Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52022PC0164

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het namens de Europese Unie in te nemen standpunt in de Associatieraad die is ingesteld bij de Europees-mediterrane Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië, anderzijds, over de vaststelling van de partnerschapsprioriteiten EU-Jordanië

COM/2022/164 final

Brussel, 6.4.2022

COM(2022) 164 final

2022/0107(NLE)

Voorstel voor een

BESLUIT VAN DE RAAD

betreffende het namens de Europese Unie in te nemen standpunt in de Associatieraad die is ingesteld bij de Europees-mediterrane Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië, anderzijds, over de vaststelling van de partnerschapsprioriteiten EU-Jordanië


TOELICHTING

1.Onderwerp van het voorstel

Dit voorstel betreft het besluit tot vaststelling van het namens de Unie in te nemen standpunt in de Associatieraad EU-Jordanië over de geplande vaststelling van de partnerschapsprioriteiten EU-Jordanië voor de periode 2021-2027.

2.Achtergrond van het voorstel

2.1.De Europees-mediterrane overeenkomst

De Europees-mediterrane overeenkomst werd op 24 november 1997 te Brussel ondertekend en is op 1 mei 2002 in werking getreden (hierna “de associatieovereenkomst” genoemd). Zij vormt de rechtsgrondslag voor de bilaterale betrekkingen tussen de EU en Jordanië.

De associatieovereenkomst heeft ten doel:

een passend kader tot stand te brengen voor de politieke dialoog, waardoor nauwe politieke betrekkingen tussen de partijen tot stand kunnen komen;

de voorwaarden vast te leggen voor de geleidelijke liberalisering van het goederen-, diensten- en kapitaalverkeer;

de ontwikkeling van evenwichtige economische en sociale betrekkingen tussen de partijen te bevorderen door middel van dialoog en samenwerking;

de levensomstandigheden en arbeidsvoorwaarden te verbeteren en de productiviteit en de financiële stabiliteit te versterken;

regionale samenwerking ter consolidatie van vreedzame co-existentie en de economische en politieke stabiliteit aan te moedigen;

de samenwerking te bevorderen op andere gebieden van wederzijds belang.

2.2.De Associatieraad EU-Jordanië

De Associatieraad EU-Jordanië werd opgericht in het kader van de Europees-mediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië, anderzijds (artikel 89). Deze overeenkomst werd op 24 november 1997 gesloten en is op 1 mei 2002 in werking getreden 1 .

De Associatieraad is bevoegd om besluiten vast te stellen voor de verwezenlijking van de doelstellingen van de associatieovereenkomst, in de in die overeenkomst genoemde gevallen. De besluiten zijn bindend voor de partijen. Volgens het reglement van orde wordt de Associatieraad bij toerbeurt voor een periode van twaalf maanden voorgezeten door de EU en Jordanië. De Associatieraad komt periodiek, eens per jaar, op ministerieel niveau bijeen.

2.3.De beoogde handeling van de Associatieraad EU-Jordanië

Tijdens zijn XIVe zitting zal de Associatieraad EU-Jordanië een besluit vaststellen over de partnerschapsprioriteiten EU-Jordanië voor de periode 2021-2027 (hierna “de beoogde handeling” genoemd).

De beoogde handeling zal de grondslag vormen voor het partnerschap tussen de EU en Jordanië in de periode 2021-2027.

Met het herziene Europese nabuurschapsbeleid 2  , dat in november 2015 is vastgesteld, is een kader gecreëerd voor de bilaterale betrekkingen met partners. Die moeten in een politiek document worden omschreven in de vorm van partnerschapsprioriteiten, die als belangrijk referentiepunt zullen dienen voor een beperkte reeks specifieke prioriteiten die met de partnerlanden voor de komende jaren worden overeengekomen. De EU en Jordanië hebben een sterk partnerschap. Jordanië is een belangrijke partner van de EU en de EU waardeert de belangrijke matigende rol die Jordanië in de regio speelt ten zeerste. Om de solide en veelzijdige betrekkingen tussen beide partners verder te versterken, zijn partnerschapsprioriteiten vastgesteld ter ondersteuning van de uitvoering van de associatieovereenkomst tussen de EU en Jordanië.

De partnerschapsprioriteiten belichamen gedeelde belangen en spitsen zich toe op gebieden waarop samenwerking tussen de EU en Jordanië wederzijdse voordelen oplevert. De belangrijkste politieke prioriteiten voor de betrekkingen tussen de EU en Jordanië voor de periode 2021-2027 zijn: i) het versterken van de samenwerking op het gebied van regionale stabiliteit en veiligheid, met inbegrip van terrorismebestrijding, ii) de bevordering van economisch herstel en stabiliteit, een groene, digitale, inclusieve en op kennis gebaseerde groei, de kwaliteit van het onderwijs en het scheppen van fatsoenlijke banen, onder meer voor jongeren, en iii) de versterking van goed bestuur, de rechtsstaat, democratische hervormingen en mensenrechten, met inbegrip van sociale en arbeidsrechten. In deze context verbinden de EU en Jordanië zich ertoe hun samenwerking op te voeren met betrekking tot horizontale kwesties als stabilisering, veiligheid, de rechtsstaat, mensenrechten, gendergelijkheid en het versterken van de positie van vrouwen, de dialoog met het maatschappelijk middenveld, migratie en mobiliteit, en het aanpakken van gewelddadig extremisme. Verdere uitvoering van de verschillende onderdelen van het mobiliteitspartnerschap vormt een horizontale prioriteit.

3.Namens de Unie in te nemen standpunt

Het namens de Unie in te nemen standpunt moet erin bestaan de aan dit voorstel gehechte ontwerppartnerschapsprioriteiten EU-Jordanië goed te keuren.

De partnerschapsprioriteiten EU-Jordanië belichamen de gedeelde doelstellingen van het Europees nabuurschapsbeleid, die erin bestaan te komen tot een gemeenschappelijke ruimte van vrede, welvaart en stabiliteit. Zij omvatten de belangrijkste aspecten daarvan, namelijk differentiatie en gedeelde verantwoordelijkheid, maar zijn ook flexibel, zodat zij kunnen worden aangepast aan veranderende omstandigheden, naar gelang de EU en Jordanië overeenkomen. Bovendien sluiten zij aan bij het streven naar een democratisch, stabieler, groener en welvarender Zuidelijk Nabuurschap als strategische prioriteit voor de EU, zoals geformuleerd in de conclusies van de Europese Raad van 10-11 december 2020 3 .

De partnerschapsprioriteiten belichamen ook de doelstellingen van de nieuwe, ambitieuze en innovatieve agenda voor het Middellandse Zeegebied, zoals uiteengezet in de gezamenlijke mededeling van de Commissie en de hoge vertegenwoordiger van 9 februari 2021 over het Zuidelijk Nabuurschap 4 en in de daaropvolgende conclusies van de Raad over een hernieuwd partnerschap met het Zuidelijk Nabuurschap van 16 april 2021 5 , die erop gericht zijn de samenwerking nieuw leven in te blazen en het onbenutte potentieel van de betrekkingen te ontsluiten. De agenda ondersteunt de efficiënte en tijdige uitvoering van onderling overeengekomen vlaggenschipinitiatieven van het economisch en investeringsplan voor de landen van het Zuidelijk Nabuurschap 6 , die het partnerschap van de EU met Jordanië zullen versterken en onze gemeenschappelijke goederen in het Middellandse Zeegebied zullen helpen beschermen.

De nieuwe agenda voor het Middellandse Zeegebied biedt kansen voor nieuwe partnerschappen inzake strategische prioriteiten van groene en digitale transities die zullen bijdragen tot duurzaamheid, welvaart en veerkracht. Daarbij zullen de EU en Jordanië voortbouwen op het partnerschap met Jordanië en de verdere uitvoering van de hervormingsagenda van Jordanië. De EU en Jordanië zullen constructief blijven samenwerken als covoorzitters van de Unie voor het Middellandse Zeegebied teneinde een sterk partnerschap in het hele Middellandse Zeegebied te bevorderen.

De EU en Jordanië hebben bevestigd dat zij gemeenschappelijke doelen nastreven en gemeenschappelijke belangen hebben bij het vredesproces en het herstel van de stabiliteit en vrede in Syrië. Dit zou uiteindelijk de vrijwillige, veilige en waardige terugkeer van vluchtelingen mogelijk moeten maken. Ondertussen is het belangrijk het niveau van de bijstand en de toegang tot bescherming, onderwijs, bestaansmiddelen en diensten voor Syrische vluchtelingen in Jordanië op peil te houden.

Overeenkomstig de nieuwe agenda voor het Middellandse Zeegebied zal het partnerschap tussen de EU en Jordanië gebaseerd blijven op gemeenschappelijke waarden en dialoog, en zal het vorderingen maken met een gezamenlijke sociaal-economische en politieke agenda, onder meer wat betreft hervormingen en de uitvoering daarvan op gebieden als goed bestuur, de rechtsstaat, mensenrechten, sociale cohesie en gelijke kansen voor iedereen, non-discriminatie, milieu- en klimaatbescherming, macro-economische stabiliteit en het ondernemingsklimaat. Het zal gericht zijn op een groen, digitaal, veerkrachtig en rechtvaardig herstel na COVID-19, in overeenstemming met de Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling, de Overeenkomst van Parijs en de Europese Green Deal.

Het stimuleren van een duurzaam sociaal-economisch langetermijnherstel en het scheppen van werkgelegenheid in de zuidelijke partnerlanden is een belangrijke gedeelde prioriteit en de innovatieve hoeksteen van de nieuwe agenda voor het Middellandse Zeegebied. Het aan de gezamenlijke mededeling gehechte gezamenlijke werkdocument over een economisch en investeringsplan voor het Zuidelijk Nabuurschap, waarin Jordanië een prominente plaats inneemt, getuigt van een vastberaden inspanning om invulling te geven aan dit partnerschap en de nadruk te leggen op belangrijke projecten ter versterking van het partnerschap van de EU met Jordanië. De uitvoering van de vlaggenschipinitiatieven van het economisch en investeringsplan van de nieuwe agenda voor het Middellandse Zeegebied zal bijdragen tot de verwezenlijking van de partnerschapsprioriteiten en een belangrijk onderdeel vormen van de samenwerking van de EU met Jordanië.

Het partnerschap en de prioritaire samenwerkingsgebieden zullen geschraagd blijven worden door regelmatige politieke bijeenkomsten op hoog niveau, dialogen op het gebied van economie, werkgelegenheid en sociale zaken, handel, justitie, mensenrechten, democratische processen, klimaat en milieu, het mobiliteitspartnerschap tussen de EU en Jordanië, de overeenkomst tussen de EU en Jordanië inzake wetenschap en technologie en de bestaande samenwerking op andere gebieden, de inzet van de EU en Jordanië om de dialoog en de samenwerking op het gebied van veiligheid te versterken, onder meer wat betreft de bestrijding van gewelddadig extremisme en terrorisme en cyberbeveiliging en de lopende bilaterale samenwerking ter ondersteuning van Jordanië.

In de partnerschapsprioriteiten wordt onder meer aandacht besteed aan het bevorderen van de mensenrechten en goed bestuur, de externe dimensie van het migratiebeleid van de EU, de grotere nadruk op internationale samenwerking voor de bestrijding van terrorisme en gewelddadig extremisme, en de potentiële impact van handel op eerlijke groei en fatsoenlijk werk.

Voor het opstellen van de partnerschapsprioriteiten EU-Jordanië is nauw overlegd met de relevante diensten van de Commissie en met de vertegenwoordigers van de EU-lidstaten in de werkgroep van de Raad inzake de Maghreb en de Mashrek, en hebben besprekingen plaatsgevonden met de Jordaanse tegenhangers. Via de EU-delegatie in Jordanië vond overleg plaats met een breed scala aan belanghebbenden uit het maatschappelijk middenveld, onder meer die welke zich bezighouden met kwesties op sociaal en economisch gebied en op het gebied van mensenrechten en democratisering, alsook met het bedrijfsleven.

4.Rechtsgrondslag

4.1.Procedurele rechtsgrondslag

4.1.1.Beginselen

Artikel 218, lid 9, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) voorziet in de vaststelling van besluiten tot bepaling van “de standpunten die namens de Unie worden ingenomen in een krachtens een overeenkomst opgericht lichaam, wanneer dit lichaam handelingen met rechtsgevolgen vaststelt, met uitzondering van handelingen tot aanvulling of wijziging van het institutionele kader van de overeenkomst”.

Het begrip “handelingen met rechtsgevolgen” omvat handelingen die rechtsgevolgen hebben uit hoofde van de op het betrokken lichaam toepasselijke volkenrechtelijke bepalingen. Onder dit begrip vallen tevens instrumenten die volkenrechtelijk niet bindend zijn, maar die “beslissende invloed [kunnen hebben] op de inhoud van de regelgeving die de wetgever van de Unie vaststelt 7 .

4.1.2.Toepassing op het onderhavige geval

De Associatieraad EU-Jordanië is een orgaan dat is opgericht krachtens een overeenkomst, namelijk de Europees-mediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië, anderzijds, die op 24 november 1997 is gesloten en op 1 mei 2002 in is werking getreden.

De door de Associatieraad EU-Jordanië vast te stellen handeling is een handeling met rechtsgevolgen. De geplande handeling kan een beslissende invloed hebben op de inhoud van de EU-regelgeving, te weten haar ontwikkelingssamenwerkingsbeleid ten aanzien van Jordanië. De reden hiervoor is dat de partnerschapsprioriteiten EU-Jordanië de grondslag zullen vormen voor de toekomstige betrekkingen tussen de EU en Jordanië, onder meer wat betreft de programmering van hulp in het kader van de ontwikkelingssamenwerking op grond van het nieuwe instrument voor nabuurschapsbeleid, ontwikkeling en internationale samenwerking (NDICI) in de periode 2021-2027. De beoogde handeling strekt niet tot aanvulling of wijziging van het institutionele kader van de associatieovereenkomst.

De procedurele rechtsgrondslag voor het voorgestelde besluit is derhalve artikel 218, lid 9, VWEU.

4.2.Materiële rechtsgrondslag

4.2.1.Beginselen

De materiële rechtsgrondslag voor een overeenkomstig artikel 218, lid 9, VWEU vast te stellen besluit wordt in de eerste plaats bepaald door de doelstelling en de inhoud van de beoogde handeling ten aanzien waarvan namens de Unie een standpunt wordt ingenomen. Wanneer de beoogde handeling een tweeledige doelstelling heeft of bestaat uit twee componenten, waarvan er een kan worden gezien als hoofddoelstelling of hoofdcomponent, terwijl de andere doelstelling of de andere component slechts ondergeschikt is, moet het overeenkomstig artikel 218, lid 9, VWEU vast te stellen besluit op één materiële rechtsgrondslag worden gebaseerd, namelijk die welke vereist is voor de hoofddoelstelling of de hoofdcomponent dan wel de belangrijkste doelstelling of component.

4.2.2.Toepassing op het onderhavige geval

De doelstelling en de inhoud van de beoogde handeling hebben in de eerste plaats betrekking op de samenwerking met een derde land in het kader van een associatieovereenkomst en het Europees Nabuurschapsbeleid. De beoogde maatregelen hebben in het algemeen betrekking op alle gebieden die onder de associatieovereenkomst vallen en zijn gericht op de verdere uitvoering en verdieping van de associatie tussen de partijen. Het gebied waarbinnen het voorgestelde besluit valt, moet dan ook worden vastgesteld in het licht van de associatieovereenkomst in haar geheel. De materiële rechtsgrondslag voor het voorgestelde besluit is derhalve artikel 217, VWEU.

4.3.Conclusie

De rechtsgrondslag voor het voorgestelde besluit is artikel 217, in samenhang met artikel 218, lid 9, VWEU.

5.Bekendmaking van de beoogde handeling

Aangezien de handeling van de Associatieraad EU-Jordanië de eerdere partnerschapsprioriteiten EU-Jordanië, die zijn vastgesteld bij Besluit N 1/2016 van de Associatieraad EU-Jordanië van 19 december 2016, zal vervangen, is het passend deze handeling na de vaststelling ervan bekend te maken in het Publicatieblad van de Europese Unie.

2022/0107 (NLE)

Voorstel voor een

BESLUIT VAN DE RAAD

betreffende het namens de Europese Unie in te nemen standpunt in de Associatieraad die is ingesteld bij de Europees-mediterrane Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië, anderzijds, over de vaststelling van de partnerschapsprioriteiten EU-Jordanië

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 217 in samenhang met artikel 218, lid 9,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)De Europees-mediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië, anderzijds (hierna “de associatieovereenkomst” genoemd), is op 24 november 1997 gesloten 8 en op 1 mei 2002 in werking getreden.

(2)Artikel 91, lid 1, van de associatieovereenkomst geeft de Associatieraad de bevoegdheid besluiten vast te stellen om de doelstellingen van de associatieovereenkomst te verwezenlijken. De Associatieraad EU-Jordanië zal tijdens zijn XIVe zitting de partnerschapsprioriteiten EU-Jordanië vaststellen.

(3)Het is passend het standpunt te bepalen dat namens de Unie moet worden ingenomen in de Associatieraad EU-Jordanië, aangezien het besluit bindend zal zijn voor de Unie.

(4)De beoogde handeling zal de grondslag vormen voor het partnerschap tussen de EU en Jordanië in de periode 2021-2027. De EU en Jordanië hebben een sterk partnerschap. Jordanië is een belangrijke partner van de EU, en de EU waardeert de belangrijke matigende rol die Jordanië in de regio speelt ten zeerste. Om de solide en veelzijdige betrekkingen tussen beide partners verder te versterken, zijn partnerschapsprioriteiten vastgesteld ter ondersteuning van de uitvoering van de associatieovereenkomst tussen de EU en Jordanië, die als leidraad zullen dienen voor het partnerschap voor de periode 2021-2027,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Het standpunt dat namens de Unie moet worden ingenomen op de XIVe zitting van de Associatieraad EU-Jordanië is gebaseerd op het aan dit besluit gehechte ontwerpbesluit van de Associatieraad EU-Jordanië tot vaststelling van de partnerschapsprioriteiten EU-Jordanië.

Artikel 2

Dit besluit is gericht aan de Commissie en aan de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid.

Gedaan te Brussel,

   Voor de Raad

   De voorzitter

(1)    Europees-mediterrane Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië, anderzijds; PB L 129 van 15.5.2002, blz. 3.
(2)    Gezamenlijke mededeling aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s: Herziening van het Europees nabuurschapsbeleid, SWD (2015) 500.
(3)    EUCO 22/20 van 11.12.2020.
(4)    JOIN(2021) 2 final.
(5)    https://data.consilium.europa.eu/doc/document/ST-7931-2021-INIT/nl/pdf
(6)    Gezamenlijk werkdocument: Renewed Partnership with the Southern Neighbourhood Economic and Investment Plan for the Southern Neighbours, SWD/2021/23 final.
(7)    Arrest van het Hof van Justitie van 7 oktober 2014, Duitsland/Raad, C-399/12, ECLI:EU:C:2014:2258, punten 61 tot en met 64.
(8)    Europees-mediterrane Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië, anderzijds; PB L 129 van 15.5.2002, blz. 3.
Top

Brussel, 6.4.2022

COM(2022) 164 final

BIJLAGE

bij het

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

betreffende het namens de Europese Unie in te nemen standpunt in de Associatieraad die is ingesteld bij de Europees-mediterrane Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië, anderzijds, over de vaststelling van de partnerschapsprioriteiten EU-Jordanië


BIJLAGE

BESLUIT NR. ... VAN DE 14e ASSOCIATIERAAD EU-JORDANIË

van DD/MM/2022 waarbij overeenstemming wordt bereikt over de partnerschapsprioriteiten EU-Jordanië

DE ASSOCIATIERAAD EU-JORDANIË,

Gezien de Europees-mediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië, anderzijds,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)De Europees-mediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië, anderzijds, is op 24 november 1997 ondertekend en op 1 mei 2002 in werking getreden.

(2)Artikel 91 van de Europees-mediterrane overeenkomst geeft de Associatieraad de bevoegdheid passende besluiten vast te stellen om de doelstellingen van de overeenkomst te verwezenlijken.

(3)Overeenkomstig artikel 101 van de Europees-mediterrane overeenkomst treffen de partijen alle algemene en bijzondere maatregelen die vereist zijn om aan hun verplichtingen krachtens de overeenkomst te voldoen en zien zij erop toe dat de in de overeenkomst vastgelegde doelstellingen worden verwezenlijkt.

(4)Bij de herziening van het Europees nabuurschapsbeleid is voorgesteld de samenwerking met partners naar een volgend niveau te brengen, waarbij aan beide kanten meer zeggenschap mogelijk wordt.

(5)De EU en Jordanië hebben besloten hun partnerschap te consolideren door overeenstemming te bereiken over een aantal prioriteiten voor de periode 2021-2027, om de veerkracht en stabiliteit van Jordanië te ondersteunen en te bevorderen en tegelijkertijd ook de gevolgen van het aanhoudende conflict in Syrië aan te pakken.

(6)De partijen bij de Europees-mediterrane overeenkomst hebben overeenstemming bereikt over de tekst van de partnerschapsprioriteiten EU-Jordanië, die de uitvoering van de Europees-mediterrane overeenkomst zullen bevorderen en de nadruk leggen op samenwerking inzake gedeelde belangen die in gezamenlijk overleg zijn geïdentificeerd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De Associatieraad beveelt aan dat de partijen de partnerschapsprioriteiten EU-Jordanië uitvoeren, zoals opgenomen in de bijlage bij dit besluit.

Artikel 2

De Associatieraad besluit dat de in artikel 1 bedoelde partnerschapsprioriteiten EU-Jordanië in de plaats komen van de vorige partnerschapsprioriteiten EU-Jordanië, die zijn vastgesteld bij Besluit nr. 1/2016 van de Associatieraad EU-Jordanië van 19 december 2016.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te xx, op dag maand jaar.

Voor de Associatieraad

De voorzitter

***

Partnerschapsprioriteiten EU-Jordanië 2021-2027

Inleiding

De EU en Jordanië hebben een sterk partnerschap. Jordanië is een belangrijke partner van de EU en de EU heeft grote waardering voor de grote matigende invloed die Jordanië in de regio heeft. Om de solide en veelzijdige betrekkingen tussen de twee partners verder te versterken, zijn partnerschapsprioriteiten vastgesteld, die de uitvoering van de Associatieovereenkomst EU-Jordanië zullen ondersteunen en voor de periode 2021-2027 richting zullen geven aan het partnerschap.

De partnerschapsprioriteiten EU-Jordanië belichamen de gedeelde doelstellingen van het Europees nabuurschapsbeleid, die erin bestaan te komen tot een gemeenschappelijke ruimte van vrede, welvaart en stabiliteit. Zij omvatten de belangrijkste aspecten ervan, namelijk differentiatie en gedeelde verantwoordelijkheid, maar zijn ook flexibel, zodat zij kunnen worden aangepast aan veranderende omstandigheden, volgens wat de EU en Jordanië overeenkomen. Bovendien sluiten zij aan bij het in de conclusies van de Europese Raad van 10 en 11 december 2020 1 uitgedrukte streven naar een democratisch, stabieler, groener en welvarender zuidelijk nabuurschap als strategische prioriteit voor de EU.

De partnerschapsprioriteiten belichamen ook de doelstellingen van de nieuwe, ambitieuze en innovatieve agenda voor het Middellandse Zeegebied die in de gezamenlijke mededeling van de Commissie en de hoge vertegenwoordiger inzake het zuidelijk nabuurschap van 9 februari 2021 2 en in de daaropvolgende conclusies van de Raad over een hernieuwd partnerschap met het zuidelijk nabuurschap van 16 april 2021 3 is uiteengezet en die tot doel heeft de samenwerking een nieuw elan te geven en het onbenutte potentieel van de betrekkingen aan te boren. De agenda ondersteunt de doeltreffende en tijdige uitvoering van onderling overeengekomen vlaggenschipinitiatieven van het economisch en investeringsplan voor de landen van het zuidelijk nabuurschap 4 die het partnerschap van de EU met Jordanië zullen versterken en onze gemeenschappelijke goederen in het Middellandse Zeegebied zullen helpen beschermen. De nieuwe agenda biedt kansen voor nieuwe partnerschappen op het gebied van strategische prioriteiten van de groene en digitale transitie die zullen bijdragen tot duurzaamheid, welvaart en veerkracht. Bij deze inspanningen zullen de EU en Jordanië voortbouwen op het partnerschap met Jordanië en op de verdere uitvoering van de Jordaanse hervormingsagenda. De EU en Jordanië zullen als medevoorzitters van de Unie voor het Middellandse Zeegebied constructief blijven samenwerken om een sterk partnerschap in het hele Middellandse Zeegebied te bevorderen.

Overeenkomstig de nieuwe agenda zal het partnerschap tussen de EU en Jordanië gebaseerd blijven op gemeenschappelijke waarden en dialoog, waarbij ernaar wordt gestreefd vooruitgang te boeken op een gezamenlijke sociaaleconomische en politieke agenda, met inbegrip van hervormingen en de uitvoering daarvan op gebieden als goed bestuur, de rechtsstaat, de mensenrechten, sociale cohesie en gelijke kansen voor iedereen, non-discriminatie, milieu- en klimaatbescherming, macro-economische stabiliteit en het ondernemingsklimaat. Met de nieuwe agenda wordt gestreefd naar een groen, digitaal, veerkrachtig en rechtvaardig herstel na de COVID-19-pandemie, overeenkomstig de Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling, de Klimaatovereenkomst van Parijs en de Europese Green Deal.

Het stimuleren van een duurzaam sociaaleconomisch langetermijnherstel en het scheppen van werkgelegenheid in de landen van het zuidelijk nabuurschap is een belangrijke gedeelde prioriteit en vormt de innovatieve hoeksteen van de nieuwe agenda voor het Middellandse Zeegebied. Het bij de mededeling gevoegde gezamenlijke werkdocument over een economisch en investeringsplan voor de landen van het zuidelijk nabuurschap, waarin Jordanië een prominente plaats inneemt, is een vastberaden poging om inhoud te geven aan dit partnerschap en zich toe te spitsen op belangrijke projecten die het partnerschap van de EU met Jordanië versterken. De uitvoering van de vlaggenschipinitiatieven van het economisch en investeringsplan van de nieuwe agenda voor het Middellandse Zeegebied zal bijdragen tot de verwezenlijking van de partnerschapsprioriteiten en een belangrijk onderdeel vormen van de samenwerking tussen de EU en Jordanië.

Op basis van de gezamenlijke mededeling, het daarin uiteengezette economisch en investeringsplan en de conclusies van de Raad zal de EU ook haar krachten met de lidstaten bundelen om initiatieven in het kader van Team Europe rond kerngebieden van wederzijds belang te bevorderen, waarbij wordt voortgebouwd op de succesvolle respons van Team Europe op de COVID-19-crisis, zowel wereldwijd als in Jordanië.

De partnerschapsprioriteiten zijn een dynamisch document en impliceren dat wederzijdse verbintenissen moeten worden nagekomen.

Het partnerschap en de prioritaire samenwerkingsgebieden zullen verder vorm krijgen via regelmatige politieke vergaderingen op hoog niveau, dialogen inzake economie, werkgelegenheid en sociale zaken, handel, justitie en mensenrechten, democratische processen, klimaat en milieu, het mobiliteitspartnerschap EU-Jordanië, de overeenkomst tussen de EU en Jordanië inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking en andere bestaande samenwerkingsgebieden, de toezeggingen van de EU en Jordanië om de dialoog en samenwerking inzake veiligheid, met inbegrip van de bestrijding van gewelddadig extremisme en terrorisme en cyberbeveiliging, te bevorderen, en de huidige bilaterale samenwerking ter ondersteuning van Jordanië.

De partnerschapsprioriteiten bevestigen de banden tussen de EU en Jordanië en leggen de reikwijdte van de verdieping van het wederzijdse engagement vast.

De huidige context is bijzonder bevorderlijk voor het consolideren van de betrekkingen tussen de EU en Jordanië, die gebaseerd zijn op gedeelde doelstellingen, waarden en belangen bij het aanpakken van gemeenschappelijke uitdagingen.

De COVID-19-pandemie heeft de druk op de gezondheidszorg, het onderwijs en de economie verder doen toenemen en brengt aanzienlijke sociaaleconomische uitdagingen met zich mee. De EU en Jordanië zullen sterker uit de crisis komen, onder meer via een groene en digitale transformatie van hun economieën, door hun veerkracht te vergroten en door hun gemeenschappen op inclusieve wijze welvaart en kansen op fatsoenlijk werk te bieden. De EU en haar partners zullen zich meer inzetten voor de bestrijding van alle vormen van discriminatie, ook discriminatie op grond van godsdienst of overtuiging, en voor de bevordering van gendergelijkheid op alle beleidsterreinen, als onderdeel van het streven naar een inclusief herstel na de COVID-19-pandemie.

De crisis in Syrië heeft sinds 2011 een zware impact op Jordanië, de regio en de EU. De EU en Jordanië hebben bevestigd dat zij gemeenschappelijke doelen nastreven en gezamenlijke belangen hebben bij het vredesproces en het herstel van de stabiliteit en de vrede in Syrië. Dit zou er uiteindelijk voor zorgen dat vluchtelingen vrijwillig, veilig en op waardige wijze kunnen terugkeren. Ondertussen is het van belang te blijven voorzien in bijstand en toegang tot bescherming, onderwijs, bestaansmiddelen en diensten voor Syrische vluchtelingen in Jordanië.

De EU erkent de belangrijke rol die Jordanië speelt op nationaal, regionaal en internationaal niveau en ondersteunt het engagement van Jordanië in het multilaterale systeem. De EU prijst de genereuze en niet-aflatende inzet van Jordanië om grote aantallen vluchtelingen, onder wie Syriërs, Palestijnen, Irakezen, Libiërs en Jemenieten, die in Jordanië een veilig heenkomen zoeken, op te vangen en te beschermen, en hen te voorzien van onderwijs, gezondheidszorg, bestaansmiddelen en diensten op het gebied van sociale bescherming. De EU zal Jordanië blijven helpen bij het bieden van steun aan vluchtelingen die bescherming zoeken in Jordanië en bij het versterken van de veerkracht van Jordanië, onder meer via het voortdurende engagement om de gevolgen van de COVID-19-pandemie te verzachten. Zoals voorheen komt de EU-steun aan Jordanië voor de omgang met de vluchtelingenproblematiek bovenop de bilaterale steunprogramma's. Het is van cruciaal belang armoede, discriminatie en genderongelijkheid te bestrijden, adequate inkomenssteun te bieden, in niet-discriminerende toegang tot sociale bescherming te voorzien overeenkomstig nationale kaders zoals de Jordaanse nationale strategie voor sociale bescherming, duurzame ontwikkeling en groei te bevorderen, de mensenrechten te beschermen en te zorgen voor billijke toegang tot diensten van hoge kwaliteit. Jordanië levert ook toonaangevende inspanningen en speelt een voortrekkersrol voor het bevorderen van de vrede en veiligheid in het Midden-Oosten, met name bij het vredesproces in het Midden-Oosten. Daarnaast is de rol van Jordanië bij het voorkomen en bestrijden van radicalisering en terrorisme en gewelddadig extremisme van grote waarde gebleken. De leidende en stabiliserende rol van Jordanië wordt voorts geïllustreerd door het feit dat het samen met de EU medevoorzitter is van de Unie voor het Middellandse Zeegebied (UMZ), waar het pleit voor politieke oplossingen voor diverse crises in de regio en voor regionale integratie en ontwikkeling, duurzame, groene, circulaire en hulpbronnenefficiënte economieën met een lage uitstoot van broeikasgassen.

Jordanië en de EU zullen zich ook blijven inzetten voor alle aspecten van migratie in het kader van een alomvattend, wederzijds voordelig en op maat gesneden partnerschap en in het kader van het mobiliteitspartnerschap, dat een samenhangend kader biedt voor maatregelen op het gebied van migratie, mobiliteit en veiligheid, waarbij vraagstukken in verband met grensbeheer, voorkoming van illegale migratie en internationale bescherming worden aangepakt 5 .

De partnerschapsprioriteiten steunen op hetgeen gezamenlijk is verwezenlijkt op gebieden van wederzijds belang, zoals het doel om de verdere doorvoering van hervormingen te bevorderen en aldus bij te dragen tot de macro-economische stabiliteit van Jordanië, overeenkomstig de prioriteiten van het herziene IMF-programma en rekening houdend met de gevolgen van de COVID-19-pandemie. Zij bouwen ook voort op de Conferentie van Londen van 2016 over steun voor Syrië en de regio en de toezeggingen die Jordanië en de andere organisatoren van die conferentie in het internationale pact (“international compact”) hebben gedaan. Die waren erop gericht de ontwikkelingsresultaten van Jordanië in stand te houden en daarbij door te gaan met het bieden van humanitaire hulp en adequate steun aan gastgemeenschappen. Tijdens de vijf daaropvolgende Conferenties van Brussel over steun voor de toekomst van Syrië en de regio is het politieke, humanitaire en financiële engagement van de internationale gemeenschap hernieuwd en versterkt om het Syrische volk, de buurlanden en de gastgemeenschappen die het zwaarst door het conflict zijn getroffen te steunen, en is geëvalueerd welke vorderingen de regeringen, de donoren en de Verenigde Naties (VN) hebben gemaakt bij het nakomen van de verbintenissen en toezeggingen die zij in dat verband hebben gedaan. In het licht van de aanhoudende extreme kwetsbaarheid van Syrische vluchtelingen en kwetsbare gastgemeenschappen, die nog wordt verergerd door de COVID-19-pandemie, bevestigen de EU en Jordanië hun engagement om alle vluchtelingen in Jordanië bijstand en daadwerkelijke bescherming te bieden. Het is van belang hun toegang tot diensten verder te verbeteren, ervoor te zorgen dat hun mensenrechten worden geëerbiedigd en te blijven werken aan de versterking van hun zelfredzaamheid, en mogelijkheden voor hen te scheppen zodat zij kunnen bijdragen tot de economische ontwikkeling van Jordanië. Bij de ondersteuning van vluchtelingen, onder meer uit Syrië, zullen de EU en Jordanië een aanpak met nadruk op kwetsbaarheid en met de nodige aandacht voor de situatie van kwetsbare gastgemeenschappen hanteren.

De EU blijft zich inzetten voor de voortdurende verlening van bijstand en bescherming aan Palestijnse vluchtelingen, ook in Jordanië. In dit verband hebben de EU en Jordanië gewezen op de cruciale bijdrage die de Organisatie van de Verenigde Naties voor hulpverlening aan Palestijnse vluchtelingen in het Nabije Oosten (UNRWA) levert tot de veiligheid en stabiliteit in de regio, overeenkomstig het VN-mandaat dat in de desbetreffende VN-resoluties is vastgelegd, en hebben zij verklaard zich ertoe te verbinden de organisatie politiek en financieel te blijven steunen. Zij erkennen de belangrijke rol die UNRWA blijft spelen en zeggen toe de organisatie te zullen steunen bij de uitvoering van haar mandaat op de terreinen waarop zij actief is, alsook bij de hervormingen op het gebied van beheer en bestuur met het oog op meer transparantie, verantwoordingsplicht en goed financieel beheer waarmee de organisatie een aanvang heeft gemaakt. Zij pleiten voorts bij de donorgemeenschap voor een duurzamere en voorspelbaardere meerjarenfinanciering en voor een eerlijke lastenverdeling.

Prioriteiten

De partnerschapsprioriteiten belichamen gedeelde belangen en spitsen zich toe op gebieden waarop samenwerking tussen de EU en Jordanië wederzijdse voordelen oplevert. Overeenkomstig de gezamenlijke mededeling en de conclusies van de Raad hebben de EU en Jordanië zich ertoe verbonden de samenwerking op te voeren met betrekking tot een reeks maatregelen op de volgende belangrijke beleidsterreinen: versterking van de veerkracht en de interconnectie in/deelname aan de wereldeconomie, opbouw van welvaart en benutting van de kansen van de tweeledige groene en digitale transitie; menselijke ontwikkeling, goed bestuur, de rechtsstaat en de mensenrechten; vrede en veiligheid; migratie en mobiliteit; klimaatactie, energie en milieu.

Op basis van het bovenstaande worden drie prioriteiten vastgesteld voor de periode 2021-2027:

De EU en Jordanië zullen streven naar de versterking van de samenwerking inzake regionale stabiliteit en veiligheid, met inbegrip van terrorismebestrijding. De EU en Jordanië zijn sterke partners op het gebied van buitenlandse zaken en veiligheid. De strategische en operationele samenwerking zal worden voortgezet op bilateraal niveau, in multilaterale fora en op regionaal niveau, onder meer via het medevoorzitterschap van de EU en Jordanië van de UMZ, en door gebruik te maken van de voorgestelde jaarlijkse bijeenkomsten van de ministers van Buitenlandse Zaken van de EU en de zuidelijke partnerlanden, alsook van eventuele sectorale ministeriële bijeenkomsten. Het is in het belang van zowel de EU als Jordanië om vrede en stabiliteit in de regio en wereldwijd te bevorderen, door bijvoorbeeld samen te werken aan het vredesproces in het Midden-Oosten, overeenkomstig het internationaal recht en de desbetreffende resoluties van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties (VN-Veiligheidsraad), alsook ten behoeve van de politieke transitie en het herstel van de vrede in Syrië, op basis van onder meer Resolutie 2254 van de VN-Veiligheidsraad. Zowel de EU als Jordanië willen model staan voor een tolerante samenleving, en ook in dat verband moeten zij intensiever samenwerken op het gebied van buitenlandse zaken.

Het partnerschap is gericht op de bevordering van het economisch herstel en stabiliteit, alsmede op groene, digitale, inclusieve en op kennis gebaseerde groei, de kwaliteit van het onderwijs en het scheppen van fatsoenlijke banen, ook voor jongeren, overeenkomstig de prioriteiten van de regering, het uitvoerend indicatief ontwikkelingsprogramma “Jordanië 2025 – Nationale visie en strategie” en de sectorale beleidslijnen en strategieën. Met de steun wordt beoogd Jordanië beter in staat te stellen het hoofd te bieden aan de gevolgen van de Syrische crisis en de regionale instabiliteit, alsook aan de economische en sociale gevolgen van de COVID-19-pandemie. Tegelijk wil men de kansen benutten voor een betere wederopbouw na de crisis.

De EU en Jordanië zullen nauwer samenwerken bij de aanpak van de klimaatverandering en de aantasting van het milieu door zich gezamenlijk in te zetten voor groene groei en energietransitie naar klimaatneutraliteit, overeenkomstig de strategie voor de Jordaanse energiesector (2020-2030) en overeenkomstig de Jordaanse nationale vastgestelde bijdrage en het nationale aanpassingsplan. Een sterke, inclusieve, groene en verbonden Jordaanse economie die wordt geschraagd door de vrijhandelszone die is ingesteld in het kader van de Associatieovereenkomst tussen Jordanië en de EU, de vereenvoudigde oorsprongsregels en een beter investeringsklimaat (via hervorming van het ondernemingsklimaat) en toegang tot financiering voor ondernemers en met name kleine en middelgrote ondernemingen, onder meer door de dialoog tussen de overheid en de particuliere sector te bevorderen en directer met de particuliere sector samen te werken, zijn van wezenlijk belang voor het scheppen van fatsoenlijke banen. Ondersteuning van door innovatie gestuurde groei en kennisdeling zal zorgen voor verdere modernisering, vergroening en diversificatie van de economie. Samenwerking met het oog op duurzame, slimme en veerkrachtige vervoersconnectiviteit (met inbegrip van de luchtvaartovereenkomst tussen de EU en Jordanië) en de uitvoering van de nationale vervoersstrategie op lange termijn 2015-2030 zullen eveneens bijdragen tot regionale en economische integratie.

Er zal specifieke aandacht uitgaan naar het vergroten van de inzetbaarheid en de participatie van jongeren en vrouwen in de economie. Die aandacht zal ook gaan naar het creëren van duurzame en gelijke economische kansen, onder meer op basis van onderwijs en beroepsopleiding van hoge kwaliteit en een toereikende openbare vervoersvoorziening, en naar het bevorderen van een cultuur van ondernemerschap en innovatie en een transitie naar een groene, circulaire en digitale economie. Er zou ook moeten worden nagedacht over initiatieven op het vlak van cultuur, waaronder initiatieven voor de ontwikkeling van een culturele en creatieve sector, aangezien deze sectoren in grote mate bijdragen tot de interculturele dialoog en tot sociaaleconomische ontwikkeling.

De volledige handhaving van de Associatieovereenkomst en de voortzetting van de gezamenlijke werkzaamheden ter versterking van de bestaande handels- en investeringsbetrekkingen zouden ook de integratie van Jordanië in de EU-markt versterken en nieuwe kansen scheppen voor handel, investeringen en ontwikkeling. Overeenkomstig de mededeling over de evaluatie van het handelsbeleid 6 zal de EU een nieuw initiatief voor duurzame investeringen voorstellen aan geïnteresseerde partners in het zuidelijke nabuurschap en Afrika.

Het partnerschap is gericht op de ondersteuning van de inspanningen en de inzet van Jordanië ter versterking van goed bestuur, de rechtsstaat, democratische hervormingen en de mensenrechten, waaronder sociale en arbeidsrechten. De mensenrechten en fundamentele vrijheden zoals vastgelegd in het internationale, regionale en nationale recht, zijn gedeelde waarden. De eerbiediging van de democratische beginselen en de mensenrechten is een essentieel onderdeel van de betrekkingen tussen de EU en Jordanië, en van de duurzame sociaaleconomische ontwikkeling en stabiliteit in Jordanië.

Wat migratie en mobiliteit betreft, vormt de verdere effectieve uitvoering van de verschillende onderdelen van het mobiliteitspartnerschap, gelet op de mededeling van de Europese Commissie over het migratie- en asielpact 7 en de Jordaanse wetgeving, een horizontale prioriteit, die er ook toe zou bijdragen dat personen geregeld en gemakkelijker tussen Jordanië en de EU kunnen reizen, onder meer met het oog op de versterking van het toerisme, de bevordering van uitwisselingen op onderwijsgebied en samenwerking met de Jordaanse expatgemeenschappen in het buitenland. Een alomvattende en duurzame aanpak van migratie en asiel, met inbegrip van samenwerking op het gebied van terugkeer overeenkomstig de bevoegdheden van de EU en de nationale bevoegdheden van de lidstaten, zou de EU en Jordanië een wederzijds voordeel kunnen opleveren.

1.Versterking van de samenwerking op het gebied van regionale stabiliteit en veiligheid, met inbegrip van terrorismebestrijding

De EU onderkent alle relevante inspanningen die Jordanië levert. Zij moet nauw met Jordanië blijven samenwerken voor het aanpakken van de instabiliteit in de regio, waaronder de veiligheidsbedreiging die uitgaat van Da'esh en andere terreurgroepen. In dit verband is de EU vastbesloten Jordanië bij te staan in zijn inspanningen om zijn buitengrenzen te stabiliseren en te beveiligen. De EU en Jordanië steunen beide de noodzaak van duurzame en blijvende oplossingen voor de crisis in Syrië, overeenkomstig Resolutie 2254 (2015) van de VN-Veiligheidsraad. De werkzaamheden in de passende internationale fora om de crisis in Syrië op te lossen en de samenwerking in de context van het stappenplan EU-Jordanië voor meer veiligheid en terrorismebestrijding moeten worden voortgezet. Daarbij moet bijzondere nadruk worden gelegd op gezamenlijke projecten en het delen van informatie.

De EU en Jordanië zouden ook meer inspanningen moeten leveren om bruggen te slaan in andere conflictsituaties, bijvoorbeeld met betrekking tot het vredesproces in het Midden-Oosten. De EU erkent de onmisbare en constructieve rol die Jordanië speelt voor de stabiliteit van de regio en herhaalt hoe belangrijk het is dat de historische status quo van de heilige plaatsen in Jeruzalem gehandhaafd blijft, ook wat betreft het Hasjemitische voogdijschap. De EU en Jordanië zullen zich intensief blijven inzetten voor een rechtvaardige en alomvattende oplossing van het Israëlisch-Palestijnse conflict op basis van de tweestatenoplossing, internationaal overeengekomen parameters en het internationaal recht. In een andere context dan die van de onmiddellijke conflicten zullen de EU en Jordanië in het kader van het Uniemechanisme voor civiele bescherming de samenwerking en de veerkracht gaan versterken op het gebied van risicobeheersing en civiele bescherming in verband met rampen, de werkzaamheden inzake de veerkracht voor en aanpassing aan klimaatverandering opvoeren en investeren in preventieve maatregelen.

De EU en Jordanië zijn partners bij het bevorderen en stimuleren van de interreligieuze en interculturele dialoog, op globale en regionale niveaus waarop Jordanië een leidende rol speelt. De EU en Jordanië zullen samenwerken en zoeken naar manieren om het cultureel erfgoed te beschermen en te behouden als een belangrijk instrument voor vrede, democratie en duurzame ontwikkeling en als middel om een positieve dialoog en integratie tot stand te brengen, en zullen daartoe acties voorstellen.

Toegang tot natuurlijke hulpbronnen, met name veilig drinkwater, zal een ander belangrijk aspect zijn voor stabiliteit op lange termijn. Jordanië en de EU zullen blijven samenwerken om de doeltreffendheid en de duurzaamheid van het beheer van de watervoorraden verder te verbeteren.

Voorkoming en bestrijding van terrorisme, gewelddadig extremisme en radicalisering moeten hoog op de agenda blijven staan. In dat verband zullen de EU en Jordanië, bovenop de regelmatige politieke en thematische dialoog, meer concrete samenwerkingsmaatregelen nemen en meer informatie delen, om deze kwesties binnen de rechtsstaat en met volledige inachtneming van de mensenrechten en fundamentele vrijheden aan te pakken. De EU en Jordanië zullen samenwerken bij de bestrijding van de onderliggende oorzaken van radicalisering, terrorisme en gewelddadig extremisme. Daarbij zullen zij aandacht hebben voor sociale cohesie, de belangrijke rol van vrouwen en jongeren en van onderwijs, onder meer door onderling overeengekomen onderwijsprogramma's en de betrokkenheid van een breed deel van het Jordaanse maatschappelijk middenveld.

De EU en Jordanië hebben tevens een kader vastgesteld voor de deelname van Jordanië aan de crisisbeheersingsoperaties van de EU, hetgeen een ander voorbeeld is van de nauwe samenwerking op het gebied van veiligheidskwesties waarop kan worden voortgebouwd.

2.Bevorderen van duurzame economische stabiliteit, een groene, digitale, inclusieve en op kennis gebaseerde groei, de kwaliteit van het onderwijs en het scheppen van fatsoenlijke banen

Door de crisis in Syrië verblijven er al geruime tijd een groot aantal vluchtelingen in Jordanië, en dit heeft een zware impact op de economische situatie, de schaarse natuurlijke hulpbronnen en de verlening van basisdiensten. De toch al moeilijke economische situatie in Jordanië wordt daardoor nog extra op de proef gesteld. De COVID-19-pandemie heeft de sociaaleconomische uitdagingen, kwetsbaarheden en ongelijkheden aanzienlijk verergerd. De economische dialoog, hervormingen en samenwerking inzake macro-economische aangelegenheden zullen in dat verband in coördinatie met multilaterale en bilaterale donoren verder worden ontwikkeld en uitgevoerd om tot een gezond macro-economisch en structureel beleid te komen dat een duurzaam en inclusief groeipotentieel bevordert, de Jordaanse economie beter bestand maakt tegen economische schokken en de houdbaarheid van de overheidsfinanciën verbetert. De inspanningen om de macro-economische stabiliteit te handhaven, moeten worden voortgezet in de context van het herziene programma van het Internationaal Monetair Fonds (IMF) en de verbintenissen die Jordanië tegenover de internationale gemeenschap heeft gedaan overeenkomstig de Conferentie van Londen in 2019 en de hervormingsmatrix van Jordanië. De EU ondersteunt deze inspanningen via samenwerkingsbijstand en via aanzienlijke macrofinanciële bijstandsprogramma’s.

Naast een gezond beheer op fiscaal en budgettair gebied zal er ook intensiever worden samengewerkt met het oog op hervormingen in de publieke sector in Jordanië. Dat moet zorgen voor een beter beheer van de overheidsfinanciën en voor meer efficiëntie en betere dienstverlening in de publieke sector.

Een van de grootste sociaaleconomische uitdagingen voor Jordanië, onder meer als gevolg van aanhoudende regionale crises, is de ongelijke toegang tot werk, onder meer voor vrouwen en jongeren, de geringe economische groei, de hoge werkloosheid en de groeiende schuldenlast. Dit moet worden opgelost door fatsoenlijk werk te scheppen, ondernemerschap en innovatie te ondersteunen – met name in de groene, digitale en sociale economie –, vaardigheden en kwalificaties te bevorderen – door gerichte opleiding, onderwijs en onderzoek aan te moedigen –, en een doelgericht en alomvattend stelsel van sociale bescherming te ontwikkelen. In het kader van de partnerschapsprioriteiten zal worden getracht deze kwesties met beleidsinstrumenten op de volgende gebieden aan te pakken: handel, ontwikkeling van het bedrijfsleven, onderwijs, opleiding en een leven lang leren, alsmede meer mobiliteit. Daarbij zal er ook steeds worden gestreefd naar een verbetering van de economische positie en participatie van alle segmenten van de samenleving.

(a)Handel ten behoeve van ontwikkeling is een belangrijk element van de partnerschapsprioriteiten. Jordanië zal profiteren van de groei van werkgelegenheid, die wordt geschraagd door de toename van de uitvoer naar de EU in het kader van de vereenvoudigde oorsprongsregels en begeleidende maatregelen. De EU en Jordanië zullen gezamenlijk passende benaderingen vaststellen om de modernisering van de bilaterale handels- en investeringsbetrekkingen te versterken. Voorts zullen de EU en Jordanië samenwerken op het gebied van kleine en middelgrote ondernemingen, ontwikkeling, technologie en knowhow, teneinde de bilaterale en economische banden te versterken.

(b)Tezelfdertijd zullen de EU en Jordanië hun dialoog voortzetten om harmonisatie te bevorderen op gebieden als sanitaire en fytosanitaire maatregelen, technische handelsbelemmeringen en diensten teneinde de handel te vereenvoudigen en Jordanië aantrekkelijker te maken voor investeringen. Om de gezondheid en de veiligheid van de consument beter te beschermen en de handel te vereenvoudigen, zal de EU bovendien met Jordanië samenwerken om de ontwikkeling van een doeltreffend kader voor productveiligheid te ondersteunen, overeenkomstig de internationale normen, waarbij niet-tarifaire belemmeringen worden vermeden.

(c)De EU en Jordanië zullen hun inspanningen prioriteren en intensiveren om: het bedrijfsklimaat te verbeteren en investeringen aan te trekken, met name investeringen die de transitie naar een emissiearme, veerkrachtige en circulaire economie ondersteunen; de productiviteit en het concurrentievermogen van de particuliere sector te ondersteunen en het ondernemerschap te bevorderen (onder meer door juridische, regelgevende en administratieve hervormingen, met inbegrip van het mededingingsbeleid en regels voor controle op subsidies, leningen aan bedrijven en optimale benutting van digitale transformatie en groene transitie); de kennis en vaardigheden te ontwikkelen die noodzakelijk zijn op de Jordaanse arbeidsmarkt en voor de groene, digitale en sociale economie. Een nieuw initiatief voor duurzame investeringen, zoals hierboven vermeld, zou kunnen helpen deze doelstellingen te verwezenlijken. Ook zullen de EU en Jordanië samenwerken aan de versterking van op kennis gebaseerde sectoren, wat van belang is voor het scheppen van fatsoenlijke banen, met name voor jongeren en vrouwen, en voor de ondersteuning en versterking van de positie van ondernemingen, met name in de economische sectoren die het zwaarst zijn getroffen door de COVID-19-pandemie.

(d)Ook onderwijs is belangrijk voor het bevorderen van de sociale en economische ontwikkeling. Het zal van cruciaal belang zijn dat Jordanië, in samenwerking met de EU, deze prioriteit verwezenlijkt zodat alle inwoners van Jordanië daarvan kunnen profiteren, de uitdagingen in verband met COVID-19 worden aangepakt en leerachterstanden worden weggewerkt. Bij de samenwerking tussen de EU en Jordanië zal de toegang tot veilig en hoogwaardig openbaar onderwijs voor alle kinderen, jongeren en jonge volwassenen op alle niveaus een belangrijke plaats innemen, omdat zo kan worden gegarandeerd dat iedereen de kans krijgt om te studeren, een toekomst uit te bouwen en bij te dragen tot de economische groei en de ontwikkeling van het land. Bijzondere aandacht moet gaan naar beroepsopleiding en -onderwijs dat inspeelt op de arbeidsmarkt, en naar hoger onderwijs en levenslang leren.

De EU en Jordanië zullen ook, zowel op bilateraal niveau als binnen de Unie voor het Middellandse Zeegebied, samenwerken op het gebied van wetenschap, technologie en innovatie, onder meer door de uitvoering van stappenplannen voor de aanpak van gezamenlijke prioriteiten als klimaatverandering, gezondheid en hernieuwbare energiebronnen.

De EU en Jordanië zullen inspanningen leveren ten behoeve van innovatief onderzoek, op kennis gebaseerde oplossingen en samenwerking op het gebied van hernieuwbare energie, energie-efficiëntie overeenkomstig de strategie voor de Jordaanse energiesector (2020-2030) en duurzaam beheer van natuurlijke hulpbronnen, onder meer voor duurzame landbouwpraktijken en duurzaam water- en afvalbeheer, met inbegrip van veilig drinkwater. Deze samenwerking zal in overeenstemming zijn met de Agenda 2030 en de Overeenkomst van Parijs, alsmede met de Europese Green Deal, en zal een krachtiger optreden inhouden om de transitie naar een klimaatneutrale, veerkrachtige en circulaire economie te bevorderen. De samenwerking op het gebied van onderzoek en innovatie zal worden voortgezet via Horizon Europa, PRIMA (Partnership for Research and innovation in the Mediterranean Area) en het regionale platform voor onderzoek en innovatie van de UMZ.

De EU en Jordanië zullen een forum opzetten voor het identificeren en voorbereiden van toekomstige investeringsprojecten, overeenkomstig de nationale prioriteiten van Jordanië en in coördinatie met bilaterale en multilaterale donoren. De EU zal onder meer trachten Jordanië, in coördinatie met andere donoren, te steunen bij zijn plannen voor de uitvoering van het project Aqaba-Amman Water Desalination and Conveyance (AAWDC). Dat is een nationaal project van strategisch belang dat erop gericht is het tekort in de cruciale watervoorraden van het land terug te dringen.

De EU en Jordanië zullen samenwerken om te zorgen voor samenhang tussen de prioriteiten op het gebied van energie, water, voedsel, gezondheid en klimaatverandering, de uitvoering daarvan te bevorderen en participatieve processen op regionaal en internationaal niveau te waarborgen.

3.Bevorderen van goed bestuur, de rechtsstaat, democratische hervormingen en de eerbiediging van de mensenrechten

In overeenstemming met de sterke verbintenis van Jordanië tot de voortzetting van het hervormingsproces, dat wordt gestimuleerd door het Koninklijk Comité voor de modernisering van het politieke stelsel, zullen de EU en Jordanië blijven samenwerken met het oog op de verdere versterking van het democratische en justitiële stelsel in Jordanië, de rechtsstaat, de gendergelijkheid en de bescherming van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden. De EU en Jordanië zullen steun verlenen aan maatregelen ter bestrijding van alle vormen van discriminatie en aan alle aspecten die verband houden met een effectief en goed gevestigd maatschappelijk middenveld, onder meer door een juridische werkomgeving en een operationele ruimte te creëren die bevorderlijk zijn voor de ontwikkeling van een levendig maatschappelijk middenveld.

De samenwerking zal gericht zijn op de uitvoering van de alomvattende en inclusieve hervormingen, de verdere versterking van de doelmatigheid, doeltreffendheid en onafhankelijkheid van het gerechtelijk apparaat, alsmede de gelijke toegang tot de rechter voor iedereen, overeenkomstig internationaal aanvaarde normen. Dit zal justitiële samenwerking in burgerlijke en strafzaken omvatten, door de toetreding tot en de uitvoering van de desbetreffende internationale verdragen te bevorderen en door samen met Eurojust te werken aan een internationale overeenkomst inzake justitiële samenwerking in strafzaken. De samenwerking zal verder toegespitst zijn op het verkiezingsproces (waaronder de follow-up van de aanbevelingen van de verkiezingswaarnemingsmissies en de verkiezingsdeskundigenmissies van de EU) en de steun voor gendergelijkheid, met inbegrip van de bestrijding van gendergerelateerd geweld, voor een zinvolle politieke participatie van vrouwen en jongeren, en voor de versterking van de positie van vrouwen in het politieke en openbare leven. De samenwerking tussen de EU en Jordanië zal verder ook betrekking hebben op economische, sociale en culturele rechten, burgerschapsvorming, de versterking van het systeem van politieke partijen en van het toezicht en de wetgevende rol van het parlement, de banden tussen de lokale en de nationale politiek, een zinvolle sociale dialoog, het decentralisatieproces, pluralistische en onafhankelijke media, transparantie, met inbegrip van financiële transparantie, en verantwoordingsplicht, alsmede corruptiebestrijding.

De EU en Jordanië zullen een regelmatige dialoog blijven voeren over democratie en goed bestuur, justitie, de rechtsstaat en mensenrechten. De dialoog zal voortbouwen op de internationale, regionale en nationale verwezenlijkingen en toezeggingen van Jordanië. Maatschappelijke organisaties zullen gezamenlijk worden uitgenodigd om een bijdrage te leveren.

Wat specifiek de mensenrechten betreft, zal in de regelmatige dialoog onder meer worden ingegaan op: vrijheid van meningsuiting in al haar vormen; vrijheid van vereniging, met inbegrip van de werkomgeving voor het maatschappelijk middenveld en de sociale partners, zoals vakbonden en kamers van koophandel; de rechten van de vrouw en de versterking van de positie van vrouwen in het politieke, economische en openbare leven, en de rechten van het kind. Om vooruitgang te boeken op het gebied van deze doelstellingen, de democratie en het goede bestuur in Jordanië te bevorderen en te versterken, en om fraude en corruptie beter te kunnen bestrijden, is een verantwoordelijk, transparant, efficiënt en inclusief overheidsapparaat nodig. Daarbij hoort ook een effectieve en efficiënte samenwerking met het Europees Bureau voor fraudebestrijding en het Europees Openbaar Ministerie.

In de dialoog zal naar behoren rekening worden gehouden met de toezeggingen die Jordanië al op multilateraal niveau heeft gedaan. Ook economische, sociale en culturele rechten, bijvoorbeeld op het gebied van onderwijs en werk, zullen aan bod komen. De dialoog zal zich met name toespitsen op de gebieden die in de partnerschapsprioriteiten aan bod komen.

Met het oog op een hoog niveau van bescherming van persoonsgegevens zal de EU zich blijven inzetten voor een verdere omzetting van de EU- en internationale normen inzake gegevensbescherming. Jordanië zou verdere praktische stappen moeten zetten om de eerbiediging van het recht op privacy en de bescherming van persoonsgegevens in de openbare en de particuliere sector te waarborgen, onder meer op het gebied van rechtshandhaving en strafrechtspleging.

Respons op de Syrische crisis

De EU en Jordanië zullen blijven samenwerken om duurzame en blijvende oplossingen te vinden voor de Syrische crisis, overeenkomstig resolutie 2254 (2015) van de VN-Veiligheidsraad, zodat vluchtelingen vrijwillig, veilig en op waardige wijze kunnen terugkeren. Hun inspanningen zullen worden voortgezet om zowel vluchtelingen als kwetsbare gastgemeenschappen toegang te bieden tot bescherming, bestaansmiddelen en diensten, onder meer via de volgende maatregelen:

verdere vereenvoudiging van de administratieve status van vluchtelingen en waarborging van doeltreffende bescherming, toegang tot basisdiensten en eerbiediging van hun fundamentele mensenrechten en wettelijke rechten;

verbetering van de toegang tot en de kwaliteit van essentiële diensten, waaronder sociale bijstand, afvalwaterdiensten, gezondheidszorg, waaronder geestelijke gezondheidszorg en psychosociale ondersteuning, en formeel en niet-formeel onderwijs;

vergroting van hun bestaansmiddelen en hun zelfredzaamheid door mogelijkheden te scheppen om bij te dragen tot de economische ontwikkeling van Jordanië, onder meer door: het ondernemingsklimaat te bevorderen en de productiviteit en de arbeidsmarktomstandigheden te verbeteren; een beleid te ontwikkelen om vaardigheden te doen aansluiten op de marktbehoeften; de toegang tot onderwijs en opleiding te vergemakkelijken; de toegang tot arbeidsmogelijkheden te verbeteren en uit te breiden, onder meer door steun voor bedrijven aan huis en werkvergunningen; de economische positie en participatie van jongeren en vrouwen te versterken;

de uitvoer naar de EU-markt te bevorderen, onder meer door de daadwerkelijke implementatie van de oorsprongsregels voor Jordanië, teneinde investeringen en de creatie van werkgelegenheid te bevorderen, wat zowel Jordaniërs als Syrische vluchtelingen ten goede komt.

Mechanismen voor dialoog en wederzijdse samenwerking

Het algemene kader voor de betrekkingen tussen de EU en Jordanië is vastgelegd in de Associatieovereenkomst die in 2002 in werking is getreden en in het “geavanceerde status”-partnerschap dat in 2010 is overeengekomen. De uitvoering van de Associatieovereenkomst is met succes gerationaliseerd door de subcomités volgens de partnerschapsprioriteiten samen te brengen in een aantal thematische dialogen, bovenop de politieke dialogen.

In verband met de herziening van de Agenda voor het Middellandse Zeegebied en de conclusies van de Raad in 2024 is ook een tussentijdse evaluatie gepland om het effect te evalueren van de partnerschapsprioriteiten die door de EU en Jordanië in onderling overleg zullen worden vastgesteld en om deze prioriteiten, waar nodig, aan te passen.

Ter ondersteuning van de verlening van EU-steun voor de respons op de Syrische vluchtelingencrisis zullen de relevante wederzijdse verbintenissen uit hoofde van deze prioriteiten ook regelmatig worden getoetst in het kader van de bilaterale samenwerking tussen de EU en Jordanië, tijdens andere relevante dialogen en bijeenkomsten, en via de follow-up van de Conferenties van Brussel.

Overeenkomstig het beginsel van meer verantwoordelijkheid van het Europees nabuurschapsbeleid zal de EU, in nauwe coördinatie met de lidstaten, deelnemen aan coördinatiemechanismen met de Jordaanse regering op centraal en lokaal niveau, en met partners, zoals het maatschappelijk middenveld en de particuliere sector.

In het kader van de ambities die in de partnerschapsprioriteiten zijn uitgestippeld, verbindt de EU zich ertoe financiële steun te blijven verlenen en zich binnen de internationale gemeenschap te blijven inzetten voor Jordanië, en verbindt Jordanië zich ertoe door te gaan met de uitvoering van zijn hervormingsagenda, die van cruciaal belang zal zijn voor het gezamenlijk welslagen van het partnerschap.

(1)    EUCO 22/20 van 11 december 2020.
(2)    JOIN(2021) 2 final.
(3)    https://data.consilium.europa.eu/doc/document/ST-7931-2021-INIT/nl/pdf
(4)    SWD(2021) 23 final.
(5)     https://ec.europa.eu/home-affairs/sites/default/files/what-is-new/news/news/docs/20141009_joint_declaration_establishing_the_eu-jordan_mobility_partnership_en.pdf  
(6)    COM(2021) 66 final van 18.2.2021 
(7)    COM(2020) 609 final van 23.9.2020
Top