EUR-Lex Access to European Union law
This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52013DC0353
Recommendation for a COUNCIL RECOMMENDATION on the Czech Republic’s 2013 national reform programme and delivering a Council opinion on the Czech Republic’s convergence programme for 2012-2016
Aanbeveling voor een AANBEVELING VAN DE RAAD over het nationale hervormingsprogramma 2013 van Tsjechië en met een advies van de Raad over het convergentieprogramma van Tsjechië voor 2012-2016
Aanbeveling voor een AANBEVELING VAN DE RAAD over het nationale hervormingsprogramma 2013 van Tsjechië en met een advies van de Raad over het convergentieprogramma van Tsjechië voor 2012-2016
/* COM/2013/0353 final - 2013/ () */
Aanbeveling voor een AANBEVELING VAN DE RAAD over het nationale hervormingsprogramma 2013 van Tsjechië en met een advies van de Raad over het convergentieprogramma van Tsjechië voor 2012-2016 /* COM/2013/0353 final - 2013/ () */
Aanbeveling voor een AANBEVELING VAN DE RAAD over het nationale hervormingsprogramma 2013
van Tsjechië
en met een advies van de Raad over het convergentieprogramma van Tsjechië voor 2012-2016 DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gezien het Verdrag betreffende de werking van
de Europese Unie, en met name artikel 121, lid 2, en artikel 148, lid 4, Gezien Verordening (EG) nr. 1466/97 van de
Raad van 7 juli 1997 over versterking van het toezicht op begrotingssituaties
en het toezicht op en de coördinatie van het economisch beleid[1], en met name artikel 9, lid 2, Gezien de aanbeveling van de Europese
Commissie[2], Gezien de resoluties van het Europees
Parlement[3], Gezien de conclusies van de Europese Raad, Gezien het advies van het Comité voor de
werkgelegenheid, Na raadpleging van het Economisch en
Financieel Comité, Overwegende hetgeen volgt: (1) Op 26 maart 2010 heeft de
Europese Raad zijn goedkeuring gehecht aan het voorstel van de Europese
Commissie voor een nieuwe groei- en werkgelegenheidsstrategie; deze Europa 2020-strategie
moet voor een betere coördinatie van het economisch beleid zorgen en zal zich
toespitsen op de sleutelgebieden waarop Europa's potentieel voor duurzame groei
en concurrentievermogen een krachtige impuls nodig heeft. (2) De Raad heeft op 13 juli 2010,
op basis van de voorstellen van de Commissie, een aanbeveling inzake de globale
richtsnoeren voor het economisch beleid van de lidstaten en de Unie (2010-2014)
en op 21 oktober 2010 een besluit betreffende de richtsnoeren voor het
werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten[4]
vastgesteld, die samen de "geïntegreerde richtsnoeren" vormen. De
lidstaten werd verzocht in hun nationaal economisch en werkgelegenheidsbeleid
met de geïntegreerde richtsnoeren rekening te houden. (3) Op 29 juni 2012 hebben de staatshoofden
en regeringsleiders besloten tot een Pact voor groei en banen, dat een
samenhangend kader biedt voor actie op het niveau van de lidstaten, de EU en de
eurozone, waarbij alle mogelijke hefbomen, instrumenten en beleidsvormen worden
ingezet. Zij hebben bepaald welke maatregelen op het niveau van de lidstaten
moeten worden genomen, en met name verklaard vastbesloten te zijn om de
doelstellingen van de Europa 2020-strategie te verwezenlijken en de
landenspecifieke aanbevelingen uit te voeren. (4) Op 6 juli 2012 heeft de Raad
een aanbeveling over het nationale hervormingsprogramma voor 2012 van Tsjechië
vastgesteld en een advies over het geactualiseerde convergentieprogramma van
Tsjechië voor de periode 2011-2015 uitgebracht. (5) Op 28 november 2012 heeft de
Commissie haar goedkeuring gehecht aan de jaarlijkse groeianalyse[5] en daarmee de aanzet gegeven
tot het Europees semester voor coördinatie van het economisch beleid van 2013.
Eveneens op 28 november 2012 heeft de Commissie op grond van Verordening (EU)
nr. 1176/2011 het tweede waarschuwingsmechanismeverslag[6] aangenomen. Daarin werd
Tsjechië niet genoemd als een van de lidstaten die aan een diepgaande evaluatie
zouden worden onderworpen. (6) Op 14 maart 2013 heeft de
Europese Raad de prioriteiten inzake financiële stabiliteit,
begrotingsconsolidatie en groeibevorderende maatregelen goedgekeurd. Hij
benadrukte dat moet worden gestreefd naar gedifferentieerde, groeivriendelijke
begrotingsconsolidatie, normalisering van de kredietverschaffing aan de economie,
bevordering van groei en concurrentievermogen, aanpakken van de werkloosheid en
van de sociale gevolgen van de crisis, en modernisering van de
overheidsdiensten. (7) Op 26 april 2013 heeft
Tsjechië zijn convergentieprogramma 2013 voor de periode 2013-2016 ingediend en
op 17 april 2013 zijn nationale hervormingsprogramma 2013. Om met de onderlinge
verbanden rekening te houden zijn beide programma's terzelfder tijd
geëvalueerd. (8) In het licht van de
overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1466/97 van de Raad verrichte
evaluatie van het convergentieprogramma 2013 is de Raad van oordeel dat
Tsjechië zijn nominale tekort in de periode 2009-2012 door aanzienlijke
consolidatie-inspanningen met 1,4 % van het bbp heeft verlaagd en dat dit
land volgens de huidige verwachtingen op het goede spoor zit om het
buitensporige tekort te corrigeren. Het aan de begrotingsprognoses van het
programma ten grondslag liggende macro-economische scenario is aannemelijk. In
het convergentieprogramma wordt ervan uitgegaan dat de reële groei van het bbp
zal uitkomen op 0 % in 2013 en 1,2 % in 2014, terwijl de diensten van
de Commissie het in hun voorjaarsprognoses 2013 bij ‑0,4 % in 2013
en 1,6 % in 2014 houden. Met de in het programma uitgestippelde
begrotingsstrategie wordt beoogd het overheidstekort onder de referentiewaarde
van 3 % van het bbp te houden. De doelstelling voor het overheidstekort
voor 2013 van 2,9 % van het bbp strookt met de termijn voor het corrigeren
van het buitensporige tekort die in de aanbeveling van de Raad van 2 december 2009
was vastgesteld. In de voorjaarsprognoses 2013 van de diensten van de Commissie
wordt uitgegaan van een overheidstekort van 2,9 % van het bbp in 2013 en 3 %
van het bbp in 2014. Het valt evenwel niet uit te sluiten dat het begrotingsresultaat
in 2013 slechter zal uitvallen dan verwacht als gevolg van aanvullende
correcties bij de EU-terugbetalingen. Positief is dat de eenmalige inkomsten
uit de geplande veiling van nieuwe frequentiebanden voor telecommunicatie in 2013
tot een beter dan verwacht begrotingsresultaat kunnen leiden. Het
convergentieprogramma bevestigt de eerdere middellangetermijndoelstelling van
een tekort van 1 % van het bbp, wat een adequate weerspiegeling is van de
in het stabiliteits- en groeipact gestelde eisen. Het (herberekende)
structurele begrotingstekort zal naar verwachting toenemen met 0,3 % van
het bbp in 2014, 0,2 % van het bbp in 2015 en 0,5 % van het bbp in 2016;
het programma voorziet derhalve niet in een aanpassing in de richting van de
middellangetermijndoelstelling, wat niet in lijn is met het stabiliteits- en
groeipact. Het groeipercentage van de overheidsuitgaven strookt in 2014 met de
uitgavenbenchmark van het stabiliteits- en groeipact, maar wijkt daarvan in 2015
met 0,3 % en in 2016 met 0,5 % van het bbp af. Volgens het
convergentieprogramma zal de schuldquote naar verwachting tijdens de
programmaperiode blijven toenemen, zij het in een trager tempo, en in 2016 51,9 %
van het bbp bedragen. (9) In Tsjechië staan herhaalde
besnoeiingen op de uitgaven voor overheidsinvesteringen een snel en duurzaam
herstel in de weg. Het behoud van groeibevorderende uitgaven met een groot
multiplicatoreffect, waaronder met EU-middelen gecofinancierde projecten, zou
niet alleen ondersteuning bieden voor het herstel, maar zou ook kunnen
bijdragen tot het oplossen van langetermijnproblemen. Als bij de uitgaven
voorrang wordt gegeven aan maatregelen die ruimte scheppen voor meer
werkgelegenheid, onderzoek en innovatie, onderwijs, kinderopvangvoorzieningen
en infrastructuurprojecten, kunnen hieruit aanzienlijk effecten voor de groei
voortvloeien. Tegelijk is het cruciaal dat wordt gewaakt over de wettigheid, de
regelmatigheid en de efficiëntie van die uitgaven. (10) In 2012 is beperkte
vooruitgang geboekt bij de belastinghervorming. De belasting op de overdracht
van onroerende goederen werd verhoogd, maar er werd niets ondernomen om het
zeer lage niveau van de terugkerende belastingen op onroerend goed op te
trekken. De plannen om een CO2-belasting in te voeren en om
vrijstellingen van accijnzen op aardgas voor verwarmingsdoeleinden af te
schaffen, werden geschrapt. De impliciete belasting op energie is lager dan het
EU-gemiddelde en de verkeersbelasting blijft zeer laag. Daarnaast zijn er nog
steeds structurele problemen bij de belasting op arbeid, vooral ten nadele van
de kleinverdieners en de deeltijdwerkers. Er werden slechts marginale stappen
gezet om de verschillen weg te werken in de fiscale behandeling van werknemers
en zelfstandigen. Verder is er in Tsjechië ruimte om de efficiëntie van de
belastingadministratie verder te verbeteren. Met betrekking tot de personen‑
en de vennootschapsbelasting is de regering van plan om in 2015 één enkel
inningspunt in te voeren, wat de belastingadministratie doeltreffend kan
stroomlijnen en kan helpen het huidige systeem minder complex te maken. Een
nadeel van de hervorming is evenwel dat de belastinggrondslagen voor de
personenbelasting, de gezondheidszorgbijdragen en de sociale bijdragen niet
zullen worden geharmoniseerd, waardoor een groot deel van de mogelijke
voordelen van de hervorming onbenut blijft. (11) Tsjechië heeft een
houdbaarheidstekort van 5,0 % van het bbp, wat meer is dan het
EU-gemiddelde. Dit tekort weerspiegelt grotendeels de geraamde
langetermijnkosten van de vergrijzing. Bij deze kosten is de verwachte toename
van de pensioenuitgaven en van de uitgaven voor gezondheid en langdurige zorg
doorslaggevend. Een belangrijke bron van onhoudbare toename van de
pensioenuitgaven is het trage tempo waarin de wettelijke pensioengerechtigde
leeftijd wordt opgetrokken, vooral voor mannen. Het systeem zou veel
houdbaarder worden als ervoor wordt gezorgd dat de wettelijke pensioenleeftijd
sneller verhoogt dan wat de huidige wetgeving voorschrijft, en die
pensioenleeftijd aan de levensverwachting wordt gekoppeld. Voorts zou een op
prijzen gebaseerde indexeringsformule, voor zover die op lange termijn wordt
uitgevoerd, aanzienlijke besparingen opleveren en tegelijk de koopkracht van de
gepensioneerden op peil houden. (12) Tegen de landspecifieke
aanbeveling voor 2012 in heeft de regering in 2013 een regeling voor vervroegd
pensioen ingevoerd die het mogelijk maakt om tot vijf jaar vóór de wettelijke
pensioenleeftijd met pensioen te gaan. De pensioenen bij vervroegde uittreding
zullen worden betaald uit de derde pijler, het pensioensparen. Deze pijler
wordt evenwel in aanzienlijke mate door de staat gesubsidieerd via
rechtstreekse bijdragen en de fiscale aftrekbaarheid van de pensioenbijdragen.
Nu mag het nog zo zijn dat, zoals de regering verwacht, slechts een beperkt
aantal personen daadwerkelijk zal voldoen aan de criteria om toegang tot het
stelsel te krijgen, de maatregel maakt het mogelijk dat de begunstigden de
eerder opgebouwde overheidssubsidie gebruiken voor een doel dat ingaat tegen
het beleid dat een langere deelname aan het arbeidsproces stimuleert. (13) Bij de kosten van de
vergrijzing en het grote houdbaarheidstekort is ook de verwachte toename van de
uitgaven voor gezondheid en langdurige zorg een belangrijke factor. De voorbije
jaren zijn in Tsjechië hervormingen doorgevoerd om de efficiëntie van de
gezondheidszorg te verbeteren via kostenbeheersing en meer marktconforme
oplossingen. Toch zijn er nog steeds problemen. In vergelijking met andere
lidstaten is de Tsjechische gezondheidszorg al te zeer toegespitst op
ziekenhuiszorg, wat tot inefficiëntie leidt. Er is ruimte voor verbetering van
de zorgverstrekking op de meest kostenefficiënte en uit klinisch oogpunt meest
passende wijze, bijvoorbeeld door over te schakelen op dagopnamen en het
beperken van een te groot aantal ligdagen in ziekenhuizen voor acute zorg. (14) Uit recente prognoses van de
OESO blijkt dat volledige convergentie van de arbeidsparticipatie van vrouwen
en mannen de verwachte daling van de totale beroepsbevolking een halt zou
toeroepen en het bbp per inwoner met maar liefst 16,5 % zou doen toenemen
tegen 2030. Op 22 mei 2013 heeft de regering een wetsontwerp voorgesteld om
particuliere “kindergroepen” te creëren onder leiding van professionele
nanny’s; als begeleidende maatregel zouden belastingsubsidies worden verleend
voor zorgverstrekkers en de deelnemende gezinnen. Dit is een stap in de goede
richting, maar slechts een gedeeltelijk antwoord op het probleem. Ondanks een
aanhoudend gebrek aan kinderopvangvoorzieningen, vooral voor de
min-driejarigen, zijn er geen plannen om de begrotingssteun voor openbare
voorzieningen voor voorschoolse kinderopvang op te trekken. De inzetbaarheid en
arbeidsmarktparticipatie van kansarmen is ook nog steeds een probleem: er is
ruimte voor het vergroten van de efficiëntie en de doeltreffendheid van de
openbare diensten voor arbeidsbemiddeling. (15) In de
landspecifieke aanbeveling 2012 betreffende de openbare bestuursdiensten is
uitdrukkelijk vermeld dat die diensten efficiënter moeten worden gemaakt en dat
de strijd tegen de corruptie moet worden opgevoerd. Bij de vaststelling van de
prioritaire rechtsbesluiten in het kader van de Tsjechische
anticorruptiestrategie voor 2011-2012 is evenwel slechts beperkte vooruitgang
geboekt. In januari 2013 heeft de regering een nieuwe anticorruptiestrategie
voor 2013-2014 goedgekeurd, maar nu moeten dringend nog in behandeling zijnde
prioritaire besluiten, zoals de ambtenarenwet, worden vastgesteld. Deze nieuwe
wetgeving moet een duidelijk onderscheid maken tussen politiek aangestelden en
niet-politiek personeel, de onafhankelijkheid van de staatsambtenaren
garanderen en voorzien in een goed functionerend loopbaanstelsel dat het grote
personeelsverloop doet dalen. Tsjechië heeft grote vorderingen gemaakt bij de
uitvoering van de wet betreffende overheidsopdrachten, die in april 2012 in
werking is getreden. Dit neemt evenwel niet weg dat plaatselijke autoriteiten
moeilijkheden melden bij de uitvoering van de wet. Wat de besteding van de
EU-middelen betreft, werden de meeste maatregelen van het actieplan om het
beheers- en controlesysteem te versterken tegen eind 2012 ten uitvoer gelegd.
De Tsjechische autoriteiten zullen het actieplan permanent moeten monitoren. (16) Wat het verplichte onderwijs
betreft, halen Tsjechische leerlingen in internationale vergelijkingen over het
algemeen gemiddelde resultaten. Voor wiskunde en wetenschappen zijn de
onderwijsresultaten in de loop der tijd evenwel snel slechter geworden. De
Tsjechische autoriteiten hebben gereageerd met een reeks maatregelen, waaronder
de opstelling van minimumnormen voor het onderwijs, die in het hele land moeten
worden gebruikt voor het testen van leerlingen. Er moet evenwel een meer
geïntegreerd systeem worden opgezet waardoor leerlingen, leerkrachten en
scholen die bij de tests ondermaats scoren, systematisch worden ondersteund. Op
die manier zou een nog ambitieuzere hervorming worden bewerkstelligd. De
grootse uitdaging voor het Tsjechische hogeronderwijsstelsel is ervoor te zorgen
dat het toenemend aantal studenten de vaardigheden meekrijgt die nodig zijn om
op de arbeidsmarkt te slagen. Momenteel wordt een hervorming van de wet op het
hoger onderwijs besproken waarbij gedifferentieerde financieringsregelingen
worden ingevoerd en de accreditatie wordt verbeterd. Dit zijn belangrijke en
ambitieuze voorstellen, maar de werkelijke impact ervan zal afhangen van hoe de
hervorming er uiteindelijk zal uitzien. De autoriteiten zijn ook van plan
herziene beoordelingsnormen vast te stellen voor de financiering van
onderzoeksinstellingen. Het toekennen van meer gewicht aan
kwaliteitsindicatoren, waarbij ook beter met het bedrijfsleven wordt
samengewerkt, zou het Tsjechische onderzoeks‑ en innovatiesysteem helpen
een hoger niveau van uitmuntendheid te bereiken. (17) Tsjechië
behoort tot de EU-lidstaten met het hoogste aantal gereglementeerde beroepen.
In 2012 vond een openbare raadpleging plaats over de herziening van het
rechtskader voor beroepen. De resultaten daarvan zullen in 2013 worden voorgelegd.
Hiermee is een belangrijke stap gezet met het oog op de beperking of opheffing
van belemmeringen voor die beroepen waarvoor de noodzaak van de regelgeving
niet is aangetoond of waarvoor de regelgeving als buitensporig wordt beschouwd
(tot zelfs de lengte van de verplichte stages toe) en waarvoor een
gemakkelijker toegang meer kansen op werkgelegenheid en groei biedt. Ondanks
verbeteringen de voorbije jaren heeft Tsjechië nog steeds een van de hoogste
energie-intensiteiten in de EU, vooral in de gebouwen- en de industriesector. (18) In de context van het Europees
semester heeft de Commissie een brede analyse van het economische beleid van
Tsjechië verricht. Zij heeft zowel het convergentieprogramma als het nationale
hervormingsprogramma doorgelicht. Daarbij heeft zij niet alleen gekeken naar de
relevantie ervan voor een houdbaar budgettair en sociaaleconomisch beleid in
Tsjechië, maar is zij ook nagegaan of de EU-regels en ‑richtsnoeren in
acht zijn genomen, gezien de noodzaak de algemene economische governance van de
Europese Unie te versterken door middel van een EU-inbreng in toekomstige
nationale besluiten. Haar aanbevelingen in het kader van het Europees semester
worden in de onderstaande aanbevelingen 1 tot en met 7 weergegeven. (19) In het licht van deze
beoordeling heeft de Raad het convergentieprogramma van Tsjechië onderzocht en
zijn advies[7]
daarover is met name in onderstaande aanbeveling 1 weergegeven, BEVEELT AAN dat Tsjechië in de periode 2013-2014
actie onderneemt om: 1. De begroting voor 2013 uit te
voeren zoals gepland, teneinde het buitensporige tekort in 2013 op duurzame
wijze te corrigeren en de structurele aanpassing tot stand te brengen die de
Raad in zijn aanbeveling in het kader van de BTP heeft vastgesteld. Voor 2014
en de daaropvolgende jaren de begrotingsstrategie te versterken en rigoureus
uit te voeren met behulp van voldoende precieze maatregelen, om te zorgen voor
een adequate begrotingsinspanning die het mogelijk maakt voldoende vooruitgang
te boeken bij het verwezenlijken van de middellangetermijndoelstelling.
Prioriteit te geven aan uitgavencategorieën die groei bevorderen, en onder meer
op tijd kredieten vast te leggen voor de resterende projecten die binnen het
huidige financiële kader met EU-middelen worden gecofinancierd. 2. De hoge belastingen op arbeid
te verlagen door de belastingheffing te verschuiven naar sectoren die minder
nadelig zijn voor de groei, zoals de periodieke belastingen op huisvesting en
de verkeersbelasting. De verschillen in de fiscale behandeling van werknemers
en zelfstandigen verder weg te werken. Voor een betere naleving van de
belastingwetgeving te zorgen en de nalevingskosten te verminderen door de
invoering van één enkel inningspunt voor alle belastingen en de harmonisering
van de belastinggrondslagen voor de personenbelasting, de sociale bijdragen en
de gezondheidszorgbijdragen. 3. De wettelijke
pensioenleeftijd sneller te verhogen dan de huidige wetgeving oplegt, een
duidelijke koppeling te maken tussen de wettelijke pensioenleeftijd en de levensverwachting,
en het indexeringsmechanisme te herzien. Naast de verhoging van de
pensioenleeftijd maatregelen te nemen die de inzetbaarheid van oudere
werknemers vergroten, en de mogelijkheden tot vervroegde uittreding te
beperken. Met name de overheidssubsidie voor de regeling voor vervroegd
pensioen te schrappen. Maatregelen te nemen om de kostenefficiëntie van de
uitgaven voor de gezondheidszorg aanzienlijk te verbeteren, vooral voor de
ziekenhuiszorg. 4. Maatregelen te nemen om de
efficiëntie en de doeltreffendheid van de openbare dienst voor
arbeidsbemiddeling te vergroten. De beschikbaarheid van voorzieningen voor
inclusieve kinderopvang, vooral voor kinderen tot drie jaar, en de deelname van
Roma-kinderen aanzienlijk te vergroten, namelijk door de vaststelling en de
uitvoering van de wet inzake particuliere kinderopvangvoorzieningen en door de
uitbreiding van de capaciteit van de openbare voorzieningen voor kinderopvang. 5. Ervoor te zorgen dat de
anticorruptiestrategie voor 2013-2014 wordt uitgevoerd. Een ambtenarenwet vast
te stellen die een stabiele, efficiënte en professionele overheidsadministratie
garandeert. Het beheer van de EU-middelen voor de programmeringsperiode 2014-2020
te verbeteren. De capaciteit te vergroten om openbare aanbestedingen op
plaatselijk en regionaal niveau uit te voeren. 6. Een breed beoordelingskader
voor het verplichte onderwijs in te stellen en gerichte maatregelen te nemen om
scholen die op het gebied van onderwijsresultaten laag scoren, te ondersteunen.
Maatregelen te nemen om de accreditatie en de financiering van het hoger
onderwijs te verbeteren. Het aandeel van de prestatiegebonden financiering van
onderzoeksinstellingen te verhogen. 7. Op basis van de aan de gang
zijnde beoordeling de gereglementeerde beroepen te hervormen door belemmeringen
voor de beroepstoegang of bepaalde activiteitsreserves te reduceren of op te
heffen als die niet gerechtvaardigd zijn. Verdere maatregelen te nemen om de
energie-efficiëntie in de gebouwen‑ en de industriesector te verbeteren. Gedaan te Brussel, Voor
de Raad De
voorzitter [1] PB L 209 van 2.8.1997, blz. 1. [2] COM(2013) 353 final. [3] P7_TA(2013)0052 en P7_TA(2013)0053. [4] Besluit 2013/208/EU van de Raad van 22 april 2013. [5] COM(2012) 750 final. [6] COM(2012) 751 final. [7] Uit hoofde van artikel 9, lid 2, van Verordening (EG)
nr. 1466/97 van de Raad.