EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32023D0568

Besluit (EU) 2023/568 van de Raad van 9 maart 2023 inzake het standpunt dat namens de Unie tijdens de 228e bijeenkomst van de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie (ICAO) moet worden ingenomen met betrekking tot de vaststelling van amendement 93 van bijlage 10 — Luchtvaarttelecommunicatie, volume I —Radionavigatiehulpmiddelen bij het Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart en tot de wijziging van de technische instructies voor het veilige vervoer van gevaarlijke goederen door de lucht om actieve volgapparatuur op kleine lithiumbatterijen in ruimbagage toe te staan

ST/6531/2023/INIT

PB L 74 van 13/03/2023, p. 58–60 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2023/568/oj

13.3.2023   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 74/58


BESLUIT (EU) 2023/568 VAN DE RAAD

van 9 maart 2023

inzake het standpunt dat namens de Unie tijdens de 228e bijeenkomst van de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie (ICAO) moet worden ingenomen met betrekking tot de vaststelling van amendement 93 van bijlage 10 — Luchtvaarttelecommunicatie, volume I —Radionavigatiehulpmiddelen bij het Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart en tot de wijziging van de technische instructies voor het veilige vervoer van gevaarlijke goederen door de lucht om actieve volgapparatuur op kleine lithiumbatterijen in ruimbagage toe te staan

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 100, lid 2, in samenhang met artikel 218, lid 9,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Het Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart (“het Verdrag van Chicago”), waarbij het internationale luchtvervoer wordt geregeld, is op 4 april 1947 in werking getreden. Bij dat verdrag is de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie (International Civil Aviation Council — ICAO) opgericht.

(2)

De lidstaten van de Unie zijn verdragsluitende partijen bij het Verdrag van Chicago en leden van de ICAO, terwijl de Unie de status van waarnemer heeft in bepaalde organen van de ICAO. Zes lidstaten zijn momenteel vertegenwoordigd in de ICAO-Raad.

(3)

Overeenkomstig artikel 54 van het Verdrag van Chicago kan de ICAO-Raad internationale normen en aanbevolen praktijken (standards and recommended practices — “SARP’s”) vaststellen, die worden vastgelegd in de bijlagen bij het Verdrag van Chicago.

(4)

Naar verwachting zal de ICAO-Raad tijdens zijn 228e bijeenkomst amendement 93 van bijlage 10, volume I, bij het Verdrag van Chicago vaststellen.

(5)

Het belangrijkste doel van amendement 93 van bijlage 10, volume I, bij het Verdrag van Chicago is de invoering van een wereldwijd multiconstellatie-satellietnavigatiesysteem met twee frequenties (DFMC) te ondersteunen door bepalingen toe te voegen voor extra bedrijfsfrequenties voor het wereldwijde plaatsbepalingssysteem (gps), het wereldwijde satellietnavigatiesysteem (GLONASS) en het satellietaugmentatiesysteem (SBAS), en door bepalingen in te voeren voor het nieuwe satellietnavigatiesysteem BeiDou (BDS) en het Galileosysteem. Het heeft ook als doel de beperking van de ionosferische gradiënt voor het grondaugmentatiesysteem (GBAS) te ondersteunen.

(6)

Het is nodig het standpunt te bepalen dat namens de Unie in de ICAO-Raad moet worden ingenomen, aangezien amendement 93 van bijlage 10, volume I, bij het Verdrag van Chicago bindend zal zijn krachtens het internationaal recht en een beslissende invloed kan hebben op de inhoud van het Unierecht, namelijk Uitvoeringsverordening (EU) 2017/373 van de Commissie (1).

(7)

Het standpunt dat namens de Unie tijdens de 228e of een daaropvolgende bijeenkomst van de ICAO-Raad moet worden ingenomen met betrekking tot de vaststelling van amendement 93 van bijlage 10, volume I, bij het Verdrag van Chicago, zoals uiteengezet in staatsbrief 2021/41, moet erin bestaan deze wijziging te steunen en volledig na te leven. Dat standpunt moet namens de Unie tot uiting worden gebracht door de lidstaten van de Unie die lid zijn van de ICAO-Raad, die gezamenlijk optreden in het belang van de Unie.

(8)

Zodra amendement 93 van bijlage 10, volume I, van het Verdrag van Chicago is aangenomen en van kracht is, zal dit bindend zijn voor alle ICAO-lidstaten, met inbegrip van alle lidstaten van de Unie, overeenkomstig en binnen de grenzen van het Verdrag van Chicago.

(9)

Krachtens artikel 38 van het Verdrag van Chicago moet elke staat die oordeelt dat het onmogelijk is om in alle opzichten te voldoen aan een door het ICAO vastgestelde internationale norm of procedure, of om zijn eigen regels of praktijken volledig in overeenstemming te brengen met een internationale norm of procedure, of die het nodig acht om regels of praktijken vast te stellen die in enig specifiek opzicht verschillen van die welke bij een internationale norm zijn vastgesteld, de ICAO onmiddellijk in kennis stellen van de verschillen tussen zijn eigen praktijk en die welke bij de internationale norm is vastgesteld.

(10)

Overeenkomstig artikel 90 van het Verdrag van Chicago treedt een door de ICAO-raad vastgestelde bijlage of een amendement van een bijlage in werking binnen drie maanden na de voorlegging ervan aan de verdragsluitende staten van de ICAO of na afloop van een langere termijn zoals de ICAO-Raad die kan voorschrijven, tenzij in de tussentijd een meerderheid van de verdragsluitende staten van de ICAO zijn afkeuring kenbaar maakt aan de ICAO-Raad.

(11)

Het standpunt dat namens de Unie moet worden ingenomen na de vaststelling door de ICAO-Raad van amendement 93 van bijlage 10, volume I, bij het Verdrag van Chicago, die door de secretaris-generaal van de ICAO moet worden aangekondigd in een ICAO-staatsbrief, moet erin bestaan geen afkeuring kenbaar te maken en kennis te geven van naleving, mits die wijziging zonder ingrijpende veranderingen wordt vastgesteld. Indien het Unierecht zou afwijken van de nieuwe SARP’s na de beoogde toepassingsdatum ervan, moet de ICAO worden meegedeeld waarin die afwijking bestaat. Het standpunt dat namens de Unie moet worden ingenomen met betrekking tot een dergelijke afwijking moet worden gebaseerd op een schriftelijk document dat de Commissie ter bespreking en goedkeuring aan de Raad voorlegt. Dat standpunt moet tot uiting worden gebracht door alle lidstaten van de Unie, die gezamenlijk optreden in het belang van de Unie.

(12)

De ICAO-Raad wil tijdens zijn 228e bijeenkomst ook een wijziging vaststellen van de technische instructies voor het veilige vervoer van gevaarlijke goederen door de lucht (ICAO-doc. 9284) om actieve volgapparatuur op kleine lithiumbatterijen in ruimbagage toe te staan. Deze kwestie valt onder bijlage 18 bij het Verdrag van Chicago (“Het veilige vervoer van gevaarlijke goederen door de lucht”).

(13)

Met de wijziging zouden passagiers en bemanning actieve volgapparatuur op kleine lithiumbatterijen in hun ruimbagage mogen meenemen, hetgeen krachtens ICAO-document 9284 momenteel verboden is omdat apparatuur met lithiumcellen of -batterijen in ruimbagage moet worden uitgeschakeld.

(14)

Het is nodig het standpunt te bepalen dat namens de Unie in de ICAO-Raad moet worden ingenomen, aangezien de voorgestelde wijzigingen in ICAO-document 9284 rechtstreeks zouden doorwerken in de regels voor het vervoer van gevaarlijke goederen als vastgelegd in Verordening nr. 965/2012 van de Commissie (2), waarin uitdrukkelijk naar dat ICAO-document wordt verwezen, en bijgevolg een beslissende invloed kunnen hebben op de inhoud van het Unierecht.

(15)

Het standpunt dat namens de Unie tijdens de 228e of een daaropvolgende bijeenkomst van de ICAO-Raad moet worden ingenomen met betrekking tot de vaststelling van de wijziging van ICAO-document 9284, moet erin bestaan deze wijziging te steunen. Dat standpunt moet tot uiting worden gebracht door de lidstaten van de Unie die lid zijn van de ICAO-Raad, die gezamenlijk optreden in het belang van de Unie,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

1.   Het standpunt dat namens de Unie tijdens de 228e of een daaropvolgende bijeenkomst van de ICAO-Raad moet worden ingenomen, bestaat erin amendement 93 van bijlage 10, volume I, bij het Verdrag van Chicago te steunen.

2.   Het standpunt dat namens de Unie moet worden ingenomen, mits de ICAO-Raad amendement 93 van bijlage 10, volume I, bij het Verdrag van Chicago zonder ingrijpende wijzigingen vaststelt, bestaat erin in antwoord op de desbetreffende ICAO-staatsbrief geen afkeuring kenbaar te maken en kennis te geven van de naleving van die wijziging.

3.   Indien het Unierecht zou afwijken van de nieuw vastgestelde SARP’s na de beoogde toepassingsdatum ervan, wordt de ICAO overeenkomstig artikel 38 van het Verdrag van Chicago meegedeeld waarin die afwijking bestaat. In dat geval dient de Commissie te zijner tijd en ten minste twee maanden vóór een door de ICAO vastgestelde termijn voor mededeling van afwijkingen, een voorbereidend document met het standpunt dat namens de Unie moet worden ingenomen over de gedetailleerde afwijkingen die aan de ICAO moeten worden gemeld, ter bespreking en goedkeuring in bij de Raad.

Artikel 2

Het standpunt dat namens de Unie tijdens de 228e of een daaropvolgende bijeenkomst van de ICAO-Raad moet worden ingenomen, bestaat erin de wijziging van de technische instructies voor het veilige vervoer van gevaarlijke goederen door de lucht (ICAO-doc. 9284) te steunen.

Artikel 3

Het in artikel 1, lid 1, en in artikel 2 genoemde standpunt wordt tot uitdrukking gebracht door de lidstaten van de Unie die lid zijn van de ICAO-raad, die gezamenlijk optreden in het belang van de Unie.

Het in artikel 1, leden 2 en 3, bedoelde standpunt wordt tot uiting gebracht door alle lidstaten van de Unie, die gezamenlijk optreden in het belang van de Unie.

Artikel 4

Dit besluit treedt in werking op de datum van de vaststelling ervan.

Gedaan te Brussel, 9 maart 2023.

Voor de Raad

De voorzitter

G. STRÖMMER


(1)  Uitvoeringsverordening (EU) 2017/373 van de Commissie van 1 maart 2017 tot vaststelling van de gemeenschappelijke eisen voor verleners van luchtverkeersbeheers-/luchtvaartnavigatiediensten en andere netwerkfuncties voor luchtverkeersbeheer en het toezicht daarop, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 482/2008, Uitvoeringsverordeningen (EU) nr. 1034/2011, (EU) nr. 1035/2011 en (EU) 2016/1377 en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 677/2011 (PB L 62 van 8.3.2017, blz. 1).

(2)  Verordening (EU) nr. 965/2012 van de Commissie van 5 oktober 2012 tot vaststelling van technische eisen en administratieve procedures voor vluchtuitvoering, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 296 van 25.10.2012, blz. 1).


Top