 2023/194 te wijzigen zoals hieronder uiteengezet.

Verordening (EU) 2023/194, zoals gewijzigd bij Verordening (EU) 2023/1324 van de Raad 3 , stelt voor ansjovis (Engraulis encrasicolus) in de ICES-deelgebieden 9 en 10 (Iberische wateren en wateren grenzend aan de Azoren) en in de EU-wateren van sector 34.1.1 (oosten van Madeira en van de Canarische eilanden) van de Visserijcommissie voor het centraal-oostelijk deel van de Atlantische Oceaan (Cecaf) voor de periode van 1 juli 2023 tot en met 30 september 2023 een voorlopige TAC vast in afwachting van de bekendmaking van het wetenschappelijk advies van de ICES voor de periode van 1 juli 2023 tot en met 30 juni 2024, waardoor de visserijactiviteiten op dat bestand kunnen worden voortgezet.

Naar aanleiding van de bekendmaking van dat advies 4 op 21 juni 2023, moet de definitieve TAC worden bepaald voor de periode van 1 juli 2023 tot en met 30 juni 2024. De TAC moet worden vastgesteld op 20 555 ton, overeenkomstig dat advies.

2023/0304 (NLE)

Voorstel voor een

VERORDENING VAN DE RAAD

tot wijziging van Verordening (EU) 2023/194 tot vaststelling, voor 2023, van de vangstmogelijkheden voor bepaalde visbestanden welke in de wateren van de Unie en, voor vissersvaartuigen van de Unie, in bepaalde wateren buiten de Unie van toepassing zijn, en tot vaststelling, voor 2023 en 2024, van dergelijke vangstmogelijkheden voor bepaalde diepzeevisbestanden

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 43, lid 3,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)In Verordening (EU) 2023/194 van de Raad 5 zijn voor 2023 voor bepaalde visbestanden de vangstmogelijkheden vastgesteld die in de wateren van de Unie en, voor vissersvaartuigen van de Unie, in bepaalde wateren buiten de Unie van toepassing zijn.

(2)Bij Verordening (EU) 2023/194, zoals gewijzigd bij Verordening (EU) 2023/1324 van de Raad 6 , is een voorlopige totale toegestane vangst (TAC) vastgesteld voor ansjovis in de deelgebieden 9 en 10 van de Internationale Raad voor het onderzoek van de zee (ICES) en de wateren van de Unie van sector 34.1.1 van de Visserijcommissie voor het centraal-oostelijk deel van de Atlantische Oceaan (Cecaf) voor de periode van 1 juli tot en met 30 september 2023, in afwachting van het wetenschappelijk advies van de ICES voor de periode van 1 juli 2023 tot en met 30 juni 2024, waardoor de visserij op dat bestand kan worden voortgezet. Naar aanleiding van de bekendmaking van dat advies 7 op 21 juni 2023, moet de definitieve TAC voor de periode van 1 juli 2023 tot en met 30 juni 2024 worden vastgesteld op 20 555 ton, overeenkomstig dat advies.

(3)Verordening (EU) 2023/194 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(4)Gezien de urgentie om de onderbreking in de visserijactiviteiten te voorkomen, moet deze verordening in werking treden op de datum van de bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie,

(5)De TAC voor ansjovis in de ICES-deelgebieden 9 en 10 en in de wateren van de Unie van Cecaf-sector 34.1.1 moet van toepassing zijn met ingang van 1 juli 2023. Een dergelijke toepassing met terugwerkende kracht doet geen afbreuk aan de beginselen van rechtszekerheid en bescherming van het gewettigd vertrouwen aangezien de betrokken vangstmogelijkheden door de wijziging worden verhoogd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1
Wijziging van Verordening (EU) 2023/194

Bijlage IA bij Verordening (EU) 2023/194 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2
Inwerkingtreding en toepassing

Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 juli 2023.

 
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel,

   Voor de Raad

   De voorzitter

(1)    Verordening (EU) 2023/194 van de Raad van 30 januari 2023 tot vaststelling, voor 2023, van de vangstmogelijkheden voor bepaalde visbestanden welke in de wateren van de Unie en, voor vissersvaartuigen van de Unie, in bepaalde wateren buiten de Unie van toepassing zijn, en tot vaststelling, voor 2023 en 2024, van dergelijke vangstmogelijkheden voor bepaalde diepzeevisbestanden (PB L 28 van 31.1.2023, blz. 1).
(2)    Verordening (EU) nr. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1954/2003 en (EG) nr. 1224/2009 van de Raad en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 2371/2002 en (EG) nr. 639/2004 van de Raad en Besluit 2004/585/EG van de Raad (PB L 354 van 28.12.2013, blz. 22).
(3)    Verordening (EU) 2023/1324 van de Raad van 29 juni 2023 tot wijziging van Verordening (EU) 2022/109 tot vaststelling, voor 2022, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de wateren van de Unie en, voor vissersvaartuigen van de Unie, in bepaalde wateren buiten de Unie van toepassing zijn, en tot wijziging van Verordening (EU) 2023/194 tot vaststelling, voor 2023, van de vangstmogelijkheden voor bepaalde visbestanden welke in de wateren van de Unie en, voor vissersvaartuigen van de Unie, in bepaalde wateren buiten de Unie van toepassing zijn, en tot vaststelling, voor 2023 en 2024, van dergelijke vangstmogelijkheden voor bepaalde diepzeevisbestanden (PB L 166 van 30.6.2023, blz. 50).
(4)     https://doi.org/10.17895/ices.advice.21907911.v1  
(5)    Verordening (EU) 2023/194 van de Raad van 30 januari 2023 tot vaststelling, voor 2023, van de vangstmogelijkheden voor bepaalde visbestanden welke in de wateren van de Unie en, voor vissersvaartuigen van de Unie, in bepaalde wateren buiten de Unie van toepassing zijn, en tot vaststelling, voor 2023 en 2024, van dergelijke vangstmogelijkheden voor bepaalde diepzeevisbestanden (PB L 28 van 31.1.2023, blz. 1).
(6)    Verordening (EU) 2023/1324 van de Raad van 29 juni 2023 tot wijziging van Verordening (EU) 2022/109 tot vaststelling, voor 2022, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de wateren van de Unie en, voor vissersvaartuigen van de Unie, in bepaalde wateren buiten de Unie van toepassing zijn, en tot wijziging van Verordening (EU) 2023/194 tot vaststelling, voor 2023, van de vangstmogelijkheden voor bepaalde visbestanden welke in de wateren van de Unie en, voor vissersvaartuigen van de Unie, in bepaalde wateren buiten de Unie van toepassing zijn, en tot vaststelling, voor 2023 en 2024, van dergelijke vangstmogelijkheden voor bepaalde diepzeevisbestanden (PB L 166 van 30.6.2023, blz. 50).
(7)     https://doi.org/10.17895/ices.advice.21907911.v1
Top

Brussel, 25.8.2023

COM(2023) 495 final

BIJLAGE

bij

Voorstel voor een

VERORDENING VAN DE RAAD

tot wijziging van Verordening (EU) 2023/194 tot vaststelling, voor 2023, van de vangstmogelijkheden voor bepaalde visbestanden welke in de wateren van de Unie en, voor vissersvaartuigen van de Unie, in bepaalde wateren buiten de Unie van toepassing zijn, en tot vaststelling, voor 2023 en 2024, van dergelijke vangstmogelijkheden voor bepaalde diepzeevisbestanden











BIJLAGE

In deel A van bijlage IA wordt de tweede tabel vervangen door:

Soort:

Ansjovis

 

 

Gebied:

9 en 10; wateren van de Unie van Cecaf 34.1.1

 

Engraulis encrasicolus

 

 

(ANE/9/3411)

 

Spanje

 

9 831

(1)

Voorzorgs-TAC

 

 

Portugal

10 724

(1)

Unie

20 555

(1)

TAC

 

20 555

(1)

 

 

 

 

(1)

Dit quotum mag alleen worden gevangen van 1 juli 2023 tot en met 30 juni 2024.

”.

Top