EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52006PC0439

Voorstel voor een verordening van de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1470/2001 tot instelling van definitieve antidumpingrechten op de invoer van geïntegreerde elektronische compacte fluorescentielampen (CFL-i) uit de Volksrepubliek China

/* COM/2006/0439 def. */

52006PC0439

Voorstel voor een verordening van de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1470/2001 tot instelling van definitieve antidumpingrechten op de invoer van geïntegreerde elektronische compacte fluorescentielampen (CFL-i) uit de Volksrepubliek China /* COM/2006/0439 def. */


[pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN |

Brussel, 04.08.2006

COM(2006) 439 definitief

Voorstel voor een

VERORDENING VAN DE RAAD

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1470/2001 tot instelling van definitieve antidumpingrechten op de invoer van geïntegreerde elektronische compacte fluorescentielampen (CFL-i) uit de Volksrepubliek China

(DOOR DE COMMISSIE INGEDIEND)

TOELICHTING ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL |

Motivering en doelstellingen van het voorstel Dit voorstel betreft de toepassing van Verordening (EG) nr. 384/96 van de Raad van 22 december 1995 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap, laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2117/2005 van de Raad van 21 december 2005 ("de basisverordening"), in het kader van de procedure betreffende de invoer van geïntegreerde elektronische compacte fluorescentielampen (‘CFL-i’) uit de Volksrepubliek China naar aanleiding van een tussentijds nieuw onderzoek overeenkomstig artikel 11, lid 3, van Verordening (EG) nr. 384/96 van de Raad. |

Algemene context Dit voorstel wordt gedaan in het kader van de uitvoering van de basisverordening en is het resultaat van een onderzoek dat werd verricht in overeenstemming met de in de basisverordening vastgestelde materiële en procedurele vereisten. |

Bestaande bepalingen op het gebied van het voorstel Er bestaan geen bepalingen op het gebied van het voorstel. |

Samenhang met andere beleidsmaatregelen en doelstellingen van de Europese Unie Niet van toepassing. |

RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDE PARTIJEN EN EFFECTBEOORDELING |

Raadpleging van belanghebbende partijen |

De partijen die belang hebben bij de procedure, hebben – overeenkomstig de bepalingen van de basisverordening – hun belangen tijdens het onderzoek al kunnen verdedigen. |

Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid |

Er was geen behoefte aan externe deskundigen. |

Effectbeoordeling Dit voorstel vloeit voort uit de uitvoering van de basisverordening. De basisverordening voorziet niet in een algemene effectbeoordeling, maar omvat wel een volledige lijst van factoren die moeten worden beoordeeld. |

JURIDISCHE ELEMENTEN VAN HET VOORSTEL |

Samenvatting van de voorgestelde maatregel In juli 2001 heeft de Raad bij Verordening (EG) nr. 1470/2001 definitieve antidumpingrechten – variërend van 0% tot 66,1% – ingesteld op de invoer van geïntegreerde elektronische compacte fluorescentielampen ('CFL-i') uit de Volksrepubliek China. In maart 2004 heeft een Duitse importeur verzocht de werkingssfeer van de geldende maatregelen opnieuw te onderzoeken. Volgens de importeur heeft een CFL-i die op gelijkstroom werkt (‘DC-CFL-i’), andere technische en fysieke basiseigenschappen en andere gebruiksdoeleinden en toepassingen dan een CFL-i die op wisselstroom werkt (‘AC-CFL-i’) . Nog volgens de indiener van het verzoek mogen alleen AC-CFL-i aan de geldende antidumpingrechten worden onderworpen. DC-CFL-i moeten uitdrukkelijk van de werkingssfeer van de antidumpingrechten worden uitgesloten en de definitie van het product in de oorspronkelijke verordening moet dienovereenkomstig worden gewijzigd. De indiener van het verzoek vroeg ook DC-CFL-i met terugwerkende kracht van de werkingssfeer uit te sluiten. Uit het onderzoek is gebleken dat DC-CFL-i en AC-CFL-i niet dezelfde fysieke en technische basiseigenschappen en niet dezelfde basisgebruiksdoeleinden hebben. Ze zijn niet onderling verwisselbaar en wedijveren niet met elkaar op de Gemeenschapsmarkt. Daarom wordt voorgesteld dat de Raad het bijgevoegde voorstel voor een verordening goedkeurt om de definitie van het product in de verordening tot instelling van definitieve antidumpingmaatregelen te verduidelijken door te specificeren dat DC-CFL-i niet onder deze maatregelen vallen. |

Rechtsgrondslag Verordening (EG) nr. 384/96 van de Raad van 22 december 1995 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap, laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2117/2005 van de Raad van 21 december 2005. |

Subsidiariteitsbeginsel Het voorstel valt onder de exclusieve bevoegdheid van de Gemeenschap. Het subsidiariteitsbeginsel is daarom niet van toepassing. |

Evenredigheidsbeginsel Het voorstel voldoet om de volgende reden(en) aan het evenredigheidsbeginsel: |

De vorm van de maatregel is beschreven in de bovengenoemde basisverordening en laat geen ruimte voor nationale besluitvorming. |

Beschrijving van de wijze waarop de financiële en administratieve lasten voor de Gemeenschap, nationale, regionale en plaatselijke overheden, bedrijven en burgers zoveel mogelijk worden beperkt en hoe zij in verhouding staan tot het doel van het voorstel: niet van toepassing. |

Keuze van instrumenten |

Voorgesteld instrument: verordening. |

Andere instrumenten zouden niet geschikt zijn omdat de basisverordening niet in alternatieven voorziet. |

GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING |

Bepaalde soorten lampen waarvoor bij de invoer antidumpingrechten zijn betaald, hadden van deze rechten moeten zijn vrijgesteld. |

1. Voorstel voor een

VERORDENING VAN DE RAAD

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1470/2001 tot instelling van definitieve antidumpingrechten op de invoer van geïntegreerde elektronische compacte fluorescentielampen (CFL-i) uit de Volksrepubliek China

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 384/96 van de Raad van 22 december 1995 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap[1] (de “basisverordening”), en met name op artikel 11, lid 3,

Gezien het voorstel dat de Commissie na overleg met het Raadgevend Comité heeft ingediend,

Overwegende hetgeen volgt:

1. PROCEDURE

1.1 Bestaande maatregelen

(1) De Raad heeft bij Verordening (EG) nr. 1470/2001[2] (de 'oorspronkelijke verordening') definitieve antidumpingrechten – variërend van 0% tot 66,1% – ingesteld op de invoer van geïntegreerde elektronische compacte fluorescentielampen ('CFL-i') uit de Volksrepubliek China (het 'oorspronkelijke onderzoek').

(2) Na een onderzoek overeenkomstig artikel 13 van de basisverordening heeft de Raad de bij de oorspronkelijke verordening ingestelde definitieve antidumpingmaatregelen bij Verordening (EG) nr. 866/2005[3] uitgebreid tot de invoer van hetzelfde product dat vanuit de Socialistische Republiek Vietnam, de Islamitische Republiek Pakistan en de Republiek der Filipijnen wordt verzonden.

1.2 Verzoek om een tussentijds nieuw onderzoek

(3) Op 3 augustus 2004 heeft de Commissie overeenkomstig artikel 11, lid 3, van Verordening (EG) nr. 384/96 van de Raad van 22 december 1995 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap[4] (de 'basisverordening') een verzoek ontvangen om de werkingssfeer met betrekking tot het product te onderzoeken. Het verzoek was ingediend door Steca Batterieladesysteme und Präzisionselektronik GmbH ('de indiener van het verzoek'), een importeur van in de Volksrepubliek China geproduceerde CFL-i. De indiener van het verzoek importeerde CFL-i die op gelijkstroom werken (‘DC-CFL-i’). Volgens de indiener van het verzoek hadden deze DC-CFL-i andere technische en fysieke basiseigenschappen en andere gebruiksdoeleinden en toepassingen dan CFL-i die op wisselstroom werken (‘AC-CFL-i’). Nog volgens de indiener van het verzoek mogen alleen AC-CFL-i aan de geldende antidumpingrechten worden onderworpen omdat alleen deze producten het voorwerp van het oorspronkelijke onderzoek vormden. De indiener van het verzoek verzocht daarom DC-CFL-i uitdrukkelijk van de werkingssfeer van de antidumpingrechten uit te sluiten en de definitie van het product in de oorspronkelijke verordening dienovereenkomstig te wijzigen. De indiener van het verzoek vroeg ook DC-CFL-i met terugwerkende kracht van de werkingssfeer uit te sluiten.

1.3 Inleiding van een procedure

(4) Nadat de Commissie na overleg met het Raadgevend Comité had vastgesteld dat er voldoende voorlopig bewijsmateriaal voorhanden is, heeft zij via een bericht ('de inleiding van een procedure') in het Publicatieblad van de Europese Unie [5] en overeenkomstig artikel 11, lid 3, van de basisverordening de inleiding van een gedeeltelijk tussentijds nieuw onderzoek aangekondigd om de werkingssfeer met betrekking tot het product te onderzoeken.

1.4 Onderzoek

(5) De Commissie heeft de autoriteiten van de Volksrepubliek China ('VRC'), de producenten/exporteurs in de VRC, de bekende betrokken importeurs in de Gemeenschap, de producenten in de Gemeenschap en de producentenverenigingen in de Gemeenschap in kennis gesteld van de inleiding van het onderzoek. De belanghebbende partijen werden in de gelegenheid gesteld om binnen de in de kennisgeving vermelde termijn hun standpunt schriftelijk bekend te maken en te verzoeken te worden gehoord.

(6) De Commissie heeft alle bekende betrokken partijen en alle andere bedrijven die zich binnen de termijn van de kennisgeving kenbaar hebben gemaakt, verzocht basisgegevens te verstrekken over de totale omzet, de verkoopwaarde en het volume in de Europese Gemeenschap, de productiecapaciteit, de werkelijke productie, de waarde en het volume van de totale invoer van CFL-i en van DC-CFL-i alleen. De Commissie heeft alle informatie opgevraagd en geverifieerd die noodzakelijk werd geacht om te onderzoeken of de werkingssfeer van de bestaande maatregelen moet worden gewijzigd.

(7) Vijf producenten/exporteurs in de VRC, één producent in de Gemeenschap, één met een exporteur/producent in de VRC verbonden importeur en elf niet-verbonden importeurs in de Gemeenschap hebben aan het onderzoek meegewerkt en de in overweging 6 vermelde basisgegevens verstrekt.

1.5 Onderzoekstijdvak

(8) Het onderzoekstijdvak loopt van 1 november 2003 tot en met 31 oktober 2004.

1.6 Mededeling van feiten en overwegingen

(9) Alle belanghebbende partijen werden in kennis gesteld van de voornaamste feiten en overwegingen die aan deze conclusies ten grondslag liggen. Overeenkomstig artikel 20, lid 5, van de basisverordening konden de partijen opmerkingen maken binnen een vastgestelde termijn na deze mededeling.

(10) De mondelinge en schriftelijke opmerkingen van de partijen werden onderzocht en waar nodig werden de bevindingen dienovereenkomstig gewijzigd.

2. BETROKKEN PRODUCT

(11) Het product – CFL-i – wordt in artikel 1 van de oorspronkelijke verordening gedefinieerd en momenteel onder GN-code ex 8539 31 90 ingedeeld. Een CFL-I is een elektronische compacte fluorescerende gasontladingslamp met een of meer glazen buizen, waarbij alle verlichtingselementen en elektronische componenten aan de lampvoet bevestigd of in de lampvoet geïntegreerd zijn. Zoals vermeld in overweging 11 van Verordening (EG) nr. 255/2001 van de Commissie van 7 februari 2001 tot instelling van een voorlopig antidumpingrecht op de invoer van CFL-i uit de Volksrepubliek China[6] (de 'voorlopige verordening') en zoals bevestigd door de definitieve bevindingen van de oorspronkelijke verordening, zijn deze lampen bedoeld als vervanging van gebruikelijke gloeilampen en passen zij in dezelfde fittingen als gloeilampen.

(12) Tijdens het oorspronkelijke onderzoek zijn verschillende producttypes geïdentificeerd afhankelijk van onder meer de levensduur, het vermogen en het omhulsel van de lamp. De verschillende ingangsspanning is echter niet onderzocht en evenmin door een belanghebbende partij tijdens het oorspronkelijke onderzoek aan de orde gesteld.

3. RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK

3.1 Methode

(13) Om te beoordelen of DC-CFL-i en AC-CFL-i als één product of als twee verschillende producten moeten worden beschouwd, werd onderzocht of DC-CFL-i en AC-CFL-i dezelfde fysieke en technische basiseigenschappen en dezelfde gebruiksdoeleinden hebben. Ook de onderlinge verwisselbaarheid en de wedijver tussen AC-CFL-i en DC-CFL-i werden in dit verband beoordeeld.

3.2 Fysieke en technische basiseigenschappen

(14) Alle CFL-i bestaan uit twee hoofdbestanddelen: één (of meer) gasontladingsbuis(buizen) en één elektronische ballast. De elektronische ballast voorziet de gasontladingsbuis van elektronen. De elektronen activeren het gas, dat energie uitzendt in de vorm van licht.

(15) De ingangsspanning voor AC-CFL-i en DC-CFL-i verschilt echter: wisselspanning voor AC-CFL-i en gelijkspanning voor DC-CFL-i. Bijgevolg moeten elektronische ballasten in DC-CFL-i andere onderdelen bevatten dan elektronische ballasten in AC-CFL-i aangezien zij extra functies moeten vervullen, namelijk gelijkspanning in wisselspanning omzetten zodat licht kan worden geproduceerd.

(16) Volgens de bedrijfstak van de Gemeenschap werd het product uit het referentieland (Mexico) in het oorspronkelijke onderzoek als een soortgelijk product beschouwd, ook al waren de in dit land geproduceerde CFL-i bestemd voor lagere spanningen. Daarom zouden ook AC-CFL-i in laagspanningssystemen als hetzelfde product moeten worden beschouwd als DC-CFL-i. Opgemerkt zij echter dat zowel de in Mexico als in de Gemeenschap geproduceerde CFL-i op wisselstroom werkten, hoewel het spanningssysteem in Mexico verschilde van dat in de Gemeenschap. De CFL-i hadden exact dezelfde functie, namelijk gebruikelijke gloeilampen op de respectieve markten vervangen.

(17) In dit onderzoek is het verschil tussen de twee soorten lampen niet alleen de spanning (zoals in het bovenvermelde geval van de Mexicaanse lampen) maar ook de structuur van de door de DC-CFL-i en AC-CFL-i gebruikte stroomtoevoer, die het gebruik van verschillende onderdelen vereist en daarom aan elk type verschillende technische eigenschappen verleent.

3.3 Basisgebruiksdoeleinden en onderlinge verwisselbaarheid

(18) Zoals vermeld in overweging (11) had het oorspronkelijke onderzoek betrekking op een product dat bestemd is om gebruikelijke gloeilampen te vervangen.

(19) Volgens de door de bedrijfstak van de Gemeenschap en de Chinese exporterende producenten verstrekte informatie bedraagt de totale consumptie van DC-CFL-i op de communautaire markt minder dan 2% van de totale CFL-i-consumptie. Daaruit volgt dat AC-CFL-i het meest geïmporteerde en meest gebruikte type CFL-i op de communautaire markt is: AC-CFL-i zijn goed voor bijna 100% van de totale invoer en de totale verkoop in de Gemeenschap.

(20) Gezien het bovenstaande zijn AC-CFL-i ontworpen om de meest gebruikte gloeilampen te vervangen en in dezelfde fittings als deze gloeilampen te passen. Aangezien DC-CFL-i niet dezelfde ingangsstroom gebruiken, produceren zij geen licht bij gebruik in een fitting voor gebruikelijke gloeilampen. Omgekeerd wordt ook geen licht geproduceerd als AC-CFL-i in een met gelijkstroom gevoede fitting worden gemonteerd. Om licht met DC-CFL-i en AC-CFL-i te produceren moet bijgevolg respectievelijk gelijkstroom en wisselstroom worden geleverd.

(21) Bovendien worden AC-CFL-i gebruikt in de in overweging (110) van de voorlopige verordening vermelde toepassingen, d.w.z. in particuliere huishoudens, de industrie en een groot aantal commerciële bedrijven zoals winkels en restaurants. DC-CFL-i worden hier slechts bij hoge uitzondering gebruikt. Gebruikers van AC-CFL-i zijn meestal aangesloten op het openbare elektriciteitsnet, terwijl DC-CFL-i gebruikt worden in gebieden zonder aansluiting op het openbare elektriciteitsnet en daarom vooral van andere elektriciteitsbronnen afhankelijk zijn (batterijen, zonnesystemen, fotovoltaïsche panelen). DC-CFL-i worden in geïsoleerde of rurale gebieden gebruikt in mijnen en schuilkelders, op campings en vaartuigen, enz. Op grond hiervan werd geconcludeerd dat DC-CFL-i geen gebruikelijke gloeilampen kunnen vervangen en dat AC-CFL-i en DC-CFL-i onderling niet verwisselbaar zijn.

(22) Daarom wordt geconcludeerd dat gebruikelijke gloeilampen in de zin van de oorspronkelijke verordening lampen zijn die op wisselstroom werken.

(23) Volgens de bedrijfstak van de Gemeenschap hebben AC-CFL-i en DC-CFL-i in weerwil van het bovenstaande dezelfde basisgebruiksdoeleinden, namelijk licht produceren. Zij moeten daarom als een enkel product worden beschouwd. De bedrijfstak van de Gemeenschap vergeleek AC-CFL-i en DC-CFL-i in dit verband met verschillende autotypes, waarbij het ene type met een benzinemotor en het andere met een dieselmotor is uitgerust. Volgens de bedrijfstak van de Gemeenschap hebben beide autotypes echter dezelfde functie, namelijk het gemotoriseerd vervoer van personen over de weg, en moeten ze daarom als een enkel product worden beschouwd.

(24) De vraag of auto's met een benzinemotor en auto's met een dieselmotor een enkel product zijn, valt echter niet onder dit tussentijds nieuw onderzoek. Bovendien werd de vergelijking als ongeschikt beschouwd omdat de aandacht op de verkeerde parameter (de motor) werd toegespitst. In het onderzochte geval is de relevante parameter of het product over de fysieke en technische eigenschappen beschikt om licht te produceren bij gebruik in een fitting voor gebruikelijke gloeilampen.

(25) Volgens sommige partijen kan een heel beperkt aantal specifieke modellen AC-CFL-i zowel op wissel- als op gelijkstroom werken. Vastgesteld werd dat deze lampen dezelfde gebruiksdoeleinden hebben als AC-CFL-i die uitsluitend op wisselstroom werken. Zij worden daarom beschouwd als lampen die op wisselstroom werken.

(26) Uit het bovenstaande volgt dat AC-CFL-i en DC-CFL-i onderling niet verwisselbaar zijn en daarom niet dezelfde basisgebruiksdoeleinden hebben.

3.4 Wedijver tussen AC-CFL-i en DC-CFL-i

(27) Zoals eerder vermeld hebben AC-CFL-i en DC-CFL-i verschillende toepassingen. Ze zijn onderling niet verwisselbaar en bestemd voor verschillende markten. Bovendien kunnen DC-CFL-i vanwege hun specifieke gebruikstoepassingen alleen in gespecialiseerde winkels of rechtstreeks bij de producenten worden gekocht. AC-CFL-i kunnen daarentegen in de meeste groothandels worden gekocht.

(28) Volgens de enige producent in de EG die aan het onderzoek heeft meegewerkt, kunnen consumenten in gebieden waar wisselstroom beschikbaar is, kiezen voor fotovoltaïsche panelen en zonnepanelen die gelijkstroom leveren. Volgens deze producent bestond er bijgevolg wedijver tussen DC-CFL-i en AC-CFL-i. Opgemerkt zij dat de keuze tussen twee energiebronnen verder reikt dan het gebruik van CFL-i vanwege de vereiste investeringen en het feit dat deze keuze gevolgen heeft voor alle elektrische apparaten in huis. Het is daarom hoogst onwaarschijnlijk dat de investering in fotovoltaïsche panelen uitsluitend zou voortvloeien uit de wedijver tussen DC-CFL-i en AC-CFL-i. Opgemerkt zij ook dat DC-CFL-i duurder zijn dan AC-CFL-i en dat aan dit argument bijgevolg geen economische logica ten grondslag ligt. Daarom moest het argument worden afgewezen.

(29) Aangezien DC-CFL-i en AC-CFL-i niet op hetzelfde soort elektriciteitsnet kunnen worden gebruikt, luidt de conclusie dat er tussen deze types geen wedijver bestaat.

3.5 Verschil tussen AC-CFL-i en DC-CFL-i

(30) Geopperd werd dat DC-CFL-i en AC-CFL-i niet duidelijk kunnen worden onderscheiden. Opgemerkt zij in dit verband dat het onderscheid gemakkelijk kan worden vastgesteld, hoewel DC-CFL-i en AC-CFL-i onder dezelfde GN-code ex 8539 31 90 vallen. Om DC-CFL-i van AC-CFL-i te onderscheiden kan het volgende criterium worden gehanteerd: DC-CFL-i produceren geen licht wanneer ze in een met wisselstroom gevoede fitting worden gemonteerd en aangezet.

(31) Bovendien wordt duidelijk aangegeven dat bepaalde lampen DC-CFL-i zijn: de lage ingangsspanning wordt duidelijk op het product vermeld om te voorkomen dat consumenten de lampen in met wisselstroom gevoede fittingen monteren en de lampen zo stuk gaan.

4. CONCLUSIE INZAKE DE WERKINGSSFEER

(32) Uit het onderzoek is gebleken dat DC-CFL-i en AC-CFL-i niet dezelfde fysieke en technische basiseigenschappen en niet dezelfde basisgebruiksdoeleinden hebben. Ze zijn niet onderling verwisselbaar en wedijveren niet met elkaar op de Gemeenschapsmarkt. Daarom luidt de conclusie dat DC-CFL-i en AC-CFL-i twee verschillende producten zijn en dat de bestaande antidumpingrechten op de invoer van CFL-i uit de VRC niet mogen worden geheven op de invoer van DC-CFL-i. Dit betekent ook dat DC-CFL-i niet onder het oorspronkelijke onderzoek vielen hoewel dit niet uitdrukkelijk in de oorspronkelijk verordening werd vermeld.

(33) Op grond van het bovenstaande moet de werkingssfeer van de bestaande maatregelen worden verduidelijkt door middel van een wijziging van de oorspronkelijke verordening.

(34) Aangezien de maatregelen van Verordening (EG) nr. 1470/2001 van de Raad bij Verordening (EG) nr. 866/2005 van de Raad zijn uitgebreid tot de invoer van CFL-i die vanuit Vietnam, Pakistan en/of de Filipijnen worden verzonden en al dan niet worden aangegeven als van oorsprong uit Vietnam, Pakistan of de Filipijnen, moet deze verordening dienovereenkomstig worden gewijzigd.

5. VERZOEK OM TOEPASSING MET TERUGWERKENDE KRACHT

(35) In de overwegingen (32) en (33) wordt geconcludeerd dat DC-CFL-i niet onder het oorspronkelijke onderzoek vielen dat geleid heeft tot het instellen van antidumpingmaatregelen op de invoer van CFL-i uit de VRC. Daarom heeft de verduidelijking van de werkingssfeer terugwerkende kracht tot de datum waarop de bestaande definitieve antidumpingrechten zijn ingesteld.

(36) Bijgevolg moeten de krachtens Verordening (EG) nr. 1470/2001 van de Raad betaalde definitieve antidumpingrechten op de invoer van DC-CFL-i in de Gemeenschap worden terugbetaald. Het verzoek om terugbetaling moet bij de nationale douaneautoriteiten worden ingediend overeenkomstig de geldende nationale douanewetgeving en onverminderd de eigen middelen van de Europese Gemeenschappen, en met name artikel 7, lid 1, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad van 22 mei 2000 houdende toepassing van Besluit 94/728/EG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen.

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Artikel 1, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1470/2001 van de Raad wordt als volgt gewijzigd:

“1. Er wordt een definitief antidumpingrecht ingesteld op de invoer van op wisselstroom werkende elektronische compacte fluorescerende gasontladingslampen (met inbegrip van elektronische compacte fluorescerende gasontladingslampen die zowel op wissel- als op gelijkstroom werken) met een of meer glazen buizen waarbij alle verlichtingselementen en elektronische componenten aan de lampvoet bevestigd of in de lampvoet geïntegreerd zijn, ingedeeld onder GN-code ex 8539 31 90 (Taric-code 8539 31 90*91 tot 10 september 2004 en Taric-code 8539 31 90*95 vanaf 11 september 2004) en afkomstig uit de Volksrepubliek China.”

Artikel 2, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1470/2001 van de Raad wordt als volgt gewijzigd:

“1. De bedragen die als zekerheid werden gesteld voor de voorlopige antidumpingrechten die ingevolge Verordening (EG) nr. 255/2001 werden ingesteld op de invoer van op wisselstroom werkende elektronische compacte fluorescerende gasontladingslampen uit de Volksrepubliek China met een of meer glazen buizen waarbij alle verlichtingselementen en elektronische componenten aan de lampvoet bevestigd zijn of in de lampvoet geïntegreerd zijn, worden geïnd ten belope van de definitief ingestelde rechten. De bedragen die als zekerheid werden gesteld voor de voorlopige antidumpingrechten die ingevolge Verordening (EG) nr. 255/2001 werden ingesteld op de invoer van producten die vervaardigd werden door Zhejiang Sunlight Group Co., Ltd worden geïnd ten belope van het definitieve recht dat werd ingesteld op de invoer van producten die vervaardigd worden door Zhejiang Yankon Group Co., Ltd. (aanvullende Taric-code A241).”)

Artikel 2

Artikel 1, lid 1, van Verordening (EG) nr. 866/2005 van de Raad wordt als volgt gewijzigd:

“1. Het definitieve antidumpingrecht van 66,1% dat werd ingesteld bij Verordening (EG) nr. 1470/2001 op op wisselstroom werkende elektronische compacte fluorescerende gasontladingslampen (met inbegrip van elektronische compacte fluorescerende gasontladingslampen die zowel op wissel- als op gelijkstroom werken) met één of meer glazen buizen waarbij alle verlichtingselementen en elektronische componenten aan de lampvoet bevestigd of in de lampvoet geïntegreerd zijn, ingedeeld onder GN-code ex 8539 31 90 (Taric-code 8539 31 90*91 tot 10 september 2004 en Taric-code 8539 31 90*95 vanaf 11 september 2004) en afkomstig uit de Volksrepubliek China, wordt uitgebreid tot op wisselstroom werkende elektronische compacte fluorescerende gasontladingslampen (met inbegrip van elektronische compacte fluorescerende gasontladingslampen die zowel op wissel- als op gelijkstroom werken) met één of meer glazen buizen waarbij alle verlichtingselementen en elektronische componenten aan de lampvoet bevestigd of in de lampvoet geïntegreerd zijn, die vanuit Vietnam, Pakistan en/of de Filipijnen worden verzonden en al dan niet worden aangegeven als van oorsprong uit Vietnam, Pakistan of de Filipijnen (Taric-code 8539 31 90*92).”

Artikel 3

1. Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie en is van toepassing met ingang van 9 februari 2001.

2. De terugbetaling van antidumpingrechten die tussen 9 februari 2001 en de datum van inwerkingtreding van deze verordening krachtens Verordening (EG) nr. 1470/2001 van de Raad zijn betaald, gebeurt onverminderd Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad van 22 mei 2000 houdende toepassing van Besluit 94/728/EG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen, en met name artikel 7.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, […]

Voor de Raad

De voorzitter

[1] PB L 56 van 6.3.1996, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2117/2005 van de Raad (PB L 340 van 23.12.2005, blz. 17).

[2] PB L 195 van 19.7.2001, blz. 8.

[3] PB L 145 van 9.6.2005, blz. 1.

[4] PB L 56 van 6.3.1996, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2117/2005 (PB L 340 van 23.12.2005, blz. 17).

[5] PB C 301 van 7.12.2004, blz. 2.

[6] PB L 38 van 8.2.2001, blz. 8.

Top