EUROPESE COMMISSIE
Brussel, 17.7.2015
COM(2015) 365 final
2015/0160(COD)
Voorstel voor een
VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, wat betreft specifieke maatregelen voor Griekenland
TOELICHTING
1.ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL
De financiële crisis heeft in Griekenland geleid tot aanhoudend negatieve groeipercentages, ernstige liquiditeitsproblemen en een gebrek aan beschikbare overheidsmiddelen voor de onontbeerlijke investeringen om groei en werkgelegenheid te bevorderen. Als buitengewone maatregel en gezien de unieke situatie die hierdoor in Griekenland is ontstaan, stelt de Commissie in haar mededeling "Een nieuwe start voor banen en groei in Griekenland" daarom drie elementen voor om te waarborgen dat de beschikbare EU-financiering uit het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO), het Europees Sociaal Fonds (ESF), het Cohesiefonds (CF) en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij (EFMZV) daadwerkelijk wordt gebruikt voor investeringen in de praktijk en de begunstigden zo snel mogelijk bereikt. Om een onmiddellijke investeringsinjectie te geven, stelt de Commissie in deze context een verhoging voor van de initiële voorfinanciering van de middelen die voor 2014-2020 beschikbaar zijn voor cohesiebeleidsprogramma's in het kader van de doelstelling "investeren in groei en werkgelegenheid" en door het EFMZV ondersteunde programma's. Met het oog op een efficiënter gebruik van de voor het cohesiebeleid beschikbare middelen voor de financiering van concrete acties in het kader van de programma's voor 2007-2013 stelt zij bovendien voor de maximale medefinancieringspercentages en het maximum voor betalingen aan programma's aan het einde van de programmeringsperiode te verhogen.
2.RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID
Er wordt voorgesteld aan artikel 134 van Verordening (EU) nr. 1303/2013 een lid toe te voegen om aanvullende initiële voorfinanciering mogelijk te maken voor operationele programma's in het cohesiebeleid voor 2014-2020 in het kader van de doelstelling "investeren in groei en werkgelegenheid" en voor uit het EFMZV gefinancierde programma's in Griekenland. Ook wordt voorgesteld aan artikel 152 van Verordening (EU) nr. 1303/2013 drie leden toe te voegen om het maximum van het gecumuleerde totaal van de voorfinanciering en de tussentijdse betalingen vast te stellen op 100 % en om het medefinancieringspercentage voor operationele programma's in Griekenland voor de convergentiedoelstelling en de doelstelling "regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid" voor 2007-2013 te verhogen tot 100 %.
3.EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING
Er zijn geen externe belanghebbenden geraadpleegd.
4.GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING
De voorgestelde wijziging verandert niets aan de jaarlijkse maxima van het meerjarig financieel kader voor vastleggingen en betalingen als bedoeld in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 1311/2013. Het voorstel betreft het vervroegd beschikbaar stellen van betalingskredieten en is voor de periode 2014-2020 begrotingsneutraal.
De jaarlijkse verdeling van de vastleggingskredieten voor het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds blijft ongewijzigd.
De aanvullende betalingskredieten die nodig zijn om de onmiddellijke gevolgen van een verhoging van de medefinancieringspercentages voor de periode 2007-2013 en van het opheffen van het maximum voor betalingen te dekken, bedragen 500 000 000 EUR in 2015 en 500 000 000 EUR voor de aanvullende initiële voorfinanciering in 2015.
Afhankelijk van de voortgang van de indiening van aanvragen voor tussentijdse betaling in 2015 kunnen deze aanvullende betalingskredieten mogelijk worden gedekt door betalingskredieten die voor tussentijdse betalingen voor de programma's voor 2014-2020 zijn vastgelegd. Vertragingen bij de aanwijzing van programma-autoriteiten door de lidstaten, wat een voorwaarde is voor de indiening van aanvragen voor tussentijdse betalingen, kunnen van invloed zijn op de indiening van betalingsaanvragen. De Commissie volgt de situatie op de voet en doet indien nodig passende voorstellen.
In de ontwerpbegroting voor 2016 is met de aanvullende voorfinanciering van 500 000 000 EUR voor 2016 echter geen rekening gehouden. Dit is evenmin het geval voor het effect in 2016 van de verhoging van de maximale medefinancieringspercentages en van het maximum voor betalingen voor programma's voor 2007-2013. Naar alle waarschijnlijkheid zal de Commissie derhalve voorstellen om de extra betalingsbehoeften te dekken door middel van een nota van wijzigingen bij de ontwerpbegroting voor 2016, rekening houdend met de herziene ramingen van de lidstaten, de lopende vaststelling van programma's en de stand van zake wat de aanwijzing van programma-autoriteiten betreft.
Het geschatte effect op 2017 zal in de volgende begrotingsprocedure worden opgenomen.
5.OVERIGE ELEMENTEN
Het voorstel omvat regelingen inzake verslaglegging betreffende de uitvoering van deze buitengewone maatregelen.
2015/0160 (COD)
Voorstel voor een
VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, wat betreft specifieke maatregelen voor Griekenland
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 177,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,
Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité,
Gezien het advies van het Comité van de Regio's,
Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure,
Overwegende hetgeen volgt:
(1)De financiële crisis heeft voor Griekenland ongekende gevolgen gehad. De crisis heeft in Griekenland gedurende een aantal jaren geleid tot een negatief groeipercentage van het bbp, hetgeen op zijn beurt ernstige liquiditeitstekorten heeft veroorzaakt, alsook een gebrek aan beschikbare overheidsmiddelen voor de nodige overheidsinvesteringen om duurzaam herstel te bevorderen. Hierdoor is een buitengewone situatie ontstaan waarvoor specifieke maatregelen nodig zijn.
(2)Het is van essentieel belang dat het gebrek aan liquiditeit en overheidsmiddelen in Griekenland de investeringen in het kader van programma's die worden ondersteund door het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds ("de Fondsen") en door het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij (EFMZV) niet belemmert.
(3)Om ervoor te zorgen dat Griekenland in 2015 en 2016 over voldoende financiële middelen beschikt om te beginnen met de uitvoering van de programma's voor 2014-2020 die door de Fondsen en het EFMZV worden ondersteund, is het zinvol om het niveau van de initiële voorfinanciering van de operationele programma's van Griekenland in het kader van de doelstelling "investeren in groei en werkgelegenheid" en van door het EFMZV ondersteunde programma's te verhogen door in die jaren een aanvullende initiële voorfinanciering te betalen.
(4)Om ervoor te zorgen dat de aanvullende initiële voorfinanciering daadwerkelijk wordt gebruikt en de begunstigden van de Fondsen en het EFMZV zo snel mogelijk bereikt, zodat zij geplande investeringen kunnen doen en onmiddellijk na de indiening van hun betalingsaanvragen kunnen worden terugbetaald, moet de aanvullende voorfinanciering aan de Commissie worden terugbetaald indien er binnen een bepaalde termijn na de betaling van het bedrag geen adequaat niveau aan betalingsaanvragen bij de Commissie wordt ingediend.
(5)Met het oog op een efficiënter gebruik van beschikbare middelen voor de financiering van concrete acties in het kader van door de Fondsen ondersteunde operationele programma's voor de convergentiedoelstelling en de doelstelling "regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid" die voor 2007-2013 in Griekenland zijn vastgesteld, moeten de maximale medefinancieringspercentages en het maximum voor betalingen aan programma's aan het einde van de programmeringsperiode worden verhoogd. Er moet een verslagleggingsmechanisme worden vastgesteld om ervoor te zorgen dat de middelen die zo beschikbaar worden gesteld, daadwerkelijk voor de financiering van investeringen in de praktijk worden gebruikt.
(6)Aangezien de steun dringend nodig is, moet deze verordening onmiddellijk in werking treden.
(7)Verordening (EU) nr. 1303/2013 moet derhalve worden gewijzigd,
HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Verordening (EU) nr. 1303/2013 wordt als volgt gewijzigd:
1)
In artikel 134 wordt het volgende lid 1 bis ingevoegd:
"1 bis.
Naast de in lid 1, onder b) en c), vervatte tranches wordt aan de operationele programma's in Griekenland in 2015 en 2016 telkens een aanvullende initiële voorfinanciering van 3,5 % van het steunbedrag uit de Fondsen en het EFMZV voor de gehele programmeringsperiode uitgekeerd.
De aanvullende initiële voorfinanciering is niet van toepassing op programma's in het kader van de doelstelling "Europese territoriale samenwerking", noch op de specifieke toewijzing voor het Jeugdwerkgelegenheidsinitiatief.
Indien de certificeringsautoriteit van een operationeel programma per Fonds uiterlijk op 31 december 2016 geen betalingsaanvragen heeft ingediend voor de volledige aanvullende voorfinanciering die in 2015 en 2016 op grond van dit lid, indien van toepassing, wordt uitgekeerd, betaalt Griekenland de Commissie het volledige bedrag terug van de aan dat programma uitgekeerde aanvullende initiële voorfinanciering voor dat Fonds. Die terugbetalingen zijn geen financiële correctie en brengen geen verlaging mee van de steun uit de Fondsen of het EFMZV aan het operationele programma. De terugbetaalde bedragen vormen interne bestemmingsontvangsten zoals bedoeld in artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement."
2)
In artikel 152 worden de volgende leden 4, 5 en 6 toegevoegd:
"4.
In afwijking van artikel 79, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1083/2006 bedraagt het maximum van het gecumuleerde totaal van de voorfinanciering en de gedane tussentijdse betalingen 100 % van de bijdrage van de Fondsen aan operationele programma's in Griekenland voor de convergentiedoelstelling en de doelstelling "regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid".
5.
In afwijking van artikel 53, lid 2, en artikel 77, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1083/2006 en niettegenstaande de besluiten van de Commissie tot vaststelling van het maximale percentage en het maximumbedrag van de bijdrage uit de Fondsen voor elk Grieks operationeel programma en voor elke prioritaire as, worden tussentijdse betalingen en saldobetalingen berekend door toepassing van een maximaal medefinancieringspercentage van 100 % op de subsidiabele uitgaven die voor Griekse operationele programma's voor de convergentiedoelstelling en de doelstelling "regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid" zijn vermeld in het kader van elke prioritaire as in elke door de certificeringsautoriteit gecertificeerde uitgavenstaat. Artikel 77, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1083/2006 is niet van toepassing op operationele programma's in Griekenland.
6.
Griekenland stelt een mechanisme vast om ervoor te zorgen dat aanvullende bedragen die als gevolg van de maatregelen van de leden 4 en 5 beschikbaar worden gesteld, uitsluitend worden gebruikt voor betalingen aan begunstigden en concrete acties voor zijn operationele programma's.
Griekenland dient voor eind 2016 bij de Commissie een verslag in over de uitvoering van de leden 4 en 5 en brengt verder verslag uit in het eindverslag over de uitvoering van het operationele programma dat op grond van artikel 89, lid 1, onder a), van Verordening (EG) nr. 1083/2006 moet worden ingediend."
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel,
Voor het Europees Parlement
Voor de Raad
De voorzitter
De voorzitter
FINANCIEEL MEMORANDUM
1.KADER VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF
1.1.Benaming van het voorstel/initiatief
1.2.Betrokken beleidsterrein(en) in de ABM/ABB-structuur
1.3.Aard van het voorstel/initiatief
1.4.Doelstelling(en)
1.5.Motivering van het voorstel/initiatief
1.6.Duur en financiële gevolgen
1.7.Beheersvorm(en)
2.BEHEERSMAATREGELEN
2.1.Regels inzake het toezicht en de verslagen
2.2.Beheers- en controlesysteem
2.3.Maatregelen ter voorkoming van fraude en onregelmatigheden
3.GERAAMDE FINANCIËLE GEVOLGEN VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF
3.1.Rubriek(en) van het meerjarige financiële kader en betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven
3.2.Geraamde gevolgen voor de uitgaven
3.2.1.Samenvatting van de geraamde gevolgen voor de uitgaven
3.2.2.Geraamde gevolgen voor de beleidskredieten
3.2.3.Geraamde gevolgen voor de administratieve kredieten
3.2.4.Verenigbaarheid met het huidige meerjarige financiële kader
3.2.5.Bijdrage van derden aan de financiering
3.3.Geraamde gevolgen voor de ontvangsten
FINANCIEEL MEMORANDUM
1.KADER VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF
1.1.Benaming van het voorstel/initiatief
VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, wat bijzondere maatregelen voor Griekenland betreft.
1.2.Betrokken beleidsterrein(en) in de ABM/ABB-structuur
4 Werkgelegenheid, sociale zaken en inclusie
04 02 17 — Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds — Convergentie (2007-2013)
04 02 19 — Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds — Regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid (2007-2013)
04 02 60 — Europees Sociaal Fonds — Minder ontwikkelde regio's — Doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid
04 02 61 — Europees Sociaal Fonds — Overgangsregio's — Doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid
04 02 62 — Europees Sociaal Fonds — Meer ontwikkelde regio's — Doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid
11 Maritieme zaken en visserij
11 06 60 — Bevordering van een duurzame en concurrerende visserij en aquacultuur, van een evenwichtige en inclusieve territoriale ontwikkeling van de visserijgebieden en van de uitvoering van het gemeenschappelijk visserijbeleid
13 Regionaal beleid en stadsontwikkeling
13 03 16 — Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Convergentie
13 03 18 — Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid
13 03 60 — Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Minder ontwikkelde regio's — Doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid
13 03 61 — Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Overgangsregio's — Doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid
13 03 62 — Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Meer ontwikkelde regio's — Doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid
13 04 02 — Voltooiing van het Cohesiefonds (2007-2013)
13 04 60 — Cohesiefonds — Doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid
1.3.Aard van het voorstel/initiatief
◻ Het voorstel/initiatief betreft een nieuwe actie
◻ Het voorstel/initiatief betreft een nieuwe actie na een proefproject/een voorbereidende actie
⌧ Het voorstel/initiatief betreft de verlenging van een bestaande actie
◻ Het voorstel/initiatief betreft een actie die wordt omgebogen naar een nieuwe actie
1.4.Doelstelling(en)
1.4.1.De met het voorstel/initiatief beoogde strategische meerjarendoelstelling(en) van de Commissie
1.4.2.Specifieke doelstelling(en) en betrokken ABM/ABB-activiteiten
Specifieke doelstelling nr.
N.v.t.
Betrokken ABM/ABB-activiteit(en)
N.v.t.
1.4.3.Verwachte resulta(a)t(en) en gevolg(en)
Vermeld de gevolgen die het voorstel/initiatief zou moeten hebben op de begunstigden/doelgroepen.
1.4.4.Resultaat- en effectindicatoren
Vermeld de indicatoren aan de hand waarvan kan worden nagegaan in hoeverre het voorstel/initiatief is uitgevoerd.
1.5.Motivering van het voorstel/initiatief
1.5.1.Behoefte(n) waarin op korte of lange termijn moet worden voorzien
1.5.2.Toegevoegde waarde van de deelname van de EU
1.5.3.Nuttige ervaring die bij soortgelijke activiteiten in het verleden is opgedaan
1.5.4.Samenhang en eventuele synergie met andere relevante instrumenten
1.6.Duur en financiële gevolgen
◻ Voorstel/initiatief met een beperkte geldigheidsduur
–⌧
Voorstel/initiatief is van kracht vanaf 1.1.2015 tot en met 31.12.2023
–⌧
Financiële gevolgen van 2015 tot en met 2020
◻ Voorstel/initiatief met een onbeperkte geldigheidsduur
–Uitvoering met een opstartperiode vanaf JJJJ tot en met JJJJ,
–gevolgd door een volledige uitvoering.
1.7.Beheersvorm(en)
◻ Direct beheer door de Commissie
–◻ via haar diensten, met inbegrip van haar personeel in de delegaties van de Unie;
–◻
via de uitvoerende agentschappen
⌧ Gedeeld beheer met lidstaten
◻ Indirect beheer door begrotingsuitvoeringstaken te delegeren aan:
–◻ derde landen of de door hen aangewezen organen;
–◻ internationale organisaties en hun agentschappen (geef aan welke);
–◻ de EIB en het Europees Investeringsfonds;
–◻ in de artikelen 208 en 209 van het Financieel Reglement bedoelde organen;
–◻ publiekrechtelijke organen;
–◻ privaatrechtelijke organen met een openbaredienstverleningstaak voor zover zij voldoende financiële garanties bieden;
–◻ privaatrechtelijke organen van een lidstaat, waaraan de uitvoering van een publiek-privaat partnerschap is toevertrouwd en die voldoende financiële garanties bieden;
–◻ personen aan wie de uitvoering van specifieke maatregelen op het gebied van het GBVB in het kader van titel V van het VEU is toevertrouwd en die worden genoemd in de betrokken basishandeling.
–Verstrek, indien meer dan een beheersvorm is aangekruist, extra informatie onder "Opmerkingen".
Opmerkingen
2.BEHEERSMAATREGELEN
2.1.Regels inzake het toezicht en de verslagen
Vermeld frequentie en voorwaarden.
2,2.Beheers- en controlesysteem
2.2.1.Mogelijke risico's
2.2.2.Informatie over het opgezette interne controlesysteem
2.2.3.Raming van de kosten en baten van de controles en beoordeling van het verwachte foutenrisico
2.3.Maatregelen ter voorkoming van fraude en onregelmatigheden
Vermeld de bestaande en geplande preventie- en beschermingsmaatregelen.
3.GERAAMDE FINANCIËLE GEVOLGEN VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF
3.1.Rubriek(en) van het meerjarige financiële kader en betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven
Bestaande begrotingsonderdelen voor uitgaven
In volgorde van de rubrieken van het meerjarige financiële kader en de begrotingsonderdelen
Rubriek van het meerjarige financiële kader
|
Begrotingsonderdeel
|
Soort
krediet
|
Bijdrage
|
|
Nummer
[Omschrijving………………………………..]
|
GK/ NGK
|
van EVA-landen
|
van kandidaat-lidstaten
|
van derde landen
|
in de zin van artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement
|
1 Slimme en inclusieve groei
|
04 02 17 — Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds — Convergentie (2007-2013)
04 02 19 — Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds — Regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid (2007-2013)
04 02 60 — Europees Sociaal Fonds — Minder ontwikkelde regio's — Doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid
04 02 61 — Europees Sociaal Fonds — Overgangsregio's — Doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid
04 02 62 — Europees Sociaal Fonds — Meer ontwikkelde regio's — Doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid
13 03 16 — Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Convergentie
13 03 18 — Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid
13 03 60 — Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Minder ontwikkelde regio's — Doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid
13 03 61 — Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Overgangsregio's — Doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid
13 03 62 — Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Meer ontwikkelde regio's — Doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid
13 04 02 — Voltooiing van het Cohesiefonds (2007-2013)
13 04 60 — Cohesiefonds — Doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid
|
GK
|
NEE
|
NEE
|
NEE
|
NEE
|
2 Duurzame groei: natuurlijke hulpbronnen
|
11 06 60 — Bevordering van een duurzame en concurrerende visserij en aquacultuur, van een evenwichtige en inclusieve territoriale ontwikkeling van de visserijgebieden en van de uitvoering van het gemeenschappelijk visserijbeleid
|
GK
|
NEE
|
NEE
|
NEE
|
NEE
|
Te creëren nieuwe begrotingsonderdelen
In volgorde van de rubrieken van het meerjarige financiële kader en de begrotingsonderdelen
Rubriek van het meerjarige financiële kader
|
Begrotingsonderdeel
|
Soort
krediet
|
Bijdrage
|
|
Nummer
[Omschrijving………………………………..]
|
GK/ NGK
|
van EVA-landen
|
van kandidaat-lidstaten
|
van derde landen
|
in de zin van artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement
|
|
[XX.YY.YY.YY]
|
|
JA/ NEE
|
JA/NEE
|
JA/ NEE
|
JA/NEE
|
3.2.Geraamde gevolgen voor de uitgaven
De voorgestelde wijziging verandert niets aan de jaarlijkse maxima van het meerjarig financieel kader voor vastleggingen en betalingen als bedoeld in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 1311/2013.
De jaarlijkse verdeling van de vastleggingskredieten voor het YEI blijft ongewijzigd.
De toegenomen behoefte aan betalingskredieten voor de initiële voorfinanciering van het YEI in 2015 zal volledig worden gedekt door kredieten van titel 4 (Werkgelegenheid, sociale zaken en inclusie) van de begroting van 2015 voor het ESF en het YEI.
3.2.1.Samenvatting van de geraamde gevolgen voor de uitgaven
in miljoenen euro's (tot op 3 decimalen)
Rubriek van het meerjarige financiële
kader
|
Nummer
1
|
Slimme en inclusieve groei
|
DG: EMPL, REGIO
|
|
|
2014
|
2015
|
2016
|
2017
|
2018
|
2019
|
2020
|
TOTAAL
|
• Beleidskredieten
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1b: Economische, sociale en territoriale samenhang
Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, Europees Sociaal Fonds, Cohesiefonds
|
Vastleggingen
|
(1)
|
0
|
0
|
0
|
0
|
0
|
0
|
0
|
0
|
|
Betalingen
|
(2)
|
0
|
1 000,000
|
1 000,000
|
|
-1 000,000
|
0
|
-1 000,000
|
0
|
Uit het budget van specifieke programma's gefinancierde administratieve kredieten
|
|
|
|
|
|
|
|
|
N.v.t.
|
|
(3)
|
|
|
|
|
|
|
|
|
TOTAAL kredieten
voor DG EMPL, REGIO
|
Vastleggingen
|
=1+1a +3
|
0
|
0
|
0
|
0
|
0
|
0
|
0
|
0
|
|
Betalingen
|
=2+2a
+3
|
0
|
1 000,000
|
1 000,000
|
0
|
-1 000,000
|
0
|
-1 000,000
|
0
|
• TOTAAL beleidskredieten
|
Vastleggingen
|
(4)
|
0
|
0
|
0
|
0
|
0
|
0
|
0
|
0
|
|
Betalingen
|
(5)
|
0
|
1 000,000
|
1 000,000
|
|
-1 000,000
|
0
|
-1 000,000
|
0
|
• TOTAAL uit het budget van specifieke programma's gefinancierde administratieve kredieten
|
(6)
|
0
|
0
|
0
|
0
|
0
|
0
|
0
|
0
|
TOTAAL kredieten
onder RUBRIEK 1
van het meerjarige financiële kader
|
Vastleggingen
|
=4+ 6
|
0
|
0
|
0
|
0
|
0
|
0
|
0
|
0
|
|
Betalingen
|
=5+ 6
|
0
|
1 000,000
|
1 000,000
|
0
|
-1 000,000
|
0
|
-1 000,000
|
0
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
DG: MARE
|
|
|
2014
|
2015
|
2016
|
2017
|
2018
|
2019
|
2020
|
TOTAAL
|
• Beleidskredieten
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2: Duurzame groei: natuurlijke hulpbronnen
Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij
|
Vastleggingen
|
(1)
|
0
|
0
|
0
|
0
|
0
|
0
|
0
|
0
|
|
Betalingen
|
(2)
|
0
|
12,8
|
12,8
|
|
-12,8
|
0
|
-12,8
|
0
|
Uit het budget van specifieke programma's gefinancierde administratieve kredieten
|
|
|
|
|
|
|
|
|
NVT
|
|
(3)
|
|
|
|
|
|
|
|
|
TOTAAL kredieten
voor DG MARE
|
Vastleggingen
|
=1+1a +3
|
0
|
0
|
0
|
0
|
0
|
0
|
0
|
0
|
|
Betalingen
|
=2+2a
+3
|
0
|
12,8
|
12,8
|
|
-12,8
|
0
|
-12,8
|
0
|
• TOTAAL beleidskredieten
|
Vastleggingen
|
(4)
|
0
|
0
|
0
|
0
|
0
|
0
|
0
|
0
|
|
Betalingen
|
(5)
|
0
|
12,8
|
12,8
|
|
-12,8
|
0
|
-12,8
|
0
|
• TOTAAL uit het budget van specifieke programma's gefinancierde administratieve kredieten
|
(6)
|
0
|
0
|
0
|
0
|
0
|
0
|
0
|
0
|
TOTAAL kredieten
onder RUBRIEK 2
van het meerjarige financiële kader
|
Vastleggingen
|
=4+ 6
|
0
|
0
|
0
|
0
|
0
|
0
|
0
|
0
|
|
Betalingen
|
=5+ 6
|
0
|
12,8
|
12,8
|
|
-12,8
|
0
|
-12,8
|
0
|
Wanneer het voorstel/initiatief gevolgen heeft voor meerdere rubrieken
• TOTAAL beleidskredieten
|
Vastleggingen
|
(4)
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Betalingen
|
(5)
|
|
|
|
|
|
|
|
|
• TOTAAL uit het budget van specifieke programma's gefinancierde administratieve kredieten
|
(6)
|
|
|
|
|
|
|
|
|
TOTAAL kredieten
onder de RUBRIEKEN 1 tot en met 4
van het meerjarige financiële kader
(referentiebedrag )
|
Vastleggingen
|
=4+ 6
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Betalingen
|
=5+ 6
|
0
|
1 012,800
|
1 012,800
|
0
|
-1 012,800
|
0
|
-1 012,800
|
0
|
Rubriek van het meerjarige financiële
kader:
|
5
|
"Administratieve uitgaven"
|
in miljoenen euro's (tot op 3 decimalen)
|
|
|
Jaar
N
|
Jaar
N+1
|
Jaar
N+2
|
Jaar
N+3
|
Vul zoveel jaren in als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6)
|
TOTAAL
|
DG: <…….>
|
• Personele middelen
|
|
|
|
|
|
|
|
|
• Andere administratieve uitgaven
|
|
|
|
|
|
|
|
|
TOTAAL DG <…….>
|
Kredieten
|
|
|
|
|
|
|
|
|
TOTAAL kredieten
onder RUBRIEK 5
van het meerjarige financiële kader
|
(Totaal vastleggingen = totaal betalingen)
|
|
|
|
|
|
|
|
|
in miljoenen euro's (tot op 3 decimalen)
|
|
|
Jaar
N
|
Jaar
N+1
|
Jaar
N+2
|
Jaar
N+3
|
Vul zoveel jaren in als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6)
|
TOTAAL
|
TOTAAL kredieten
onder de RUBRIEKEN 1 tot en met 5
van het meerjarige financiële kader
|
Vastleggingen
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Betalingen
|
|
|
|
|
|
|
|
|
3.2.2.Geraamde gevolgen voor de beleidskredieten
–◻
Voor het voorstel/initiatief zijn geen beleidskredieten nodig
–⌧
Voor het voorstel/initiatief zijn beleidskredieten nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:
Vastleggingskredieten, in miljoenen euro's (tot op 3 decimalen)
Vermeld doelstellingen en outputs
⇩
|
|
|
Jaar
N
|
Jaar
N+1
|
Jaar
N+2
|
Jaar
N+3
|
Vul zoveel jaren in als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6)
|
TOTAAL
|
|
OUTPUTS
|
|
Soort
|
Gem. kosten
|
Aantal
|
Kos-ten
|
Aantal
|
Kos-ten
|
Aantal
|
Kos-ten
|
Aantal
|
Kos-ten
|
Aantal
|
Kos-ten
|
Aantal
|
Kos-ten
|
Aantal
|
Kos-ten
|
Totaal aantal
|
Totale kosten
|
SPECIFIEKE DOELSTELLING NR. 1…
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
- Output
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
- Output
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
- Output
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Subtotaal voor specifieke doelstelling nr. 1
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLING NR. 2…
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
- Output
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Subtotaal voor specifieke doelstelling nr. 2
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
TOTALE KOSTEN
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
3.2.3.Geraamde gevolgen voor de administratieve kredieten
3.2.3.1.Samenvatting
–⌧
Voor het voorstel/initiatief zijn geen administratieve kredieten nodig
–◻
Voor het voorstel/initiatief zijn administratieve kredieten nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:
in miljoenen euro's (tot op 3 decimalen)
|
Jaar
N
|
Jaar
N+1
|
Jaar
N+2
|
Jaar
N+3
|
Vul zoveel jaren in als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6)
|
TOTAAL
|
RUBRIEK 5
van het meerjarige financiële kader
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Personele middelen
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Andere administratieve uitgaven
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Subtotaal RUBRIEK 5
van het meerjarige financiële kader
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Buiten RUBRIEK 5
van het meerjarige financiële kader
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Personele middelen
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Andere administratieve uitgaven
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Subtotaal
buiten RUBRIEK 5
van het meerjarige financiële kader
|
|
|
|
|
|
|
|
|
De benodigde kredieten voor personen en andere administratieve uitgaven zullen worden gefinancierd uit de kredieten van het DG die reeds voor het beheer van deze actie zijn toegewezen en/of binnen het DG zijn herverdeeld, eventueel aangevuld met middelen die in het kader van de jaarlijkse toewijzingsprocedure met inachtneming van de budgettaire beperkingen aan het beherende DG kunnen worden toegewezen.
3.2.3.2.
Geraamde personeelsbehoeften
–⌧
Voor het voorstel/initiatief zijn geen personele middelen nodig
–◻
Voor het voorstel/initiatief zijn personele middelen nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:
Raming in voltijdequivalenten
|
Jaar
N
|
Jaar
N+1
|
Jaar N+2
|
Jaar N+3
|
Vul zoveel jaren in als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6)
|
• Posten opgenomen in de lijst van het aantal ambten (ambtenaren en tijdelijk personeel)
|
|
|
XX 01 01 01 (zetel en vertegenwoordigingen van de Commissie)
|
|
|
|
|
|
|
|
XX 01 01 02 (delegaties)
|
|
|
|
|
|
|
|
XX 01 05 01 (onderzoek door derden)
|
|
|
|
|
|
|
|
10 01 05 01 (eigen onderzoek)
|
|
|
|
|
|
|
|
• Extern personeel (in voltijdequivalenten: VTE)
|
XX 01 02 01 (AC, END, INT van de "totale financiële middelen")
|
|
|
|
|
|
|
|
XX 01 02 02 (AC, AL, END, INT en JED in de delegaties)
|
|
|
|
|
|
|
|
XX 01 04 jj
|
- zetel
|
|
|
|
|
|
|
|
|
- delegaties
|
|
|
|
|
|
|
|
XX 01 05 02 (AC, END, INT – onderzoek door derden)
|
|
|
|
|
|
|
|
10 01 05 02 (AC, END, INT – eigen onderzoek)
|
|
|
|
|
|
|
|
Ander begrotingsonderdeel (te vermelden)
|
|
|
|
|
|
|
|
TOTAAL
|
|
|
|
|
|
|
|
XX is het beleidsterrein of de begrotingstitel.
Voor de benodigde personele middelen zal een beroep worden gedaan op het personeel van het DG dat reeds voor het beheer van deze actie is toegewezen en/of binnen het DG is herverdeeld, eventueel aangevuld met middelen die in het kader van de jaarlijkse toewijzingsprocedure met inachtneming van de budgettaire beperkingen aan het beherende DG kunnen worden toegewezen.
Beschrijving van de uit te voeren taken:
Ambtenaren en tijdelijk personeel
|
|
Extern personeel
|
|
3.2.4.Verenigbaarheid met het huidige meerjarige financiële kader
–⌧
Het voorstel/initiatief is verenigbaar met het huidige meerjarige financiële kader
–◻
Het voorstel/initiatief vergt herprogrammering van de betrokken rubriek van het meerjarige financiële kader
Zet uiteen welke herprogrammering nodig is, onder vermelding van de betrokken begrotingsonderdelen en de desbetreffende bedragen.
–◻
Het voorstel/initiatief vergt toepassing van het flexibiliteitsinstrument of herziening van het meerjarige financiële kader
Zet uiteen wat nodig is, onder vermelding van de betrokken rubrieken en begrotingsonderdelen en de desbetreffende bedragen.
3.2.5.Bijdrage van derden
–- Het voorstel/initiatief voorziet niet in medefinanciering door derden.
–- Het voorstel/initiatief voorziet in medefinanciering, zoals hieronder wordt geraamd:
Kredieten in miljoenen euro's (tot op 3 decimalen)
|
Jaar
N
|
Jaar
N+1
|
Jaar
N+2
|
Jaar
N+3
|
Vul zoveel jaren in als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6)
|
Totaal
|
Medefinancieringsbron
|
|
|
|
|
|
|
|
|
TOTAAL medegefinancierde kredieten
|
|
|
|
|
|
|
|
|
3.3.Geraamde gevolgen voor de ontvangsten
–⌧
Het voorstel/initiatief heeft geen financiële gevolgen voor de ontvangsten.
–◻
Het voorstel/initiatief heeft de hieronder beschreven financiële gevolgen:
–◻
voor de eigen middelen
–◻
voor de diverse ontvangsten
in miljoenen euro's (tot op 3 decimalen)
Begrotingsonderdeel voor ontvangsten:
|
Voor het lopende begrotingsjaar beschikbare kredieten
|
Gevolgen van het voorstel/initiatief
|
|
|
Jaar
N
|
Jaar
N+1
|
Jaar
N+2
|
Jaar
N+3
|
Vul zoveel jaren in als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6)
|
Artikel ………….
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Voor de diverse ontvangsten die worden "toegewezen", vermeld het (de) betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven.
Vermeld de wijze van berekening van de gevolgen voor de ontvangsten.