EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52018DC0272

Voorstel voor een AANBEVELING VAN DE RAAD inzake een alomvattende benadering van het onderwijzen en leren van talen

COM/2018/272 final - 2018/0128 (NLE)

Brussel, 22.5.2018

COM(2018) 272 final

2018/0128(NLE)

Voorstel voor een

AANBEVELING VAN DE RAAD

inzake een alomvattende benadering van het onderwijzen en leren van talen

{SWD(2018) 174 final}


TOELICHTING

1.ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

·Motivering en doel van het voorstel

Naar aanleiding van de besprekingen tijdens de Top voor eerlijke banen en groei (Göteborg, november 2017) hebben de staatshoofden en regeringsleiders zich bereid verklaard meer te doen op het gebied van onderwijs en cultuur. De Commissie heeft een bijdrage geleverd aan het debat met haar mededeling "De Europese identiteit versterken via onderwijs en cultuur" 1 , waarin een visie wordt gepresenteerd van de tegen 2025 te verwezenlijken Europese onderwijsruimte. Die voorziet een Europa waar kwalitatief hoogwaardige en inclusieve voorzieningen voor onderwijs, opleiding en onderzoek niet door grenzen worden belemmerd; waar het standaardpraktijk is geworden om in een andere lidstaat te studeren, leren of werken; waar veel meer mensen naast hun moedertaal nog twee andere talen spreken; en de mensen een sterk gevoel hebben van hun identiteit als Europeanen, evenals een besef van het cultureel erfgoed en de verscheidenheid van Europa.

Het verbeteren van het Europese talenonderwijs draagt bij aan wederzijds begrip en mobiliteit binnen de Unie, en bevordert de productiviteit, het concurrentievermogen en economische veerkracht. Taal vormt de basis voor de cognitieve en sociale ontwikkeling van ieder kind en de voordelen van een goede talenkennis strekken zich uit tot alle aspecten van het leven.

Een goede talenkennis is cruciaal voor het realiseren van een Europese onderwijsruimte. Daartoe herhaalden de staatshoofden en regeringsleiders in de conclusies van de Europese Raad van 14 december 2017 2 hun ambitie om "het leren van talen [te stimuleren], opdat meer jongeren ten minste twee Europese talen spreken naast hun moedertaal".

Een gebrekkige talenkennis belemmert de mobiliteit, zowel binnen de Unie als wereldwijd, en niet alleen voor het volgen van onderwijs en opleiding maar ook voor toegang tot de Europese arbeidsmarkt. Het jaarverslag 2017 over de arbeidsmobiliteit binnen de EU bevat aanwijzingen dat taalbarrières tot gemiste economische kansen kunnen leiden op de arbeidsmarkten van grensoverschrijdende gebieden 3 . De discussienota over het in goede banen leiden van de mondialisering 4 stelt terecht dat "deze nieuwe mondiale connecties nieuwe kansen [bieden]. Mensen wonen, werken, studeren en gaan op vakantie in verschillende landen. Ze hebben contact via internet en delen ideeën, ervaringen en culturen. Studenten kunnen online colleges volgen van toonaangevende universiteiten overal ter wereld". Voor het benutten van deze nieuwe kansen zijn taalvaardigheden cruciaal. Om de taalvaardigheden van jongeren in de hele Unie te verbeteren, moet worden onderzocht hoe het onderwijzen en leren van talen binnen de verplichte onderwijsstelsels kan worden verbeterd.

In deze aanbeveling wordt vooral ingegaan op het onderwijzen en leren van talen binnen verplichte onderwijsstelsels (zowel algemeen als beroepsonderwijs); na afronding van het verplichte onderwijs kan de talenkennis verder worden ontwikkeld vanuit het perspectief van "een leven lang leren".

De lidstaten boeken momenteel onvoldoende vooruitgang in de richting van de doelstelling van de Europese Raad van Barcelona van 2002 inzake het nemen van verdere maatregelen om "ten minste twee vreemde talen vanaf zeer jonge leeftijd [te onderwijzen] 5 ". De meeste leerlingen in de Unie beginnen weliswaar eerder met het leren van een eerste vreemde taal dan in voorgaande decennia, maar het ambitieniveau met betrekking tot de tweede vreemde taal blijft laag. Het percentage leerlingen dat in het basisonderwijs begint met het leren van een eerste vreemde taal bedraagt momenteel 83,8 %, een stijging van 16,5 procentpunten ten opzichte van 2005. Er zijn echter nog 11 landen waar het in het algemeen secundair onderwijs niet verplicht is een tweede vreemde taal te leren, en 16 onderwijsstelsels waar leerlingen in het beroepsonderwijs aanzienlijk minder vreemde talen leren dan leerlingen in het algemeen onderwijs 6 .

Als men niet naar de deelname aan leerprocessen kijkt maar naar de daadwerkelijke verwerving van kennis, blijkt uit studies 7 dat studenten die het verplicht onderwijs afronden over het algemeen weinig talenkennis hebben, en dat er grote verschillen tussen de lidstaten bestaan. In 2012 presenteerde de Commissie een analyse van taalvaardigheden in Europa 8 . Aan de hand van de eerste Europese enquête over taalvaardigheden 9 werd daarin aangetoond dat de onderwijsstelsels moeite blijven hebben met het verbeteren van taalvaardigheden, ondanks investeringen in het onderwijzen en leren van talen.

Men is het er algemeen over eens dat de beoordeling van taalvaardigheden nuttig is voor het bevorderen van meertaligheid en voor het doelmatiger onderwijzen en leren van talen op school, maar er bestaan geen vergelijkbare gegevens over taalvaardigheden in de Unie. Een studie over de vergelijkbaarheid van taaltests in de lidstaten heeft aangetoond dat de huidige methoden voor de beoordeling en monitoring van verbetering evenmin een compleet beeld van individuele taalvaardigheden geven. Om een nauwkeuriger en vergelijkbaarder beeld te krijgen van het niveau van taalvaardigheden in de Unie zouden er regelmatig aanvullende gegevens moeten worden verzameld 10 .

Dat voorstel heeft betrekking op a) de noodzaak om te investeren in het leren van talen door de nadruk te leggen op leerresultaten en b) opties in het verplichte onderwijs die het leren van talen verbeteren door het talenbewustzijn in het onderwijs te vergroten.

Taalbewuste scholen hanteren, zowel voor het leren van vreemde talen als voor de taal waarin het onderwijs wordt gegeven, een wijze van benaderen die alle leerplannen bestrijkt en gebaseerd is op een beoordeling van de taalvaardigheden van hun leerlingen. Zo helpen zij hen om hun taalvaardigheden naar behoefte, omstandigheden, capaciteiten en interesse te verbeteren 11 .

Scholen en opleidingscentra met een sterk talenbewustzijn kunnen als basis dienen voor de Europese onderwijsruimte; zij kunnen belangstelling wekken in andere landen, culturen en talen en de grondslag leggen voor leermobiliteit en grensoverschrijdende samenwerking. Dit voorstel voor een aanbeveling bevat een aantal concrete opties om het leren van talen te verbeteren en ervoor te zorgen dat meer jongeren in twee talen het niveau van vaardig gebruiker kunnen bereiken, evenals het niveau van onafhankelijk gebruiker in een tweede vreemde taal 12 .

Daarnaast wordt de vraag opgeworpen of er voor het leren van talen in de Unie een benchmark moet komen, wat bevorderlijk kan zijn voor de ontwikkeling van doelmatige en efficiënte taalstrategieën en de algemene verbetering van taalvaardigheden in de Unie.

·Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein

Het leren van talen komt op meerdere deelgebieden van het onderwijs- en opleidingsbeleid aan bod.

De aanbeveling van het Europees Parlement en de Raad inzake sleutelcompetenties voor een leven lang leren 13 uit 2006 bevat twee vaardigheden op het gebied van het leren van talen: "communicatie in de moedertaal" (waarbij de moedertaal vaak wordt beschouwd als de taal waarin het schoolonderwijs wordt gegeven) en "communicatie in vreemde talen". In de nieuwe vaardighedenagenda voor Europa werd aangekondigd dat deze aanbeveling zal worden herzien 14 . In het voorstel voor een nieuwe aanbeveling van de Raad inzake sleutelcompetenties voor een leven lang leren, zoals dat op 17 januari 2018 door de Commissie is aangenomen 15 , wordt voorgesteld de competenties "geletterdheid" en "taalvaardigheid" te definiëren, zodat het verband tussen moedertaal en de taal van het onderwijs flexibeler kan worden geïnterpreteerd. De nieuwe benadering draagt oplossingen aan voor twee problemen: de geringe lees- en schrijfvaardigheid in Europa 16 en de gebrekkige talenkennis.

Het nauwe verband tussen geletterdheid en talen staaft de opvatting dat vaardigheden verder moeten worden ontwikkeld in de taal van het onderwijs, ongeacht of de taal van het onderwijs nu de moedertaal van de leerling is of niet.

Het leren van talen versterken sluit ook aan bij de ideeën die worden geopperd in het Voorstel van de Commissie voor een aanbeveling van de Raad inzake de bevordering van gemeenschappelijke waarden, inclusief onderwijs en de Europese dimensie van lesgeven 17 , aangezien het mobiliteit, interculturele uitwisseling en begrip bevordert en het begrip voor elkaars gemeenschappelijke waarden ten goede komt.

In de mededeling van de Commissie over het actieplan voor digitaal onderwijs 18 wordt ingegaan op het doeltreffender gebruik van digitale technologieën voor leren, waaronder het leren van talen.

De nadruk wordt daarin gelegd op de rol van digitale technologieën bij (het versterken van) verbondenheid "door specifieke content in verschillende talen te ontwikkelen en door belangrijke EU-platforms zoals School Education Gateway en Teacher Academy te gebruiken" 19 .

·Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie

Deze aanbeveling moet in de eerste plaats een aanvulling vormen op de lopende werkzaamheden van de Commissie inzake de uitvoering van de Europese pijler van sociale rechten, aangezien de aanbeveling zorgt voor extra ondersteuning van het "recht op hoogwaardige en inclusieve voorzieningen voor onderwijs, opleiding en een leven lang leren om de vaardigheden te verwerven en te onderhouden die nodig zijn om ten volle aan het maatschappelijk leven te kunnen deelnemen en overgangen op de arbeidsmarkt met succes te kunnen opvangen" 20 . Talenkennis wordt beschouwd als een van de meest cruciale vaardigheden in dit verband.

In de mededeling van de Commissie "Groei en cohesie stimuleren in grensregio's van de EU 21 " wordt aangespoord tot meertaligheid in grensgebieden. Lidstaten, regio's en gemeenten wordt gevraagd de mogelijkheden van een leven lang leren te benutten om de tweetaligheid in grensregio’s intensiever te bevorderen.

Voorts wordt in de richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid voor 2018 22 voorgesteld: "Mobiliteit van lerenden en werknemers moet worden gestimuleerd zodat zij beter inzetbaar worden en het potentieel van de Europese arbeidsmarkt optimaal kan worden benut. Belemmeringen voor mobiliteit op het gebied van onderwijs en opleiding, bedrijfs- en individuele pensioenen en erkenning van kwalificaties moeten worden weggenomen." Een gebrek aan talenkennis wordt beschouwd als een belangrijke belemmering voor mobiliteit, maar dit kan worden aangepakt met onderwijs en opleiding, waaronder verplicht onderwijs.

In het actieplan van de Commissie inzake de integratie van onderdanen van derde landen 23 (2016) wordt benadrukt dat onderwijs en opleiding tot de belangrijkste hulpmiddelen voor integratie behoren. Daarin valt te lezen dat "het van belang [is] dat onderdanen van derde landen de taal van hun land van bestemming leren, willen zij goed integreren. (…) Alle kinderen, ongeacht hun familiale of culturele achtergrond of geslacht, hebben recht op onderwijs, zodat zij zich kunnen ontwikkelen. Kinderen die zijn gevlucht, hebben gedurende enige tijd geen les gehad of zijn misschien zelfs nog nooit naar school geweest. Zij hebben specifieke steun nodig, bijvoorbeeld via inhaalklassen. Leraren die deze kinderen begeleiden, moeten over bijzondere vaardigheden beschikken en moeten worden ondersteund om te kunnen omgaan met de groeiende diversiteit op school, zodat slechte schoolresultaten en segregatie worden voorkomen".



2.RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

·Rechtsgrondslag

Deze aanbeveling is in overeenstemming met de artikelen 165 en 166 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. In artikel 165 staat dat de Unie bijdraagt tot de ontwikkeling van onderwijs van hoog gehalte door samenwerking tussen de lidstaten aan te moedigen en zo nodig door hun activiteiten te ondersteunen en aan te vullen, met volledige eerbiediging van de verantwoordelijkheid van de lidstaten voor de inhoud van het onderwijs en de opzet van het onderwijsstelsel. Daarin staat tevens dat het optreden van de Unie erop gericht is de Europese dimensie in het onderwijs tot ontwikkeling te brengen, met name door onderricht in en verspreiding van de talen der lidstaten.

In artikel 166 staat dat de Unie inzake beroepsopleiding een beleid ten uitvoer legt waardoor de activiteiten van de lidstaten worden versterkt en aangevuld, met volledige eerbiediging van de verantwoordelijkheid van de lidstaten voor de inhoud en de opzet van de beroepsopleiding. In dat artikel staat ook dat het optreden van de Unie erop gericht is "de mobiliteit van opleiders en leerlingen, met name jongeren, te bevorderen". Het ondersteunen van het leren en onderwijzen van talen draagt bij tot dit doel.

Deze aanbeveling voorziet niet in een uitbreiding van de regelgevingsbevoegdheid van de Unie en legt de lidstaten geen bindende verplichtingen op. De lidstaten bepalen zelf, overeenkomstig de nationale omstandigheden, hoe zij de aanbeveling van de Raad uitvoeren.

·Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)

De Commissie neemt deze maatregel ter aanmoediging, ondersteuning en aanvulling van de activiteiten van de lidstaten op het gebied van talen leren, met eerbiediging van hun algehele verantwoordelijkheid voor hun onderwijsstelsels.

Het talenonderricht in het verplicht onderwijs is niet mee-geëvolueerd met de in de conclusies van het voorzitterschap van de Europese Raad van Barcelona 2002 verklaarde voornemens. Een gebrek aan talenkennis wordt nog steeds beschouwd als een obstakel voor het vrije verkeer en voor grensoverschrijdende handel en diensten 24 .

De meerwaarde van een maatregel op Unieniveau ligt in het vermogen van de Unie om:

·het uitwisselen en delen van goede praktijken tussen organisaties in verschillende landen te faciliteren met het oog op een groter talenbewustzijn en het verbeteren van het onderwijzen en leren van talen; en

·initiatieven te ontwikkelen die verdere ondersteuning bieden voor initiatieven voor het leren van talen in de Europese onderwijsruimte, die leerkrachten en schoolleiders ondersteunen in hun taken, en die zorgen voor de verdere ontwikkeling van taalstrategieën en meertalige benaderingen, waarbij de kwaliteit en de inclusiviteit van onderwijs en opleiding worden bevorderd.

·Evenredigheid

Het voorstel geeft voorbeelden van goede praktijken en biedt steun aan de lidstaten bij het uitwisselen van goede praktijken en informatie, en bij het ontwikkelen van beleid op nationaal niveau en op Unieniveau. Aangezien de toezeggingen van de lidstaten vrijwillig van aard zijn en elke lidstaat de te volgen aanpak bepaalt voor het verbeteren van het onderwijzen en leren van talen, wordt de maatregel evenredig geacht.

·Keuze van het instrument

Een aanbeveling van de Raad is een passend instrument op het gebied van onderwijs en opleiding, omdat de Unie op dit gebied een ondersteunende bevoegdheid heeft. Dit instrument is al vaak voor Europese maatregelen op het gebied van onderwijs en opleiding gebruikt. Als juridisch instrument geeft een aanbeveling de verbintenis van de lidstaten aan in de tekst en biedt zij een stevigere politieke basis voor samenwerking op dit terrein, met volledige eerbiediging van de bevoegdheid van de lidstaten op het gebied van onderwijs en opleiding.

3.EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING

·Evaluatie van bestaande wetgeving en controle van de resultaatgerichtheid ervan

Niet van toepassing.

·Raadpleging van belanghebbenden

Deze aanbeveling is gebaseerd op relevante elementen uit de raadpleging van belanghebbenden betreffende de taalgerelateerde aspecten van de aanbeveling inzake sleutelcompetenties 25 . Wat taalvaardigheid betreft, is in de onlineraadpleging, standpuntnota's en overlegvergaderingen/conferenties benadrukt dat een antwoord moeten worden geboden op de vraag naar competenties op het gebied van lezen en schrijven, talen en communicatie in de huidige meertalige en cultureel diverse samenlevingen, op meer geïntegreerde wijze.

Daarnaast moet meer aandacht uitgaan naar lezen en schrijven, en naar taalontwikkeling in het algemeen. Dit kan een bredere kijk omvatten op wat vaardigheid op het gebied van talen tegenwoordig inhoudt, rekening houdend met gespecialiseerd of academisch taalgebruik of ontwikkelingen in digitale communicatie.

Om brede input te vergaren en enkele initiële ideeën te bespreken die vervolgens in het huidige voorstel zijn uitgewerkt, heeft de Commissie begin februari 2018 een vergadering met belanghebbenden georganiseerd met vertegenwoordigers van ongeveer zestig maatschappelijke en academische organisaties en belangrijke belanghebbenden, en ongeveer twintig vertegenwoordigers van Ministeries van Onderwijs van de lidstaten.

De overlegvergadering bevestigde over het algemeen de relevantie van het voorstel van de Commissie voor een aanbeveling van de Raad inzake een alomvattende benadering van het leren van talen op school in de Unie. Verscheidene sprekers wezen erop dat er sinds 2002 weinig vooruitgang is geboekt en dat in een aanbeveling initiatieven zouden moeten worden voorgesteld die het leren van talen daadwerkelijk kunnen verbeteren. Taalstrategieën op school werden nuttig geacht, aangezien scholen allerlei uitdagingen moeten aangaan en verschillende behoeften hebben op het gebied van talen (grensregio's, aantal leerlingen met een migranten- of een minderheidsachtergrond).

Verschillende deelnemers uitten hun bezorgdheid over het sluiten van departementen voor moderne vreemde talen aan universiteiten, waardoor het tekort aan gekwalificeerde taalleerkrachten groter wordt. Door het gebrek aan leerkrachten kan het onderricht in moderne vreemde talen in het verplicht onderwijs in het gedrang komen.

Verder kwamen onder meer volgende kwesties aan bod:

het opzetten van leeromgevingen waarin talen gedijen en er ondersteuning is voor de vraag naar en motivering voor taal leren, met onderwijsmethoden waarbij de lerende centraal staat en wordt aangemoedigd om autonoom te zijn;

leerkrachten en schoolleiders hebben ondersteuning en middelen nodig; lerarenopleiding werd als essentieel beschouwd voor het veranderen van percepties en het verbeteren van het leren van talen in Europa;

aandacht voor de specifieke situatie van kinderen met een migranten- of een minderheidsachtergrond; dit omvat het herbezien van de beoordeling van taalvaardigheden, aangezien dat kan bijdragen tot beter leren, in het bijzonder wanneer rekening wordt gehouden met de meertaligheid van kinderen;

ondersteuning van het erkennen van eerder onderricht in en verworven kennis van talen die geen deel uitmaken van de onderwijsprogramma's; ondersteuning van een gediversifieerd talenaanbod in scholen (niet alleen Engels).

·Bijeenbrengen en gebruik van expertise

De aanbeveling bouwt voort op de werkzaamheden van de vorige Werkgroep talen in onderwijs en opleiding binnen het strategisch kader voor Europese samenwerking op het gebied van onderwijs en opleiding (ET 2020) 26 .

Meer recent, in 2016 en 2017, organiseerde de Commissie een reeks thematische deskundigenpanels en twee peer learning-activiteiten met twee gelieerde doelstellingen: input vergaren over de lees- en schrijfvaardigheid en de taalvaardigheid voor de herziening van het kader voor sleutelcompetenties en na te gaan hoe de lidstaten migrantenkinderen helpen de onderwijstaal snel te beheersen (huidige prioriteit van ET 2020) 27 .

Ook het meest recente verslag met basisgegevens over het talenonderwijs op school in Europa bood waardevolle inzichten in de tendensen in het talenonderwijs in Europa, waaronder (voor het eerst) gegevens over gestructureerde taalondersteuning voor migrantenkinderen 28 .

·Effectbeoordeling

Aangezien de maatregelen de initiatieven van de lidstaten aanvullen en de voorgestelde activiteiten op vrijwillige basis worden uitgevoerd, en gezien de reikwijdte van de verwachte effecten, is er geen effectbeoordeling uitgevoerd. De ontwikkeling van het voorstel was gebaseerd op eerdere onderzoeken, raadpleging van de lidstaten en de openbare raadpleging.

·Resultaatgerichtheid en vereenvoudiging

Niet van toepassing.

·Grondrechten

Deze aanbeveling is in overeenstemming met de grondrechten en de beginselen die in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie zijn erkend, waaronder het recht op onderwijs, de eerbiediging van de culturele, godsdienstige en taalverscheidenheid, en non-discriminatie. In de aanbeveling worden met name de in artikel 24 vastgelegde rechten van het kind bevorderd, en wordt rekening gehouden met het VN-Verdrag inzake de rechten van het kind, met name met artikel 29, lid 1, punt c), waarin staat dat het onderwijs aan het kind dient te zijn gericht op: het bijbrengen van eerbied voor de ouders van het kind, voor zijn of haar eigen culturele identiteit, talen en waarden, voor de nationale waarden van het land waar het kind woont, het land waar het is geboren, en voor andere beschavingen dan de zijne of hare 29 . Deze aanbeveling moet worden toegepast overeenkomstig deze rechten en beginselen.

4.GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

De in deze aanbeveling voorgestelde maatregelen met gevolgen voor de begroting zullen worden gesteund uit de bestaande middelen van het programma Erasmus+ en eventueel ook Horizon 2020 of Europese structuur- en investeringsfondsen, op voorwaarde dat de bepalingen van de betrokken basishandelingen voorzien in zulke steun. Dit initiatief loopt niet vooruit op de onderhandelingen over het volgend meerjarig financieel kader en toekomstige programma's. Er zijn geen extra middelen uit de EU-begroting nodig.

5.    OVERIGE ELEMENTEN

·Uitvoeringsplanning en regelingen betreffende controle, evaluatie en rapportage

Om de uitvoering te ondersteunen, stelt de Commissie voor om in samenwerking met de lidstaten ondersteunende richtsnoeren te ontwikkelen die de blootgelegde hiaten bij het in de praktijk brengen van competentiegericht onderwijs en leren, kunnen dichten.

De Commissie zal verslag uitbrengen over het gebruik van de aanbeveling in het kader van de Europese samenwerking op het gebied van onderwijs, opleiding en leren.

·Toelichtende stukken (bij richtlijnen)

Niet van toepassing.

·Artikelsgewijze toelichting

Bepalingen van de lidstaten

Om alle kinderen en jongeren te helpen het niveau van vaardige gebruiker te bereiken in ten minste één andere Europese taal en om het verwerven van een extra (derde) taal op het niveau van onafhankelijk gebruiker aan te moedigen, wordt in het voorstel de lidstaten aanbevolen:

·alomvattende benaderingen te hanteren voor het verbeteren van het onderwijzen en leren van talen op alle niveaus en in alle onderwijs- en opleidingssectoren;

·taalbewuste scholen tot stand te brengen zoals beschreven in de bijlage bij de aanbeveling, waarbij leerkrachten de passende opleiding en ondersteuning krijgen;

·leermobiliteit te bevorderen in de opleiding van alle taalleerkrachten en leerperioden in het buitenland te stimuleren;

·innovatieve, inclusieve en meertalige onderwijsmethoden te identificeren en te stimuleren, in voorkomend geval met gebruikmaking van Europese instrumenten en platformen;

·de ontwikkelingen van methoden te beogen voor het monitoren van vooruitgang in taalvaardigheid in verschillende stadia van onderwijs en opleiding.

Bepalingen van de Commissie

In de aanbeveling wordt voorgesteld de volgende voornemens van de Commissie toe te juichen:

·het ondersteunen van de uitvoering van de aanbeveling en de bijlage erbij door het faciliteren van peer learning tussen de lidstaten en het ontwikkelen van passende referentiematerialen en instrumenten;

·het ter beschikking stellen van financiële middelen van de Europese Unie voor de ondersteuning van het onderwijzen en leren van talen, en met name het versterken van het onderdeel betreffende de mobiliteit van lerenden van Erasmus+, het programma van de Unie voor onderwijs, opleiding, jeugd en sport;

·het versterken van de samenwerking met de Raad van Europa en zijn Europees Centrum voor moderne talen op hun gebieden van expertise.

2018/0128 (NLE)

Voorstel voor een

AANBEVELING VAN DE RAAD

inzake een alomvattende benadering van het onderwijzen en leren van talen

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name de artikelen 165 en 166,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)In de mededeling "De Europese identiteit versterken via onderwijs en cultuur 30 " presenteert de Europese Commissie de visie van een Europese onderwijsruimte waar kwalitatief hoogwaardige en inclusieve voorzieningen voor onderwijs, opleiding en onderzoek niet door grenzen worden belemmerd; waar het standaardpraktijk is geworden om in een andere lidstaat te studeren, leren of werken; waar veel meer mensen naast hun moedertaal nog twee andere talen spreken; en de mensen een sterk gevoel hebben van hun identiteit als Europeanen, evenals een besef van het cultureel erfgoed en de verscheidenheid van Europa.

(2)Tijdens de informele werkvergadering op de top van Göteborg voor eerlijke banen en groei hebben de staatshoofden en regeringsleiders een debat gevoerd over de rol van onderwijs en cultuur voor de toekomst van Europa. In de conclusies van de Europese Raad van 14 december 2017 31 wordt de lidstaten, de Raad en de Commissie verzocht om, overeenkomstig hun respectieve bevoegdheden, verder te werken op dit terrein.

(3)In de visie van een Europese onderwijsruimte staan taalvaardigheden centraal. Gelet op de toenemende mobiliteit op het gebied van onderwijs, opleiding en werk in de Unie, de toenemende migratie uit derde landen naar de Unie, en de samenwerking in de wereld in het algemeen, moeten onderwijs- en opleidingsstelsels zich opnieuw beraden op de uitdagingen bij het onderwijzen en leren van talen en op de kansen die de taalverscheidenheid in Europa biedt.

(4)Door het leren van talen te verbeteren en te intensiveren, kan aan het onderwijzen ervan een sterkere Europese dimensie worden gegeven 32 . Het kan de ontwikkeling van een Europese identiteit in al haar diversiteit bevorderen – in aanvulling op lokale, regionale en nationale identiteiten en tradities – en meer begrip kweken voor de Unie en haar lidstaten.

(5)Bijna de helft van de Europeanen geeft aan dat zij geen gesprek in een andere taal dan hun moedertaal kunnen voeren 33 . Door de gebrekkige talenkennis ontstaan er problemen en worden zinvolle grensoverschrijdende contacten tussen overheden en burgers in de Unie belemmerd 34 .

(6)Slechts vier op de tien leerlingen in het middelbaar onderwijs bereikt het niveau van "onafhankelijk gebruiker" in hun eerste vreemde taal, oftewel het vermogen om een eenvoudig gesprek te voeren. Slechts een kwart bereikt dit niveau in hun tweede vreemde taal 35 . Een vergelijkend onderzoek van de talen die in onderwijs en opleiding worden onderwezen 36 , heeft aangetoond dat de meeste lidstaten moeilijkheden hebben om op het gebied van talen goede leerresultaten te bewerkstelligen. Hoewel alle onderwijssectoren met moeilijkheden te kampen hebben, zijn die met name acuut in het beroepsonderwijs en de beroepsopleiding, waar minder nadruk wordt gelegd op het leren van talen.

(7)Een beperkte talenkennis blijft één van de grootste belemmeringen om te kunnen profiteren van de kansen die de Europese programma's voor onderwijs, opleiding en jongeren te bieden hebben 37 . Een goede talenkennis daarentegen stelt personen in staat om meer profijt te trekken van de kansen die de interne markt biedt – zoals het vrije verkeer van werknemers – en om met meer kennis van zaken de juiste keuzes te maken over mogelijkheden in een ander EU-land.

(8)Een goede talenkennis biedt concurrentievoordelen voor ondernemingen en strekt ook werkzoekenden tot voordeel – zolang die kennis maar deel uitmaakt van een breder scala aan nuttige vaardigheden 38 . Er bestaat een rechtstreeks verband tussen talenkennis en de kans op een baan 39 . Uit de resultaten van de meest recente enquête voortgezette beroepsopleiding (CVTS 2016) blijkt echter dat slechts 7,9 % van de ondernemingen die opleidingen aanbieden aan hun werknemers, hun werknemers ook naar talencursussen sturen (variërend van 22,1 % in Slowakije tot 0,5 % in Ierland).

(9)Om de huidige levensstandaard aan te houden, een hoge arbeidsparticipatie te handhaven en sociale cohesie te bevorderen in het licht van de samenleving en het werk van morgen, hebben mensen de juiste vaardigheden en competenties nodig 40 . Dit is tevens cruciaal voor de volledige integratie van migrantenkinderen, studenten en volwassenen 41 . Er moeten nieuwe manieren van leren worden onderzocht voor een maatschappij die steeds mobieler en digitaler wordt 42 . Dankzij betere taalvaardigheden kunnen mobiliteit en samenwerking binnen de Unie worden bevorderd. Met name digitale ontwikkelingen bieden kansen om meer talen te leren buiten het klaslokaal of leertrajecten. In de huidige beoordelingsprocedures wordt niet volledig rekening gehouden met deze ontwikkelingen.

(10)Het eerste beginsel van de Europese pijler van sociale rechten 43 bepaalt dat iedereen recht heeft op hoogwaardige en inclusieve voorzieningen voor onderwijs, opleiding en een leven lang leren om de vaardigheden te verwerven en te onderhouden die nodig zijn om ten volle aan het maatschappelijk leven te kunnen deelnemen en overgangen op de arbeidsmarkt met succes te kunnen opvangen. Taalvaardigheid is een van de sleutelcompetenties die inzetbaarheid, zelfontplooiing, actief burgerschap en sociale inclusie bevordert; onder "taalvaardigheid" wordt verstaan "het vermogen verschillende talen doeltreffend en passend te gebruiken om te communiceren" 44 .

(11)In meer dan de helft van de lidstaten worden regionale of minderheidstalen erkend voor juridische of administratieve doeleinden, met inbegrip van nationale gebarentalen. Een aantal van die regionale of minderheidstalen wordt in meer dan één land gesproken. De talen van immigranten vervolledigen het overzicht van het taallandschap in Europa 45 .

(12)Scholen zien steeds beter in dat alle kinderen, ongeacht hun achtergrond en eerste taal, een zeer goed niveau van de onderwijstaal moet worden bijgebracht, indien nodig met behulp van specifieke ondersteunende maatregelen. Dat draagt immers bij tot gelijkheid en gelijke kansen voor iedereen, en beperkt het risico dat leerlingen het onderwijs voortijdig verlaten 46 .

(13)Talenbewustzijn in scholen kan onder meer betekenen dat de school zich bewust is van en begrip heeft voor de taalvaardigheden van alle leerlingen, ook van kennis van talen die niet op school worden onderwezen. Scholen kunnen een onderscheid maken tussen verschillende taalvaardigheidsniveaus, naargelang de context en het doel waarvoor zij nodig zijn en naar de omstandigheden, behoeften, capaciteiten en interesse van de lerenden.

(14)Het gebrek aan leerkrachten voor bepaalde vakken, onder meer moderne vreemde talen, wordt in meer dan de helft van de onderwijsstelsels van de Europese Unie als problematisch beschouwd 47 en diverse lidstaten hebben hervormingen of stimulansen doorgevoerd voor het aanpakken van tekorten aan taalleerkrachten. Deze hervormingen en stimulansen omvatten onder meer beurzen om mensen die een talenstudie hebben afgerond maar andere beroepservaring hebben opgedaan, aan te trekken in het onderwijsvak, en hervormingen van lerarenopleidingen 48 .

(15)Door initiatieven ter verbetering van sleutelcompetenties in het schoolonderwijs 49 – bijvoorbeeld het beter koppelen van academisch leren aan praktijkervaring, het gebruik van digitale technologieën en het ondersteunen van innovatie in scholen – is er een sterkere nadruk komen te liggen op leerresultaten 50 . Daarnaast bevorderden deze initiatieven het verwerven van taalvaardigheden.

(16)Het onderwijzen van vakken in een vreemde taal (Content and Language Integrated Learning) is voor verschillende categorieën lerenden efficiënt gebleken, evenals digitale en online-instrumenten voor het leren van talen 51 . Taalleerkrachten in heel Europa zouden voordeel kunnen trekken van bij- en nascholing om hun digitale vaardigheden op niveau te houden en te leren hoe zij hun onderwijsmethoden het beste kunnen ondersteunen met andere methoden en nieuwe technologieën. Een overzicht van open leermiddelen (Open Educational Resources) 52 kan hen hierbij helpen.

(17)Er zijn meerdere initiatieven in Europa die de definitie en ontwikkeling van taalvaardigheid ondersteunen. Het Gemeenschappelijk Europees referentiekader voor talen is een transparant, samenhangend en compleet referentiekader voor het beoordelen en vergelijken van vaardigheidsniveaus 53 . Het maakt onderscheid tussen de niveaus "basisgebruiker", "onafhankelijk gebruiker" en "vaardig gebruiker"; laatstgenoemde kan werken en studeren in de beoordeelde taal. In 2018 werd het kader aangevuld met nieuwe beschrijvingen voor bemiddeling, jonge lerenden en gebarentalen, met als doel het kader toegankelijk te maken voor een groter publiek 54 .

(18)Het Europees talenlabel 55 beloont excellentie en innovatie in het taalonderricht in alle deelnemende landen. Het spoort scholen aan tot het gebruik van nieuwe methoden en strategieën voor het verwezenlijken van lokale, regionale, nationale of Europese prioriteiten. Voorts heeft het bijgedragen aan de bewustmaking inzake Europese samenwerking op het gebied van het onderwijzen en leren van talen en de meertalige dynamiek in verschillende onderwijssectoren 56 .

(19)Alle lidstaten zijn het er over eens dat meertaligheid moet worden verbeterd en taalvaardigheden moeten worden ontwikkeld in de Unie 57 . Om een nauwkeuriger beeld te krijgen van de talenkennis in de Unie zal de Europese Commissie werk maken van een voorstel voor een nieuwe Europese benchmark betreffende taalvaardigheden, met inbegrip van opties voor het verzamelen van gegevens.

(20)Taalvaardigheden worden weliswaar gedurende het hele leven verworven en er moeten dus in alle levensfases kansen worden geboden, maar deze aanbeveling betreft met name het verplichte onderwijs en verplichte opleidingen en is geheel in overeenstemming met de beginselen inzake subsidiariteit en evenredigheid op dit gebied.

BEVEELT DE LIDSTATEN AAN:

In overeenstemming met nationale en Europese wetgeving, beschikbare middelen en nationale omstandigheden, en in nauwe samenwerking met alle belanghebbenden:

1.manieren te vinden om alle jongeren te helpen vóór het einde van hoger secundair onderwijs en opleiding het niveau van vaardige gebruiker te bereiken in – naast de onderwijstaal – ten minste één andere Europese taal, en om het verwerven van een extra (derde) taal op het niveau van onafhankelijk gebruiker aan te moedigen;

2.alomvattende benaderingen te hanteren voor het verbeteren van het onderwijzen en leren van talen op nationaal, regionaal, lokaal of schoolniveau, naargelang het geval, waarbij gebruik wordt gemaakt van de beleidsvoorbeelden in de bijlage;

3.ervoor te zorgen dat alle sectoren van verplicht onderwijs en verplichte opleiding aan bod komen en daarbij zo vroeg mogelijk te beginnen, met inbegrip van de initiële beroepsopleiding;

4.ondersteuning te bieden, als onderdeel van die alomvattende strategieën, voor de ontwikkeling van talenbewustzijn in scholen en opleidingscentra door:

a)de mobiliteit van lerenden actief te ondersteunen, onder meer door de mogelijkheden van de betrokken EU-financieringsprogramma's te benutten;

b)het mogelijk te maken voor leerkrachten om het gebruik van specifieke talen in hun vakgebieden te regelen;

c)de vaardigheid in de onderwijstaal te versterken als basis voor verdere scholing en onderwijsprestaties op school voor alle lerenden, en in het bijzonder lerenden met een migrantenachtergrond of uit kansarme milieus;

d)de taaldiversiteit van lerenden te waarderen en als leermiddel te benutten, onder meer door de ouders en de bredere lokale gemeenschap bij het talenonderwijs te betrekken;

e)mogelijkheden te bieden voor het beoordelen en valideren van taalvaardigheid die geen deel uitmaakt van het onderwijsprogramma maar elders door lerenden werd verworven, onder meer door het uitbreiden van de talen die aan het schooldiploma kunnen worden toegevoegd;

5.leerkrachten, opleiders en schoolleiders te ondersteunen bij het ontwikkelen van talenbewustzijn door:

a)te investeren in de initiële en vervolgopleiding van taalleerkrachten met het oog op het behoud van een breed talenaanbod in het verplicht onderwijs en de verplichte opleiding;

b)voorbereiding op taaldiversiteit in de klas op te nemen in de initiële opleiding en de bij- en nascholing van leerkrachten en schoolleiders;

c)alle studenten die een onderwijsdiploma willen behalen, te stimuleren een tijd in het buitenland te gaan studeren, en mobiliteit voor alle leerkrachten en opleiders aan te moedigen;

d)leermobiliteit op te nemen in de opleiding van alle taalleerkrachten, zodat nieuw afgestudeerde taalleerkrachten ten minste zes maanden leer- en onderwijservaring hebben opgedaan in het buitenland;

e)het gebruik van eTwinning 58 aan te bevelen voor het verrijken van leerervaringen in scholen en het ontwikkelen van taalvaardigheid bij leerkrachten en leerlingen;

6.onderzoek naar en het gebruik van innovatieve, inclusieve en meertalige onderwijsmethoden aan te moedigen, waaronder het gebruik van digitale tools en Content and Language Integrated Learning (CLIL);

7.methoden te ontwikkelen voor het monitoren van taalvaardigheden die in verschillende stadia van onderwijs en opleiding worden verworven, als aanvulling op bestaande informatie over het leren van talen;

8.verslag uit te brengen, via bestaande kaders en instrumenten, over ervaringen en vooruitgang met het bevorderen van taalleren,

IS INGENOMEN MET HET VOORNEMEN VAN DE COMMISSIE OM:

1.de follow-up van deze aanbeveling te ondersteunen door het faciliteren van wederzijds leren tussen lidstaten en door het ontwikkelen, samen met de lidstaten, van:

a)richtsnoeren voor het koppelen van taalonderwijs en -beoordeling aan het Gemeenschappelijk Europees referentiekader voor taalvaardigheden 59 ;

b)op feitenmateriaal gebaseerde richtsnoeren over nieuwe vormen van leren en ondersteunende benaderingen;

c)digitale tools voor het leren van talen en de professionele ontwikkeling van onderwijspersoneel, op het gebied van taalleren, zoals open onlinecursussen voor een groot publiek (MOOC's), instrumenten voor zelfbeoordeling 60 en netwerken, zoals eTwinning en Teacher Academy van de School Education Gateway;

d)methodologieën en instrumenten voor het monitoren van taalvaardigheid in de Europese Unie;

2.de mobiliteit van leerlingen en lerenden in beroepsonderwijs en -opleiding binnen het programma Erasmus+ te versterken en algemene ondersteuning te bieden aan het gebruik van Uniefinanciering, zoals Erasmus+, Horizon 2020, het Fonds voor asiel, migratie en integratie (AMIF) of Europese structuur- en investeringsfondsen, indien nodig voor de uitvoering van deze aanbeveling en de bijlage erbij, zonder vooruit te lopen op de onderhandelingen over het volgend meerjarig financieel kader;

3.de samenwerking met de Raad van Europa en zijn Europees Centrum voor moderne talen te versterken op het gebied van taalleren, om innovatieve methoden voor het onderwijzen en leren van talen te bevorderen en het bewustzijn omtrent de cruciale rol van taalleren in moderne samenlevingen te vergroten;

4.verslag uit te brengen, voornamelijk via bestaande kaders en instrumenten, over de follow-up van de uitvoering van de aanbeveling.

Gedaan te Brussel,

   Voor de Raad

   De voorzitter

(1)    Mededeling van de Commissie – De Europese identiteit versterken via onderwijs en cultuur, COM(2017) 673 final  
(2)    Conclusies van de Europese Raad van 14 december 2017: http://data.consilium.europa.eu/doc/document/ST-19-2017-INIT/nl/pdf  
(3)    Europese Commissie (2017), 2017 Annual Report on intra-EU labour mobility (Jaarverslag 2017 over de arbeidsmobiliteit binnen de EU): http://ec.europa.eu/social/main.jsp?catId=738&langId=en&pubId=8066&furtherPubs=yes  
(4)    Europese Commissie (2017), Discussienota over het in goede banen leiden van de mondialisering: https://ec.europa.eu/commission/sites/beta-political/files/reflection-paper-globalisation_nl.pdf  
(5)    Conclusies van het voorzitterschap van de Europese Raad van Barcelona, maart 2002, http://www.consilium.europa.eu/media/20937/71027.pdf .
(6)    Europese Commissie / EACEA / Eurydice (2017), "Eurydice Key Data on Teaching Languages at School in Europe", editie 2017, https://webgate.ec.europa.eu/fpfis/mwikis/eurydice/images/0/06/KDL_2017_internet.pdf .
(7)    Bijvoorbeeld: Language competences for employability, mobility and growth (Taalvaardigheden voor banen, mobiliteit en groei), SWD(2012) 372: https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/PDF/?uri=CELEX:52012SC0372&from=NL ; Het Europese onderzoek naar taalvaardigheden werd uitgevoerd in 2011. De resultaten ervan werden bekendgemaakt in juni 2012. http://ec.europa.eu/dgs/education_culture/repository/languages/library/studies/executive-summary-eslc_en.pdf
(8)    Language competences for employability, mobility and growth (Taalvaardigheden voor banen, mobiliteit en groei), SWD(2012) 372: https://eur-lex.europa.eu/legal-content/EN/TXT/PDF/?uri=CELEX:52012SC0372&from=EN  
(9)    Het Europese onderzoek naar taalvaardigheden werd uitgevoerd in 2011. De resultaten ervan werden bekendgemaakt in juni 2012. http://ec.europa.eu/dgs/education_culture/repository/languages/library/studies/executive-summary-eslc_en.pdf  
(10)    Europese Commissie (2015), Study on comparability of language testing in Europe (Studie over vergelijkbaarheid van taaltests in Europa) http://ec.europa.eu/dgs/education_culture/repository/education/library/reports/language-test-summary_en.pdf . In 2014 kwam de Commissie met een voorstel voor een Europese benchmark voor taalvaardigheden, maar de Raad heeft dit initiatief verworpen.
(11)    Zie bijvoorbeeld Carl James & Peter Garrett: Language awareness in the classroom .
(12)    Zie voor de definities van het niveau van vaardig en onafhankelijk gebruiker de algemene beoordelingsschaal van het gemeenschappelijk Europees referentiekader voor talen: https://www.coe.int/en/web/common-european-framework-reference-languages/table-1-cefr-3.3-common-reference-levels-global-scale  
(13)    Aanbeveling van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 inzake sleutelcompetenties voor een leven lang leren (2006/962/EG): (2006/962/EG)
(14)    In de mededeling van de Commissie inzake een nieuwe vaardighedenagenda voor Europa COM(2016)0381 wordt meerdere keren verwezen naar het belang van het verwerven van talenkennis in het kader van het bredere Europese vaardighedenbeleid.
(15)    Voorstel voor een aanbeveling van de Raad inzake sleutelcompetenties voor een leven lang leren, COM(2018)24  Staff Working Document on Key Competences for Lifelong Learning (Werkdocument van de diensten van de Commissie inzake sleutelcompetenties voor een leven lang leren), SWD (2018)14  
(16)    OESO (2016), resultaten van PISA 2015, https://www.oecd.org/pisa/pisa-2015-results-in-focus.pdf .
(17)    Voorstel voor een aanbeveling van de Raad inzake de bevordering van gemeenschappelijke waarden, inclusief onderwijs en de Europese dimensie van lesgeven, COM(2018)23 final    
(18)    Mededeling van de Commissie over het actieplan voor digitaal onderwijs, COM(2018)22
(19)    Teacher Academy: https://www.schooleducationgateway.eu/en/pub/teacher_academy.htm  
(20)    De 20 beginselen van de Europese pijler van sociale rechten: https://ec.europa.eu/commission/priorities/deeper-and-fairer-economic-and-monetary-union/european-pillar-social-rights/european-pillar-social-rights-20-principles_nl
(21)    Mededeling van de Commissie – Groei en cohesie stimuleren in grensregio's van de EU, COM(2017)534 final
(22)    Bijlage bij het voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten, COM(2017)677 final  
(23)    Mededeling van de Commissie - Actieplan inzake de integratie van onderdanen van derde landen, COM(2016)377
(24)    Mededeling van de Commissie – Groei en cohesie stimuleren in grensregio's van de EU, COM(2017)534
(25)    Europese Commissie (2017), "Report on the results of the stakeholder consultation" (Verslag over de resultaten van de raadpleging van belanghebbenden) - https://publications.europa.eu/en/publication-detail/-/publication/96e12ad1-8b9b-11e7-b5c6-01aa75ed71a1/language-en  
(26)    Alle verslagen zijn beschikbaar op: http://ec.europa.eu/education/library_en?field_eac_eat_event_categories_value=language_teaching_learning&field_eac_eat_type_of_documentr_value=All&field_eac_eat_year_value=2014&=Apply
(27)    Alle verslagen zijn beschikbaar op: https://ec.europa.eu/education/policy/multilingualism/multilingual-classrooms_en .
(28)    Europese Commissie / Eurydice (2017), "Key Data on Teaching Languages at School in Europe" (Kerngegevens over het talenonderricht op school in Europa), https://webgate.ec.europa.eu/fpfis/mwikis/eurydice/images/0/06/KDL_2017_internet.pdf .
(29)    VN-Verdrag inzake de rechten van het kind (1989), aangenomen op 20.11.1989: http://www.ohchr.org/EN/ProfessionalInterest/Pages/CRC.aspx  
(30)    Mededeling van de Commissie – De Europese identiteit versterken via onderwijs en cultuur, COM(2017)673 final  
(31)    Conclusies van de Europese Raad van 14 december 2017: http://data.consilium.europa.eu/doc/document/ST-19-2017-INIT/nl/pdf .
(32)    Voorstel voor een aanbeveling van de Raad inzake de bevordering van gemeenschappelijke waarden, inclusief onderwijs en de Europese dimensie van lesgeven, COM(2018)23 final
(33)    Europeans and their languages (De Europeanen en hun talen) – samenvatting van het speciaal verslag van de Eurobarometer (2012): http://ec.europa.eu/commfrontoffice/publicopinion/archives/ebs/ebs_386_sum_en.pdf .
(34)    Mededeling van de Commissie – Groei en cohesie stimuleren in grensregio's van de EU, COM(2017)534
(35)    Europese Commissie (2012) – First European Survey on language competences (Eerste Europees onderzoek naar taalvaardigheid), samenvatting : http://ec.europa.eu/dgs/education_culture/repository/languages/library/studies/executive-summary-eslc_en.pdf
(36)    Europese Commissie (2014) – Comparative analysis of languages in education and training (Vergelijkend onderzoek van de talen die in onderwijs en opleiding worden onderwezen): http://ec.europa.eu/dgs/education_culture/repository/languages/library/studies/lang-eat_en.pdf
(37)    Het programma Erasmus+ biedt onlinetaalondersteuning om dit te compenseren. https://ec.europa.eu/programmes/erasmus-plus/resources/online-linguistic-support_en .
(38)    Europese Commissie (2015) (Studie naar de kennis van vreemde talen en inzetbaarheid) .
(39)    Europese Commissie (2015) Languages and employability (Talen en inzetbaarheid).
(40)    Zie Europese Commissie (2017), Discussienota over de sociale dimensie van Europa, https://ec.europa.eu/commission/sites/beta-political/files/reflection-paper-social-dimension-europe_nl.pdf .
(41)    Mededeling van de Commissie - Actieplan inzake de integratie van onderdanen van derde landen, COM(2016) 377 final .
(42)    Europese Commissie (2017), Discussienota over het in goede banen leiden van de mondialisering, https://ec.europa.eu/commission/publications/reflection-paper-harnessing-globalisation_nl .
(43)    Mededeling van de Commissie - De oprichting van een Europese pijler van sociale rechten, COM (2017)250 final
(44)    Voorstel voor een aanbeveling van de Raad inzake sleutelcompetenties voor een leven lang leren, COM (2018)24  
(45)    Europese Commissie / EACEA / Eurydice (2017), "Eurydice Key Data on Teaching Languages at School in Europe", editie 2017, https://webgate.ec.europa.eu/fpfis/mwikis/eurydice/images/0/06/KDL_2017_internet.pdf .
(46)    Europese Commissie (2017), Onderwijs- en opleidingsmonitor: http://ec.europa.eu/education/policy/strategic-framework/et-monitor_nl  
(47)    Europese Commissie/EACEA/Eurydice (2018), Teaching careers in Europe: Access, progression and support: https://webgate.ec.europa.eu/fpfis/mwikis/eurydice/images/b/b9/220EN_teaching_careers_N_cert.pdf  
(48)    Europese Commissie (2014) – Languages in education and training: Final comparative analysis, (Talen die in onderwijs en opleiding worden onderwezen: definitief vergelijkend onderzoek), voetnoot 36.
(49)    Staff Working Document on Key Competences for Lifelong Learning (Werkdocument van de diensten van de Commissie inzake sleutelcompetenties voor een leven lang leren), SWD (2018)14
(50)    Mededeling van de Commissie over de ontwikkeling van scholen en uitstekend onderwijs , COM(2017)248 final .
(51)    Europese Commissie (2014), Report on improving the effectiveness of language learning (Verslag over de verbetering van de doeltreffendheid van taalleren): http://ec.europa.eu/dgs/education_culture/repository/languages/library/studies/clil-call_en.pdf  
(52)    Europees Centrum voor moderne talen: ICT-Rev https://ict-rev.ecml.at/ .  
(53)    Raad van Europa (2001) – Gemeenschappelijk Europees referentiekader voor talen : https://www.google.com/search?hl=en&q=Global+levels+https%3A%2F%2Fwww.coe.int%2Fen%2Fweb%2Fcommon-european-framework-reference-languages%2Ftable-1-cefr-3.3-common-reference-levels-global-scale&gws_rd=ssl
(54)    Raad van Europa (2018) – Gemeenschappelijk Europees referentiekader voor talen (CEFR): Companion Volume with new descriptors: https://rm.coe.int/cefr-companion-volume-with-new-descriptors-2018/1680787989  
(55)    Het Europees Talenlabel wordt toegekend in het kader van het programma Erasmus+ van de Europese Commissie.
(56)    Het Europees Talenlabel: http://ec.europa.eu/education/initiatives/language-label_nl
(57)    Conclusies van de Raad over meertaligheid en de ontwikkeling van taalcompetenties, mei 2014, http://www.consilium.europa.eu/uedocs/cms_data/docs/pressdata/nl/educ/142692.pdf
(58)    eTwinning is een community van leerkrachten van het preprimair tot het hoger secundair onderwijs, die wordt gehost op een beveiligd internetplatform: https://www.etwinning.net
(59)    Op basis van de ervaringen en expertise van de Raad van Europa inzake het opzetten en bijwerken van het kader en van het Europees Centrum voor moderne talen, en van de Europese Commissie inzake het toepassen van deze werkzaamheden op de lerarenopleiding via gezamenlijk gefinancierde projecten: https://relang.ecml.at/Home/tabid/4079/language/en-GB/Default.aspx
(60)    Europass biedt momenteel een zelfbeoordelingsinstrument voor taalvaardigheid; het functioneren en de doeltreffendheid hiervan zullen worden geëvalueerd in het kader van de uitvoering van het nieuwe Europass-besluit. https://europass.cedefop.europa.eu/documents/european-skills-passport/language-passport  
Top

Brussel,22.5.2018

COM(2018) 272 final

BIJLAGE

bij

Aanbeveling van de Raad

inzake een alomvattende benadering van het onderwijzen en leren van talen

{SWD(2018) 174 final}


BIJLAGΕ
Talenbewustzijn in scholen -

het ontwikkelen van alomvattende benaderingen van het leren van talen

Alomvattende taalbenaderingen kunnen de uitvoering van de aanbeveling over taalleren ondersteunen. Deze bijlage bevat een aantal pedagogische beginselen en goede praktijken die ertoe strekken het algemene talenbewustzijn in scholen te vergroten, met betere resultaten op het gebied van taalleren als uiteindelijk doel.

Taalonderricht is een belangrijk element voor alle studievakken, gezien de verschillende manieren waarop taal in de klas wordt gebruikt en de cruciale rol die taal speelt bij het leren en begrijpen van de inhoud van studievakken. Een goede beheersing van academische taal gaat hand in hand met de ontwikkeling van kennis van en inzicht in studievakken.

Talenbewustzijn in scholen en opleidingscentra kan bevorderlijk zijn voor de opvatting dat het leren van talen een dynamisch proces en een continuüm is — de verwerving van de moedertaal en haar verschillende registers en stijlen is een aanhoudend proces en is zeer nauw verbonden met het leren van andere talen, op verschillende vaardigheidsniveaus, en volgens de omstandigheden, behoeften en interesses van de individuele lerende.

Talenbewustzijn in scholen en opleidingscentra kan bevorderlijk zijn voor reflectie over de taaldimensie op alle niveaus van schoolorganisatie, -onderricht en -praktijk: de ontwikkeling van geletterdheid, het leren van vreemde talen, het onderwijzen van studievakken, de erkenning van andere talen die door leerlingen worden geïntroduceerd, de communicatie met ouders en met de bredere schoolomgeving, enz.

Nauwe samenwerking tussen de verschillende leden van de schoolgemeenschap, idealiter in een kader met de school als leerorganisatie of in het kader van een schoolbrede aanpak, kan dit begrip van talenbewustzijn bevorderen.

Ter ondersteuning van het talenbewustzijn in scholen en opleidingscentra worden de onderstaande voorbeelden van goede praktijken vermeld.

1. Meertaligheid in scholen en opleidingscentra

·Een positieve attitude ten aanzien van taalverscheidenheid kan bijdragen tot een taalvriendelijk klimaat waarin het leren en gebruiken van meerdere talen als een verrijking en een rijkdom wordt beschouwd. Het bewustzijn omtrent het belang van taalleren, en omtrent de educatieve, cognitieve, sociale, interculturele, professionele en economische voordelen van een breder gebruik van talen, kan worden vergroot en aangemoedigd.

·De ontwikkeling van taalvaardigheden en taalkundig bewustzijn kan transversaal in de leerplannen worden geïntegreerd. Door talen en andere vakken te integreren, kunnen authentiekere, op concrete situaties afgestemde leermethoden worden aangeboden.

·De motivatie om talen te leren kan worden vergroot door onderwijsinhoud te koppelen aan de leefwereld en interesses van lerenden, waarbij informeel leren in aanmerking wordt genomen en synergieën met buitenschoolse activiteiten worden aangemoedigd. Verbanden tussen het alledaagse gebruik van taal en scholen of opleidingscentra kunnen worden versterkt door eerder taalonderricht te erkennen en de mogelijkheid te bieden om buiten het formele onderwijs verworven talenkennis in diploma's op te nemen.



·Het volledige taalkundige repertoire van lerenden kan naar waarde worden geschat en worden ondersteund op school en kan tevens als pedagogisch instrument worden gebruikt voor het verdere leerproces van alle lerenden. Leerlingen kunnen elkaar helpen leren, hun eigen taal of talen aan anderen uitleggen en talen met elkaar vergelijken.

·Scholen zouden meer talen kunnen aanbieden naast de voornaamste wereldtalen, . De populariteit van talen kan verschillen indien een land twee of meer officiële talen heeft of indien er duidelijke belangstelling is om het leren van de taal van een buurland aan te moedigen.

·Door tweetalige crèches en scholen in grensgebieden zullen kinderen worden aangemoedigd om vanaf jonge leeftijd de taal van hun buren te leren en zullen taalbarrières in grensoverschrijdende regio's afnemen.

2. Efficiënt en innovatief onderricht voor het beter leren van talen

·Het potentieel van digitale instrumenten kan volledig worden benut om het leren, onderwijzen en evalueren van talen te verbeteren. Technologie kan enorm veel steun geven bij het verruimen van het talenaanbod, kansen bieden voor contact met talen, en zeer nuttig zijn voor bij het ondersteunen van talen die niet in scholen worden onderwezen. De ontwikkeling van kritisch denken en mediageletterdheid en een passend gebruik van technologie kunnen in dit verband een essentieel onderdeel van het leerproces uitmaken.

·Virtuele samenwerking tussen scholen via eTwinning kan jongeren in staat stellen beter talen te leren, met jongeren uit andere landen samen te werken en zich voor te bereiden op mobiliteit om in het buitenland te studeren, een opleiding te volgen of vrijwilligerswerk te doen.

·Mobiliteit van leerlingen, onder meer via Erasmus +, kan uitgroeien tot een regulier onderdeel van het leerproces. Dit dient ook te gelden voor de virtuele en bredere mobiliteit van personeel.

·Leerkrachten, opleiders en lerenden kunnen een mix van diagnostische, formatieve en summatieve beoordelingsmethoden gebruiken om taalontwikkeling te monitoren en te evalueren; individuele taalportfolio's worden gebruikt om de vooruitgang te volgen, bijvoorbeeld via het Europees Taalportfolio of het Europass-taalpaspoort.

3. Ondersteuning van leerkrachten en opleiders

·Leerkrachten moderne talen kunnen worden aangemoedigd deel te nemen aan uitwisselingregelingen met landen waar hun doeltaal wordt gesproken, als onderdeel van hun initiële opleiding en/of verdere professionele ontwikkeling. Elke pas afgestudeerde taalleerkracht zou minstens zes maanden in het buitenland kunnen hebben gestudeerd of lesgegeven.

·Leerkrachten en opleiders voor andere vakken dan moderne talen kunnen talenbewustzijn ontwikkelen, kennis van taaldidactiek opdoen en strategieën ter ondersteuning van lerenden aanleren.

·Taalassistenten kunnen bij het talenonderwijs worden betrokken, gebruikmakend van de mogelijkheden van uitwisselingsregelingen tussen de lidstaten.

·Mogelijkheden voor verdere professionele ontwikkeling kunnen toegankelijk worden gemaakt voor leerkrachten (via netwerken, praktijkgemeenschappen, grootschalige online taalcursussen, expertisecentra, samenwerkend online leren, actieonderzoek, enz.) teneinde hen op de hoogte te houden van de meest recente pedagogische innovaties en hen bij te scholen.

4. Partnerschappen en verbanden in de bredere schoolomgeving ter ondersteuning van taalleren

·Scholen en opleidingscentra kunnen samen met ouders manieren zoeken om hun kinderen te ondersteunen bij het leren van talen, in het bijzonder wanneer kinderen opgroeien met meerdere talen of thuis een andere taal spreken dan op school.

·Scholen en opleidingscentra, kunnen partnerschappen ontwikkelen met taalcentra/taallaboratoria, openbare bibliotheken, culturele centra of andere culturele organisaties, universiteiten en onderzoekscentra om aantrekkelijkere leeromgevingen tot stand te brengen, het aanleren van talen te verrijken en de onderrichtspraktijk te verbeteren en te vernieuwen.

·Scholen, opleidingscentra en gemeenten kunnen middelen bundelen om taalcentra met een groter talenaanbod op te zetten, met het oog op het behoud van minder gesproken talen en/of talen die niet op school worden onderwezen.

·Samenwerking met werkgevers in de regio of daarbuiten kan bijdragen tot het inzicht in het belang van taalvaardigheden in het beroepsleven en kan er mede voor zorgen dat verworven taalvaardigheden de inzetbaarheid daadwerkelijk bevorderen.

·Grensoverschrijdende partnerschappen tussen onderwijs- en opleidingsinstellingen in grensregio’s kunnen worden aangemoedigd. De mobiliteit van studenten, leerkrachten, opleiders en administratief personeel, alsmede promovendi en onderzoekers kan worden bevorderd door informatie en cursussen aan te bieden in de talen die het buurland worden gesproken. De bevordering van meertaligheid in deze grensoverschrijdende partnerschappen kan afgestudeerden voorbereiden op de arbeidsmarkt aan weerszijden van de grens.

Top