EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52014DC0405

Aanbeveling voor een AANBEVELING VAN DE RAAD over het nationale hervormingsprogramma 2014 van Denemarken en met een advies van de Raad over het convergentieprogramma 2014 van Denemarken

/* COM/2014/0405 final */

52014DC0405

Aanbeveling voor een AANBEVELING VAN DE RAAD over het nationale hervormingsprogramma 2014 van Denemarken en met een advies van de Raad over het convergentieprogramma 2014 van Denemarken /* COM/2014/0405 final */


 

Aanbeveling voor een

AANBEVELING VAN DE RAAD

over het nationale hervormingsprogramma 2014 van Denemarken en met een advies van de Raad over het convergentieprogramma 2014 van Denemarken

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 121, lid 2, en artikel 148, lid 4,

Gezien Verordening (EG) nr. 1466/97 van de Raad van 7 juli 1997 over versterking van het toezicht op begrotingssituaties en het toezicht op en de coördinatie van het economisch beleid[1], en met name artikel 9, lid 2,

Gezien de aanbeveling van de Europese Commissie[2],

Gezien de resoluties van het Europees Parlement[3],

Gezien de conclusies van de Europese Raad,

Gezien het advies van het Comité voor de werkgelegenheid,

Gezien het advies van het Economisch en Financieel Comité,

Gezien het advies van het Comité voor sociale bescherming,

Gezien het advies van het Comité voor de economische politiek,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Op 26 maart 2010 heeft de Europese Raad zijn goedkeuring gehecht aan het voorstel van de Commissie voor een nieuwe groei- en werkgelegenheidsstrategie; deze Europa 2020-strategie moet voor een betere coördinatie van het economisch beleid zorgen en spitst zich toe op de sleutelgebieden waar Europa's potentieel voor duurzame groei en concurrentievermogen een krachtige impuls nodig heeft.

(2) Op voorstel van de Commissie heeft de Raad op 13 juli 2010 een aanbeveling inzake de globale richtsnoeren voor het economisch beleid van de lidstaten en de Unie (2010-2014) en op 21 oktober 2010 een besluit betreffende de richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten vastgesteld, die samen de "geïntegreerde richtsnoeren" vormen. De lidstaten werd verzocht in hun nationaal economisch en werkgelegenheidsbeleid met de geïntegreerde richtsnoeren rekening te houden.

(3) Op 29 juni 2012 hebben de staatshoofden en regeringsleiders besloten tot een Pact voor groei en banen, dat een samenhangend kader biedt voor actie op het niveau van de lidstaten, de EU en de eurozone, waarbij alle mogelijke hefbomen, instrumenten en beleidsvormen worden ingezet. Zij hebben bepaald welke maatregelen op het niveau van de lidstaten moeten worden genomen, en met name verklaard vastbesloten te zijn om de doelstellingen van de Europa 2020-strategie te verwezenlijken en de landenspecifieke aanbevelingen uit te voeren.

(4) Op 9 juli 2013 heeft de Raad een aanbeveling over het nationale hervormingsprogramma voor 2013 van Denemarken vastgesteld en een advies over het geactualiseerde convergentieprogramma van Denemarken voor de periode 2013-2016 uitgebracht.

(5) Op 13 november 2013 heeft de Commissie haar goedkeuring gehecht aan de jaarlijkse groeianalyse[4] en daarmee de aanzet gegeven tot het Europees semester 2014 voor coördinatie van het economisch beleid. Op dezelfde dag heeft de Commissie op grond van Verordening (EU) nr. 1176/2011 het waarschuwingsmechanismeverslag[5] aangenomen. Daarin werd Denemarken genoemd als een van de lidstaten die aan een diepgaande evaluatie zouden worden onderworpen.

(6) Op 20 december 2013 heeft de Europese Raad de prioriteiten inzake financiële stabiliteit, begrotingsconsolidatie en groeibevorderende maatregelen goedgekeurd. Hij benadrukte dat moet worden gestreefd naar gedifferentieerde, groeivriendelijke begrotingsconsolidatie, normalisering van de kredietverschaffing aan de economie, bevordering van groei en concurrentievermogen, aanpakken van de werkloosheid en van de sociale gevolgen van de crisis, en modernisering van de overheidsdiensten.

(7) Op 5 maart 2014 heeft de Commissie de uitkomsten gepubliceerd van de diepgaande evaluatie voor Denemarken[6], die zij op grond van artikel 5 van Verordening (EU) nr. 1176/2011 heeft uitgevoerd. Op basis van haar analyse concludeert de Commissie dat de macro-economische problemen van Denemarken in verband met de particuliere schuldenlast en het externe concurrentievermogen niet langer worden beschouwd als onevenwichtigheden in de zin van de procedure voor macro-economische onevenwichtigheden. Met name lijken het aanpassingsproces op de woningmarkt en de implicaties van de hoge schuld van de private sector voor de reële economie en de stabiliteit van de financiële sector onder controle. Toch vragen deze ontwikkelingen en de drijvende krachten achter het externe concurrentievermogen om voortdurende monitoring.

(8) Op 15 april 2014 heeft Denemarken zijn convergentieprogramma 2014 en zijn nationale hervormingsprogramma 2014 ingediend. Om met de onderlinge verbanden rekening te houden zijn beide programma’s terzelfder tijd geëvalueerd.

(9) Met de in het convergentieprogramma 2014 uitgestippelde begrotingsstrategie wordt beoogd het buitensporige tekort duurzaam te corrigeren en het structurele begrotingssaldo op of boven het niveau van de middellangetermijndoelstelling te houden. De middellangetermijndoelstelling van -0,5 % van het bbp weerspiegelt de in het stabiliteits- en groeipact gestelde eisen. Het overheidstekort van Denemarken werd in 2013 op duurzame wijze tot onder 3 % van het bbp teruggedrongen. Het programma beoogt een nominaal overheidstekort van 1,3 % van het bbp in 2014 en 2,9 % in 2015, wat strookt met een (herberekend) structureel saldo op het niveau van of boven de middellangetermijndoelstelling. In het algemeen is de in het programma uitgestippelde begrotingsstrategie in overeenstemming met de in het stabiliteits- en groeipact gestelde eisen. De schuld, die in 2013 uitkwam op 44,5% van het bbp, zal naar verwachting tijdelijk stijgen in 2015 en daarna dalen. Het macro-economische scenario dat aan de begrotingsprognoses in het programma ten grondslag ligt, is aannemelijk. Het scenario gaat uit van een groei van het bbp van 1,6 % in 2014 en 1,9 % in 2015 en sluit grotendeels aan bij de voorjaarsprognoses 2014 van de Commissie van 1,5 % en 1,9 %. Op basis van de evaluatie van het convergentieprogramma 2014 en de prognoses van de Commissie is de Raad overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1466/97 van de Raad van oordeel dat de overheidsfinanciën van Denemarken gezond zijn en dat ervan mag worden uitgegaan dat de doelstelling van het convergentieprogramma zal worden gehaald.

(10) Denemarken heeft nog niet genoeg vooruitgang geboekt bij het aanpakken van de situatie van groepen aan de rand van de arbeidsmarkt en bij het verbeteren van de kostenefficiëntie van het onderwijssysteem. De hervorming van het invaliditeitspensioen en de flexibele arbeid begint haar vruchten af te werpen, de hervorming van het uitkeringsstelsel is in werking getreden, er is een akkoord bereikt over een hervorming van de ziekte-uitkeringen en in april is de regering met een hervormingsvoorstel gekomen voor een actief arbeidsmarktbeleid. Nog resterende uitdagingen zijn: zorgen voor een voldoende hoog aantal leerlingplaatsen en het verbeteren van de kwaliteit en het imago van dit soort leren, het opwaarderen van het beroepsonderwijs en de opleidingssystemen en het aanpakken van de hoge schooluitvalpercentages. Doordat de uitvoering van de hervormingen zich nog in een pril stadium bevindt, is het nog wachten op de volledige effecten. Op het vlak van beroepsonderwijs en -opleiding is in februari 2014 een hervormingsovereenkomst aangenomen die naar verwachting medio 2015 in werking zal treden. Doel hiervan is de kwaliteit van het beroepsonderwijs en de beroepsopleiding door tal van initiatieven te verbeteren.

(11) Het aanzwengelen van de productiviteit blijft een uitdaging voor de Deense economie. De evaluatie van de Europese Commissie is grotendeels in overeenstemming met de bevindingen van de productiviteitscommissie. In april 2014 heeft de productiviteitscommissie 25 grote aanbevelingen en meer dan 100 concrete voorstellen bekendgemaakt op gebieden als concurrentie, overheidsopdrachten, onderwijs, internationalisering, innovatie, belastingheffing en infrastructuur. Het probleem van de lage productiviteitsgroei zal worden aangepakt via de uitvoering van de aanbevelingen van de productiviteitscommissie.

(12) In de context van het Europees semester heeft de Commissie een brede analyse van het economische beleid van Denemarken verricht. Zij heeft zowel het convergentieprogramma als het nationale hervormingsprogramma doorgelicht. Daarbij heeft zij niet alleen gekeken naar de relevantie ervan voor een houdbaar budgettair en sociaaleconomisch beleid in Denemarken, maar is zij ook nagegaan of de EU-regels en -richtsnoeren in acht zijn genomen, gezien de noodzaak de algemene economische governance van de Europese Unie te versterken door middel van een EU-inbreng in toekomstige nationale besluiten. Haar aanbevelingen in het kader van het Europees semester worden in de onderstaande aanbevelingen 1 tot en met 3 weergegeven.

(13) In het licht van deze beoordeling heeft de Raad het convergentieprogramma van Denemarken onderzocht. Zijn advies[7] daarover is met name in onderstaande aanbeveling 1 weergegeven.

BEVEELT AAN dat Denemarken in de periode 2014-2015 actie zou moeten ondernemen om:

1.           Na de correctie van het buitensporige tekort een groeivriendelijk begrotingsbeleid te blijven nastreven en een gezonde begrotingssituatie te handhaven, waarbij ervoor wordt gezorgd dat de begrotingsdoelstelling voor de middellange termijn gedurende de hele looptijd van het convergentieprogramma in acht genomen blijft.

2.           Verdere maatregelen te nemen om de inzetbaarheid te vergroten van wie aan de rand van de arbeidsmarkt staat. De onderwijsresultaten, vooral voor jongeren met een migrantenachtergrond, te verbeteren en de beroepsopleiding doeltreffender te maken. De overgang van het onderwijs naar de arbeidsmarkt te vergemakkelijken, onder meer door meer gebruik te maken van praktijkgerichte opleiding en leerlingplaatsen.

3.           Meer inspanningen te leveren om de belemmeringen voor de markttoegang weg te nemen en de regelgevingslast te verminderen teneinde de concurrentie in de binnenlandse dienstensector te vergroten, vooral in de detailhandel en de bouw, zoals aanbevolen door de productiviteitscommissie.

Gedaan te Brussel,

                                                                       Voor de Raad

                                                                       De voorzitter

[1]               PB L 209 van 2.8.1997, blz. 1.

[2]               COM(2014) 405 final.

[3]               P7_TA(2014)0128 en P7_TA(2014)0129.

[4]               COM(2013) 800 final.

[5]               COM(2013) 790 final.

[6]               SWD(2014) 77 final.

[7]               Uit hoofde van artikel 9, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1466/97 van de Raad.

Top